maandag 9 december 2019

Bekneld





Vrouw uit Joure bekneld zit met hoofd tussen spijlen van stoel las ik. Naast dat je dan denkt hoe kan dat toch, bracht het me vooral terug in de tijd. 

Box

Mijn broertje en ik schelen 8 jaar en toen hij door de box kroop mocht ik mem al helpen met huishoudelijke werkzaamheden. Zo waren we op een dag boven bezig. Met het beddengoed denk ik, want een schoon bed vond zij (en ik ook) zo ongeveer het summum van geluk. Hoe ze wist dat er iets aan de hand was daar beneden vraag ik me nog steeds af. Moeders weten dat misschien gewoon. Maar ze sommeerde me opeens om naar beneden te gaan. Snel naar beneden te gaan.
Het was ook akelig stil daar beneden, dat klopte wel. 

Met hoofd tussen spijlen

Ik ging op een drafje naar beneden en vond dat kleine schattige broertje van me met zijn hoofdje tussen de spijlen van de box. Niet in staat om ook maar iets te doen, gilde ik naar boven. Sneller dan het licht was ze beneden en ze aarzelde geen moment. Met een ferme druk, wurmde ze dat hoofdje tussen de spijlen door en was het jongetje bevrijd. Of dat heel wijs was weet ik niet, iets met een fontanel of zo, maar hij heeft er geloof ik niets aan overgehouden. Wat was ik trots op haar vastberadenheid en doorzettingsvermogen. En wat stond ik zelf te trillen op mijn benen toen ik naast die box stond. En wat moet ik er best nog vaak aan denken en aan hoe het ook helemaal fout had kunnen aflopen. En heb ik me altijd afgevraagd hoe hij dat voor elkaar had gekregen. 

Overvloed

Zelf had ik overigens afgelopen weekend de neiging om mijn hoofd ook ergens even tussen te steken. De gezelligheid van deze tijd is onmiskenbaar. Dickens in het vooruitzicht, een geweldig feest. Maar ook overvloed. Soms wel eens wat te veel overvloed naar mijn idee. We waren in een tuincentrum (buiten de gemeente, ik zeg het er maar even bij) en daar was het gewoon filelopen. De taferelen die ze gemaakt hadden waren -  eerlijk is eerlijk - prachtig. Maar het aanbod schromelijk overdreven vond ik. Ook de prijzen rezen de pan uit vond ik eerlijk gezegd. En zonder bedrijven nu hun boterham te willen misgunnen denk ik wel dat het soms ook wel ietsjes meer om de inhoud mag gaan. Kerst zou toch vooral om de verbinding moeten gaan en niet alleen om meer, meest en nog veel meer.

maandag 2 december 2019

Net als vroeger in de Urkerstraat




Als iemand mij zou vragen wat mijn mooiste jeugdherinneringen zijn dan zou ik zeggen de tijd dat ik in de Urkerstraat in Lemmer woonde. Een volksbuurt met allemaal mensen met het hart op de juiste plek. Als kind wist je: hier ben ik veilig, hier hoort iedereen bij elkaar, hier helpen we elkaar. 

Bij de buren wonen

Toen mijn moeder zwanger was van mijn broertje en ze een zwangerschapsvergiftiging kreeg, woonde ik gewoon weken bij de familie van mijn vriendinnetje. De vrouwelijke melkboer die een straat verderop woonde en de enige telefoon van de omgeving had, scheurde mijn vader aan zijn mouw de auto in toen ze haar hadden gebeld omdat de weeën waren begonnen. En ze bracht hem ook nog naar het ziekenhuis. Omdat we geen auto hadden.

Tijden zijn veranderd

Dat was toen. Tijden zijn veranderd. Man en vrouw werken vaak beide om het hoofd een beetje boven water te houden, het samen aan een lange tafel zitten is er nog wel, maar vaker is er contact via digitale media. De gemeente ziet dat ook en heeft buurtverbinders aangesteld. Vrijwilligers die er alles aan doen om mensen in buurten te verbinden. Onlangs mocht ik met ze aan tafel zitten. Een gedreven groep mensen die het ook in hun normale leven druk heeft. Van bakker tot lerares en van gepensioneerd ambtenaar tot ICT-er en allerlei mensen daartussen in. Belangeloos willen zij er voor zorgen dat die verbinding die vroeger zo normaal was, weer ontstaat. Digitaal, maar ook gewoon van persoon tot persoon.

Dit voelt net als vroeger

Toen ik met ze aan tafel zat en zo rondkeek dacht ik:´Dit voelt een beetje als toen in de Urkerstraat. ´ Het contact was warm, gezellig en gewoon. En betrokken. Mensen die bereid waren iets voor hun medemens te doen.  En toen dacht ik ook:´De wereld is gewoon nog wel mooi. De meeste mensen zijn nog steeds mooi en betrokken. Ze hebben echt nog iets voor elkaar over. Maar ze doen dat op een andere manier. Veel meer digitaal. En deze mensen, deze mensen die je als buren zou willen hebben, helpen je daarbij. 

Elkaar helpen

Maar ze willen vooral aanzetten tot het elkaar helpen. Naar elkaar omkijken. Zodat de buurman of buurvrouw die hulp nodig heeft met de vuilnisbak die hulp krijgt. Of zodat die man of vrouw verderop in de straat die een bakkie wil drinken met iemand gewoon even dat bakkie krijgt. Of gewoon omdat iemand iets leuks heeft aan te bieden. Samen breien, samen wandelen, samen een boek lezen.  Zie die buurtverbinders dus als onze buurtjes van toen. Je kunt er weliswaar niet logeren, maar ze fungeren wel als lijm, zodat jij vervolgens een stukje van die tube lijm kunt worden. En samen? Samen kunnen we het.

maandag 11 november 2019

Pieter Verhoeff is nog steeds een beetje Us Pieter


Ik houd van film. De grootte van het doek. De wereld uitvergroot. De beelden en een verhaal die iemand anders bedacht heeft. De fantasie waarin je helemaal op komt gaan en je je zelfs in kunt verliezen. Het liefst ga ik naar filmhuisfilms, maar sommige kaskrakers zijn ook gewoon leuk om te bezoeken. Het filmfestival in Leeuwarden is bovendien altijd extra leuk: je kunt je daar de hele dag laven aan films die je elders niet ziet. En de sfeer is bovendien opperbest. Voorheen kon ik met gemak 4 tot 5 films per dag ´hebben´.  Tegenwoordig vind ik 2 al veel. De ene energie van zo´n kunstwerk is de andere niet. Kom je net diep bedroefd uit een familiedrama, val je in een absurdistische niet te begrijpen productie. Ik wil daar graag nog even over nadenken, het op me in laten werken.

Filmfestival Leeuwarden

Tussen de eerste en de tweede film dit weekend zat weinig tijd. Zo´n 3 kwartier geloof ik. En naast overdenkingen wilden we ook iets concreets: eten en drinken namelijk. De rijen waren lang. Maar toen we toch met een lekker theetje en een bak noedels met kip en groenten in de hand stonden, was het nog zoeken naar een plekje. 

Ga lekker zitten

We zagen heel toevallig een bankje met een heel aardig ogende vrouw zitten en vroegen of we aan mochten schuiven. Tuurlijk zei ze, ga lekker zitten. Ik brak mijn hoofd omdat ik dacht haar wel eerder gezien te hebben. Toch kon ik haar niet thuisbrengen. We keuvelden wat over de films die we gezien hadden en welke we goed vonden. Dat doen filmliefhebbers namelijk nu eenmaal. 

Ik durfde zijn naam niet te vragen

Toen vroeg ze waar we vandaan kwamen. Lemmer zeiden we als uit één mond. Er schoot iets over haar gezicht. Daar kwam mijn man ook vandaan zei ze toen. Er begon me iets te dagen. Ze noemde geen naam. Ik durfde zijn naam niet uit te spreken. Zo pril nog dacht ik. In april net overleden. En misschien klopt het wel niet. Dit festival speelt hij een hoofdrol. Postuum zoals dat zo mooi heet, of te wel na zijn dood. Ik dacht moet ik het toch vragen? 

Pieter Verhoeff

Toen zei ze het zelf:´Mijn man was Pieter Verhoeff.´ Gaan jullie morgen ook De Vuurtoren kijken? Oei dacht ik en ik zei het ook. ´Het zal wel niet eenvoudig zijn om hier dan te zijn. Beladen.´ Ze knikte. Mooi en emotioneel tegelijk, zei ze terwijl ze een teugje uit haar glas rode wijn nam.

De Vuurtoren

Ik had haar wel even willen omarmen, maar dat doe je niet met zomaar een vreemde. In plaats daarvan zeiden we dat het zo fantastisch was wat hij allemaal gemaakt had. Dat  zowel film als de echte vuurtoren zo belangrijk waren. Dat dit voor Lemsters zoveel betekent, omdat dit een baken in hun leven was geweest. Ze knikte. Vertelde over zijn verbondenheid met zijn geboorteplaats. Over schoonzus Lien. Ik vertelde dat mijn vader altijd met Liens man had gewerkt. We keuvelden. Er kwamen vrienden of bekenden langs die haar omhelsden en ons vroegen of we nog wat wilden drinken. Zomaar.
Pieter is nog steeds ook een beetje van ons zei ik toen. En weer knikte ze. En toen moesten we gaan. Naar de tweede film. Uren later zat ze er nog. Ik wilde weer naar haar toe lopen en haar vastpakken. April nog maar dacht ik. En dan zoveel aandacht, terwijl hij er niet meer bij is. Ik deed het niet. Ik knikte nog een keer naar haar. Ze hief haar glas. Lachte een mooie lach. Op zondag reed ik langs de vuurtoren. Die in Lemmer staat. Bedankt Pieter zei ik. Voor alles.. En dat je een van ons was. 

maandag 4 november 2019

Schoonste winkelgebied?


De gemeente De Fryske Marren heeft onlangs de prijs gekregen voor het schoonste winkelgebied. Ik bekeek de aankondiging met veel verbazing, want zo schoon vind ik het winkelgebied in Lemmer in ieder geval niet. 

De Passage: vol troep en zonder prullenbak

De Passage ligt altijd vol rotzooi, de prullenbak daar is helemaal weggehaald. Op het parkeerterrein bij zowel de supermarkten als het voormalige kantoor van de Zuid-Friesland kun je goud geld verdienen aan de blikjes, peuken, plastic en andere rotzooi, om nog maar niet te spreken over alles wat er in het water beland. 

Plasticsoep

Hadden we afgelopen Lemsterweek niet een soort plasticsoep van bekers die door de wind in de haven waren gewaaid? En even buiten de brug bij Rodenburg hebben mensen steevast hun schepjes klaar liggen om alles wat daar in het water waait weg te halen. Bij de container die daar stond, kon je afgelopen zomer bovendien gratis winkelen: hele tassen vol met rotzooi stonden er naast opgesteld. De container was vol of werd onvoldoende geleegd. Aan de Streken waar de boten liggen hetzelfde geval.

1 Iemand ondervraagd

 Ik ben dan ook verbaasd over hoe zo´n prijs tot stand komt. Navraag leert dat er mensen zijn ondervraagd. Maar ook dat er iemand zelf is komen kijken. Eén iemand. Eén keer.  Het beeld uit de gegevens is ook stukken minder rooskleurig. Daaruit blijkt dat het helemaal niet zo goed gesteld is met de reinheid van het centrum van Lemmer. Ja, het is er redelijk veilig. En er is niet heel veel graffiti. 

Louter 2-en en 3-en

Maar op fijn zwerfafval scoort Lemmer een 2. Even voor de duidelijkheid: een 1 is zeer negatief, een 5 erg positief. Een 2 kunnen we dus wel aanmerken als niet zo heel geweldig. Ook de vindbaarheid van afvalbakken krijgt slechts een 2. Ook niet best dus. De kwaliteit van de bestrating dan: ietsjes hoger met een 3. Nog wonderbaarlijk hoog in mijn ogen, want op veel plekken breek je je nek. Ook het onkruid en het decoratief groen scoren niet bijzonder hoog; slechts een 3. In Joure wordt blijkbaar meer gedaan aan de opgeruimdheid van het gebied, want daar liggen de cijfers een stukje hoger. Hoewel ook daar de afvalbakken bijna niet te vinden zijn en er ook daar zwerfafval is. Bovendien zijn in de hele gemeente 40 mensen gevraagd naar hun mening en zijn er 3 tot 5 ondernemers bevraagd. Als dit een medisch onderzoek was geweest, dan was er waarschijnlijk ook een prijs aan gegeven. Die van fake nieuws.   

maandag 21 oktober 2019

Lieve Trees


Trees van der Belt-Scheffer was voor ons niet zomaar een naam. Ze was voor ons die lieverd. Ze was voor ons de vrouw die altijd zo lekker op haar scootmobiel racete. Ze was de vrouw waar je altijd een praatje mee kon maken. Die je vaak even tegenkwam in de winkel. Die altijd wel gespreksstof had. En altijd een aardig woord. Die ´sa is it faam´ tegen je zei. Maar ze was bovenal de moeder van mensen die ons dierbaar zijn.

Naar huis

We wisten dat het met haar niet goed ging. Dat de familie als één man om haar heen was gaan staan om er voor te zorgen dat ze toch terug kon naar de plek waar haar wiegje stond. Want Lemmer was haar alles. Dat iedereen er misselijk van was toen ze naar de Ielannen in Sneek moest en besloot:´Dit moet anders.´ En toen was er toch die tijding:  dat ze na aanvankelijk wat te zijn opgeknapt was overleden.

Zijn we te veel

Ons groepje drentelde wat na het condoleren. Omdat we dachten dat we teveel zouden zijn en te veel ruimte in zouden nemen. Ga toch zitten zei de uitvaartbegeleider, er is plek zat. En we luisterden. Met ingehouden adem en soms tranen over onze wangen. Naar het verhaal van de grote liefde voor haar man Henk. Naar het feit dat ze overal hadden gewoond omdat de broodwinning daar nu eenmaal om vroeg. 

Enorme bezorgdheid

Haar enorme bezorgdheid voor haar kinderen was ook tekenend voor haar zo bleek. Dat als ze een dagje op het strand zat, ze zowat de hele Lemmer in de gaten hield. Misschien omdat ze zelf niet kon zwemmen. En toen hoorden we van dat enorme verdriet dat zo´n gat in haar en het hele gezin had geslagen. Het overlijden van jongste spruit Peter op 9-jarige leeftijd door een ongeluk. Onlangs had ze me er al op aangesproken. Dat ze door de nieuwe opzet van de begraafplaats niet meer bij Peter en Henk kon komen. Dat ze dat zo vreselijk vond. Dat ze een mens toch niet bij hun geliefden weg konden houden. 

Wat ze niet zei

Ze zei er niet bij dat het leven na het ongeluk nooit meer hetzelfde was geworden. Of dat je je best blijft doen voor de andere kinderen. Ze sprak ook niet over het feit dat haar man zo ziek was geworden dat hij opgenomen moest worden in een instelling en ze daardoor uit elkaar werden gehaald. Of dat ze er gelukkig wel bij was toen hij overleed. Ze sprak niet over het grote verdriet dat hun familie opnieuw trof toen haar dochter haar partner verloor. Een partner bovendien waar ze mee kon lezen en schrijven. Die boodschappen voor haar haalde, waar ze mee boomde. Dat zei ze allemaal niet. 

Maar dat zeiden haar kinderen nu wel.  Maar ook dat ze zo gek was op haar sigaretje. Dat ze samen met haar dat sigaretje roken zo ongeveer het mooiste moment van de dag vonden. Maar ook dat ze de lekkerste snert en bonensoep van de wereld kon maken. Dat de kinderen daar bakken vol mee van naar huis kregen en ze zich dan nog afvroeg of het wel genoeg was. Dat ze breide alsof haar leven er van afhing. Dat ze graag even naar Onder de Hoek ging. Maar dat ze boven alles gek was op haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en alles voor ze deed. En dat, dat  verbaasde ons geen seconde.

maandag 14 oktober 2019

Winkeldief of een waanidee


In de zoektocht naar wat eten we vandaag nu weer, loop ik vertwijfeld van de groente naar de vis en van de pasta naar de rijst in een plaatselijke supermarkt in Lemmer. Omdat ik niet goed weet wat het gaat worden, kijk ik maar wat andere mensen in hun wagentjes laden. Beetje inspiratie opdoen.  

Wat doen ze vreemd

Twee mannen trekken mijn aandacht. Niet omdat ze nu zulke spannende dingen beethouden, maar omdat ze zich wat vreemd gedragen. Ze lopen heen en weer, schuiven wat achter rijen met blikken. Dan komt er eentje aan met wat lijkt op zo´n kant-en-klaar maaltijd. Het volgende moment lijkt die maaltijd te zijn verdwenen en lijkt de man nogal aan zijn broek te staan hijsen. Het zal toch niet, bedenk ik me. Dat hij die kant-en-klaar maaltijd tussen zijn broekriem laat verdwijnen? 

Verkeerd gezien?

Of heeft hij hem net terug gelegd en heb ik het allemaal verkeerd gezien. Ik besluit het tweetal in de gaten te houden en besluip ze hier en daar. Het voelt niet als zuivere koffie, maar voel ik wel als zuivere koffie in mijn zoektocht naar iets waarvan ik niet weet wat het moet worden? Ik blijf kijken. Besluip hen vanaf een andere kant. Ik blijf het verdacht vinden. Schuiven ze daar nu weer wat in een rij met blikken? Of wil ik iets zien dat hen verdacht maakt?

Aan wie meld ik dit?

Moet ik het zeggen dat ik het niet vertrouw? En aan wie dan? Ik ga op zoek naar wat sterke kerels in de winkel, maar vind alleen maar meisjes die vakken vullen, brood bakken en vleeswaren snijden. In deze winkel werkte toch iemand die de boevenvanger van het jaar was? Waar is diegene als je hem nodig hebt? Ik blijf de mannen volgen en heb het idee dat ze het in de gaten hebben en me schuldbewust aankijken. Maar is dat niet alleen een idee? Ik word er opgejaagd van, ga nog een keer op zoek naar jongens die ik kan inlichten, maar vind niemand. Dan sta ik bij de kassa en zie ze weer smoezelend staan in een ander gangpad. Moet ik het tegen de caissière zeggen? Maar wat moet zij doen als het tweetal agressief wordt? En mag je zomaar tegen een klant zeggen dat hij zijn broek moet uittrekken omdat je vermoedt dat daar een pak zuurkool met worst tussen zit? Terwijl dat misschien helemaal niet zo is? Help..

maandag 7 oktober 2019

Is het voor een vrouw?


Ik wil wel een bon zei een vriendin van me op de vraag wat haar verjaardag wens was. Een bon voor verwen dingen.  Voor cremetjes. Luchtjes. Een kaarsje wat zo lekker doet denken aan de winter. En dan vooral gekocht bij zo´n landelijke keten die we overal vinden. Nu heb ik niets tegen de landelijke ketens en er werken ook heel leuke mensen uit Lemmer bij deze winkels, maar toch attendeerde ik haar op onze eigen parfumerie/drogisterij met twee vestigingen in Lemmer.

Mooi cadeautje

 Hartstikke leuke aanbiedingen hebben ze daar altijd, goed advies, leuk personeel, zei ik. Maar het belangrijkste zei ik niet. Dat ik het altijd zo ontzettend leuk vind als ze zo´n bon inpakken. Zo´n tasje alleen is al een geschenk op zich. De bonnen mooi in een enveloppe. Het tasje leuk gekleurd of wat neutraler. Een strikje erom heen. Zodat je het tasje eigenlijk wilt bewaren en het nooit wilt open maken. Maar doe je hem dan wel open, dan komt er nog veel meer moois tevoorschijn. Proefjes. Parfums, crèmes, leuke kleine hebbedingetjes om te proberen. En niets ten nadele van die ketens, maar dat krijg je bij die andere bedrijven gewoon niet. Daar loop je met een bon de deur uit en moet je maar zien dat je het leuk ingepakt krijgt. Ik ben daar geen kei in, dus bij mij wordt het dan altijd zo´n schots en scheef pakketje.

Vrouwen en mannen

Maar zit ik hier nu dikke vette reclame te maken voor de plaatselijke drogist? Nou ja, wel een beetje, maar ik kwam erop door een andere discussie. Want als je dan zo´n prachtig pakketjes laat maken, is standaard de vraag: is het voor een man of een vrouw? Omdat een man dan mannenluchtjes en zo krijgt en een vrouw dan vrouwendingetjes. En dat mag zo meteen niet meer.

Lief in Channel nummer 5 en ik een scheerapparaat

Dan moet ik met aftershave op gaan lopen en hult lief zich in een wolk van Channel nummer 5. Hij aan de lipstick, ik aan het scheerapparaat. En dat bedoel ik niet lacherig, want mannen die zich vrouw voelen en of worden en vrouwen die zich man voelen en of worden of alle varianten daartussen in: alles prima. Maar dat nu zelfs speelgoed genderneutraal moet worden, ik begrijp het niet. Een jongetje met een pop of een meisje met een trein, who cares.
Laat toch iedereen lekker doen wat hij zelf wil. Maar ik ga toch voor dat tasje. Voor de vrouw.


maandag 30 september 2019

Ridders

Zomaar opeens was ons Lemmer 3 ridders rijker. Bij koninklijk besluit werden zij benoemd en kregen een kruisje. En wat vond ik dat terecht. 

Sandra

De eerste die het felbegeerde kruisje in ontvangst mocht nemen was onze eigenste Sandra. Die mensen in een tijd waarin we allemaal lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan, juist samen wil brengen. Alle gezindten, alle geloven, alle achtergronden: een grote familie. Overbrug je verschillen, wees mens met elkaar, want dat zijn we en respecteer elkaar in alle praal en pracht. Wat een mooie gedachte. Ze wist zelfs een heel festival daarover naar Lemmer te brengen met een bijbehorende wandeling. 

Zelf een andere achtergrond

Zelf met een andere achtergrond dan veel van de kaaskopjes hier en oorspronkelijk uit een ander land wist zij als geen ander op hoeveel tegenstand je vaak kunt rekenen als iemand die net iets anders is. Vanuit positiviteit, maar wel heel vastberaden zocht ze de dialoog. En ik heb dat al helemaal in den beginnen mogen ervaren, want zij en een aantal vrouwen die daarmee heel veel jaren geleden al bezig waren, vroegen me toen of ik hun het hemd van het lijf wilde vragen.  Dat leverde mij toen al inzicht in de positie van de donkere vrouw en zette me aan het denken. 

Nieuwe beweging

Met haar nieuwe ´beweging´ zet ze echter veel meer in gang. Naast dat alles is het ook nog eens gewoon een schat van een vrouw, waarmee je heel snel een uur op straat staat te kletsen en natuurlijk de leukste oma van de wereld.  

Bettie en Rein zijn de buurtvereniging en zijn het buurthuis

En toen waren daar vervolgens ook nog die beide kanjers van buurtvereniging de Noordster. Bettie en Rein ademen en ademen het clubgebouw, de activiteiten, de menselijke maat en heel veel spontaniteit. In het persbericht dat we over hen kregen stond onder andere dat Rein ´buitensporig´ veel uren heeft zitten in het beheer van ´zijn´ buurthuis en ´hun´ vereniging. 


Nou dat klopt wel. De man sliep er nog net niet, voor zijn vrouw gold hetzelfde. Zij nam alle honneurs waar als hij bovendien even niet aanwezig was. En het ging niet alleen om een vergadering beleggen, een avond organiseren of een ledenlijst maken. Zij zijn en waren de buurtvereniging, durf ik gerust te zeggen. Mensen die geen kloppend hart hebben voor de buurt, in mijn beleving zijn ze één en al hart en doen ze alles vanuit dat gevoel van naastenliefde.   Met dans, met zang, met lekkere hapjes, met een organisatie die klinkt als een klok. En voor al die mensen die dat zo nodig hebben. 


maandag 16 september 2019

Lief bijna knock out geslagen









Mijn moeder was een overbezorgde moeder. Toen ik gisteravond naar bed ging en alweer dacht dat ik lief niet hoorde ademhalen en hem dus bijna knock out sloeg om maar enig leven in hem te ontwaren, toen dacht ik daar opeens aan.  Aan al die keren dat zij net zolang naast mijn broertje zat tot hij in slaap was gevallen. Zijn kleine knuistje in haar smalle hand. Net zolang tot zijn ogen waren dichtgevallen en ze zich heel voorzichtig los kon wringen. Was zijn slaap dan nog te licht, dan werd hij wakker en begon alsnog te huilen. En dat was blijkbaar onverteerbaar voor haar, want dan ging ze opnieuw zitten, pakte weer dat kleine handje en bleef opnieuw zitten tot hij vast in slaap was. 

Gevaren van de grote stad

Maar ik moest ook denken aan al die keren dat ze me waarschuwde voor de gevaren van de grote stad waar ik woonde. Terwijl ik van kroeg naar kroeg zwierf, herhaalde zij het mantra dat mensen daar allemaal in kleden liepen en allemaal -  jawel niemand uitgezonderd - aan de drugs waren. Ik vertelde haar nooit dat ik zonder enige angst door een straat liep die niet echt als veilig te boek stond en ik gewoon tussen de kleden en drugsgebruikers door liep. Zonder zelf in een kleed te lopen en zonder zelf drugs te gebruiken voor de duidelijkheid. Ik vertelde haar later ook niet dat ik ons eigen kleine dorp soms ook enge dingen beleefde, of enge mensen tegen was gekomen.  

Ik ben mijn moeder geworden

Maar inmiddels ben ik dus mijn moeder geworden. Want ik ben weliswaar geen moeder, maar wel  een heel bezorgde echtgenote, een bezorgde tante, een bezorgde vriendin en een bezorgde collega en zelfs buurvrouw. Ik eis een app als iemand naar huis moet al is dat bijna om de hoek, ik waarschuw voor rare ontmoetingen en rare mensen, bouw controleposten in voor iedereen en check tot ik een ons weeg. En ik luister dus naar lief zijn ademhaling als hij in bed ligt. 

Buurvrouw controleren

Maar ik kan de keren ook niet meer tellen dat ik een kwartier bij de buurvrouw voor het raam ging staan, omdat ze zo raar met de mond open lag en ik de ambulance met gierende banden al bijna had besteld. En lief dan met een diepe zucht zei:´ze slaapt gewoon. Kijk dan naar haar borst. ´ Ja zo neurotisch ben ik dus.

Luchtballon

Twee weken geleden mocht lief mee in een luchtballon. Ook daar heb ik het niet op staan. Toen hij eenmaal in de mand stond, het hittekanon aan ging, zijn haren er bijkant affikten zag ik opeens ook angst op zijn gezicht. Kom er dan uit, gebaarde ik. Maar dat vond hij laf. De ballon ging er met hem vandoor. Heel snel verdween hij en zag ik hem alleen nog ver boven me in de lucht.  Ik zag een wolk, ik zag de wind harder worden, ik zag buien.  De crew stelde me voortdurend gerust: deze ballonvaarder doet dit werk al 30 jaar en weet heel goed wat hij doet. Wat ik echt wel geloofde. Toch deed ik de hele weg  schietgebedjes. Laat ze naar beneden komen. Nu. En veilig. Maar dan stond er weer een boom. Of een koe. Of een elektriciteitsmast. Of een meer. En zag ik hem al verdrinken, aangezien mensen in Afrika niet leren zwemmen. En had ik al een noodplan gemaakt en dook ik hem na. Met de zwemband die ik immers nog achter in de auto had liggen van een dagje strand. 

Na tien keer een bijna-landing en ik rijp voor valium, bonkte de mand dan eindelijk een paar keer door het weiland en kwam tot stilstand. De kussen van lief daarna waren van een overlever. Opeens leek hij me te begrijpen. Dat u het even weet.

maandag 9 september 2019

Hoe kom je dat te boven?



Hoe kom je dat te boven dacht ik terwijl ik keek naar de plek waar het 75 jaar geleden gebeurd moet zijn. Kabbelend water, een mooi zonnetje, ruisende bomen. Ze herinnerden in niets aan dat verschrikkelijke moment. Ik kon er eigenlijk niet over praten zei ze. Zelfs niet met mijn broer en zuster. Andere tijden dacht ik, die een andere mores hadden.

Hoe kom je dat te boven? 

Maar hoe kom je dat te boven? Een bom. En dan ook nog niet eens van de vijand, maar juist van onze bevrijders. Zomaar gedropt op een klein scheepje van gewone binnenschippers. Die de kost verdienden met het overbrengen van goederen van A naar B en veilig dachten te zijn. Die waarschijnlijk lagen te slapen toen iemand besloot dat die bom gedropt moest worden.

Een dag eerder

Haar vriendinnetje van toen belde me op. Dat ze zo graag weer contact met haar wilde. Als zij dat ook wilde, want ze begreep ook wel dat dit misschien moeilijk lag. Want dat zij het was die een dag eerder nog met haar in de roef had gespeeld. Maar dat de meisjes weer naar school moesten en dus terug naar opa en oma. Veilig aan de wal. Dat haar vader de onheilstijding moest brengen: je vader en moeder en je broer en zusjes leven niet meer. Hoe kom je dat te boven als jong meisje van 12 als de hele wereld doet alsof er niets is gebeurd.

Overlever

Zelf kon ze daar ook geen antwoord op geven. Ze ging door, zo oordeelde ik uit haar woorden. Een overlever, letterlijk. Hopelijk ook iemand die durfde te leven en dat drama niet de boventoon liet voeren. Maar kan dat eigenlijk? Ik vroeg het me allemaal af. Toen zei ze dat ze er later, ja veel later wel over kon praten. Met haar broer en zus. Maar toen ze voor het eerst  weer op school kwam, was er niemand die ernaar vroeg. En een tijdje later was er nog steeds niemand die er naar gevraagd had. 

Ik hoop op een luisterend oor

Ik dacht, ik hoop dat je een man had of hebt die er altijd naar heeft gevraagd. Dat je kinderen hebt die je steeds vragen. Dat je vriendinnen had die wel dat luisterend oor hadden. Dat ergens iemand je pijn wilde horen en kon invoelen. Want ja, het was oorlog en ja het waren andere tijden. Maar op zo´n dramatische manier de helft van allen die je liefhebt opeens kwijtraken, moet toch een gat slaan in je hele wezen. En ze huilde. Ingehouden en stille tranen. En wij, wij huilden ingehouden met haar mee.

maandag 26 augustus 2019

Taliban, steunondergoed en prothesebeha´s

Lief was de afgelopen weken weg. Even terug naar zijn thuisland, met name omdat zijn vader naar Mekka ging. En in Mekka is het gevaarlijk. Vinden wij. Vonden wij. Zeker voor iemand met een beperking, veroorzaakt door twee herseninfarcten. Maar de Hadj, de bedevaart voor moslims, was iets wat zijn vader persé wilde doen.

Om redenen die ik zelf niet heb, maar wel begrijp. Zeker als je de dood al eerder in ogen hebt gezien en die reis van belang voor je is voor je band met God.

Kind in de compound

Omdat lief zijn vader anders niet zou zien, werd de reis naar voren geschoven. Ga nu maar zei ik, want we hopen het niet, maar er kan daar altijd iets met hem gebeuren. Dus ging hij, bracht zijn vader naar het vliegveld voor die belangrijke reis en was weer even (oudste) kind in de compound. 
Mijn schoonfamilie is dus religieus. Ik ben dat niet, word dat ook niet, het is me ook nooit gevraagd, maar er wordt wel veel en langdurig voor me gebeden. Wat ik in dankbaarheid aanvaard, maar waarbij ik desgevraagd ook eerlijk aangeef dat ik er niets mee heb. We  respecteren ieders geloof of ongeloof.

Al Qaida is doorgedrongen

En toen kreeg ik opeens een filmpje toegestuurd waar ik enorm om moest lachen. De jongens uit de compound (en dat zijn er nogal een paar) hadden de dames uit het gezin op de kiek gezet. De vrouwelijke leden van het gezin lagen daarbij in vreemde zwarte gewaden die tot hun nek reikten en hun hoofd omvatten op de grond. Slapend, op een mat, omdat het zo warm was. Het commentaar van de mannen was niet van de lucht: We zijn nu in Taliban gebied aangekomen, Al Qaida is in onze compound doorgedrongen en Boko Haram is in opmars. Ze sloegen zichzelf op de knieën van plezier,  pisten bijna in de broek van het lachen. En hadden ook wel een beetje gelijk. De vrouwen zagen er echt  uit alsof ze net uit vijandelijk gebied waren gekomen.


Maar diezelfde vrouwen lachten er daarna net zo hard om, deden hun gewaden weer uit en liepen in een leuk jurkje rond of hielden de gewaden aan.  Gewoon omdat het kan.

Boerkaverbod

Ondertussen was hier het Boerka verbod net ingegaan en  een vrouw daardoor uit een bus gezet. En wilden wij ons steunondergoed en prothese beha´s naar de mannen van UB´40  gooien. Gewoon omdat het kon en wij daar weer de grootste lol om hadden.

maandag 5 augustus 2019

Roel, de bijzondere bode

Het was toeval dat hij dezelfde naam had als mijn broer. Het was niet toeval dat ik hem vanaf het eerste moment geen seconde meer vergat. Die eerste ontmoeting had namelijk iets grappigs in zich. De nieuwe bode van toen nog de gemeente Lemsterland jongleerde namelijk bijna met koffiekannen tijdens die eerste raadsvergadering. Daarbij was hij niet te missen met zijn vurige haardos, rappe slanke gestalte en manier van praten.

Geen belangrijkdoenerij

Zijn gedrag was naast grappig vooral gespeend van belangrijkdoenerij. En dat was een verademing. We waren altijd gewend dat bodes (het heeft vast een andere naam in vaktaal) heel serieus en ingetogen hun werk deden. Waarschijnlijk instructies van hogerhand, maar bij Roel ging het allemaal net even iets anders. Anders, maar niet minder goed trouwens. Alleen met een bijzondere kwinkslag.

Grappig

Hij had gewoon iets grappigs over zich. Zijn speciale lachje, maakte altijd dat ik al plezier had als ik het kantoor binnenwandelde. En hij had altijd wel een gezellig praatje. In de kantine van het nu afgebroken gemeentekantoor kwam hij dan even vragen of ik nog wat wilde drinken. Om de hitte te verdrijven. Of de kou, afhankelijk van het seizoen. En of er nu een hotemetoot langskwam of Jan met de Pet op, het maakte hem niet uit. Hij werd er ogenschijnlijk niet warm of koud van. Iedereen kreeg dezelfde behandeling. Respectvol, maar hij boog niet als een knipmes.

Vast baken

 Door de jaren heen werd hij een vast baken in zaken die met de gemeente te maken hadden. Als ik stukken door kwam nemen, als hij de koffie of thee voor me inschonk, als hij me begeleidde naar een afspraak en bij bijzondere gebeurtenissen. De fusie van de gemeente veranderde dat alles.
Aangezien we in hetzelfde dorp woonden, kwamen we elkaar natuurlijk nog wel regelmatig tegen. Vol trots was hij altijd over zijn kinderen en vooral zijn kleinkinderen. En over ´zijn´ Annie natuurlijk.

Ziek

En toen liep ik een aantal weken geleden over de markt en schrok. Flamboyante Roel was ziek, dat zag ik duidelijk. Aan de rolstoel waarin hij werd geduwd. Maar ook aan de afname van zijn gewicht. Maar ze hebben me er zomaar niet onder, zei hij strijdlustig. Hij ging er alles aan doen om zo lang mogelijk bij diegenen te blijven die hij liefhad. Goede instelling Roel zei ik, terwijl ik even zijn hand vasthield en hij zijn kleinkind een patatje voerde. Hij keek ontroerd naar zijn familieleden, zei dat het fijn was even buiten te kunnen zijn. Bijzonder tot het einde dacht ik vandaag. Maar wel een einde dat veel te vroeg kwam. 

maandag 22 juli 2019

Stekken



Met het intrekken in een nieuwe woning, heb ik ook een bijna manische hobby ontwikkeld: plantjes voor buiten en binnen stekken en verzorgen. Ik kan geen winkel voorbij lopen of ik ontwaar een plant die me lonkt.


Of ik loop langs een perkje en zie een stekje voor me. In water, in aarde, alleen in plastic, uit een pit of stuk fruit. Lief wordt er ietwat gestoord van. Vanaf het moment dat ik allerlei tegels uit ons zo prachtig gladde achtertuin begon te trekken, begon hij al wat bedenkelijk te kijken.

Alle tegels eruit

 En hij heeft gelijk: het begon met 6 tegels, maar gaandeweg staan er meer tegels rechtop aan de kant dan dat ze een terras vormen. De bijen lijken er geen probleem mee te hebben en ik voorzie dat we de rest van het jaar courgette en rode pepers kunnen eten. En voor volgende week staat er nog veel meer op het programma, maar dat weet hij (nog) niet.

Ik liaande als Jane door mijn tienerkamer

Dat een mens zo gelukkig kan worden van alles dat groeit en bloeit, was ik eigenlijk weer even vergeten. Als tiener had ik namelijk een kamer die waarschijnlijk niet hip of hot was, maar waarin wel de mooiste planten stonden. Ik was er altijd mee bezig. Ik was een wandelende encyclopedie, wist wanneer ze het niet goed deden, wist welke voeding ze nodig hadden, op welke plek ze het beste gedijden, zette ze in de regen als er een bui overkwam, besproeide ze in de douche. En ik stekte. Mijn tienerkamer was een oase van groen en bloeiende planten waarin ik me als een volleerde Jane doorheen liaande. Alleen al de herinnering maakt me op slag weer gelukkig.

Stekvrienden

Maar nu ik de hobby opnieuw heb opgepakt, teer ik niet alleen op het verleden, ik ben wederom Jane in de notendop. En nu alle boeken zijn uitgepakt komen ook alle tuinboeken en kamerplantennaslagwerken tevoorschijn, die bijna lekkerder lezen dan de beste romans. Ik vergeet er bij te zeggen dat ik me ook nog heb aangesloten bij allerlei ´stekvrienden´ via Facebook. Ik wist niet dat ze bestonden zulke gemeenschappen, maar ze slaan elkaar om de oren met allerlei moeilijke plantennamen, geven advies hoe je welke plant moet stekken en wat je moet doen bij spint, luis en allerlei ziekten waar ik het bestaan niet eens van kende. En ze ruilen stekjes. Mijn geluk kan dus niet meer op.   

maandag 15 juli 2019

Rupsje Nooitgedacht

Ik heb jeuk. Gigantisch jeuk. Terwijl ik die woorden hier typ, besef ik me dat het altijd gevaarlijk is zo´n zin te bezigen omdat sommige mensen daar hele rare associaties bij hebben. Maar goed, deze jeuk geeft me de onbedwingbare neiging om mijn huid open te rijten met alles wat maar voorhanden is.

Linten aan bomen

En het is begon allemaal zo mooi. Ik reed op mijn gemakje, vreselijk zen door het prachtige landschap van Gaasterland. Het was mooi weer, ik had het raampje openstaan, de zon scheen (toen wel) en ik floot gezellig mee met Duncan op de radio. Toen ik keihard ´All I know, all I know, Loving you is a losing game ´begon mee te bleren vielen me pas de linten aan de rijen bomen op waar ik al zo´n kilometer aan voorbij reed. Was dat niet, bedacht ik me om vervolgens met een rotgang het knopje van het raam in te drukken. Vervolgens dacht ik nog in al mijn onschuld dat het toch zo´n vaart niet zou lopen.

De haren van Rupsje Nooitgedacht

De haren van zo´n rupsje Nooitgedacht konden toch mijn auto niet invliegen om me het leven vervolgens zuur te maken? Nog diezelfde avond vroeg lief me waarom ik toch zo als een idioot aan mijn armen zat te krabben. En of ik wel wist dat er bloed uit kwam. Het boek waarin ik verdiept was, was zo spannend dat het me niet eens was opgevallen. Maar nu hij het zei: ik zat onder de bloedvlekken van deze razende zelfbeschadiging.

Duct tape zei ik, waar hebben we dat. Niet te vinden natuurlijk na een verhuizing, maar wel een superrol plakband. Ik ratste, hij ratste. Vol overgave.  Tientallen keren, plakte hij en scheurde hij. Alles kwam mee, vooral mijn eigen kleine haartjes. Maar die haartjes van dat ellendige beest? Ik heb het idee niet echt. Ik bleef krabben, weer  tot bloedens toe.
Ik nam zelfs een slaappil om in slaap te komen, omdat ik bed ook niet stil kon blijven liggen en hij er de volgende ochtend wel weer vroeg uit moest. Toen ik zelf de volgende dag ontwaakte, lag zelfs mijn neus open. Ook daar had dat ellendige beest me te grazen gehad en zelfs de slaappil had die jeuk dus blijkbaar niet verdreven.

Vogelkastjes

En nu? Nu heb ik mijn hoop op de vogels gevestigd. Vogels die die rupsjes Nooitgedacht met veel plezier oppeuzelen. Ik word zo gek van de jeuk dat ik zelf wel vogelkastjes op wil hangen. Maar dan wel later, als zij weg zijn. Of in een astronautenpak.....

maandag 1 juli 2019

Bedankt lieve meester Broere


De eerste schreden op het pad naar volwassenheid is toch vaak de gang van de basisschool (in onze tijd heette dat nog lagere school) naar het voortgezet onderwijs. Eng vond ik dat, weet ik nog wel. Heel erg eng.

 Op onze lagere school werd een indeling gemaakt naar hoe slim je was: leerlingen die goed genoeg waren voor de Havo kwamen in de rij bij het raam. Kinderen die naar de Mavo, technische school of huishoudschool gingen, zaten bijeen in de andere 2 rijen. Ik heb in beide gezeten. De angst voor het onbekende Emmeloord, waar ik dan de hele dag zou moeten vertoeven maakte dat ik zeker 2 keer geswitcht ben. Qua intellect kon ik het wel aan. Maar het van huis zijn, die enorme school met die enorme hoeveelheid kinderen, maakten me angstig. Mijn ouders werden waarschijnlijk hoorndol van zoveel getwijfel en steeds maar weer met de meester praten: ik weende zelf elke keer weer hete tranen.

Tot dat het definitieve besluit genomen was en ik naar de Mavo ging. Punt. De openbare mavo wel te verstaan. Gewoon bij ons om de hoek, op loopafstand. 

Meester Broere

Met aan het hoofd meester Jan Broere. De eerste ontmoeting met hem kan ik me niet meer herinneren, maar zijn zachtmoedigheid is me wel altijd bij gebleven. Geen geschreeuw en gedoe, wel rechtvaardigheid. En soms was hij een beetje verstrooid. Dat vertederde me altijd. Geen idee of de vertedering van een 12-jarige hetzelfde is als die van een volwassen vrouw, maar ik had een zwak voor de man. Misschien had dat ook te maken met het feit dat hij prachtig gedichten kon voordragen. En soms uitspraken had, waar wij als kinderen een soort van achterover sloegen. Door de woordkeuze, de manier waarop hij dingen uitsprak. Ik vergeet nog zijn bijzondere tongval. Noem het bewondering.  

Ontmoetingen in de bieb

Later toen de Mavo tijd al lang achter me lang, ik toch naar het verre Emmeloord en zelfs Groningen verkaste, kwam ik hem vaak tegen bij de bieb. De liefde voor de letteren bond ons en we maakten vaak even een praatje. Maar ik kwam hem ook vaak tegen bij de supermarkt. De laatste keer dat ik hem zag vond ik hem breekbaar. Daarvoor eigenlijk nog altijd wel een man van de wereld die ik nog heel lang tegen zou komen. Helaas zal dat nu nooit meer kunnen: meester Broere zal nooit meer zijn prachtige volzinnen laten weerklinken. Maar in mijn hoofd zitten ze opgeslagen. Met dank lieve meester.  

donderdag 13 juni 2019

Afspraak is afspraak

Afspraak is afspraak. Die zin staat letterlijk in het nieuwe coalitieakkoord waarin de (nieuwe) partijen die het dagelijks bestuur van de gemeente vormen zijn verenigd. Je zou het  als een sneer kunnen opvatten naar de FNP die een schop meekreeg, omdat ze haar gedachten wijzigde over de zandwinning. Maar goed, afspraak is dus afspraak. Maar dat blijkt niet voor iedereen te gelden. De ene afspraak is in deze gemeente de andere blijkbaar niet. 

Afspraken vergeten te maken

Met de bouwer van het strandpaviljoen annex zwembad zijn indertijd blijkbaar afspraken gemaakt, maar die zijn niet bepaald helder, hakkelde de nieuwe wethouder die het moet hebben van de overlevering. Van de overlevering? Leven we hier dan in een bananenrepubliek waar afspraken gewoon niet op schrift zijn gesteld? Niet voor te stellen, maar dat is dus blijkbaar het geval. Ze zouden worden opgeschreven, maar dat is vergeten of zo.

Eigenaar Mondeel kreeg elk jaar wel 18.000 euro voor het schoonmaken van het strand, maar deed dat niet. Het viel niemand op, behalve partijen die doorgaans altijd wat kritischer zijn. Vragen er over leverden vage antwoorden. 

Beeld van de tijd

Want zo zegt het college: we moeten de gemaakte afspraken zien in het beeld van de tijd. De voormalige gemeente had dringend behoefte aan een (vervangend) zwembad en jeetje daar stond een held op en die regelde dat zo maar even. En aan die daad doe ik ook niets af. De man heeft er iets moois neergezet. Dat daarvoor elk jaar wel een substantieel bedrag wordt overgemaakt, daarover rept niemand van de coalitiepartijen.

Onkies

De VVD vond het zelfs onkies om in het openbaar te praten over geheime afspraken die gemaakt zijn met een ondernemer. Volgens mij is het onkiese aan deze hele situatie dat er een dikke ton geld is uitgegeven aan iets waar nooit een prestatie voor is geleverd. Maar nog onkieser vind ik het dat er dus een slapend college zat dat blijkbaar afspraken die gemaakt zouden worden niet heeft gemaakt en vervolgens daar 8 jaar ook niet naar heeft gekeken.

Fout op fout

De hele gang van zaken is een farce en getuigt van fout op fout. Nog erger vind ik het dat al die partijen die zo vasthouden aan het maken van afspraken het niet nodig vinden om dat geld terug te vorderen. Dat ze het ook niet nodig vinden om op een fatsoenlijke manier aan Mondeel te vragen om dat geld dan toch terug te geven. Afspraken dus van dat soort. 

maandag 10 juni 2019

Van driehoog achter naar twee laag beneden




Gekscherend zeg ik wel eens dat we van driehoog achter komen. Niet de meest voorname benaming voor het huis waar je bijna 20 jaar in hebt gewoond, maar het typeert het wel een beetje denk ik. Een beschimmelde badkamer omdat hij inpandig was. Een innie mini balkon waar je net met 2 man kon zitten. Leidingen die overal zichtbaar waren en een huis dat niet bepaald heel logisch was ingedeeld. Maar toch, het was eerst mijn huis en vervolgens ons huis. Met alle herinneringen van dien. De mooie, maar ook de minder mooie.

Huis met snufjes

Inmiddels wonen we twee laag beneden zeg maar. In een bijna nieuw huis, met allerlei snufjes (waar ik de helft trouwens nog steeds niet van begrijp. Zo rook de wasmachine naar brand als ik hem aanzette en kwamen mijn jurkjes er uit als babykleding. Bleek dat er een warmwater kraan in de woning zit die bijna kokend water in de wasmachine laat lopen. Niet helemaal de bedoeling voor de was die normaal gesproken in de Robijn moet, maar goed al doende leert men. En overal floepen lichten zomaar aan. Loop je de gang in, dan sta je in het licht. Loop je naar boven dan hoef je het lampje niet aan te doen. Overigens floept hij daar boven net zo hard weer uit en sta je mooi in het donker. Verder is er een ingenieus systeem dat zorgt voor de verwarming. Soms wel iets te goed als we het goed begrijpen. Buren hebben het in de zomer wel eens dik in de 40 graden in de woning en die hitte is blijkbaar dan moeilijk te verdrijven.)

Hoeveel Boeddha´ s heb je nodig om gelukkig te zijn? 

Maar twee hoog beneden liep ik wel tegen hetzelfde aan als driehoog achter.  Ik begreep zelfs niet hoe we alle spullen uit dat naar ons idee kleine huisje in die grote woning met 4 slaapkamers en een grote woonkamer, tuin en zolder kregen. Want werkelijk: daar hadden we voor alles plek. En hier hebben we het idee dat het er niet in past. Daarbij moet ik misschien wel iets aantekenen: ik kan slecht iets weggooien. Wie weet komt dit of dat nog van pas, van dat soort gedachten. Lief wordt er wel eens gek van: hoeveel Boeddhabeelden wil je in de kamer hebben vraagt hij om je daar prettig bij te voelen? Waarop ik hem dan vraag hoeveel schoenen hij nodig heeft voor 1 paar voeten. Touché.

maandag 3 juni 2019

De Gale Hamkestraat is als Atlantis: een catastrofe is nabij



De Gale Hamkestraat is als Atlantis: de straat gaat aan een catastrofe ten onder. Niet door vulkanen of iets mysterieus overigens: menselijk ingrijpen, maakt dat de straat binnenkort passé is. Kan dat zomaar vraag ik me af: een straat laten verdwijnen? Volgens de stukken van de gemeente wel, nu de woningcorporatie de woningen daar wil slopen en er geen nieuwe voor in de plek wil zetten. De gemeenteraad mag er nog wel iets van vinden, maar als die akkoord is dan gaat daarmee weer een stuk geschiedenis verloren.

Walvisvaarder

Overigens is Gale Hamke nooit een inwoner van Lemmer geweest.  Hij kwam wel uit de buurt, namelijk uit Rijs en woonde ook in Stavoren. Maar hij was ook een held, want hij redde in 1639 bij Spitsbergen 20 van de 86 manschappen die daar verongelukten met hun walvisvaarder. Ook ontdekte hij in 1670 een baai aan de oostkust van Groenland die naar hem werd vernoemd.

Lieflijk hofje

Maar de Gale Hamkestraat is vooral zo´n hofje waar je sympathie voor hebt. Dat lieflijk aandoet, dat net even anders is dan andere stukken van Lemmer.  Dat open is in een straat die verder helemaal op slot zit. Dat een eigen stuk groen heeft, met eigen parkeerplekken en met een eigen hondenveldje. Maar dat dus helemaal gaat veranderen. De straat gaat weg, het groen maakt plaats voor rijtjeswoningen en daar waar ons huisje zo lang gestaan heeft, komt blijkbaar weer iets groens. Of dat laatste logisch is, weet ik niet. Waarom niet het groen zo laten en dan op de plek waar wij woonden aan de Parkstraat dan huizen neerzetten zegt mijn kippenverstand.

Weer 16 woningen weg

Mijn kippenverstand (sorry kippen), zegt me ook dat het waarschijnlijk niet logisch is om weer 16 woningen uit het arsenaal te halen, wat nu dus wel het plan is. Wij hadden geluk dat we op een voorrangslijst stonden; daarmee lieten wij 121(!) andere gegadigden achter ons en kregen we een woning die we te gek vinden. Nu zullen al die 122 mensen niet urgent op zoek zijn naar een woning, maar als ik naar de aantallen mensen kijk die op een huis reageren waar ze graag in zouden willen wonen dan is dat aantal toch redelijk schrikbarend.  En als je wel dringend op zoek bent is het helemaal een drama om aan de bak te komen, want of je nu met kinderen op straat komt te staan of niet – woonruimte is er niet. Volgens mij kunnen we dat de mensen, maar ook Gale Hamke niet aandoen.


maandag 27 mei 2019

Mienskip: van sjouwende mannen tot poetsende vrouwen




Het woord Mienskip is het afgelopen jaar te pas en te onpas gebruikt. Alles was mienskip en ook dingen die helemaal geen mienskip waren, werden zo betiteld. Vooral de culturele hoofdstad was allemaal mienskip. Nu ben ik een groot voorstander van kunst en cultuur, dus mij hoor je daar niet over klagen. Maar de mienskip, de echte mienskip zit hem volgens mij toch vooral in de mensen om ons heen.

Zomaar

En die mienskip die staat soms zomaar op voor je, zonder dat je erom gevraagd hebt. Met nummer 1 zo ongeveer op de stresstest (maar dat kan ook het krijgen van een kind en daardoor slapeloze nachten zijn of het overlijden van een dierbare) maar in ons geval een verhuizing danken wij de mienskip om ons heen voor de hulp die zij allemaal belangeloos boden. Van de dames die spontaan met emmers sop voor de deur stonden en als vlijtige liesjes boenden dat het een lieve lust was (terwijl we ook nog eens in een huis kwamen dat er uitzag of het nooit was bewoond, zo schoon) tot potige mannen die enorm zware machines en meubelen versjouwden van onzinnige trappen en van grote hoogte.

Trappen op en af, karren vol laadden

Om nog maar te zwijgen van mannen en vrouwen die karren vol laadden, trappen op en af sjouwden, het oude huis vrij van stof maakten en ook daar boenden dat het een lieve lust was. Van familieleden van jong tot oud die sjouwden, aansloten, afkoppelden, weer aansloten en weer sjouwden en ga zo maar door. En dan vergeet ik nog dat al die lieve mensen ook nog eens als een soort buffer fungeerden als de stress tussen lief en mij toch wel eens hoog opliep. Want ja, verhuizen zorgt echt wel voor een zeg maar verhoogde irritatiegraad en wat is het dan mooi dat er dan iemand met een kwinkslag er weer voor zorgt dat je die ander toch wel weer vanachter het behang vandaan wilt halen.
Enfin, de sleutels van het oude huis zijn ingeleverd. De eindfase deed ik naast hubby met een hele lieve vriendin waarmee ik het leven ben begonnen en waarmee ik -  hoe symbolisch - de deur van deze periode ook weer sloot. Mijn mienskip, onze mienskip, werd niet geroemd in bladen of tv. Maar wat zijn wij in gaan zien dat het leven met maar vooral in zo´n mienskip het verschil maakt. En dat je eigenlijk niet zonder kunt.

maandag 6 mei 2019

Dank, heel heel veel dank



4 mei. Ik reed vanuit een dag vol dozen versjouwen de zon tegemoet, op weg naar het verleden. Het is altijd zo’n dag die indruk maakt. Mijn beste vriendin is jarig op die dag en heeft wel eens verzucht dat ze wilde dat het niet zo was. Want er hangt altijd een waas over. Vanaf het moment dat ze naar Zwitserland verhuisde, verdween die waas een beetje. Om 8 uur ’s avonds is er daar niemand stil. Luiden er geen klokken, is er geen triest trompetgeschal.

Stil

Maar wij waren hier vanzelfsprekend wel stil. Met velen stil, wat mooi is. Afgezien van wat tuig dat ergens in jihadistische kreten uitten, heb ik het idee dat het zeker in onze contreien erg leeft. Dat we onze dankbaarheid graag tonen aan hen die voor ons het leven hebben gegeven. Deze keer stond ik bij het graf van een man uit Sondel. Verzetsman in hart en nieren. Op z’n 34e in de rug geschoten. Waarschijnlijk omdat hij verraden was en aanbelde bij de verkeerde. Bij een Duitser wel te verstaan. Met een hoog zwangere vrouw en een zoon in die buik die dus nooit zijn vader zou kennen. Het stemt me altijd triest.  En ik begrijp het niet. Hoe kon dat en hoe kon het dat miljoenen Joden werden verraden voor 7,50 gulden.

Totaal onmenselijke van de mens

Het totaal onmenselijke van de mens. Zoveel haat en dan toch nog een aantal mensen die dapper genoeg waren om zich daartegen te verzetten. Die hun leven op het spel zetten voor onze vrijheid, de vrijheid van anderen, het leven van anderen. Ik moet altijd wel huilen op zo’n bijeenkomst of doe heel hard mijn best om mijn tranen te bedwingen. En soms denk ik dat de mensen die hun leven lieten, zich toch nog even laten horen.

Doniaga

Bij Doniaga werd een heel stel mannen tegen de muur gezet en gefusilleerd. Op de herdenking daarvan waar ik bij was, werd het weer met veel geweld opeens volledig anders. Alsof ze nog een keer wilden laten weten hoe triest het lot was dat hen had getroffen. En ook nu weer, daar op Sondel gebeurde iets wonderbaarlijks. De zon scheen eerst en het was heel kalm. En toen opeens uit het niets barstte het geweld van een enorme stortbui los, om vervolgens op te lossen in een prachtige regenboog. Ik begrijp het, dacht ik. En dank. Heel heel veel dank.

maandag 22 april 2019

En daar was hij weer: de supermarkt

En daar was hij weer: ik dacht eerst dat ze hem (goddank) vergeten waren. Maar hij popte toch opeens weer op: de supermarkt aan het Bantegaplein. Het plan is al duizend keer veranderd. Eerst nog met woningen (niet verkeerd, want de woningnood is best groot) vervolgens in allerlei verschillende samenstellingen. En door verschillende projectontwikkelaars. Er werden huizen voor gesloopt. Het gebied ligt er nu als een rotte kies bij. Er werd een soort van parkeerterrein gemaakt, daar waar nu bij regen een soort moeras is ontstaan als je er daadwerkelijk wilt staan met je auto. En dan nu opeens weer een gewijzigd plan. Weer groter, weer aanpassingen en weer moet er een bestemmingsplan voor gewijzigd worden.

Onzalig plan

Het plan zelf vind ik nog steeds onzalig: ik heb geen idee hoeveel supermarkten we al hebben maar het zijn er heel wat. Ik kom zo op 7 en ik vergeet er vast nog wel eentje. Hij komt bovendien op een plek te staan waar vroeger mijn school stond, in het centrum van een gebied met een ‘’oud’ hart. En dan is oud ook nog eens letterlijk te noemen, want de karakteristieke woningen in de omgeving schrijven ook nog geschiedenis. Met waarschijnlijk bij bouwwerkzaamheden alle problemen van dien. 

Parkeerplaatsen

B&W zegt nu dat er geen problemen ontstaan door de bouw. Zo zouden de 209 parkeerplekken voldoende zijn, terwijl er wettelijk 217 zouden moeten worden gerealiseerd. B&W zijn blijkbaar in het weekend  of het hoogseizoen nooit in Lemmer te vinden.  Mensen parkeren nu zelfs al op het plein voor de Spar omdat ze nergens meer een plekje kunnen vinden. Dus of dat nu echt wijs is? Bovendien zal nog een supermarkt nauwelijks invloed hebben op de andere grootgrutters, stellen B&W. En dat lijkt me stug: of je de taart met 7 of 8 moet verdelen maakt natuurlijk wel degelijk uit.

Duurzamer en minder geluidsoverlast?

En blijkbaar heeft dit deel van Lemmer weinig aantrekkingskracht, want de supermarkt moet een trekpleister worden. Volgens mij is er juist aan die kant van Lemmer echt van alles te doen, dus ook die begrijp ik helemaal niet. De locatie wordt bovendien duurzamer en er is minder geluidsoverlast zo stelt B&W. Ik heb geen idee waar die beide begrippen vandaan komen, maar met een continue beweging van bevoorradingsauto’s en klanten die ongetwijfeld ook met de auto komen, lijkt me dat een utopie.

maandag 8 april 2019

Verstoorde laatste rustplaats


Ik bezocht mijn ouders. Dat klinkt vreemd, want de meeste mensen weten wel dat mijn ouders niet meer leven. Maar ik bezocht ze op hun laatste rustplaats, zoals ik dat nog regelmatig doe. Ik vond dat altijd ook echt een rustplaats. Het was er sereen, de vogels floten,  de omgeving ademde iets uit wat ik niet echt nader kan omschrijven, maar wat mij altijd rust bracht.

Geen sereniteit, maar het geluid van auto's 

Deze keer was dat anders. Er waren geen vogels, er was geen sereniteit. Er was het lawaai van hardrijdende auto’s. Mijn ouders liggen nu in de achtertuin van het nieuwe bouwplan. En de bewoners van het nieuwe plan, hebben direct zicht op de begraafplaats. Niets dan hen meer scheidt, terwijl dat voorheen wel het geval was. Deze keer was er leegte, er was kaalheid, er was het ontbreken van groen en bomen. Ook de paden lagen er vreselijk bij. Ik had zelfs het idee dat het graf van mijn ouders meer aan het inzakken was dan voor al die maatregelen, maar dat kan ik me verbeelden.

Bomen gekapt

Het nieuwe beleid van de gemeente: de paden moeten onderhoudsarmer. Dat het allemaal geld kost dat er niet is, snappen we denk ik allemaal wel. Maar dat de bomen dan ook direct met de grond gelijk gemaakt moeten worden, dat gaat er bij mij dan weer niet zo in. Het is een laatste rustplaats. Waarvan het fijn is dat het beschut is. Waarbij het fijn is dat er natuur is die de meeste mensen troost brengt. Die natuur is nu ver te zoeken. Komt hij nog terug? Ik heb het gevraagd, maar er nog geen antwoord op gekregen. Dus ja, ik hoop dat mijn ouders snel weer een rustige rustplaats hebben. Maar voorlopig lijkt het daar niet op.

Uitpuilende afvalbakken en overwaaiend zwerfvuil

Verder hoop ik dat de gemeente haar afvalinzameling in het centrum van Lemmer nu eens aanpakt. Het afgelopen weekend liepen we door een zonnig centrum en met ons vele anderen. Overal puilden de afvalbakken uit, stonden er naast de bakken zakken met troep. Maar wat het ergste is, overal waaide die losse troep in het water. 

Plastic soep

De plastic soep wordt daarmee behoorlijk gevoed, terwijl het toch niet zo moeilijk om zijn om daar een andere oplossing voor te vinden. Dat omwonenden bovendien zelf moeten bellen om aan te geven dat dit zo niet langer kan en zij hun hengel tevoorschijn moeten halen om al die troep uit het Dok te vissen: ook dat lijkt me niet wenselijk. Voor het toerisme ook niet een opwindend gezicht trouwens: een Dok gevuld met leuke bootjes tegen de achtergrond van een afvalberg.  

maandag 1 april 2019

Een nieuwe plek


Manlief stond opeens als gebeten totaal stil in de kamer. Hij draaide zich om, keek rond en nog een keer en zei toen:’Wat is het raar dat we hier weggaan.’ Hij nam me daarmee de woorden uit de mond. 

Elk hoekje heeft herinneringen

Net daarvoor was ik ook door het huis geslopen. Elk gaatje, elk hoekje kent herinneringen. Ik woonde er bij belangrijke gebeurtenissen. Maakte me er zorgen toen mijn ouder zo ziek waren. Vond het fijn dat ik 2 huizen van ze af woonde, zodat ik zo naar binnen kon rennen. Ik huilde er vele hete tranen nadat ze waren overleden. Ik vierde er feest, werd er elk jaar weer eentje ouder. Ik dronk er wijn met Antje. Ik huilde wederom hete tranen toen zij overleed. Al mijn vriendinnen hebben er geslapen. De winter kwam er voorbij. In de zomer zat ik er te puffen.

Een heel nieuw leven

En toen kwam manlief er bij. Voor het eerst in zijn leven, stapte hij een westerse woning binnen. Met een bovenverdieping waar we slapen, iets wat ze in Gambia helemaal niet gewend zijn. Hij woonde in een huis waar altijd warm water is. Waar elektrisch het gewoon doet. Maar het was ook het plekje waar hij 3 weken was en waar hij vervolgens moest vertrekken, om pas 3 maanden later terug te mogen keren.  Zijn eerste stekje in dit koude land. Zonder familie, zonder banden. Mensen die in een taal tegen hem spraken die hij een beetje beheerste, maar waarvan zoveel zaken ook nog geheim waren.

Ons thuis

Mensen die hem vreemd aankeken, omdat hij een andere kleur heeft. Hij begon vanuit deze vesting te werken. Hij kreeg hier telefoontjes toen zijn vader opeens getroffen was door een hersenbloeding. Hij viel hier de eerste maanden elke avond na zijn werk steevast in slaap op de bank, omdat alles zoveel energie van hem koste. We maakten hier ruzie, we maakten het weer goed. We worstelden ons hier door papierbergen en bureaucratie. We nodigden mensen uit, probeerden een nieuwe sociale kring rond onze nieuwe situatie te vormen. En dat huis stond altijd centraal. Hoeveel gedoe er soms ook was, het was de plek om thuis te komen. En nu wordt het een andere plek. Eentje die we nog niet goed  kennen. Ja, we zijn heel blij met die plek, maar we laten ook al die herinneringen achter.
En dat is toch een beetje slikken.

maandag 25 maart 2019

Het gevreesde apenbos



Legt de natuur het af tegen het grote geld? Ik moest er aan denken toen ik naar de puinhopen keek die over waren gebleven van het Apenbosje. Boomstronken zover het oog reikte. Een kale vlakte, een troosteloze aanblik. Geen fluitende vogels meer, die anders met velen de bomen bevolkten. Weg. Alles weg.

Natuur legt het af tegen winstbejag

En eigenlijk weet ik het antwoord natuurlijk al lang: de natuur, die toch al schaarse natuur legt het al zo lang af tegen winstbejag en commerciële belangen. Soms is het kiezen uit twee kwaden, ook dat snap ik. De gemeente heeft weinig geld meer voor groenonderhoud, dus moet het zo gemakkelijk mogelijk.

Vrezen of frezen

Alles met de grond gelijk en dan twee keer in het jaar er met een frees overheen (de gemeente noemt dat op haar eigen pagina vrezen en dat vond ik wel een mooie woordspeling. Blijkbaar is daar ook vrees voor het verlies voor natuur en is dat woord met een slip of the pen veranderd en heeft het de betekenis van angst gekregen.) En angstig zouden we moeten zijn: want wat gebeurt er als we zo meteen helemaal geen natuur meer hebben?

Alles dood

Geen bijen meer, geen bomen meer, geen gras meer. Dan wordt ons land een woestenij, dan hebben we niks meer te eten en dan zijn we een dood land.

Alles duur

Dat er op het Forum voor Democratie zoveel is gestemd, had ik enigszins wel verwacht, maar ik had gehoopt dat het anders zou zijn. Van mijn man moeten ze niks hebben bijvoorbeeld. Maar deze partij vindt ook dat we niets aan dat klimaat hoeven te doen. Windmolens zijn onzin, zonneparken zijn onzin. En ik snap best dat mensen niet langer willen dat hun portemonnee aan het einde van de maand leeg is of erger nog dat ze een gat in die portemonnee zien. Dat is bij ons niet anders: ook wij verzuchten vaak dat alles toch wel heel duur is geworden.

App vertelt over gasverbruik

De app op mijn telefoon vertelt me tegenwoordig hoeveel geld we verstookt hebben en nee, daar word ik niet vrolijk van. Maar dat we de aarde volledig uithollen, alles opvreten, alles vernietigen en dan zeggen dat het onze schuld niet is, dat gaat er bij mij ook niet in. We hebben haar gekregen, we hebben haar in bruikleen en mogen ons eten er vanaf halen. Maar zouden we er dan op z’n minst niet goed voor moeten zorgen? 

maandag 11 maart 2019

Weegt een pakket aan moeilijkheden overal even zwaar?

De gemeente is er trots op dat ze zoveel fraudegevallen onderschept. Op zich een goede zaak, want als je je het schompes werkt en anderen profiteren daar van zonder dat ze daar recht op hebben, ben ik daar niet blij mee. De vraag is alleen wat fraude is.

Wat is fraude? 

Is dat een verkeerd ingevuld getal? Is dat een steen die je niet op kunt eten? Ik weet het niet. Maar ik ben tegen fraude, laat ik dat voorop stellen. En als ik zie dat iemand wel gewoon kan werken en dat niet doet, terwijl ik met mijn half beroerde lijf me wel elke dag uit bed sleep, ook dan kan ik daar pisnijdig van worden.

Op hoog niveau kan veel bekonkeld worden

Toch staan zaken die op hoog niveau worden bekonkeld soms wat haaks op de ‘fraudegevallen’ van iemand die mogelijk geen keuze heeft of geen andere mogelijkheden heeft. Van mijn vader leerde ik dat je je op hoog niveau heel veel kunt permitteren en er altijd wel iets te ritselen valt. Gewoon omdat de regels daar naar gemaakt zijn.

Geld krijgen, werk niet uitvoeren

 Toch wringt het als ik zie dat iemand die ieder jaar 3 ton subsidie krijgt voor een zwembad en strandpaviljoen dan voor 18.000 euro per jaar aan werkzaamheden niet uitvoert. Waarvan de gemeente zelf ook zegt dat het werk niet is uitgevoerd, maar waarvan ze vindt dat ze dat geld niet hoeft terug te vorderen.

Speciale omstandigheden

Omdat er speciale omstandigheden zijn. Een faillissement van het zwembad bijvoorbeeld. Maar een faillissement van een gewone burger die toch al niets te makken heeft, is in mijn ogen net zo’n speciale omstandigheid. Waarschijnlijk een nog veel grotere omstandigheid, omdat juist mensen in zo’n situatie al totaal geen reserves hebben. Voor veel mensen is 18.000 euro een jaarsalaris. En over een periode van 6 jaar opgeteld is er meer dan een ton van ons uitgegeven, maar is daar geen werk voor geleverd.

3 ton subsidie per jaar voor een zwembad

En nee, ik kan niet in de beurs van de desbetreffende ondernemer kijken om te zien of hij met de bouw van dit zwembad annex strandpaviljoen nat is gegaan. Het zwembad wordt volgens mij verhuurd, het paviljoen ook. Dus daar zijn inkomsten van. Tel daarbij op de 3 ton gedurende 20 jaar en je komt op een behoorlijk bedrag. En ik weet niet of iemand het ‘daarvan’ kan doen. Wat ik wel weet is dat gemaakte afspraken nagekomen dienen te worden. En dat de gemeente zich hier niet van af kan maken door te stellen dat ze het geld niet terugvordert, omdat er een ‘pakket’ van maatregelen lag. Een gewone burger kan zich ten slotte ook niet beroepen op het feit dat hij met een pakket aan moeilijkheden te maken heeft.

maandag 4 maart 2019

Bestolen



Ik reed een keer op de rotonde van Joure (ja die bestond toen nog) en mijn hersenen hadden eerder dan ik zelf in de gaten dat er iets niet pluis was. Wat dat precies was, zag ik zo snel niet, maar ik wist: hier is iets niet oké. Twee minuten later besefte ik me dat het die spookrijder was die recht tegen het verkeer in, de rotonde van de andere kant nam en die ik dus op die manier was tegengekomen.

Verbijstering

Dat gevoel, die verbijstering had ik een paar weken geleden ook weer. We kwamen terug van een weekje vakantie, het was al nacht en het was koud en vies. We sleepten onze koffers naar boven en toen we voor de deur stonden wist ik: hier klopt iets niet. Ook toen duurde het weer 2 minuten voordat ik in de gaten had wat er niet klopte. Het was leeg daar op de overloop. Daar waar altijd een Thais geesteshuisje had gestaan op een soort altaartje en dat ik had gekregen nadat mijn ouders waren overleden, was verdwenen.

In liefde gegeven

Het was me in liefde gegeven. Ik had het in liefde neergezet. Omdat mijn ouders zo toch nog een plekje hadden en ik hen niet in het vaarwater zat (dat is de gedachte van dat huisje). Ik was er die nacht misselijk van dat iemand het had aangedurfd om dat dierbare stuk mee te nemen. Bovendien: wie neemt er zoiets mee? En waarom? Ondanks herhaalde oproepen is het hokje nog steeds weg. En dat bezorgt me nog steeds buikpijn.



Schoenen ook verdwenen

Toen ik vorige week met het mooie weer naar de Piterstun wilde om daar samen met de andere vrijwilligers aan de slag te gaan, besefte ik me opeens dat ook mijn zwarte boots die zo fijn werken in de tuin waren verdwenen. Ze stonden daar omdat ze onder de modder zaten. En wat nog erger was en ik tot dat moment ook niet had beseft: ook mijn vaders overhemd dat hij zo graag droeg en dat ik aan de wand had gehangen was weg. Weer een pijnpuntje er bij. Enfin, ik snapte het niet en doe dat nog steeds niet. Maar ik trok andere schoenen aan en na het werken in de tuin zette ik die weer onder de modder op het richeltje. En tot mijn grote verbijstering waren die opeens op zondagochtend ook verdwenen. En dat voelt allemaal  raar; heel erg raar. 

maandag 25 februari 2019

Wassen neus


Het verhaal van de zandwinning in het IJsselmeer heeft een behoorlijk staartje gekregen. Voor wie het ontgaan is: de FNP werd gedwongen haar wethouders per direct op te laten stappen. Er was geen vertrouwen meer. En dat terwijl er goed samen was gewerkt, de sfeer in B&W uitermate goed was en de heren en dame goed met elkaar door 1 deur konden. Onbegrijpelijk zou je zeggen. En toch ook weer niet.

Systeem deugt niet

Want het systeem deugt niet. Terecht merkte 1 van de wethouders vorige week in een poging om in ieder geval aan te blijven tot er een nieuwe coalitie is, dat het dualisme niet voor niks is ingevoerd. Dat wethouders en raadsleden los van elkaar mogen besluiten. Raadsleden lopen dus hun wethouder niet achterna en nemen besluiten voor eigen rekening. Alleen werkt het zo niet in dit land. We hebben dan wel afgesproken dat raadsleden best anders mogen besluiten, maar in de praktijk is dat een wassen neus.

Coalitieakkoord

Want heel vaak doet een coalitiepartij wel precies wat een wethouder wil, ook al omdat dit in een coalitieakkoord is beschreven. Nu stond trouwens die zandwinning net niet in dat programma, maar er zouden wel mondeling afspraken over zijn. Wat ook best vreemd is. De partij die in dit geval hun hun wethouder (s) niet achterna liep, moest vervolgens met lede ogen aanzien dat hun wethouders naar huis werden gestuurd. En eigenlijk is dat toch vreemd.  


Wethouder zonder kleur

 In feite dus een absoluut onwerkbare situatie. Sterker nog ik denk dat we helemaal af moeten van wethouders met een partij achtergrond. Haal gewoon mensen binnen die helemaal geen kleur aanhangen. Die kunnen dan samen een programma opstellen en als de raad het met de afzonderlijke onderdelen eens is, stemt ze voor. Is ze tegen, dan stemt ze tegen.

Cleaning day

Dat gezegd hebben wil ik nu vast graag een punt inbrengen. Ook als er weer gewoon een wethouder met kleur komt wil ik dat aangeven. Ik heb namelijk vanmiddag weer een vuilniszak met flesjes, blikjes, plastic, sigarettendoosjes, glazen en weet ik veel  uit de bosjes, van de straat en uit de goot gevist. Ik zou dan ook een nieuwe wethouder willen vragen om een cleaningday per maand in te stellen net als dat het geval is in het geboorteland van mijn man. Daar moet eens in de maand iedereen zijn omgeving schoonmaken en mag er niet autogereden.  Het lijkt me dat daar geen kabinet over hoeft te vallen.

maandag 18 februari 2019

Supermaan

Foto Pixabay

Lief en ik te draaien in bed. We draaien en draaien en houden elkaar wakker.  Ik ga links om en hij draait rechts om. Ik probeer niet te veel lawaai te maken, maar doe dat toch. Dat merk ik omdat hij ook weer draait. Er volgt een half uurtje slaap voor ons gevoel en dan word ik wakker van hem en hij van zichzelf.

Baden in het zweet

Hij baadt in het zweet. Het bed is doorweekt. Daarom verschonen we het bed midden in de nacht, want hij drijft bijna in zijn eigen lichaamsvocht. Dat maakt wakker, appen we de volgende dag naar elkaar met kleine plaatjes van niet-wakkere mensen er bij, gevolgd door veel kusjes. Hij heeft stress dat weet ik. Van zijn nieuwe stage/baan.

Stress

Ik heb ook stress. Niet van hem. Maar van zandwinningsperikelen, late vergaderingen voor het werk, uren die zich niet goed lijken in te delen, intensieve interviews, zorgen over mensen die ons lief zijn. En ik zie maar steeds  Ireen Wüst voor me. In tranen en met haar blik omhoog en haar vingers opgeheven naar waar ze hoopt waar haar overleden beste vriendin Van Deutekom nu is. Ik herken: het maalt.

Een banaan 

We nemen een banaan in het midden van de nacht, omdat ik wel eens heb gehoord dat daarin magnesium zit die je slaperig maakt. Hij vindt dat onzin. Daarom breng ik hem wat warme melk. Nog maar een paar uurtjes zeggen we tegen elkaar.

Ga maar niet

Ga maar niet zeg ik, als de wijzers van de klok traag vooruit kruipen. Hij mompelt wat, maar ik weet dat hij toch gaat, plichtsgetrouw als hij altijd is. Hij moet er al veel vroeger uit, ik mag nog even blijven liggen maar ben ook kapot. We werken. Hij daar, ik hier. De telefoon gaat onophoudelijk. Mijn schouders zitten vast. Ik loop een stukje, de frisse lucht doet me goed. Ik neem koffie. Bakken vol.

De supermaan

’s Avonds komt hij ondanks zijn grote vermoeidheid swingend op Afrikaanse muziek binnen. Zijn kont schudt, zijn hele lichaam schudt. Zoals elke avond. Wel is hij kapot. Ik ben kapot. We eten en hangen voor Pampus voor de tv. Dan kijk ik naar buiten. Ik weet het zeg ik: Het is de maan. Een supermaan. Die houdt ons wakker. Al de hele week. Hij kijkt me aan. Ja, vast zegt hij. Google zegt kan niet. Het is de maan zeg ik. Die trekt aan ons. Maakt ons onrustig. Of zo. 

maandag 11 februari 2019

Respect

Smals is boos


Er zat een vrouw voor ons die boos was. Niet een beetje boos, maar ziedend. Haar stem trilde, ze schreeuwde. Was dit een directeur van een grote firma? Zei ze dit echt tegen de gemeenteraad? En tegen organisaties die het niet met haar eens waren? Ze noemde mensen die ergens verstand van hadden zelf- verklaarde deskundigen alsof het kleine kinderen waren.

Een achterkutterig volkje

En ze noemde ons allen zonder het echt te zeggen, een achterkutterig volkje dat het liefst in de middeleeuwen wilde blijven leven. Een vertrouwd doodstil achtertuintje zei ze. Dat willen al die achterlijke Friezen, dacht ze ongetwijfeld.  Ja dacht ik, dat wil een groot aantal van de Friezen inderdaad. Omdat alles al genoeg kapot is gemaakt. Omdat de weilanden waar ik vroeger vliegerde en waar vlinders, bijen en hommels aan en af vlogen volledig zijn verdwenen. Omdat het water waarin ik vroeger zwom vol met vissen, planten en vogels zat, maar daarvan nu een heel deel is verdwenen.

Democratisch gekozen gemeenteraad

Toen ik de ingehouden woede zag, kon ik niet anders dat dan filmen. Dan die legendarische woorden vast te leggen die als een waterval over ons heen werd gespuwd. Het filmpje is overigens inmiddels op miraculeuze wijze verdwenen van YouTube. De content zou ongepast zijn. Content van een raadsvergadering ongepast? Of is dit jezelf terug zien en beseffen: dit kan echt niet?

 En de emotie van de dame begreep ik nog wel: niet de uitwerking er van die kwam van een groot gerenommeerd bedrijf. Is dit een directeur die hier haar buren zit uit te schelden als een viswijf dacht ik of zit ze voor een democratisch gekozen gemeenteraad? En voor burgers die dan wel tegen zijn, maar zich nooit in zulke lage bewoordingen hebben uitgelaten. Ze vreesde ongetwijfeld het verlies van miljoenen, miljarden, banen wellicht. En ja, daar mag best wat emotie aan te pas komen. Maar de raad als een schoothondje terechtwijzen en hen laten weten dat de firma Smals hen bij de gratie Gods twee weken extra heeft geschonken, dat ging er bij mij niet in.

Berging Britse nachtvlieger

Ik haakte af toen het ging om de berging van de Britse nachtvlieger. Geweldig initiatief, maar de woorden die daar aan werden gegeven niet. Dat we toen wel van het bedrijf gebruik wilden maken. Alsof iemand van ons dat ook maar een seconde heeft beseft. Want al die domme Friezen wilden mensen die hun leven voor ons gelaten hebben, een graf geven. Een naam geven. Eer geven die hen toekomt. En moeten die kosten alsnog door ons domme Friezen opgehoest worden? Dan ben ik er zeker van dat wij daar met z’n allen voor zullen zorgdragen. Omdat die mensen dat respect verdienen. Zij wel.

maandag 4 februari 2019

Bedreiging


Jaren geleden had ik een interview met een man over zijn hondje. Het werd een mooi verhaal. Man blij, ik blij. De man stond echter vanaf dat moment elke dag op de stoep. Er moest nog een verhaal komen. Maar het verhaal over het hondje was al verteld, dus dat zat er niet meer in. 

De hel brak los

Toen ik hem dat meldde, bracht de hel los. Vanaf dat moment stond hij voortdurend voor de redactie op me te wachten. Hij kwam binnen, schreeuwde alles bij elkaar. Probeerde me met zijn hondenriem te bewerken. 

Iemand moest me ontzetten

Toen ik op een dag een gebakken visje voor de hele redactie ging kopen, stond hij me daar op te wachten. De leuke jongen van de viskiosk in Joure moest me ontzetten, anders had ik weer de hondenriem bijna over me heen gehad. 

Mijn leven werd anders

Vanaf dat moment werd mijn leven anders: ik keek eerst een miljoen keer om me heen voordat ik naar mijn auto rende. Ik durfde de deur van de redactie bijna niet meer uit. En ik verwachtte hem elk moment bij mijn eigen thuis. Alles werd onveilig. Die ene bedreiging is me altijd bij gebleven, ook al omdat de man maar door bleef gaan. De politie wilde niet ingrijpen: hij moest me eerst echt iets aandoen. 

Bedreigend

Dat hij dagen voor de redactie stond en dit heel bedreigend was, zeker als ik daar soms alleen was, bleek geen argument. Maar ook daarna waren er bedreigingen. Vooral mensen die in een rechtbankverslag voorkwamen (die ik niet eens schrijf, maar waarvoor een eigen reporter altijd in de rechtbank zit) lieten me nogal eens weten dat ‘ik nog wel zou merken’ wat er zou gebeuren. En nee, dat is niet leuk. Ervoor buigen betekent dat je je werk niet meer kunt doen. En dat is hetzelfde als VVD-er Storms en zijn gezin nu doorgaat zo besefte ik me.

Gele hesjes

Wel vraag ik me af hoe de politie zo stellig kan zijn dat het gaat om mensen die tegen de zandwinning zijn. De partij van de heer Storms is niet de enige partij die tegen is en daar zijn naar mijn weten geen stenen door de ruit gevlogen. En naar mijn weten hebben die mensen de discussie tot op heden altijd op basis van argumenten gevoerd. 

In de wandelgangen hoorde ik dat het meer gezocht zou moeten worden in de trant van de ‘gele hesjes’ beweging. Of dat waar is, ik weet het niet. Wel dat geweld naar personen nooit de oplossing is. En dat mensen blijkbaar niet weten wat ze daarmee aanrichten.  Doe je mond open zou ik zeggen, geef aan wat je wilt zeggen. Of stap naar een rechter. Ik begrijp dat mensen zich soms volledig onmachtig voelen. Maar die steen lost niets op. Het maakt alleen meer kapot.

maandag 21 januari 2019

Noflik?

Het verhaal van de Fryske Marren lees ik in een krant die we allemaal hebben gekregen. Kleurryk, aktyf, noflik en mei-inoar staat er. Een gemeente van mogelijkheden, waar je alle ruimte hebt lees ik verder. Om te ondernemen, te wonen en je te vermaken. In een kleurrijk landschap met een grote verscheidenheid. Het klinkt als een klok. Maar dat is natuurlijk ook heel gemakkelijk gedaan op papier. De praktijk vind ik toch een stuk weerbarstiger.

De ambities die er zijn worden al direct afgezwakt op de eerste pagina. Omdat vooral de kosten in het sociaal domein hoger uitvallen dan tot nu toe begroot, staat er letterlijk. Er staat niet dat de gemeente de 3 miljoen die er te kort was, maar ze wel had gekregen van het rijk,  in asfalt heeft gestopt. Dat B&W kostte wat het kost de zandwinning voor de kust van Gaasterland door wil laten gaan. Toch stelt de verantwoordelijk wethouder in ‘zijn’ interview dat hij nooit kostte wat het kost aan zijn eigen standpunten zal vasthouden. Hij vindt het belangrijk zijn visie aan anderen te toetsen en weegt alle argumenten mee. Dat staat volgens mij haaks op wat hij in vergaderingen laat horen.

Jongeren dorpen uit gejaagd

De plannen van de andere wethouders klinken ook allemaal als een klok. Ondernemers de kans geven, woningen voor starters in zowel de sociale huursector als de koopsector. Maar ik hoor constant andere geluiden: Dat het helemaal niet zo gemakkelijk is om te ondernemen. Vooral de kleinere dorpen hebben een gebrek aan bedrijventerreinen, terwijl ze die nu net nodig hebben om mensen perspectief te bieden. Maar die kleinere dorpen hebben ook gebrek aan bouwgrond. Plaatselijk belangen luiden zelfs de noodklok: onze jongeren worden de dorpen uitgejaagd laten ze weten.

Een welzijnsorganisatie die de zak krijgt. Wordt niet genoemd.

Damage control

Damage controle noem ik de werkwijze vaak. Op vragen geen antwoorden krijgen, of een vraag stellen en dan een half uur later een persbericht krijgen met een wenselijk antwoord (ongeschreven regel is dat de pers die een vraag stelt, zelf eerst dat antwoord krijgt). Helemaal geen antwoord krijgen op vrij dringende vragen als pers. Maar ook: telefoontjes krijgen van mensen die via een soort van mol hebben gehoord dat we op onderzoek uit waren. Wat niet kan, wat niet hoort. Noflik? Nou nee niet bepaald.