maandag 28 april 2014

Foute tent

Afgelopen vrijdag zat ik in een foute tent. Een heel foute tent. In Amsterdam. De aanleiding was overigens helemaal niet fout: een vriendin van me werd 50. Haar mannen- echtgenoot en kind - hadden haar onder valse voorwendselen meegetroond naar Nederland. Want ze houden residentie in Zwitserland.

Wij moesten ondertussen allemaal ons uiterste best doen om dit geheim ook echt onder ons te houden. Zo moest ik voorwenden dat ik niet wist dat ze in Nederland was toen ze voor de deur stond. “Ach, hee. Wat doe jij hier nu?’ zeggen en dan ondertussen je tong afbijten omdat je wat wilt zeggen over het aanstaande feest. Maar het lukte en vrijdagavond stonden we opeens allemaal voor de deur bij de mensen waar ze logeerden. Zij hing in haar joggingbroek in een stoel, haar haar op half 9 en zonder een spoortje make-up. En met een bak chips onder handbereik.

Niet klaar voor een night out into town. Haar mond viel open toen de één na de ander binnen kwam druppelen. Ze werd onder de douche gestuurd, moest haar mooiste jurk aantrekken en toen gingen we. In een busje van haar vriendin. Wat al helemaal uit de toon viel, want haar vriendin werkt bij een tuincentrum. Het was dus een vies en gebruikt busje. Ongeveer zoals mijn auto er altijd uitziet. Maar bij het restaurant gekomen waren daar verder helemaal geen vieze busjes te vinden. Wel Jaguars. En Porsches. En nog een merk, maar dat herkende ik niet eens.

Toen we binnenschreden zag ik het al: mannen wiens haar nog hoog blonder is dan het mijne. En waarvan de tanden dan nog weer een schakering witter zijn. Met oranje koppen alsof ze net een bos wortelen hebben opgegeten. En vooral erg populair. In strakke pakken en te brede schouders.

Achter me zat de Russische maffia. Die lieten oesters aanrukken alsof ze niets kosten. En dat was dus beslist niet het geval. Want de oesters waren duur. Heel erg duur. Ondertussen lieten ze ook de wodka ruimschoots doorkomen. En opeens verscheen er een vis in een zoutkorst op hun tafel. Die had ik nergens op het menu zien staan, dus ik woof een ober (ja die vraag je niet in zo’n gelegenheid). Ik zei hem dat ik dat gerecht niet op de kaart had zien staan. Zijn antwoord was bijzonder: “Dat is ook heel duur.” Alsof we er allemaal uitzagen als arme sloebers. Maar misschien was dat ook wel zo. De vriendin van het busje had namelijk een Indiajurk aan en ze liep op slippers. Maar dat had niets met geld te maken. Ze werd - net als ik - gewoon geplaagd door opvliegers. Maar die hebben vrouwen in dat soort tenten waarschijnlijk niet.

zaterdag 12 april 2014

Voor niets 245 euro lichter en toch blij



Donderdag moest ik met een collega naar een NNP dag. Dit is de Nederlandse Nieuwsblad Pers. We hadden een aantal verhalen ingezonden voor een landelijke wedstrijd en we worden dan bijgepraat over van alles en nog wat. Ik dacht eerst dat het helemaal niet door zou gaan, want die lieve collega had een week eerder haar moeder verloren. Maar ze wilde er toch wel even uit, dus gingen we.

Ik herinner me nog de tijd dat ik mijn eigen ouders had verloren (ook bij haar overleden haar beide ouders binnen 3 maanden) en de staat waarin ik was dus ik bood aan om te rijden. Dat vond ze wel een goed idee. We keuvelden, bespraken haar moeder, het verdriet, alles wat er om heen gebeurt. Maar we lachten ook. Want bij rouw hoort ook keihard en soms morbide lachen.

De dag werd gehouden in Burger Zoo dus we mochten eerst even aapjes en olifanten kijken. Daarna was de bijeenkomst en helaas moesten we daar concluderen dat we niet in de prijzen waren gevallen. We kwamen twee collega’s tegen en genoten met hen de uitgebreide Afrikaanse maaltijd. (Die deze keer ook heel veel gezonde zaken bevatten). Toen zijn we stiekem toch die dierentuin nog maar weer even ingepiept. We wilden namelijk nog veel zien. Maar er liet zich geen dier zien, afgezien van wat mussen dan. Dus toen maar huiswaarts gekeerd. Ik had het toen ook wel gehad, Margé ook wel. Doodmoe allebei.

We reden nog geen 20 kilometer toen er opeens een lichtje op het dashboard begon te knipperen. Heb je de gordel niet om vroeg ik mijn collega. Ja, dat had ze wel. Mijn woorden waren nog niet koud of toen begon er een lichtje te knipperen van het stuur. Oh nee zei ik tegen haar. Dit gaat niet goed. Er was net een tankstation in de buurt dus wij er daar af. Ik voelde al aan het stuur dat er iets helemaal niet goed zat. Blond als ik was zette ik de auto neer en hoopte dat hij net als een computer wel weer gereset kon worden. Maar toen hij eenmaal uit was, was het ook volledig gedaan met de pret. Geen leven meer in te krijgen.

We togen naar het tankstation waar ze de ANWB voor ons belden. Gaat een duur grapje worden verzekerde de aardige jongen achter de toonbank (die ons vervolgens koffie gaf) als je nog lid moet worden van de ANWB. Want dat was ik jarenlang niet geweest. En inderdaad. De mevrouw aan de andere kant van de lijn noemde even op hoe het zat. Of ik in totaal wel even 245 euro wilde aftikken voor dit geintje. Margé vond dat heel veel en wilde haar man al bellen. Maar ja, wat dan met die auto die daar zonder kloppend hart stond. Dus ja doet u toch maar. Vervolgens zei ze dat bij zo’n noodprocedure dan weer niet vervoer naar huis hoort.

Dus mocht de meneer van de ANWB het ding niet aan de praat krijgen dan schoof ik 245 euro voor niets. Lekker dan dacht ik, laaie lichters. Maar goed wat moet je. Toen kwam de mededeling dat de man er binnen een uur zou zijn. Een uur! Daar hingen we dan aan de counter van het tankstation. Moe, verdwaasd. Zullen we maar weer in de auto gaan zitten vroeg ik? Dat deden we. Met de nek op de romp gedraaid steeds maar kijkend of de gele bus er al aan kwam.

En daar was hij, de held van de dag. Of ik even wilde uitleggen wat er aan de hand was. Verteld van de lampjes en het stuur. Hij draait een kap van de accu en zegt direct:” Oh ik zie het al. Er is een zekering doorgebrand.” Hij begint te schuren en te breken en zette toen van die oplaadgevallen op de accu. Niet meer zoals ik ze me herinner, maar apparaten waarbij zijn auto niet meer aan hoefde. En toen mocht ik starten. Met de vingers gekruist hoopte ik dat het ding aan zou slaan. En dat deed hij. In één keer raak. Ik kon de man wel zoenen. Hij reed daarna best lang achter on aan om te kijken of het allemaal bleef werken. En wij waren blij. Ondanks de 245 euro.

Aanbiedingen bij EuroClix

donderdag 10 april 2014

De Wildeman en de helden die hem weer openen



De Wildeman is weer terug in ons midden. Kun je beter nieuws krijgen dan dat? Ik vind van niet. Jaap en Oppie Riedstra en Jaap en Pietie de Jonghebben het aangedurfd om deze grote stap te nemen en ons deze geweldige gelegenheid weer terug te geven. Voor mij zijn het helden.
>br> Want na zoveel ellende met een horeca etablissement dat voor iedereen emotionele waarde heeft en waar bijna iedereen zijn eerste Lemsterweek heeft gevierd kan het weer: naar de Wildeman gaan. Er andere Lemsters ontmoeten, een drankje drinken en een hapje eten.

Ik mocht gisteren even naar binnen en er wordt al hard gewerkt. Het nu overigens volledig lege pand zal weer een mooie sfeer krijgen en wordt zo ingericht dat het veel logischer is dan in de oude situatie.

Dat vier mensen in een tijd waarin de horeca het zwaar heeft deze stap durven te zetten vind ik een medaille waard. En nu maar hopen dat al die mensen die voortdurend klaagden dat de Wildeman terug moet er ook veelvuldig een hapje en een drankje gaan nuttigen. Aan hen zal het niet liggen, hun enthousiasme is groot en als doorgewinterde horecamensen en mensenmensen moet het toch neem ik aan een succes worden. Ik proost in ieder geval al even op de nieuwe uitbaters.

Aanbiedingen bij EuroClix

dinsdag 8 april 2014

Heeft u dat nu ook?

Soms zou ik dat wel eens willen vragen. Zomaar aan iedere willekeurige voorbijganger. Heeft u dat nu ook? Donderdag had ik zo’n moment. Ik moest voor een interview naar een juwelier in mijn nieuwe werkomgeving. Aangezien ik daar niemand ken is het toch altijd anders dan hier.

Hier weten ze wel wat voor vlees ze in de kuip hebben. Want ze kenden mijn heit en mem, mijn pake en mijn beppe en al mijn ooms en tantes. Hier weet je al snel hoe het zit (ook als je dat eigenlijk niet zo goed weet, want er wordt ook wel een hoop onzin verkondigd). Maar daar? Nee. Bij een interview weet je überhaupt nooit waar je terecht komt dus dat is altijd gissen. Ik had gebeld, dat was leuk en gezellig maar in de werkelijkheid is het toch vaak anders.

Ik maak me dan een voorstelling en dan komt er opeens een heel ander type de zaak inlopen. Denk je dat iemand 25 is, blijkt hij 65 te zijn. Of hij of zij lijkt aardig en is dat dan weer niet. En omgekeerd natuurlijk. Van dat soort werk. Maar nu moest ik dus naar een juwelier. En toen ik net mijn auto geparkeerd had en een bonnetje uit de automaat had getrokken besefte ik me: Ik draag eigenlijk bijna geen sieraden. Het was bijna net alsof ik als vegetariër naar een slager ging en hem van alles moest vragen waar ik geen verstand van had. Nu is dat natuurlijk wel een beetje onzin, want ook zonder zelf iets te doen kun je wel de juiste vragen stellen. Maar toch voelde ik me wat ongemakkelijk daar aan die tafel met mijn blote hals en blote handen.

Ik keek ook steeds naar de ondernemers of hun ogen niet voortdurend af dwaalden naar al die plekken waar allerlei diamanten hadden kunnen zitten. Maar ik geloof dat dit wel redelijk meeviel. In plaats daarvan hadden we het wel even over de overval met dodelijk afloop bij een andere juwelierszaak en of zij dat wel eens hadden meegemaakt. Dat hadden ze gelukkig niet. In de winkel ondertussen een dame die de mooiste sieraden uitzocht en ook in een setje bij elkaar. Het stond haar mooi, dat moet gezegd. En als ik het goed kon inschatten was ze ook een vaste klant. Die bij elke jurk een ander setje had.

En ik zat er bij en ik keek ernaar en dacht: “Misschien moet ik ook wel aan de setjes. Dan zie ik er ook zo mooi uit.” Maar toen hoorde ik de prijzen en dacht ik aan alle reizen die ik daarvan kon maken. Dus ging ik weer. Met even blote handen en nek als ik gekomen was.