zondag 30 december 2018

Afhankelijk



Er krijste een baby aan de andere kant van de lijn toen ik opnam. Ik schrok. Een onbekend nummer zag ik in het scherm, maar het gebrul van die baby ging me door merg en been. Het kind kermde. Ik zei mijn naam en nog eens. De baby bleef krijsen. Toen meldde zich een volwassen stem. De voorlichter van Vitens. Tevens de moeder van de baby.

Talloze pogingen om de afdeling aan de lijn te krijgen waren mislukt. Het nummer dat 24 uur bereikbaar zou moeten zijn, meldde dat de voorlichter op vakantie was. En dat het nummer gebeld moest worden dat ik net gebeld had. Ik was gefrustreerd door die gang van zaken. Daardoor en doordat ik wilde weten voor mijn lezers hoe lang die waterstoring nog zou duren. Wat de oorzaak was. Maar ook omdat ik zelf wilde douchen en naar het toilet moest. Het liep wat door elkaar heen dus.

Normaliter hebben we altijd wel een pak met flessen mineraalwater staan, mar dat pak was net leeg. Ook in de koelkast alleen sapjes. Waterkoker en koffiezetapparaat waren beide ook leeg. Koffie van sinaasappelsap leek me niks. Thee ook niet. En dan niemand aan de lijn kunnen krijgen voor zo’n grote organisatie. Ik was nog wat geïrriteerd toen ze uitlegde dat ze eigenlijk vakantie had. Maar tegelijkertijd diens had. Ik wilde haar vragen hoe zo’n contradictie bestaat. Maar haar baby bleef maar schreeuwen.

Storing Vitens

Terwijl ze uit probeerde te leggen dat ze met zo’n storing voortdurend aan het bellen is (en ik dat niet begreep omdat me juist haar werk leek) daagde het me opeens. Of eigenlijk was het de baby die me dat inzicht gaf. Ik wilde dat het kind bij zijn moeder kon zijn, de borst kreeg als dat moest, een schone luier als het kind door die storing al veel te lang in een nat exemplaar lag. Maar ik wilde vooral dat we ons allemaal beseften hoe afhankelijk we van alles zijn geworden. En hoe kwetsbaar.  We zijn totaal niet meer zelfvoorzienend en akelig verwend. Als de wc niet doorspoelt, durven we niet meer naar de wc te gaan. Terwijl we vroeger een wc hadden die gewoon niet werkte, omdat het te hard vroor en we daar geen verwarming hadden. Omdat we toen niet eens een douche hadden, waar we onder konden staan. We wasten ons in een emmer in de keuken, terwijl een gordijn ons scheidde van de rest die in de woonkamer zat. We hadden de ijspegels aan de dekens hangen en de bloemen op de ramen. En dat kan nu niet meer. Maar we hebben ook geen ton met regenwater staan. Of een middel dat dit regenwater zo zuivert dat we het kunnen drinken. En blijkbaar is er dus in zo’n organisatie dan ook niet iemand die zo’n medewerker dan helpt al die telefoontjes op te vangen. Wat sprekend is voor de hedendaagse tijd. Veel te veel moeten doen met veel te weinig mensen en zonder enige achterwacht. Zowel letterlijk als figuurlijk.

‘Ga maar gauw naar je baby,’ zei ik en sloot af. En besloot dat we veel beter op dit soort situaties berekend moeten zijn. Maar ook misschien niet te snel moeten piepen.
(Foto Pixabay)

zondag 23 december 2018

Een lege plek aan de kerstdis



Op tv wordt het uitgemolken: kerst is de mooiste tijd van het jaar. Supermarkten lopen overvol alsof er een hongerwinter aanstaande is. De partijen zijn niet van de lucht. En het klopt wel: kerst kan een mooie tijd zijn. Wat meer tijd voor familie en vrienden. Gezellig samen aan de dis, spelletjes doen of samen wandelen. Maar voor een deel van de mensen is die gezelligheid er ook niet, omdat die contacten er niet zijn en er eenzaamheid is. Zeker in deze tijd wordt die dan nog eens extra benadrukt.

Mensen die ons zijn ontvallen

Bovendien is voor heel veel mensen kerst juist een tijd waarin mensen van wie ze houden ontbreken. Die ons dit jaar zijn ontvallen en waarvoor geen bordje meer kan worden klaargezet. In gedachten zullen ze er zeker bij zijn, maar wie iemand verloren heeft, wordt keihard met zijn verdriet geconfronteerd. Zo staarde ik gisteravond Antje diep in de ogen. Haar foto staat altijd op mijn bureaublad en na bijna 10 jaar word ik nog steeds regelmatig overvallen door een niet te geloven verlangen om met haar te praten. Ik klikte op haar foto en hoe langer ik er naar keek, hoe realistischer het me leek dat ze opeens op zou poppen en zou zeggen:’Het was allemaal een geintje. Hier ben ik weer.’ 

Praten tot diep in de nacht

En dat we dan de draad weer zouden oppakken. De wijnfles er bij zouden pakken, zouden praten tot diep in de nacht, zouden lachen tot we bijna in onze broek pisten. Ze keek me aan met die heldere ogen van haar, haar mond in die bulderlachstand en zeker 10 minuten lang dacht ik dat het echt ging gebeuren. Maar het gebeurde niet. Voor ons dit jaar geen gezamenlijke kerst waarbij zij en haar man en ik en mijn man in een restaurant zitten waar we de enige zijn (zoete herinneringen). Sterker nog: zij heeft mijn man nog nooit ontmoet. Net als mijn ouders dat nooit hebben gedaan.

Verdriet

Hoewel mijn verdriet er na 10 jaar nog steeds is, zijn er mensen wiens verdriet zoveel recenter is.  De familie Faber/Romkema die een dubbel verlies leed de afgelopen periode. De familie en vrienden van Alie Wesselius, van Douwe Woudstra, van Gauke Bootsma, van Harry Boersma. Maar ook van Roelof Vlig, Sake Zandstra, Iemkje Oebeles, Eibert Visser, Jantje Deinum-Visser, Hussein, buurman Lolle, buurvrouw Richt, Doede Bleeker, mijn oud-klasgenoot Alle-Jan van der Meulen en net voor de kerst ook nog eens onze altijd behulpzame buurman Cor Koper. En al die andere mensen die ik niet kende, maar wiens overlijden natuurlijk net zoveel verdriet en tranen met zich meebrengt. 

Hen wens ik niet meer en niet minder dan dat ze deze dagen doorstaan.
Voor al die anderen: fijne kerst. (Maar ongetwijfeld is er aan elke tafel wel een lege plek of meerdere die ze het liefst ingevuld zouden willen zien.). 

maandag 17 december 2018

Vaag vlees: de omgevingsvisie

Ik had altijd een collega die de woorden; 'vaag vlees' veelvuldig bezigde. Geweldig mens en als ze die woorden uitsprak was het duidelijk. Dan werd iets met mooie woorden omkleed, maar je snapte er geen snars van of het ging eigenlijk nergens over.

Omgevingsvisie De Fryske Marren

Een tijdje terug worstelde ik me door de omgevingsvisie van de gemeente DFM. Er stonden heel veel woorden in, ik haalde er opvallende zaken uit en kreeg vervolgens na publicatie daarvan van de afdeling voorlichting te horen dat wat er in die visie niets meer was dan woorden. Of ik dat allemaal wel weer even terug wilde trekken. Dat het veel te prematuur was wat ik had gepubliceerd.

Niet duidelijk

Jammer, vond ik. En ook niet duidelijk. Want dat betekende dus dat wat er dus in die plannen stond,  niets meer was dan gebakken lucht. En naast een opsomming van wat er al is en wat we al weten, stond er eigenlijk verrekte weinig nieuws in. Algemeenheden. Dat er initiatieven moeten komen op het gebied van woningbouw, internet en omgevingsgezondheid. De GGD ging zich bemoeien met wonen en scholen als daar plannen voor liggen bijvoorbeeld.  Dat er grote behoefte is aan meer woningen. Voor starters, voor mensen met een smalle beurs, tiny houses of misschien zelfs tijdelijke woningen. Dat het met de snelheid van ons internet belabberd gesteld staat en dat dit anders moet. Dat natuurwaarden van groot belang zijn (dat zou je niet zeggen als je dat megalomane plan van de zandwinning ziet) en dat die vooral behouden moeten blijven.

Loze kreten

Kreten. Waar mensen dan weer op konden reageren. Maar wat moet je met kreten als er geen gefundeerd plan achter zit? Ik kan ook wel roepen dat ik de mensheid wil redden, maar heb ik daar dan ook een plan voor? Of geld? Burgers en instellingen moesten zelf reageren op de plannen. Want de omgevingsvisie geeft kansen om plannen te realiseren als ze waarden in een bepaald gebied versterken, zo staat te lezen. En er zijn 50 actiepunten waar de gemeente samen met haar burgers de komende jaren mee aan de slag moet staat er ook nog. Ik zal best dom zijn, maar ik begrijp die hele omgevingsvisie niet. Want er staat wel heel vaak in :’we willen dit en we willen dat’ maar hoe dat dan tot stand moet komen staat er niet in.

Dorpsbelang Wijckel

Blijkbaar ben ik niet de enige. Dorpsbelang Wijckel heeft al aangegeven dat ze het nauwelijks een visie vindt, omdat het meer lijkt op een inventarisatie van huidige waarden en acties die reeds lopen. Het lange termijn perspectief ontbreekt, met daaraan gekoppeld een strategie hoe dit te bereiken zeggen zij. Precies, dat dus. 


maandag 10 december 2018

Een riante positie



Jij ook gefeliciteerd met de verjaardag van je vrouw. Toen ik het berichtje van een collega op Facebook las moest ik lachen. Ik dacht aan Jeriga, mijn zwager,  aan wie ze dat bericht geschreven had. Mijn zwager die het hele bericht niet kon lezen omdat het in het Nederlands geschreven was.

Mijn vrouw

Ik dacht aan de schrijfster van dit leuke bericht die in verwarring zou zijn als ik haar de waarheid zou vertellen. En ik dacht aan de eerste keer dat een broer van lief mij zijn vrouw noemde. Want dat was wat ook nu de aanleiding was. Mijn zwager postte op mijn Facebook pagina dat hij blij was dat zijn vrouw nu jarig was. Mijn collega had zich er wel al even over verbaasd dat hij er wat anders uitzag dan anders, die lief van mij. Maar ze had er verder ook geen aandacht aan besteed.

Oepss

Oepss zei ze toen ik haar schreef dat het om mijn zwager ging. En dat ik ieders vrouw ben, daar in Afrika. Wat heel naar klinkt, besef ik me. Ik hoef niets met de mannen in kwestie trouwens laat daar geen misverstand over bestaan, maar ze noemen me wel allemaal hun vrouw. Net zoals lief zijn schoonzusjes ook weer zijn vrouw noemt. En zijn ooms allemaal zijn vader zijn.

Afrikaanse familieverbanden

En zijn Afrikaanse beppe kreeg als man de broer van haar eerste man. Niet voor het echie, maar omdat ze dan toch een man had. Snapt u het allemaal nog? Nou troost u, ik ook niet. Toen ik de eerste keer met lief op stap ging, stelde hij me voor aan mannen en vrouwen en noemde ze allemaal zus en broer. Toen dacht ik nog: nou die vader en moeder hebben ook niet stilgelegen. Kwamen we ze dan later weer eens tegen dan wees ik hem op zijn broer. Mijn broer? vroeg hij dan met grote vraagtekens in zijn ogen. Dat is niet mijn echte broer, zo noemen we dat gewoon. En in het geval van zijn echte broers en zussen: die zijn er ook in varianten. Zelfde vader, andere moeder. Zelfde moeder, andere vader.

Everybody's wife

De pinnigheid waarmee ik trouwens de eerste keer reageerde op een (voor mij) ongepaste opmerking van neef lief (want ook daarvoor ben ik zijn vrouw) is overigens inmiddels verdwenen. Ik denk altijd maar aan Anouk. Zij was nobody’s wife, ik ben everybody’s wife. Een riante positie.

maandag 3 december 2018

Foe

Bijna elke dag loop ik er wel even langs. Op mijn dagelijkse ritje door Lemmer op de jacht naar brood, beleg, groente en fruit, kom ik altijd langs de kiosk. Wachtend bij de brug sta je er bijna tegen aan en zie je alle activiteit. Het gesleep met kisten, met vis, met patat. De kiosk waar in de zomer altijd mensen voor zitten te eten. Een harinkje, een patatje, een lekkerbekje. Of waarvoor mensen van onze kant van het dorp even langsgaan om wat op te halen. Ook datzelfde harinkje, dat lekkerbekje of een zure bom. En nu, nu is de kiosk dicht. Al best een tijdje dicht.

De kiosk is dicht

Eerst was het me nog niet zo opgevallen. Ik dacht aan een vakantie ergens. Even lekker uitrusten, even bijkomen van een zomer die heel lang en heel heet was. En die voor de meeste mensen in de horeca (daar schaar ik het maar even onder) heel druk is geweest. Bovenmatig druk wellicht.

Foe is ziek

Maar toen hoorde ik dat er heel iets anders aan de hand was: Foe (geen idee of je dat zo schrijft, maar zo spreken we het in ieder geval uit), Foe dus is ziek. Onze Foe. Die begon met loempia’s volgens mij, die naar ik altijd heb gedacht als bootvluchteling uit Vietnam hiernaartoe is gekomen. Die altijd met zijn leuke vrouw en even leuke zoon in de kiosk stond. Ziek dus en blijkbaar ook ernstig ziek.


Is er iemand die jullie helpt?

Arme Foe en vrouw en kind denk ik. Is er wel iemand die nu een kaartje bij jullie door de bus gooit of vraagt of jullie het rooien? Is er wel iemand die op bezoek gaat met een bloemetje of steunt met ziekenhuisbezoeken? Is er überhaupt iemand die nu weet hoe het met onze eigen Foe en zijn gezin gaat en of zij iets nodig hebben van ons? Iedere dag vraag ik het me weer af en iedere dag weer krijg ik het antwoord niet. Het gaat ook niet om dat antwoord overigens: ik wil gewoon dat het Foe en zijn gezin weer goed gaat. En dat er in ieder geval ondersteuning is. En dat als we daar allemaal over in het donker tasten en die behoefte er wel, die er nooit zal komen. En daar stagneren mijn zinnen. Ik zou beterschap willen wensen, hulp willen aanbieden, medeleven willen tonen. Maar ik weet niks, anders dan dat hij ziek is. Dus houd ik het daar maar bij: bij sterkte wensen en de hoop op beterschap uit te spreken.