Trees van der Belt-Scheffer was voor ons niet zomaar een
naam. Ze was voor ons die lieverd. Ze was voor ons de vrouw die altijd zo
lekker op haar scootmobiel racete. Ze was de vrouw waar je altijd een praatje
mee kon maken. Die je vaak even tegenkwam in de winkel. Die altijd wel gespreksstof had. En altijd een aardig woord. Die ´sa is it faam´ tegen je zei. Maar ze was bovenal de moeder van mensen die ons dierbaar zijn.
Naar huis
We wisten dat het met haar niet goed ging. Dat de familie
als één man om haar heen was gaan staan om er voor te zorgen dat ze toch terug
kon naar de plek waar haar wiegje stond. Want Lemmer was haar alles. Dat iedereen er misselijk van was toen
ze naar de Ielannen in Sneek moest en besloot:´Dit moet anders.´ En toen was er toch die
tijding: dat ze na aanvankelijk wat te
zijn opgeknapt was overleden.
Zijn we te veel
Ons groepje drentelde wat na het condoleren. Omdat we
dachten dat we teveel zouden zijn en te veel ruimte in zouden nemen. Ga toch
zitten zei de uitvaartbegeleider, er is plek zat. En we luisterden. Met ingehouden
adem en soms tranen over onze wangen. Naar het verhaal van de grote liefde voor
haar man Henk. Naar het feit dat ze overal hadden gewoond omdat de broodwinning
daar nu eenmaal om vroeg.
Enorme bezorgdheid
Haar enorme bezorgdheid voor haar kinderen was ook tekenend voor haar zo bleek. Dat als
ze een dagje op het strand zat, ze zowat de hele Lemmer in de gaten hield.
Misschien omdat ze zelf niet kon zwemmen. En toen hoorden we van dat enorme
verdriet dat zo´n gat in haar en het hele gezin had geslagen. Het overlijden van
jongste spruit Peter op 9-jarige leeftijd door een ongeluk. Onlangs had ze me
er al op aangesproken. Dat ze door de nieuwe opzet van de begraafplaats niet
meer bij Peter en Henk kon komen. Dat ze dat zo vreselijk vond. Dat ze een mens toch niet bij hun geliefden weg konden houden.
Wat ze niet zei
Ze zei er niet bij
dat het leven na het ongeluk nooit meer hetzelfde was geworden. Of dat je je best
blijft doen voor de andere kinderen. Ze sprak ook niet over het feit dat haar
man zo ziek was geworden dat hij opgenomen moest worden in een instelling en ze
daardoor uit elkaar werden gehaald. Of dat ze er gelukkig wel bij was toen hij
overleed. Ze sprak niet over het grote verdriet dat hun familie opnieuw trof
toen haar dochter haar partner verloor. Een partner bovendien waar ze mee kon lezen en schrijven. Die boodschappen voor haar haalde, waar ze mee boomde. Dat zei ze allemaal niet.
Maar dat
zeiden haar kinderen nu wel. Maar ook
dat ze zo gek was op haar sigaretje. Dat ze samen met haar dat sigaretje roken zo ongeveer het mooiste moment van de dag vonden. Maar ook dat ze de lekkerste snert en bonensoep van
de wereld kon maken. Dat de kinderen daar bakken vol mee van naar huis kregen en ze zich dan nog afvroeg of het wel genoeg was. Dat ze breide alsof haar leven er van afhing. Dat ze graag even naar Onder de Hoek ging. Maar dat ze boven alles gek was op haar kinderen, kleinkinderen
en achterkleinkinderen en alles voor ze deed. En dat, dat verbaasde ons geen seconde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten