Woest
Woest ben ik en dat zal ik uiten ook. Ik steven op het raam af dat drie hoog ligt. Ik kijk uit het raam, maar zie helemaal niemand met een container sjouwen. Huuuu? Hoe kan dat nu? Dan zie ik opeens iets uit mijn ooghoeken. Even denk ik dat er een mens op het dak is geklommen. Ietwat blind, want zonder lenzen en bril focus ik nog even. Is het een kat? Nee, het is ook geen kat, want het beest is lang en heeft een lange staart. En het staat op korte poten. En het rent. Het rent als een bezetene. Over dat hele hoge dak.
Het kijkt me aan
En het kijkt me aan. Ik stuiter achterover. Zit het raam wel dicht? En zit het raam van de logeerkamer wel dicht? Ik ren er een beetje trillend heen, want ik wil dat beest niet in huis. Gelukkig het is dicht. Ik doe mijn licht aan en slaap geen seconde meer. Ik denk aan de gaten in de kast naast me en sleep er snel een koffer voor. Dan lig ik de hele nacht met open ogen te luisteren naar al die enge geluiden.
Google maar
De volgende dag bel ik de gemeente. Ik heb een steenmarter zeg ik. Jammer dan zegt de telefoniste nog net niet. Wat ze wel zegt:´Ga maar googlen op het internet wat je tegen dit beest moet doen, want hij is beschermd.´ Bedankt gemeente. Misschien kan ik dit punt even aankaarten in het nieuwe panel van de Fryske Marren. Daar zoeken ze vrouwen heb ik begrepen. En het eerste onderzoek gaat over communicatie. Misschien kunnen ze me dan vertellen wat ik moet met half verrotte kippen die het beest tussen de spouwmuur verbergt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten