maandag 22 april 2019
En daar was hij weer: de supermarkt
En daar was hij weer: ik dacht eerst dat ze hem (goddank) vergeten waren. Maar hij popte toch opeens weer op: de supermarkt aan het Bantegaplein. Het plan is al duizend keer veranderd. Eerst nog met woningen (niet verkeerd, want de woningnood is best groot) vervolgens in allerlei verschillende samenstellingen. En door verschillende projectontwikkelaars. Er werden huizen voor gesloopt. Het gebied ligt er nu als een rotte kies bij. Er werd een soort van parkeerterrein gemaakt, daar waar nu bij regen een soort moeras is ontstaan als je er daadwerkelijk wilt staan met je auto. En dan nu opeens weer een gewijzigd plan. Weer groter, weer aanpassingen en weer moet er een bestemmingsplan voor gewijzigd worden.
maandag 8 april 2019
Verstoorde laatste rustplaats
Ik bezocht mijn ouders. Dat klinkt vreemd, want de meeste
mensen weten wel dat mijn ouders niet meer leven. Maar ik bezocht ze op hun
laatste rustplaats, zoals ik dat nog regelmatig doe. Ik vond dat altijd ook
echt een rustplaats. Het was er sereen, de vogels floten, de omgeving ademde iets uit wat ik niet echt
nader kan omschrijven, maar wat mij altijd rust bracht.
Geen sereniteit, maar het geluid van auto's
Deze keer was dat anders. Er waren geen vogels, er was geen
sereniteit. Er was het lawaai van hardrijdende auto’s. Mijn ouders liggen nu in de achtertuin van het nieuwe bouwplan. En de bewoners van het nieuwe plan, hebben direct zicht op de begraafplaats. Niets dan hen meer scheidt, terwijl dat voorheen wel het geval was. Deze keer was er leegte, er was
kaalheid, er was het ontbreken van groen en bomen. Ook de paden lagen er
vreselijk bij. Ik had zelfs het idee dat het graf van mijn ouders meer aan het
inzakken was dan voor al die maatregelen, maar dat kan ik me verbeelden.
Bomen gekapt
Het nieuwe beleid van de gemeente: de paden moeten
onderhoudsarmer. Dat het allemaal geld kost dat er niet is, snappen we denk ik
allemaal wel. Maar dat de bomen dan ook direct met de grond gelijk gemaakt
moeten worden, dat gaat er bij mij dan weer niet zo in. Het is een laatste
rustplaats. Waarvan het fijn is dat het beschut is. Waarbij het fijn is dat er
natuur is die de meeste mensen troost brengt. Die natuur is nu ver te zoeken.
Komt hij nog terug? Ik heb het gevraagd, maar er nog geen antwoord op gekregen.
Dus ja, ik hoop dat mijn ouders snel weer een rustige rustplaats hebben. Maar
voorlopig lijkt het daar niet op.
Uitpuilende afvalbakken en overwaaiend zwerfvuil
Verder hoop ik dat de gemeente haar afvalinzameling in het
centrum van Lemmer nu eens aanpakt. Het afgelopen weekend liepen we door een
zonnig centrum en met ons vele anderen. Overal puilden de afvalbakken uit,
stonden er naast de bakken zakken met troep. Maar wat het ergste is, overal
waaide die losse troep in het water.
Plastic soep
De plastic soep wordt daarmee behoorlijk
gevoed, terwijl het toch niet zo moeilijk om zijn om daar een andere oplossing
voor te vinden. Dat omwonenden bovendien zelf moeten bellen om aan te geven dat
dit zo niet langer kan en zij hun hengel tevoorschijn moeten halen om al die
troep uit het Dok te vissen: ook dat lijkt me niet wenselijk. Voor het toerisme
ook niet een opwindend gezicht trouwens: een Dok gevuld met leuke bootjes tegen
de achtergrond van een afvalberg.
maandag 1 april 2019
Een nieuwe plek
Manlief stond opeens als gebeten totaal stil in de kamer.
Hij draaide zich om, keek rond en nog een keer en zei toen:’Wat is het raar dat
we hier weggaan.’ Hij nam me daarmee de woorden uit de mond.
Elk hoekje heeft herinneringen
Net daarvoor was ik ook door het huis geslopen. Elk gaatje,
elk hoekje kent herinneringen. Ik woonde er bij belangrijke gebeurtenissen.
Maakte me er zorgen toen mijn ouder zo ziek waren. Vond het fijn dat ik 2 huizen
van ze af woonde, zodat ik zo naar binnen kon rennen. Ik huilde er vele hete
tranen nadat ze waren overleden. Ik vierde er feest, werd er elk jaar weer
eentje ouder. Ik dronk er wijn met Antje. Ik huilde wederom hete tranen toen
zij overleed. Al mijn vriendinnen hebben er geslapen. De winter kwam er
voorbij. In de zomer zat ik er te puffen.
Een heel nieuw leven
En toen kwam manlief er bij. Voor het eerst in zijn leven,
stapte hij een westerse woning binnen. Met een bovenverdieping waar we slapen,
iets wat ze in Gambia helemaal niet gewend zijn. Hij woonde in een huis waar
altijd warm water is. Waar elektrisch het gewoon doet. Maar het was ook het
plekje waar hij 3 weken was en waar hij vervolgens moest vertrekken, om pas 3
maanden later terug te mogen keren. Zijn
eerste stekje in dit koude land. Zonder familie, zonder banden. Mensen die in
een taal tegen hem spraken die hij een beetje beheerste, maar waarvan zoveel
zaken ook nog geheim waren.
Ons thuis
Mensen die hem vreemd aankeken, omdat hij een andere kleur
heeft. Hij begon vanuit deze vesting te werken. Hij kreeg hier telefoontjes
toen zijn vader opeens getroffen was door een hersenbloeding. Hij viel hier de
eerste maanden elke avond na zijn werk steevast in slaap op de bank, omdat
alles zoveel energie van hem koste. We maakten hier ruzie, we maakten het weer
goed. We worstelden ons hier door papierbergen en bureaucratie. We nodigden
mensen uit, probeerden een nieuwe sociale kring rond onze nieuwe situatie te
vormen. En dat huis stond altijd centraal. Hoeveel gedoe er soms ook was, het
was de plek om thuis te komen. En nu wordt het een andere plek. Eentje die we
nog niet goed kennen. Ja, we zijn heel
blij met die plek, maar we laten ook al die herinneringen achter.
En dat is toch een beetje slikken.
Labels:
heel nieuw leven,
herinneringen,
hoekje,
nieuw huis,
ons thuis,
verhuizen
Abonneren op:
Posts (Atom)