De man tegenover me die ik wil gaan interviewen is van mijn
leeftijd. Of misschien nog wel jonger. Nee, zeker jonger. Misschien. Maar omdat
ik dat niet zeker weet, spreek ik hem aan met u. En omdat mijn ouders me dat
geleerd hebben. Omdat dit nu eenmaal fatsoenlijk is. Of u ook wat meer kunt
vertellen over deze activiteit, vraag ik.
U of jij zeggen
Zijn gezicht vertrekt een beetje. Je
ziet hem bijna denken: Zo oud zie ik er toch niet uit? Ik wil het bijna zeggen,
maar dan is hij me voor. Ik ben gewoon je hoor zegt hij en ja hij kan wel wat
vertellen over het evenement. Vanaf dat
moment is het je en jij, maar het blijft een beetje als een soort beschuldiging
tussen ons in hangen.
Stokoud voelen
Bijna wil ik hem
vertellen over vorige week. Dat ik in de kleedkamer van de sportschool stond en
met een aardig meisje stond te kletsen. En dat ze opeens zei: ja, u ook een
fijne Koningsdag. Ik dacht toen hetzelfde. Zo oud zie ik er toch nog niet uit?
Maar in de ogen van die - wat was het, 16- of 18-jarige - zie ik er waarschijnlijk
wel stokoud uit. En misschien had zij ook alleen maar hele goede manieren
geleerd en twijfelde ze ook even of ze me met u of met jij aan zou spreken. Dat
hoop ik dan maar. Maar het blijft wel een dingetje hoor, dat u zeggen. Dus als ik u in het vervolg nu met jij
aanspreek, accepteer dat dan als een compliment. Dat vind ik dat u, uhhh je er
nog heel jong uitziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten