maandag 22 juli 2019

Stekken



Met het intrekken in een nieuwe woning, heb ik ook een bijna manische hobby ontwikkeld: plantjes voor buiten en binnen stekken en verzorgen. Ik kan geen winkel voorbij lopen of ik ontwaar een plant die me lonkt.


Of ik loop langs een perkje en zie een stekje voor me. In water, in aarde, alleen in plastic, uit een pit of stuk fruit. Lief wordt er ietwat gestoord van. Vanaf het moment dat ik allerlei tegels uit ons zo prachtig gladde achtertuin begon te trekken, begon hij al wat bedenkelijk te kijken.

Alle tegels eruit

 En hij heeft gelijk: het begon met 6 tegels, maar gaandeweg staan er meer tegels rechtop aan de kant dan dat ze een terras vormen. De bijen lijken er geen probleem mee te hebben en ik voorzie dat we de rest van het jaar courgette en rode pepers kunnen eten. En voor volgende week staat er nog veel meer op het programma, maar dat weet hij (nog) niet.

Ik liaande als Jane door mijn tienerkamer

Dat een mens zo gelukkig kan worden van alles dat groeit en bloeit, was ik eigenlijk weer even vergeten. Als tiener had ik namelijk een kamer die waarschijnlijk niet hip of hot was, maar waarin wel de mooiste planten stonden. Ik was er altijd mee bezig. Ik was een wandelende encyclopedie, wist wanneer ze het niet goed deden, wist welke voeding ze nodig hadden, op welke plek ze het beste gedijden, zette ze in de regen als er een bui overkwam, besproeide ze in de douche. En ik stekte. Mijn tienerkamer was een oase van groen en bloeiende planten waarin ik me als een volleerde Jane doorheen liaande. Alleen al de herinnering maakt me op slag weer gelukkig.

Stekvrienden

Maar nu ik de hobby opnieuw heb opgepakt, teer ik niet alleen op het verleden, ik ben wederom Jane in de notendop. En nu alle boeken zijn uitgepakt komen ook alle tuinboeken en kamerplantennaslagwerken tevoorschijn, die bijna lekkerder lezen dan de beste romans. Ik vergeet er bij te zeggen dat ik me ook nog heb aangesloten bij allerlei ´stekvrienden´ via Facebook. Ik wist niet dat ze bestonden zulke gemeenschappen, maar ze slaan elkaar om de oren met allerlei moeilijke plantennamen, geven advies hoe je welke plant moet stekken en wat je moet doen bij spint, luis en allerlei ziekten waar ik het bestaan niet eens van kende. En ze ruilen stekjes. Mijn geluk kan dus niet meer op.   

maandag 15 juli 2019

Rupsje Nooitgedacht

Ik heb jeuk. Gigantisch jeuk. Terwijl ik die woorden hier typ, besef ik me dat het altijd gevaarlijk is zo´n zin te bezigen omdat sommige mensen daar hele rare associaties bij hebben. Maar goed, deze jeuk geeft me de onbedwingbare neiging om mijn huid open te rijten met alles wat maar voorhanden is.

Linten aan bomen

En het is begon allemaal zo mooi. Ik reed op mijn gemakje, vreselijk zen door het prachtige landschap van Gaasterland. Het was mooi weer, ik had het raampje openstaan, de zon scheen (toen wel) en ik floot gezellig mee met Duncan op de radio. Toen ik keihard ´All I know, all I know, Loving you is a losing game ´begon mee te bleren vielen me pas de linten aan de rijen bomen op waar ik al zo´n kilometer aan voorbij reed. Was dat niet, bedacht ik me om vervolgens met een rotgang het knopje van het raam in te drukken. Vervolgens dacht ik nog in al mijn onschuld dat het toch zo´n vaart niet zou lopen.

De haren van Rupsje Nooitgedacht

De haren van zo´n rupsje Nooitgedacht konden toch mijn auto niet invliegen om me het leven vervolgens zuur te maken? Nog diezelfde avond vroeg lief me waarom ik toch zo als een idioot aan mijn armen zat te krabben. En of ik wel wist dat er bloed uit kwam. Het boek waarin ik verdiept was, was zo spannend dat het me niet eens was opgevallen. Maar nu hij het zei: ik zat onder de bloedvlekken van deze razende zelfbeschadiging.

Duct tape zei ik, waar hebben we dat. Niet te vinden natuurlijk na een verhuizing, maar wel een superrol plakband. Ik ratste, hij ratste. Vol overgave.  Tientallen keren, plakte hij en scheurde hij. Alles kwam mee, vooral mijn eigen kleine haartjes. Maar die haartjes van dat ellendige beest? Ik heb het idee niet echt. Ik bleef krabben, weer  tot bloedens toe.
Ik nam zelfs een slaappil om in slaap te komen, omdat ik bed ook niet stil kon blijven liggen en hij er de volgende ochtend wel weer vroeg uit moest. Toen ik zelf de volgende dag ontwaakte, lag zelfs mijn neus open. Ook daar had dat ellendige beest me te grazen gehad en zelfs de slaappil had die jeuk dus blijkbaar niet verdreven.

Vogelkastjes

En nu? Nu heb ik mijn hoop op de vogels gevestigd. Vogels die die rupsjes Nooitgedacht met veel plezier oppeuzelen. Ik word zo gek van de jeuk dat ik zelf wel vogelkastjes op wil hangen. Maar dan wel later, als zij weg zijn. Of in een astronautenpak.....

maandag 1 juli 2019

Bedankt lieve meester Broere


De eerste schreden op het pad naar volwassenheid is toch vaak de gang van de basisschool (in onze tijd heette dat nog lagere school) naar het voortgezet onderwijs. Eng vond ik dat, weet ik nog wel. Heel erg eng.

 Op onze lagere school werd een indeling gemaakt naar hoe slim je was: leerlingen die goed genoeg waren voor de Havo kwamen in de rij bij het raam. Kinderen die naar de Mavo, technische school of huishoudschool gingen, zaten bijeen in de andere 2 rijen. Ik heb in beide gezeten. De angst voor het onbekende Emmeloord, waar ik dan de hele dag zou moeten vertoeven maakte dat ik zeker 2 keer geswitcht ben. Qua intellect kon ik het wel aan. Maar het van huis zijn, die enorme school met die enorme hoeveelheid kinderen, maakten me angstig. Mijn ouders werden waarschijnlijk hoorndol van zoveel getwijfel en steeds maar weer met de meester praten: ik weende zelf elke keer weer hete tranen.

Tot dat het definitieve besluit genomen was en ik naar de Mavo ging. Punt. De openbare mavo wel te verstaan. Gewoon bij ons om de hoek, op loopafstand. 

Meester Broere

Met aan het hoofd meester Jan Broere. De eerste ontmoeting met hem kan ik me niet meer herinneren, maar zijn zachtmoedigheid is me wel altijd bij gebleven. Geen geschreeuw en gedoe, wel rechtvaardigheid. En soms was hij een beetje verstrooid. Dat vertederde me altijd. Geen idee of de vertedering van een 12-jarige hetzelfde is als die van een volwassen vrouw, maar ik had een zwak voor de man. Misschien had dat ook te maken met het feit dat hij prachtig gedichten kon voordragen. En soms uitspraken had, waar wij als kinderen een soort van achterover sloegen. Door de woordkeuze, de manier waarop hij dingen uitsprak. Ik vergeet nog zijn bijzondere tongval. Noem het bewondering.  

Ontmoetingen in de bieb

Later toen de Mavo tijd al lang achter me lang, ik toch naar het verre Emmeloord en zelfs Groningen verkaste, kwam ik hem vaak tegen bij de bieb. De liefde voor de letteren bond ons en we maakten vaak even een praatje. Maar ik kwam hem ook vaak tegen bij de supermarkt. De laatste keer dat ik hem zag vond ik hem breekbaar. Daarvoor eigenlijk nog altijd wel een man van de wereld die ik nog heel lang tegen zou komen. Helaas zal dat nu nooit meer kunnen: meester Broere zal nooit meer zijn prachtige volzinnen laten weerklinken. Maar in mijn hoofd zitten ze opgeslagen. Met dank lieve meester.