maandag 22 april 2019

En daar was hij weer: de supermarkt

En daar was hij weer: ik dacht eerst dat ze hem (goddank) vergeten waren. Maar hij popte toch opeens weer op: de supermarkt aan het Bantegaplein. Het plan is al duizend keer veranderd. Eerst nog met woningen (niet verkeerd, want de woningnood is best groot) vervolgens in allerlei verschillende samenstellingen. En door verschillende projectontwikkelaars. Er werden huizen voor gesloopt. Het gebied ligt er nu als een rotte kies bij. Er werd een soort van parkeerterrein gemaakt, daar waar nu bij regen een soort moeras is ontstaan als je er daadwerkelijk wilt staan met je auto. En dan nu opeens weer een gewijzigd plan. Weer groter, weer aanpassingen en weer moet er een bestemmingsplan voor gewijzigd worden.

Onzalig plan

Het plan zelf vind ik nog steeds onzalig: ik heb geen idee hoeveel supermarkten we al hebben maar het zijn er heel wat. Ik kom zo op 7 en ik vergeet er vast nog wel eentje. Hij komt bovendien op een plek te staan waar vroeger mijn school stond, in het centrum van een gebied met een ‘’oud’ hart. En dan is oud ook nog eens letterlijk te noemen, want de karakteristieke woningen in de omgeving schrijven ook nog geschiedenis. Met waarschijnlijk bij bouwwerkzaamheden alle problemen van dien. 

Parkeerplaatsen

B&W zegt nu dat er geen problemen ontstaan door de bouw. Zo zouden de 209 parkeerplekken voldoende zijn, terwijl er wettelijk 217 zouden moeten worden gerealiseerd. B&W zijn blijkbaar in het weekend  of het hoogseizoen nooit in Lemmer te vinden.  Mensen parkeren nu zelfs al op het plein voor de Spar omdat ze nergens meer een plekje kunnen vinden. Dus of dat nu echt wijs is? Bovendien zal nog een supermarkt nauwelijks invloed hebben op de andere grootgrutters, stellen B&W. En dat lijkt me stug: of je de taart met 7 of 8 moet verdelen maakt natuurlijk wel degelijk uit.

Duurzamer en minder geluidsoverlast?

En blijkbaar heeft dit deel van Lemmer weinig aantrekkingskracht, want de supermarkt moet een trekpleister worden. Volgens mij is er juist aan die kant van Lemmer echt van alles te doen, dus ook die begrijp ik helemaal niet. De locatie wordt bovendien duurzamer en er is minder geluidsoverlast zo stelt B&W. Ik heb geen idee waar die beide begrippen vandaan komen, maar met een continue beweging van bevoorradingsauto’s en klanten die ongetwijfeld ook met de auto komen, lijkt me dat een utopie.

maandag 8 april 2019

Verstoorde laatste rustplaats


Ik bezocht mijn ouders. Dat klinkt vreemd, want de meeste mensen weten wel dat mijn ouders niet meer leven. Maar ik bezocht ze op hun laatste rustplaats, zoals ik dat nog regelmatig doe. Ik vond dat altijd ook echt een rustplaats. Het was er sereen, de vogels floten,  de omgeving ademde iets uit wat ik niet echt nader kan omschrijven, maar wat mij altijd rust bracht.

Geen sereniteit, maar het geluid van auto's 

Deze keer was dat anders. Er waren geen vogels, er was geen sereniteit. Er was het lawaai van hardrijdende auto’s. Mijn ouders liggen nu in de achtertuin van het nieuwe bouwplan. En de bewoners van het nieuwe plan, hebben direct zicht op de begraafplaats. Niets dan hen meer scheidt, terwijl dat voorheen wel het geval was. Deze keer was er leegte, er was kaalheid, er was het ontbreken van groen en bomen. Ook de paden lagen er vreselijk bij. Ik had zelfs het idee dat het graf van mijn ouders meer aan het inzakken was dan voor al die maatregelen, maar dat kan ik me verbeelden.

Bomen gekapt

Het nieuwe beleid van de gemeente: de paden moeten onderhoudsarmer. Dat het allemaal geld kost dat er niet is, snappen we denk ik allemaal wel. Maar dat de bomen dan ook direct met de grond gelijk gemaakt moeten worden, dat gaat er bij mij dan weer niet zo in. Het is een laatste rustplaats. Waarvan het fijn is dat het beschut is. Waarbij het fijn is dat er natuur is die de meeste mensen troost brengt. Die natuur is nu ver te zoeken. Komt hij nog terug? Ik heb het gevraagd, maar er nog geen antwoord op gekregen. Dus ja, ik hoop dat mijn ouders snel weer een rustige rustplaats hebben. Maar voorlopig lijkt het daar niet op.

Uitpuilende afvalbakken en overwaaiend zwerfvuil

Verder hoop ik dat de gemeente haar afvalinzameling in het centrum van Lemmer nu eens aanpakt. Het afgelopen weekend liepen we door een zonnig centrum en met ons vele anderen. Overal puilden de afvalbakken uit, stonden er naast de bakken zakken met troep. Maar wat het ergste is, overal waaide die losse troep in het water. 

Plastic soep

De plastic soep wordt daarmee behoorlijk gevoed, terwijl het toch niet zo moeilijk om zijn om daar een andere oplossing voor te vinden. Dat omwonenden bovendien zelf moeten bellen om aan te geven dat dit zo niet langer kan en zij hun hengel tevoorschijn moeten halen om al die troep uit het Dok te vissen: ook dat lijkt me niet wenselijk. Voor het toerisme ook niet een opwindend gezicht trouwens: een Dok gevuld met leuke bootjes tegen de achtergrond van een afvalberg.  

maandag 1 april 2019

Een nieuwe plek


Manlief stond opeens als gebeten totaal stil in de kamer. Hij draaide zich om, keek rond en nog een keer en zei toen:’Wat is het raar dat we hier weggaan.’ Hij nam me daarmee de woorden uit de mond. 

Elk hoekje heeft herinneringen

Net daarvoor was ik ook door het huis geslopen. Elk gaatje, elk hoekje kent herinneringen. Ik woonde er bij belangrijke gebeurtenissen. Maakte me er zorgen toen mijn ouder zo ziek waren. Vond het fijn dat ik 2 huizen van ze af woonde, zodat ik zo naar binnen kon rennen. Ik huilde er vele hete tranen nadat ze waren overleden. Ik vierde er feest, werd er elk jaar weer eentje ouder. Ik dronk er wijn met Antje. Ik huilde wederom hete tranen toen zij overleed. Al mijn vriendinnen hebben er geslapen. De winter kwam er voorbij. In de zomer zat ik er te puffen.

Een heel nieuw leven

En toen kwam manlief er bij. Voor het eerst in zijn leven, stapte hij een westerse woning binnen. Met een bovenverdieping waar we slapen, iets wat ze in Gambia helemaal niet gewend zijn. Hij woonde in een huis waar altijd warm water is. Waar elektrisch het gewoon doet. Maar het was ook het plekje waar hij 3 weken was en waar hij vervolgens moest vertrekken, om pas 3 maanden later terug te mogen keren.  Zijn eerste stekje in dit koude land. Zonder familie, zonder banden. Mensen die in een taal tegen hem spraken die hij een beetje beheerste, maar waarvan zoveel zaken ook nog geheim waren.

Ons thuis

Mensen die hem vreemd aankeken, omdat hij een andere kleur heeft. Hij begon vanuit deze vesting te werken. Hij kreeg hier telefoontjes toen zijn vader opeens getroffen was door een hersenbloeding. Hij viel hier de eerste maanden elke avond na zijn werk steevast in slaap op de bank, omdat alles zoveel energie van hem koste. We maakten hier ruzie, we maakten het weer goed. We worstelden ons hier door papierbergen en bureaucratie. We nodigden mensen uit, probeerden een nieuwe sociale kring rond onze nieuwe situatie te vormen. En dat huis stond altijd centraal. Hoeveel gedoe er soms ook was, het was de plek om thuis te komen. En nu wordt het een andere plek. Eentje die we nog niet goed  kennen. Ja, we zijn heel blij met die plek, maar we laten ook al die herinneringen achter.
En dat is toch een beetje slikken.