dinsdag 25 augustus 2020

Een schreeuw om hulp?

 

Heb je zelfmoordgedachten? Je bent niet de enige. Praat er over. Alsof dit stuk geschreven moest worden, bleef die boodschap maar voorbij komen. Durf ik er over te schrijven vroeg ik me af? Het laatste taboe te doorbreken?


Zelfdoding

Ik wist het niet, maar het moest eruit. Want eerder sprak ik bij een hulpverlener in deze gemeente mijn angst uit over iemand die met die gedachte rondliep. Ze liep er niet alleen mee rond, er was ook daadwerkelijk actie geweest. En misschien was het een halfslachtige poging, maar niettemin een poging. De hulpverlener liet me weten dat het vaak een schreeuw om hulp is en dat het wel goed zou komen. En maakte er verder niet zoveel van. En dat vond ik veel te kort door de bocht.  Ik voelde me bovendien niet serieus genomen. Ik voelde dat zij niet serieus werd genomen. Hoezo, een schreeuw om hulp dacht ik? 

Totale ontreddering

Een aantal mensen uit mijn leven heeft het niet alleen bij een poging gelaten, maar slaagde daar ook daadwerkelijk in. De ontreddering die ik daarbij voelde was immens. Groter dan bij een `normale` dood terwijl dat vaak al nauwelijks te behapstukken is. Bovenal vond ik het voor degene in kwestie het meest eenzame proces ooit. Want zelfdoding doe je niet omringd door anderen, dat gebeurt in eenzaamheid.  

En ik ben er zeker van dat veel anderen dit ook zo voelen. Als je man of vrouw, dochter of zoon,  oom of tante, broer of zuster, vader of moeder of vriend of vriendin het leven niet langer zag zitten en die laatste actie daadwerkelijk heeft ondernomen, is dat niet te bevatten. Vaak zullen de nabestaanden zich afvragen of zij iets hadden kunnen doen om dit te voorkomen. Of ze blijven zelf getraumatiseerd achter om datgene wat ze hebben moeten aanschouwen. 

Begrip 

Niet dat er soms geen begrip is voor groot geestelijk lijden. Maar waarbij die zelfverkozen dood toch in alle gevallen een enorme impact heeft gehad. En als we eerlijk zijn weten we bijna altijd wel bij wie de dood zelf verkozen was. Zo´n tijding gonst door een dorp. Alsof we het allemaal niet kunnen bevatten. Of om het te bezweren. Laat het ons niet gebeuren. Dat soort werk. In de gevallen dat er ´alleen` een dreiging is, is er vaak veel stil verdriet. Want hoe deal je met iemand die zo diep zit, dat je nooit weet of je hem of haar de volgende keer levend aantreft? Dat je je bij elke stap bewust bent dat het kan, altijd alert en op de toppen van je zenuwen. En dat, dat zou de hulpverlening toch minimaal moeten weten.

dinsdag 11 augustus 2020

Willekeur

 

In het begin van de coronacrisis was ik woest op een groep jongelingen die het niet kon laten om ondanks het verbod toch een feestje te bouwen. De jongeren hebben het geweten, want de politie stond al snel bij ze op stoep (zo kwam ik er ook achter) en ze moeten het doen met een fikse bekeuring en ook nog een strafblad als ik het wel heb. 


Dom om samen te scholen

Dat het dom is om met een hok vol mensen samen te gaan scholen, vind ik overigens nog steeds. Maar ik hoor steeds vaker dat ik dat niet meer mag zeggen. We moeten onze jongeren met fluwelen handschoentjes aanpakken. Want een jaar niet feesten is voor hen als een eeuw. Ik ben natuurlijk een oude muts, maar ik denk dat je ook jongeren best mag wijzen op een solidariteitsprincipe. Wat zij doen heeft beslist effect op ouders, grootouders, kwetsbare andere jongeren, kwetsbare kinderen en ga zo maar door. 

Solidariteit

In Aziatische landen is dat gevoel voor de ander er wel, waarom zou dat hier dan niet kunnen zijn? Omdat we strontverwend zijn met z´n allen en ook de jeugd denkt dat alles wat ze wil, ook moet? Dat denk ik namelijk. Enfin, dit zal wel helemaal de verkeerde toon zijn, ik moet ongetwijfeld heel veel begrip hebben voor jongeren die denken dat het einde van de wereld nabij is nu ze niet naar de disco (heet dat tegenwoordig nog zo?) kunnen. Maar ik heb dat begrip niet en vind dat zij juist degenen moeten zijn die na moeten denken.

Willekeur

Maar wat me nog meer tegen de borst stuit is de enorme willekeur. Onlangs stond een plaatje van een hossende groep op een boot in het centrum van Lemmer prominent in een dagblad. Ze hadden het zo gemist en hun leven was zo vreselijk, zeiden ze. Nu zag het er niet bepaald vreselijk uit, maar was het lawaai en de overlast die ze veroorzaakten wel vreselijk. Want ze schoolden niet alleen samen, ze maakten mensen ook gek met hun veel te harde muziek, de troep die ze in het water keilden en hun gedrag. En ja, ze waren een coronagevaar. Door met tig jongelui op een boot te staan met misschien anderhalve centimeter er tussen. Maar ze kregen een podium doordat ze mochten ventileren hoe erg ze het hadden. Bij de krant, bij de politie of gemeente. Niks bonnenboekje en een flinke prent. Beloning voor slecht gedrag zeg maar. Dus dan denk ik dat die andere jongeren hun boete nu ook gewoon kunnen verscheuren?