Mannen in pakken. Mannen in pakken die aan veel blabla
deden. Ze keken ons raar aan terwijl wij in een niet- pak naar een bijeenkomst
van ondernemers togen. Ze namen ons met hun maatpak de maat en bevonden ons te
licht. Onze business vonden ze, was niet interessant genoeg.
Een
vertegenwoordiger van een organisatie die ons op weg had moeten helpen zei het
nog net niet. Hoewel, hij had me al wel een aantal keren gewaarschuwd. Wie met
een Afrikaan in zee gaat is per definitie gedoemd om te mislukken, zo ongeveer
stond zijn hoofd. Die gaan er steevast met je beurs en je zaken vandoor.
Vragen
En toen kwamen de vragen. Hoe lang we elkaar
al kennen. Hoe de zaken er dan wel niet uitzagen. En zijn gezicht sprak
boekdelen. Doe het niet, was zijn boodschap. De mans belangrijkste taak was om
mensen op weg te helpen. In dit geval leek dat meer op een doodlopende weg. Ik
zat daar en wij lachten erom.
De Lemster Onassis
En ik herinnerde me een paar uit Lemmer.
Piepjong, in een zaakje waar een oud kacheltje stond te branden. Het paar
maakte zelf computers. Het kleine optrekje werd al snel een veel grotere zaak. En toen ging het stel
panden bouwen die mensen konden huren. En huizen verbouwen die mensen konden
kopen en huren. En nu noem ik ze wel eens gekscherend de familie Onassis van
Lemmer. Klein begonnen maar met vertrouwen in eigen kunnen. En toch zo heerlijk
gewoon.
Blaaskaken
Dat had ik al die omhooggevallen blaaskaken daar op die ook nog eens
niet zo goed georganiseerde bijeenkomst wel eens willen zeggen. Maar dat deed ik niet. Nog voor het einde van
de avond vertrokken we. Schaterlachend en grappend dat ze het vast jammer vonden dat ze ons hadden uitgenodigd. Maar dat ze nog van ons zouden horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten