maandag 26 augustus 2013

Hygiëne: een fijne vieze onderbroek

Toen ik las dat 15 procent van de mensen ontevreden is over de hygiëne van de partner moest ik toch even gniffelen. Als je dus 10 mensen tegenkomt, dan vindt 1,5 dat de partner nu niet bepaald de meest frisse is die er rondloopt. En daar moet je dan het bed mee delen!
Verder lezend zag ik dat 83 procent van de mensen die meededen elke dag van onderbroek te wisselen. Dat impliceert dus dat bijna 20 procent dat niet doet. Het grapje over omgekeerde slips kent iedereen wel, maar dat iemand gewoon nog maar een dagje in het ondergoed kruipt, gaat er bij mij niet in. Ook met de mondhygiëne is het blijkbaar niet zo goed gesteld. Maar 40.5 procent poetst de tanden in ieder geval 1 keer per dag. De resterende 60 procent slaat dus gewoon dagen over.

Die hebben dus gewoon mos op de tanden staan stel ik me zo voor. Dat alles bedenkend ga je graven in je eigen verleden. Natuurlijk heb je daarin ook mensen die je nu op z’n zachts gezegd niet bepaald fris vond ruiken. Of waarbij je wel eens een graai in een kledingstuk deed en dan toch hele vreemde zaken tegenkwam. De romantiek is er dan snel af moet ik zeggen.

Zo verbleef ik een keer bij een vriendje. We hadden het meer dan gezellig tot ik zijn onderbroek op de grond zag liggen. Het tart ieder voorstellingsvermogen om aan te geven wat zich daarin allemaal bevond, maar ik was op slag misselijk. Nou, je libido is dan heel snel verdwenen! Vanzelfsprekend zal ik ook niet altijd even fris hebben geroken. Na een dag hard werken of hoge temperaturen heeft iedereen denk ik wel zo zijn luchtjes. Bijna ieder weldenkend mens gaat dan volgens mij eerst even douchen. Dit schrijvende moet ik opeens denken aan die lover die zo biologisch dynamisch was dat hij zich niet waste. Althans niet met iets dat reinigend vermogen had. Hij geloofde niet in zeep.

De geuren die daardoor van zijn haar afkwamen waren een kruising tussen een ranzige frietzaak, een asbak en een gaarkeuken. Etensluchten en rookluchten gaan namelijk allemaal in je haar zitten. Ik dacht nog aardig te zijn en heb een heel regiment aan biologisch verantwoorde verzorgingsproducten voor hem gekocht. Dat viel niet in goede aarde; de relatie werd al snel verbroken. Ik was te weinig begripvol. Dat geloof ik ook wel; ik ging over mijn nek van wat me werd voorgeschoteld. Het was zogezegd een dealbreaker. Waar ik me ´s ochtends het bed uitspoedde om alle cruciale delen eens goed te reinigen en mijn ochtendgebitslucht weg te werken, vond hij dat die van gisteren, eergisteren en zelfs de week er voor er lekker bij hoorden. Ik heb bedankt.

Actie pampers maandboxen

maandag 19 augustus 2013

Weekendje weg

‘Oh, nee. Ik dacht altijd al dat mensen dat doen, maar ze doen het dus echt. ‘ Mijn vriendin waar ik een weekendje mee naar Berlijn ben, kijkt me vol afgrijzen aan. Ik heb mijn schoenen in de kast gezet en dat vervult haar klaarblijkelijk met de meeste weerzin die een mens zich maar kan voorstellen. Ze heeft het over straatvuil en hygiëne en natuurlijk heeft ze gelijk. Maar ik maal eigenlijk niet zo om dat soort dingen. Ik heb altijd geleerd dat je daar weerstand van opbouwt. En ik sta er eigenlijk ook nooit bij stil.

Wie mij kent weet dat er in mijn woning altijd een bom lijkt te zijn ontploft. Die ruim ik zo nu en dan weer op, maar hij komt ook altijd weer terug. Ik ben slordig. Ja ik ben slordig. En dat soort zaken komt pas aan de orde als je met z’n tweetjes op een kamer verblijft. Over geld hebben wij geen problemen. We maken een pot en betalen daar uit wat we nodig hebben. En wil iemand een goedkoop kopje thee en de ander een cocktail van 15 euro dan doen we daar gelukkig niet moeilijk over. Want dat haat ik.

En we willen ook graag dezelfde dingen zien: we sjouwen langs mooie gebouwen en gedenkwaardige plekken. We nemen een rondvaartboot. Maar gaan ook lekker eten en shoppen. In dat opzicht doen we het heel goed. Alleen op die kamer is het een ander geval. Zij ruimt de hele dag achter mijn kont op, ik vraag me af waar ze zich toch de hele dag druk over maakt. Dat dat jurkje daar ligt is helemaal niet erg: het ligt er warm en droog. Waar ik me dan weer over verbaas en wat zij niet snapt is dat zij met de deur open plast. Dat zijn van die persoonlijke dingen die ik dan weer liever niet aan de buitenwereld toon. En die ik ook niet van een ander hoef te horen. In een grote woning kun je dat soort zaken nog wel afschermen, maar op een kamer van een paar meter bij een paar meter worden dit soort zaken opeens heel duidelijk. Niet pijnlijk, helemaal niet pijnlijk. Want we hebben het gewoon heel fijn daar in die Heimat. We verwonderen ons er alleen over dat je zo gelijk en toch ook zo verschillend kunt zijn.

Als zij op de terugweg van Berlijn naar Nederland opeens verandert in een soort autocoureur (nadat we uren lang in de file hebben gestaan) verbaast me dat weer. Ze scheurt met 150 over de Duitse Bahn, neemt rotondes alsof de duivel ons op de hielen zit. En daar ben ik dan weer niet zo van. Ik roep dat ik nog niet dood wil en zij vindt mij waarschijnlijk een enorm watje. En dat ben ik ook. De dag na het weekend bellen we elkaar op: Wat mis ik je. Wat hadden we het goed! En zo was het ook.

maandag 12 augustus 2013

Gemeentekennis

Je zou denken dat de ambtenaren van De Friese Meren wel een beetje weten wat er leeft in Lemsterland. Zeker als ze aanwezig zijn op een bijeenkomst die gaat over Lemmer. Toen ik de laatste keer bij een vergadering was, bleek daar bitter weinig van waar. Zo had men daar nog nooit gehoord van de Zuid-Friesland.

De mevrouw die mij vroeg me in te schrijven op de presentielijst kwam speciaal vragen wat Zuid-Friesland dan wel mocht zijn. Toen ik haar verbaasd aan keek en haar zei dat ik het vreemd vond dat zij dat niet wist, had ze niet echt een antwoord anders dan dat zij daar niet over gaat.

Op zich is dat al vreemd: ambtenaren zouden toch moeten weten wat er zoal gepubliceerd wordt over ons mooie grondgebied. Omdat ze dan weten wat er leeft, maar ook om zaken bij te houden die mogelijk belangrijk zijn. Bovendien adverteert de gemeente in dit blad. En zoveel kranten zijn er nu ook weer niet op het terrein van De Friese Meren. Ik tel er hooguit 5.

Omdat wij dus niet bekend waren, werd er ook lustig op los gebabbeld. Er werden zaken gezegd die naar mijn idee niet zo goed kunnen. Zo zei een ambtenaar letterlijk dat er in Lemsterland raadslieden waren die aan stemmingmakerij deden. Dergelijke uitspraken horen niet in het openbaar is mijn mening. Daar komt bij dat raadslieden er zijn om het openbaar belang te dienen. Dat kan nooit verward worden met stemmingmakerij.

Het toont verder vooral aan dat Lemsterland nog steeds een vreemde eend in de bijt is. Want vergaderen in Lemsterland gaat er nu eenmaal anders aan toe dan in Skarsterlân of in Gaasterlân-Sleat. Raadslieden zijn daarnaast erg betrokken en vertonen zich vaak op bijeenkomsten waar iets wordt uitgelegd of waar betrokkenen zich uit kunnen spreken tegen of voor iets. Dergelijke uitspraken doen overigens het ergste voor de toekomst vrezen.

Nu is het natuurlijk de vraag of Lemsterland überhaupt nog veel afgevaardigden kan gaan leveren voor de nieuwe raad. Maar is dat wel het geval dan lijkt het alsof ze de mond zal worden gesnoerd. Voor het democratisch gehalte niet bepaald een goede zaak. Overigens toont het ook aan dat de ambtenarij wel een hele dikke vinger in de pap heeft, daar waar raden uiteindelijk toch de definitieve besluiten moeten nemen. Ik adviseer De Friese Meren in ieder geval om een avondje voorlichting te houden over de media die aanwezig zijn in het gebied. Dan worden er tenminste niet meer zulke flaters geslagen.