maandag 21 oktober 2019

Lieve Trees


Trees van der Belt-Scheffer was voor ons niet zomaar een naam. Ze was voor ons die lieverd. Ze was voor ons de vrouw die altijd zo lekker op haar scootmobiel racete. Ze was de vrouw waar je altijd een praatje mee kon maken. Die je vaak even tegenkwam in de winkel. Die altijd wel gespreksstof had. En altijd een aardig woord. Die ´sa is it faam´ tegen je zei. Maar ze was bovenal de moeder van mensen die ons dierbaar zijn.

Naar huis

We wisten dat het met haar niet goed ging. Dat de familie als één man om haar heen was gaan staan om er voor te zorgen dat ze toch terug kon naar de plek waar haar wiegje stond. Want Lemmer was haar alles. Dat iedereen er misselijk van was toen ze naar de Ielannen in Sneek moest en besloot:´Dit moet anders.´ En toen was er toch die tijding:  dat ze na aanvankelijk wat te zijn opgeknapt was overleden.

Zijn we te veel

Ons groepje drentelde wat na het condoleren. Omdat we dachten dat we teveel zouden zijn en te veel ruimte in zouden nemen. Ga toch zitten zei de uitvaartbegeleider, er is plek zat. En we luisterden. Met ingehouden adem en soms tranen over onze wangen. Naar het verhaal van de grote liefde voor haar man Henk. Naar het feit dat ze overal hadden gewoond omdat de broodwinning daar nu eenmaal om vroeg. 

Enorme bezorgdheid

Haar enorme bezorgdheid voor haar kinderen was ook tekenend voor haar zo bleek. Dat als ze een dagje op het strand zat, ze zowat de hele Lemmer in de gaten hield. Misschien omdat ze zelf niet kon zwemmen. En toen hoorden we van dat enorme verdriet dat zo´n gat in haar en het hele gezin had geslagen. Het overlijden van jongste spruit Peter op 9-jarige leeftijd door een ongeluk. Onlangs had ze me er al op aangesproken. Dat ze door de nieuwe opzet van de begraafplaats niet meer bij Peter en Henk kon komen. Dat ze dat zo vreselijk vond. Dat ze een mens toch niet bij hun geliefden weg konden houden. 

Wat ze niet zei

Ze zei er niet bij dat het leven na het ongeluk nooit meer hetzelfde was geworden. Of dat je je best blijft doen voor de andere kinderen. Ze sprak ook niet over het feit dat haar man zo ziek was geworden dat hij opgenomen moest worden in een instelling en ze daardoor uit elkaar werden gehaald. Of dat ze er gelukkig wel bij was toen hij overleed. Ze sprak niet over het grote verdriet dat hun familie opnieuw trof toen haar dochter haar partner verloor. Een partner bovendien waar ze mee kon lezen en schrijven. Die boodschappen voor haar haalde, waar ze mee boomde. Dat zei ze allemaal niet. 

Maar dat zeiden haar kinderen nu wel.  Maar ook dat ze zo gek was op haar sigaretje. Dat ze samen met haar dat sigaretje roken zo ongeveer het mooiste moment van de dag vonden. Maar ook dat ze de lekkerste snert en bonensoep van de wereld kon maken. Dat de kinderen daar bakken vol mee van naar huis kregen en ze zich dan nog afvroeg of het wel genoeg was. Dat ze breide alsof haar leven er van afhing. Dat ze graag even naar Onder de Hoek ging. Maar dat ze boven alles gek was op haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en alles voor ze deed. En dat, dat  verbaasde ons geen seconde.

maandag 14 oktober 2019

Winkeldief of een waanidee


In de zoektocht naar wat eten we vandaag nu weer, loop ik vertwijfeld van de groente naar de vis en van de pasta naar de rijst in een plaatselijke supermarkt in Lemmer. Omdat ik niet goed weet wat het gaat worden, kijk ik maar wat andere mensen in hun wagentjes laden. Beetje inspiratie opdoen.  

Wat doen ze vreemd

Twee mannen trekken mijn aandacht. Niet omdat ze nu zulke spannende dingen beethouden, maar omdat ze zich wat vreemd gedragen. Ze lopen heen en weer, schuiven wat achter rijen met blikken. Dan komt er eentje aan met wat lijkt op zo´n kant-en-klaar maaltijd. Het volgende moment lijkt die maaltijd te zijn verdwenen en lijkt de man nogal aan zijn broek te staan hijsen. Het zal toch niet, bedenk ik me. Dat hij die kant-en-klaar maaltijd tussen zijn broekriem laat verdwijnen? 

Verkeerd gezien?

Of heeft hij hem net terug gelegd en heb ik het allemaal verkeerd gezien. Ik besluit het tweetal in de gaten te houden en besluip ze hier en daar. Het voelt niet als zuivere koffie, maar voel ik wel als zuivere koffie in mijn zoektocht naar iets waarvan ik niet weet wat het moet worden? Ik blijf kijken. Besluip hen vanaf een andere kant. Ik blijf het verdacht vinden. Schuiven ze daar nu weer wat in een rij met blikken? Of wil ik iets zien dat hen verdacht maakt?

Aan wie meld ik dit?

Moet ik het zeggen dat ik het niet vertrouw? En aan wie dan? Ik ga op zoek naar wat sterke kerels in de winkel, maar vind alleen maar meisjes die vakken vullen, brood bakken en vleeswaren snijden. In deze winkel werkte toch iemand die de boevenvanger van het jaar was? Waar is diegene als je hem nodig hebt? Ik blijf de mannen volgen en heb het idee dat ze het in de gaten hebben en me schuldbewust aankijken. Maar is dat niet alleen een idee? Ik word er opgejaagd van, ga nog een keer op zoek naar jongens die ik kan inlichten, maar vind niemand. Dan sta ik bij de kassa en zie ze weer smoezelend staan in een ander gangpad. Moet ik het tegen de caissière zeggen? Maar wat moet zij doen als het tweetal agressief wordt? En mag je zomaar tegen een klant zeggen dat hij zijn broek moet uittrekken omdat je vermoedt dat daar een pak zuurkool met worst tussen zit? Terwijl dat misschien helemaal niet zo is? Help..

maandag 7 oktober 2019

Is het voor een vrouw?


Ik wil wel een bon zei een vriendin van me op de vraag wat haar verjaardag wens was. Een bon voor verwen dingen.  Voor cremetjes. Luchtjes. Een kaarsje wat zo lekker doet denken aan de winter. En dan vooral gekocht bij zo´n landelijke keten die we overal vinden. Nu heb ik niets tegen de landelijke ketens en er werken ook heel leuke mensen uit Lemmer bij deze winkels, maar toch attendeerde ik haar op onze eigen parfumerie/drogisterij met twee vestigingen in Lemmer.

Mooi cadeautje

 Hartstikke leuke aanbiedingen hebben ze daar altijd, goed advies, leuk personeel, zei ik. Maar het belangrijkste zei ik niet. Dat ik het altijd zo ontzettend leuk vind als ze zo´n bon inpakken. Zo´n tasje alleen is al een geschenk op zich. De bonnen mooi in een enveloppe. Het tasje leuk gekleurd of wat neutraler. Een strikje erom heen. Zodat je het tasje eigenlijk wilt bewaren en het nooit wilt open maken. Maar doe je hem dan wel open, dan komt er nog veel meer moois tevoorschijn. Proefjes. Parfums, crèmes, leuke kleine hebbedingetjes om te proberen. En niets ten nadele van die ketens, maar dat krijg je bij die andere bedrijven gewoon niet. Daar loop je met een bon de deur uit en moet je maar zien dat je het leuk ingepakt krijgt. Ik ben daar geen kei in, dus bij mij wordt het dan altijd zo´n schots en scheef pakketje.

Vrouwen en mannen

Maar zit ik hier nu dikke vette reclame te maken voor de plaatselijke drogist? Nou ja, wel een beetje, maar ik kwam erop door een andere discussie. Want als je dan zo´n prachtig pakketjes laat maken, is standaard de vraag: is het voor een man of een vrouw? Omdat een man dan mannenluchtjes en zo krijgt en een vrouw dan vrouwendingetjes. En dat mag zo meteen niet meer.

Lief in Channel nummer 5 en ik een scheerapparaat

Dan moet ik met aftershave op gaan lopen en hult lief zich in een wolk van Channel nummer 5. Hij aan de lipstick, ik aan het scheerapparaat. En dat bedoel ik niet lacherig, want mannen die zich vrouw voelen en of worden en vrouwen die zich man voelen en of worden of alle varianten daartussen in: alles prima. Maar dat nu zelfs speelgoed genderneutraal moet worden, ik begrijp het niet. Een jongetje met een pop of een meisje met een trein, who cares.
Laat toch iedereen lekker doen wat hij zelf wil. Maar ik ga toch voor dat tasje. Voor de vrouw.