Dankzij een lieve IND mevrouw is het nu toch eindelijk
zover: mijn man mag naar Nederland komen. Dit felbevochten recht was hard te
verkrijgen. Ondanks dat we aan alle regels voldeden en zoals de regels
voorschrijven nooit enkele aanspraak op de staat hebben gemaakt. Blijheid alom
zou je zeggen. Die is er ook. Maar naarmate het moment dichterbij komt dat dan
toch eindelijk die definitieve reis gemaakt mag worden, is er ook verdriet.
Je land verlaten
Want je eigen land verlaten, betekent ook de mensen verlaten die je lief zijn.
Je ouders, je broers en zussen, je kleine neefjes en nichtjes, je grote neven
die ook je vriend zijn. In het proces naar die gang naar Nederland hebben we
daar denk ik heel weinig bij stilgestaan. Dat kon ook bijna niet, want er was
zo ontzettend veel te regelen. De taal leren, de gebruiken leren. Mappen vol
papieren verzamelen. Informeren naar verzekeringen hier, TBC onderzoeken, IND
afspraken. Hoe gaan we verder, wat voor werk wil je doen, welke studie ga je
volgen.
Onherroepelijk
En dan komt het moment steeds dichterbij en realiseren we ons opeens
dat het best onherroepelijk is. Voor mij niet zo’n probleem want ik krijg mijn
lief er bij, maar als ik dan hoor dat zijn moeder in tranen zegt dat ze hem
zeker erg gaat missen, breekt mijn hart. Hoewel Afrikanen al snel overgaan tot
de orde van de dag en er een dag na een begrafenis al niet zoveel meer over de
dode wordt gesproken, is dat gevoel er natuurlijk wel. Toen ik de laatste keer
weer naar Nederland vertrok, waren er ook allemaal tranen. Van de kleine Mary
tot pa die me vroeg toch snel terug te komen. Maar ik heb ma beloofd dat ze hem
snel weer ziet. Sneller dan haar dochter die ze al 13 jaar niet in de armen
heeft kunnen sluiten. Toch blijft het een heuglijk feit met een randje. This departure is not easy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten