maandag 26 november 2018

De man met stok en camera


Soms zie ik de verbaasde blikken: is het echt wat die man daar doet? Een man met een hele lange stok met daarop een camera die een soort gymnastiek uit moet voeren om elke keer weer die camera te laten werken. Met een systeem dat hij zelf bedacht heeft. Dat hij zelf gebouwd heeft. Waarmee hij in weer en wind heen en weer fietst, heen en weer loopt. Waarbij hij altijd in de belangstelling staat. Maar waarmee hij ook de mooiste foto’s maakt. 

Geschiedenis vastleggen

Waarmee hij de geschiedenis vastlegt voor het nageslacht. Want wie weet nog hoe de Rondweg 2 jaar geleden was? Er is inmiddels zoveel gebeurd daar dat zelfs wij dat bijna allemaal al weer vergeten zijn. Wie weet nog hoe het hele bouwproces ging van de nieuwe gemeentewerf? Dat het daar eerst braak lag en er nu een gebouw staat. Hoe dat ging, steentje voor steentje. Hoe het MFC in Lemstervaart vanaf de fundering werd opgebouwd. Eigenlijk hoe alles wat is veranderd in de loop der tijden is veranderd, is gegaan. Dat alles legt hij vast. Zonder daarvoor iets te vragen, gewoon uit eigen beweging en in zijn eigen vrije tijd. Op zijn eigen fiets, met zijn eigen camera, met zijn eigen bedachte camerasysteem.

Een collectief geheugen

Ik zie wel eens foto’s terug van toen ik nog klein was en bedenk me dan hoe anders alles was. Als ik die foto’s niet had gehad, had ik dat niet meer kunnen reproduceren. Hoe in het centrum van Lemmer huisjes stonden naast de hervormde kerk. Hoe er nog veel langer daarvoor water liep op plekken waar het nu gedempt is. Hoe winkels eruit zagen waar we toen onze boodschappen deden. Welke mensen er toen woonden.

Peter van den Brandt

 Onze gemeentefotograaf  Peter van den Brandt ( die geuzennaam verdient hij absoluut)  was er in die tijd dan nog wel niet bij, maar legt nu een schat van informatie vast. Voor ons, voor het nageslacht. En hij dient daarmee de historie, ons collectieve geheugen, het inzicht in processen en hij zorgt heel gewoon voor prachtige en informatieve kiekjes in het heden. En dat hij dat ook nog allemaal volledig vrijwillig doet: daarvoor verdient hij naar mijn idee een hele vette medaille. En die stok? Dat is naar mijn idee een uiting van een heel creatief brein, waar ik heel diep voor buig.

maandag 19 november 2018

Luchtigheid in de Pietendiscussie



Lief wilde bonen eten.  Bonen die ze in Lemmer niet verkopen en waarvoor we naar een buitenlandse winkel moesten. Ik houd niet van bonen en ook niet van het effect ervan, maar tja voor de liefde doe je veel. De bonen waren te vinden in Sneek. In een Sneek waar we enorme drommen mensen zagen. De Sint natuurlijk. Vergeten dat hij overal aankomt.

Oog in oog met de politie

Toen we de auto buiten het centrum hadden geparkeerd, stonden we vrijwel direct oog in oog met de politie. Oh nee dacht ik nog, ze denken toch niet dat we komen demonstreren. Lief had dat niet eens in de gaten, klaagde alleen over al die mensen en beende door. Toch moesten we door die mensenmassa, welke sluipweg we ook probeerden. Ik zag her en der vuile blikken op hem gericht. Een donker iemand valt in deze contreien nu eenmaal toch vaak op en ik was eerlijk gezegd bang voor een confrontatie. En dat terwijl wij alleen maar op zoek waren naar die vieze bonen.

'Daar heb ik geen tijd voor'

Met zakken vol bonen terug naar huis in de warmte van de auto vroeg ik hem wat hij eigenlijk vond van die hele pietendiscussie. ‘Niks. Daar heb ik geen tijd voor’, zei hij nonchalant. Hij vertelde wel dat hij de eerste keer toen hij zo’n Piet zag wel even was geschrokken. Want ja, om een karikatuur te maken van mensen met je eigen huidskleur is toch wel even een dingetje. Maar vervolgens vond hij het dan wel weer reuze spannend om de Sint een hand te geven.

'Die zwarten'

Ik vertelde hem niet dat ik onlangs met iemand stond te praten die ik al heel lang ken en best hoog had, maar die het wel over ‘die zwarten’ had. Maar dat hoef ik hem ook niet te vertellen. Hij ziet de blikken wel. Laatst waren we in een thermaal bad en werd hij er bijna uitgekeken. Waarom kijken die mensen toch zo raar vraagt hij dan en ik antwoord altijd maar dat hij zich dat verbeeldt. Dat het waarschijnlijk is omdat hij zo knap is. Wat niet waar is. Want racisme is bij sommige mensen nog steeds springlevend. En eigenlijk draait de hele discussie daar natuurlijk om. Dat donkere mensen soms niet als volwaardig worden gezien, als uitvreters of als raar. Dat er een slavernijverleden ligt dat ongekend is. Waarbij mensen als handelswaar werden gezien zonder enige rechten. Dat ze verkracht en geslagen werden alsof ze niet van vlees en bloed waren.

Spreekkoren waar de honden geen brood van lusten

Dat het eeuwen heeft geduurd voordat zij wel rechten hadden. En dat het nog steeds heel pijnlijk is dat je als donker iemand als tweederangs burger wordt bekeken.  Dat er dit weekend spreekkoren waren tegen mensen die wel tegen de zwarte Piet waren waar de honden geen brood van lusten. Hoer van zwarten, zwarten slet, ga terug naar je eigen land. Van dat soort fijne opmerkingen.  En dat mensen worden bekogeld: met blikjes en eieren. Helden die alleen in groepsverband de confrontatie aandurven en alleen vast geen woord uit durven te brengen.
Naar mijn idee gaat die hele discussie daar dus om. En die is het ook meer dan waard om gevoerd te worden. Maar de discussie zou ook moeten gaan om het feit dat ook heel veel mensen dat niet zo zien. Dat het glas soms meer vol dan leeg is. En ook voorstanders van zwarte Piet ons regelmatig kleding, schoenen, medicijnen en geld geven om mensen in Afrika die het nodig hebben te helpen. Dat elk verhaal dus twee kanten heeft.

Natuurlijke zwarte piet

Na de bonen kwam lief opeens met een geweldig idee. Je kunt het ook omdraaien zei hij. Ik kan heel goed zwarte piet zijn, zonder dat ze me hoeven te schminken. Ik hoef alleen een pakje aan. Misschien kan ik daar wel wat geld mee verdienen. Hij rekende al vast uit wat hij daar ongeveer mee zou kunnen verdienen.
Waarmee de discussie op een heel ander niveau kwam te liggen. En er lucht aan werd gegeven. Misschien kwam dat trouwens mede door de bonen. Maar misschien is het die soort luchtigheid die we nodig hebben om weer normaal met elkaar om te gaan. Om weer respect voor elkaar te hebben. Want een donkere huid is echt niet anders dan een witte huid. En een wit achterwerk reageert net zo als een zwart achterwerk op die bonen. Heel erg luchtig dus. Waarmee ik maar wil zeggen…..

maandag 12 november 2018

Zandkastelen



Een aantal weken geleden liep ik met handschoenen aan rotzooi van een ander op te ruimen, samen met nog een paar vrouwen. We deden dat voor de natuur, de generatie na ons, voor de vogels en de dieren en voor onszelf. We haalden plastic weg dat anderen hadden weggesmeten, blikjes waaruit gedronken was, haalden flessen uit struiken en allerlei andere meuk. De gemeente vond dat geweldig, we kregen zelfs grijpers en andere materialen om het milieu te dienen. Want zo vindt de gemeente: alles wat het milieu kan verstoren moeten we niet willen.

Weidsheid van het IJsselmeer

Afgelopen weekend stond ik aan de waterkant. Ik keek uit over de weidsheid van het water.  Kabbelend water, het geluid van de wind, de geluiden van vogeltjes. Mijn hoofd moest leeg en dan zoek ik altijd de natuur op. Hoe lang nog kan het hier dacht ik: die rust ervaren? Want er ligt een onzinnig plan voor zandwinning midden in dat prachtige natuurgebied dat we IJsselmeer noemen. Waar vogels vliegen en nestelen, waar ze voedsel vinden, waar vissen zwemmen, waar rustgebieden zijn ingesteld omdat we anders de natuur te veel verstoren.

Zandwinning IJsselmeer bij Oudemirdum

En nu ligt er een plan om 5 kilometer uit de kust bij Oudemirdum een soort flatgebouw te laten verrijzen. Om zand mee te winnen voor onder andere cement. Geen echte levensbehoefte dus. Een flatgebouw van 7 etages moet het worden; die hebben we hier niet eens in de omgeving om mensen te huisvesten. In dat flatgebouw is van alles opgenomen aldus de gemeentepagina. Er komt zelfs een kantoor waar mensen ook kunnen slapen. En een rij met duinen er omheen. Hoe ze dat doen is me een raadsel, maar het staat in de plannen. In de plannen staat ook dat er 30 jaar lang gegraven wordt naar zand. Dat er putten ontstaan van 60 meter diep. En wat er ook staat: dit alles heeft nauwelijks invloed op de natuur. Een flatgebouw midden in het IJsselmeer, dat 60 meter diep graaft, dat in een gebied van een paar honderd voetbalvelden werkzaam is. Waarbij schepen aan en af varen, waarbij het meer altijd verlicht is. Dat heeft geen invloed op het wel en wee van het onderwater- en bovenwaterleven.

Burgers sta op

Een Milieu Effect Rapportage heeft dat uitgewezen, aldus de gemeente. Een rapportage die betaald is door de opdrachtgever zelf die er fors aan verdient. Rijkswaterstaat stelt ook dat er nagenoeg niets aan de hand is. Maar die verdient er ook veel aan, namelijk 144 miljoen. Een MER is een rapport dat echt wel goed in elkaar steekt zeggen zij. Maar er wordt zoveel gezegd in dit land, wat later niet waar blijkt te zijn. Van dividendbelasting tot ontmoetingen die er niet zijn geweest. Van bonnetjes tot geheime afspraken. Mijn boerenverstand zegt me dus dat deze hele zandindustrie nooit onopgemerkt kan blijven. Maar ook dat de meerderheid van de raad zich zal verschuilen achter de MER en hun wethouders. Dat als we dit eiland niet willen in dat prachtige natuurgebied, dat we daar als burgers nu eens pal voor moeten gaan staan.

Natura 2000

Dat we de omwonenden, vissers (die aan ontelbare regels moeten voldoen om hun beroep uit te oefenen, maar nu opeens zo’n eiland zien verschijnen) de vogels, vissen, het water en dat weide water moeten laten voor wat het is. Dat we daarvoor argumenten moeten gebruiken die de provincie zelf al heeft aangedragen: vorig jaar namelijk heeft ze bepaald dat het IJsselmeer onder de Nature 2000 regels moet vallen. Dit zijn beschermde natuurgebieden binnen de lidstaten van de Europese Unie. En ingesteld omdat de natuur en biodiversiteit in Europa al tientallen jaren snel achteruitgaat. Het IJsselmeer is als Natura 2000 gebied onderdeel van dit netwerk en is aangewezen om specifieke natuurwaarden in stand te houden. Want er zijn daar steeds minder vogels en vissen, het is het foerageergebied voor vogels die bijkomen op hun reis naar Afrika. En dat gebouw waar 24 uur per dag zand uit de bodem zuigt heeft daar geen invloed op.  Zegt ze. Zeggen ze. Snapt u het nog?

maandag 5 november 2018

De laborantendate

Hee, die ken ik. Maar waarvan ook alweer. Ik kon er maar niet opkomende, pijnigde mijn hersenen om het te bedenken, maar kwam er maar niet op. Ik had hem ontmoet in een bepaalde setting en zag hem nu ergens anders. En had dus geen idee meer waar ik hem moest plaatsen. Ik zag zijn gezicht, de donkere kleur, de manier waarop hij de trap opliep. Het mooie colbertje, hoe verzorgd hij eruit zag. 

Laborant in First Dates

Ik keek nog een keer naar zijn gezicht en er ging nog steeds geen lampje branden. Ik kon het hem ook niet vragen trouwens: hij deed mee aan mijn lievelingsprogramma First Dates. Van de tv om het even heel specifiek te maken. Daaraan ben ik (zoals ik al eerder heb aangegeven) verslingerd sinds de eerste keer. De Engelse versie dan, maar die wordt niet meer uitgezonden en er is nu een Nederlandse. Enfin, ik tuurde dus maar naar dat gezicht en kon hem maar niet thuisbrengen. Totdat er opeens in beeld kwam dat hij laborant was.

Gaten in mijn lijf prikken

Ohhh, natuurlijk. De man prikte me (niet in colbert, maar in witte laborantenjas) de gaten in mijn lijf voor al die ellendige onderzoeken en voor mijn behandelingen. Om te kijken of de waarden wel goed genoeg waren om weer zo’n portie gif in ontvangst te kunnen nemen. Of om uit al die buizen bloed allerlei kenmerken te halen. Denk ik. Vak deed ik maar wat en dacht ik maar het zal wel. Prikken kon hij trouwens goed. De buizen vlogen zo vol, ondanks aderen die heel wat te verduren hadden.
Dat ik dat nu kon vergeten. Bovendien: stiekem vond ik hem wel een beetje leuk. Dus flirtte ik wel eens een soort van met hem. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er nu niet bepaald op mijn best uitzag daar. Geen haar, in en in wit, altijd misselijk en dodelijk geïrriteerd omdat ik wist wat er ging komen of omdat ik bang was. Niet bepaald de ideale combinatie om een fijne flirt mee op te zetten dus.

Knipogen zonder wimpers

Of hij begreep dat ik wel eens wat soort van knipoogde (zonder wimpers) of dat al die patiënten zich wel eens in zijn armen wilden nestelen, weet ik niet. Mijn broer was er duidelijk in: foute man concludeerde hij al na de eerste keer. En nu zat hij daar dus. Tegenover een mooie dame. Bekende hij haar dat hij al best lang alleen was. Twee kinderen had bij twee verschillende vrouwen. Met eentje weinig contact had. En zij op haar beurt bekende hem dat ze getrouwd was geweest met een vrouw.
Okeeee, hoorde je hem bijna hardop denken. Maar hij zei:’Interessant.’. En ze koeterden nog wat door.

Het werd niks

Het werd niks. Ondanks dat ik dacht dat er wel potentie in zat, zag zij hem toch niet zitten. En ja, ik ben ook al getrouwd dus met mij wordt het ook niks meer. Maar de volgende keer als ik hem zie (ik hoef godzijdank niet meer bij hem te zijn) zal ik hem toch eens vragen of het nog wat geworden is. Daar in dat first dates restaurant.