zondag 30 december 2018

Afhankelijk



Er krijste een baby aan de andere kant van de lijn toen ik opnam. Ik schrok. Een onbekend nummer zag ik in het scherm, maar het gebrul van die baby ging me door merg en been. Het kind kermde. Ik zei mijn naam en nog eens. De baby bleef krijsen. Toen meldde zich een volwassen stem. De voorlichter van Vitens. Tevens de moeder van de baby.

Talloze pogingen om de afdeling aan de lijn te krijgen waren mislukt. Het nummer dat 24 uur bereikbaar zou moeten zijn, meldde dat de voorlichter op vakantie was. En dat het nummer gebeld moest worden dat ik net gebeld had. Ik was gefrustreerd door die gang van zaken. Daardoor en doordat ik wilde weten voor mijn lezers hoe lang die waterstoring nog zou duren. Wat de oorzaak was. Maar ook omdat ik zelf wilde douchen en naar het toilet moest. Het liep wat door elkaar heen dus.

Normaliter hebben we altijd wel een pak met flessen mineraalwater staan, mar dat pak was net leeg. Ook in de koelkast alleen sapjes. Waterkoker en koffiezetapparaat waren beide ook leeg. Koffie van sinaasappelsap leek me niks. Thee ook niet. En dan niemand aan de lijn kunnen krijgen voor zo’n grote organisatie. Ik was nog wat geïrriteerd toen ze uitlegde dat ze eigenlijk vakantie had. Maar tegelijkertijd diens had. Ik wilde haar vragen hoe zo’n contradictie bestaat. Maar haar baby bleef maar schreeuwen.

Storing Vitens

Terwijl ze uit probeerde te leggen dat ze met zo’n storing voortdurend aan het bellen is (en ik dat niet begreep omdat me juist haar werk leek) daagde het me opeens. Of eigenlijk was het de baby die me dat inzicht gaf. Ik wilde dat het kind bij zijn moeder kon zijn, de borst kreeg als dat moest, een schone luier als het kind door die storing al veel te lang in een nat exemplaar lag. Maar ik wilde vooral dat we ons allemaal beseften hoe afhankelijk we van alles zijn geworden. En hoe kwetsbaar.  We zijn totaal niet meer zelfvoorzienend en akelig verwend. Als de wc niet doorspoelt, durven we niet meer naar de wc te gaan. Terwijl we vroeger een wc hadden die gewoon niet werkte, omdat het te hard vroor en we daar geen verwarming hadden. Omdat we toen niet eens een douche hadden, waar we onder konden staan. We wasten ons in een emmer in de keuken, terwijl een gordijn ons scheidde van de rest die in de woonkamer zat. We hadden de ijspegels aan de dekens hangen en de bloemen op de ramen. En dat kan nu niet meer. Maar we hebben ook geen ton met regenwater staan. Of een middel dat dit regenwater zo zuivert dat we het kunnen drinken. En blijkbaar is er dus in zo’n organisatie dan ook niet iemand die zo’n medewerker dan helpt al die telefoontjes op te vangen. Wat sprekend is voor de hedendaagse tijd. Veel te veel moeten doen met veel te weinig mensen en zonder enige achterwacht. Zowel letterlijk als figuurlijk.

‘Ga maar gauw naar je baby,’ zei ik en sloot af. En besloot dat we veel beter op dit soort situaties berekend moeten zijn. Maar ook misschien niet te snel moeten piepen.
(Foto Pixabay)

zondag 23 december 2018

Een lege plek aan de kerstdis



Op tv wordt het uitgemolken: kerst is de mooiste tijd van het jaar. Supermarkten lopen overvol alsof er een hongerwinter aanstaande is. De partijen zijn niet van de lucht. En het klopt wel: kerst kan een mooie tijd zijn. Wat meer tijd voor familie en vrienden. Gezellig samen aan de dis, spelletjes doen of samen wandelen. Maar voor een deel van de mensen is die gezelligheid er ook niet, omdat die contacten er niet zijn en er eenzaamheid is. Zeker in deze tijd wordt die dan nog eens extra benadrukt.

Mensen die ons zijn ontvallen

Bovendien is voor heel veel mensen kerst juist een tijd waarin mensen van wie ze houden ontbreken. Die ons dit jaar zijn ontvallen en waarvoor geen bordje meer kan worden klaargezet. In gedachten zullen ze er zeker bij zijn, maar wie iemand verloren heeft, wordt keihard met zijn verdriet geconfronteerd. Zo staarde ik gisteravond Antje diep in de ogen. Haar foto staat altijd op mijn bureaublad en na bijna 10 jaar word ik nog steeds regelmatig overvallen door een niet te geloven verlangen om met haar te praten. Ik klikte op haar foto en hoe langer ik er naar keek, hoe realistischer het me leek dat ze opeens op zou poppen en zou zeggen:’Het was allemaal een geintje. Hier ben ik weer.’ 

Praten tot diep in de nacht

En dat we dan de draad weer zouden oppakken. De wijnfles er bij zouden pakken, zouden praten tot diep in de nacht, zouden lachen tot we bijna in onze broek pisten. Ze keek me aan met die heldere ogen van haar, haar mond in die bulderlachstand en zeker 10 minuten lang dacht ik dat het echt ging gebeuren. Maar het gebeurde niet. Voor ons dit jaar geen gezamenlijke kerst waarbij zij en haar man en ik en mijn man in een restaurant zitten waar we de enige zijn (zoete herinneringen). Sterker nog: zij heeft mijn man nog nooit ontmoet. Net als mijn ouders dat nooit hebben gedaan.

Verdriet

Hoewel mijn verdriet er na 10 jaar nog steeds is, zijn er mensen wiens verdriet zoveel recenter is.  De familie Faber/Romkema die een dubbel verlies leed de afgelopen periode. De familie en vrienden van Alie Wesselius, van Douwe Woudstra, van Gauke Bootsma, van Harry Boersma. Maar ook van Roelof Vlig, Sake Zandstra, Iemkje Oebeles, Eibert Visser, Jantje Deinum-Visser, Hussein, buurman Lolle, buurvrouw Richt, Doede Bleeker, mijn oud-klasgenoot Alle-Jan van der Meulen en net voor de kerst ook nog eens onze altijd behulpzame buurman Cor Koper. En al die andere mensen die ik niet kende, maar wiens overlijden natuurlijk net zoveel verdriet en tranen met zich meebrengt. 

Hen wens ik niet meer en niet minder dan dat ze deze dagen doorstaan.
Voor al die anderen: fijne kerst. (Maar ongetwijfeld is er aan elke tafel wel een lege plek of meerdere die ze het liefst ingevuld zouden willen zien.). 

maandag 17 december 2018

Vaag vlees: de omgevingsvisie

Ik had altijd een collega die de woorden; 'vaag vlees' veelvuldig bezigde. Geweldig mens en als ze die woorden uitsprak was het duidelijk. Dan werd iets met mooie woorden omkleed, maar je snapte er geen snars van of het ging eigenlijk nergens over.

Omgevingsvisie De Fryske Marren

Een tijdje terug worstelde ik me door de omgevingsvisie van de gemeente DFM. Er stonden heel veel woorden in, ik haalde er opvallende zaken uit en kreeg vervolgens na publicatie daarvan van de afdeling voorlichting te horen dat wat er in die visie niets meer was dan woorden. Of ik dat allemaal wel weer even terug wilde trekken. Dat het veel te prematuur was wat ik had gepubliceerd.

Niet duidelijk

Jammer, vond ik. En ook niet duidelijk. Want dat betekende dus dat wat er dus in die plannen stond,  niets meer was dan gebakken lucht. En naast een opsomming van wat er al is en wat we al weten, stond er eigenlijk verrekte weinig nieuws in. Algemeenheden. Dat er initiatieven moeten komen op het gebied van woningbouw, internet en omgevingsgezondheid. De GGD ging zich bemoeien met wonen en scholen als daar plannen voor liggen bijvoorbeeld.  Dat er grote behoefte is aan meer woningen. Voor starters, voor mensen met een smalle beurs, tiny houses of misschien zelfs tijdelijke woningen. Dat het met de snelheid van ons internet belabberd gesteld staat en dat dit anders moet. Dat natuurwaarden van groot belang zijn (dat zou je niet zeggen als je dat megalomane plan van de zandwinning ziet) en dat die vooral behouden moeten blijven.

Loze kreten

Kreten. Waar mensen dan weer op konden reageren. Maar wat moet je met kreten als er geen gefundeerd plan achter zit? Ik kan ook wel roepen dat ik de mensheid wil redden, maar heb ik daar dan ook een plan voor? Of geld? Burgers en instellingen moesten zelf reageren op de plannen. Want de omgevingsvisie geeft kansen om plannen te realiseren als ze waarden in een bepaald gebied versterken, zo staat te lezen. En er zijn 50 actiepunten waar de gemeente samen met haar burgers de komende jaren mee aan de slag moet staat er ook nog. Ik zal best dom zijn, maar ik begrijp die hele omgevingsvisie niet. Want er staat wel heel vaak in :’we willen dit en we willen dat’ maar hoe dat dan tot stand moet komen staat er niet in.

Dorpsbelang Wijckel

Blijkbaar ben ik niet de enige. Dorpsbelang Wijckel heeft al aangegeven dat ze het nauwelijks een visie vindt, omdat het meer lijkt op een inventarisatie van huidige waarden en acties die reeds lopen. Het lange termijn perspectief ontbreekt, met daaraan gekoppeld een strategie hoe dit te bereiken zeggen zij. Precies, dat dus. 


maandag 10 december 2018

Een riante positie



Jij ook gefeliciteerd met de verjaardag van je vrouw. Toen ik het berichtje van een collega op Facebook las moest ik lachen. Ik dacht aan Jeriga, mijn zwager,  aan wie ze dat bericht geschreven had. Mijn zwager die het hele bericht niet kon lezen omdat het in het Nederlands geschreven was.

Mijn vrouw

Ik dacht aan de schrijfster van dit leuke bericht die in verwarring zou zijn als ik haar de waarheid zou vertellen. En ik dacht aan de eerste keer dat een broer van lief mij zijn vrouw noemde. Want dat was wat ook nu de aanleiding was. Mijn zwager postte op mijn Facebook pagina dat hij blij was dat zijn vrouw nu jarig was. Mijn collega had zich er wel al even over verbaasd dat hij er wat anders uitzag dan anders, die lief van mij. Maar ze had er verder ook geen aandacht aan besteed.

Oepss

Oepss zei ze toen ik haar schreef dat het om mijn zwager ging. En dat ik ieders vrouw ben, daar in Afrika. Wat heel naar klinkt, besef ik me. Ik hoef niets met de mannen in kwestie trouwens laat daar geen misverstand over bestaan, maar ze noemen me wel allemaal hun vrouw. Net zoals lief zijn schoonzusjes ook weer zijn vrouw noemt. En zijn ooms allemaal zijn vader zijn.

Afrikaanse familieverbanden

En zijn Afrikaanse beppe kreeg als man de broer van haar eerste man. Niet voor het echie, maar omdat ze dan toch een man had. Snapt u het allemaal nog? Nou troost u, ik ook niet. Toen ik de eerste keer met lief op stap ging, stelde hij me voor aan mannen en vrouwen en noemde ze allemaal zus en broer. Toen dacht ik nog: nou die vader en moeder hebben ook niet stilgelegen. Kwamen we ze dan later weer eens tegen dan wees ik hem op zijn broer. Mijn broer? vroeg hij dan met grote vraagtekens in zijn ogen. Dat is niet mijn echte broer, zo noemen we dat gewoon. En in het geval van zijn echte broers en zussen: die zijn er ook in varianten. Zelfde vader, andere moeder. Zelfde moeder, andere vader.

Everybody's wife

De pinnigheid waarmee ik trouwens de eerste keer reageerde op een (voor mij) ongepaste opmerking van neef lief (want ook daarvoor ben ik zijn vrouw) is overigens inmiddels verdwenen. Ik denk altijd maar aan Anouk. Zij was nobody’s wife, ik ben everybody’s wife. Een riante positie.

maandag 3 december 2018

Foe

Bijna elke dag loop ik er wel even langs. Op mijn dagelijkse ritje door Lemmer op de jacht naar brood, beleg, groente en fruit, kom ik altijd langs de kiosk. Wachtend bij de brug sta je er bijna tegen aan en zie je alle activiteit. Het gesleep met kisten, met vis, met patat. De kiosk waar in de zomer altijd mensen voor zitten te eten. Een harinkje, een patatje, een lekkerbekje. Of waarvoor mensen van onze kant van het dorp even langsgaan om wat op te halen. Ook datzelfde harinkje, dat lekkerbekje of een zure bom. En nu, nu is de kiosk dicht. Al best een tijdje dicht.

De kiosk is dicht

Eerst was het me nog niet zo opgevallen. Ik dacht aan een vakantie ergens. Even lekker uitrusten, even bijkomen van een zomer die heel lang en heel heet was. En die voor de meeste mensen in de horeca (daar schaar ik het maar even onder) heel druk is geweest. Bovenmatig druk wellicht.

Foe is ziek

Maar toen hoorde ik dat er heel iets anders aan de hand was: Foe (geen idee of je dat zo schrijft, maar zo spreken we het in ieder geval uit), Foe dus is ziek. Onze Foe. Die begon met loempia’s volgens mij, die naar ik altijd heb gedacht als bootvluchteling uit Vietnam hiernaartoe is gekomen. Die altijd met zijn leuke vrouw en even leuke zoon in de kiosk stond. Ziek dus en blijkbaar ook ernstig ziek.


Is er iemand die jullie helpt?

Arme Foe en vrouw en kind denk ik. Is er wel iemand die nu een kaartje bij jullie door de bus gooit of vraagt of jullie het rooien? Is er wel iemand die op bezoek gaat met een bloemetje of steunt met ziekenhuisbezoeken? Is er überhaupt iemand die nu weet hoe het met onze eigen Foe en zijn gezin gaat en of zij iets nodig hebben van ons? Iedere dag vraag ik het me weer af en iedere dag weer krijg ik het antwoord niet. Het gaat ook niet om dat antwoord overigens: ik wil gewoon dat het Foe en zijn gezin weer goed gaat. En dat er in ieder geval ondersteuning is. En dat als we daar allemaal over in het donker tasten en die behoefte er wel, die er nooit zal komen. En daar stagneren mijn zinnen. Ik zou beterschap willen wensen, hulp willen aanbieden, medeleven willen tonen. Maar ik weet niks, anders dan dat hij ziek is. Dus houd ik het daar maar bij: bij sterkte wensen en de hoop op beterschap uit te spreken.

maandag 26 november 2018

De man met stok en camera


Soms zie ik de verbaasde blikken: is het echt wat die man daar doet? Een man met een hele lange stok met daarop een camera die een soort gymnastiek uit moet voeren om elke keer weer die camera te laten werken. Met een systeem dat hij zelf bedacht heeft. Dat hij zelf gebouwd heeft. Waarmee hij in weer en wind heen en weer fietst, heen en weer loopt. Waarbij hij altijd in de belangstelling staat. Maar waarmee hij ook de mooiste foto’s maakt. 

Geschiedenis vastleggen

Waarmee hij de geschiedenis vastlegt voor het nageslacht. Want wie weet nog hoe de Rondweg 2 jaar geleden was? Er is inmiddels zoveel gebeurd daar dat zelfs wij dat bijna allemaal al weer vergeten zijn. Wie weet nog hoe het hele bouwproces ging van de nieuwe gemeentewerf? Dat het daar eerst braak lag en er nu een gebouw staat. Hoe dat ging, steentje voor steentje. Hoe het MFC in Lemstervaart vanaf de fundering werd opgebouwd. Eigenlijk hoe alles wat is veranderd in de loop der tijden is veranderd, is gegaan. Dat alles legt hij vast. Zonder daarvoor iets te vragen, gewoon uit eigen beweging en in zijn eigen vrije tijd. Op zijn eigen fiets, met zijn eigen camera, met zijn eigen bedachte camerasysteem.

Een collectief geheugen

Ik zie wel eens foto’s terug van toen ik nog klein was en bedenk me dan hoe anders alles was. Als ik die foto’s niet had gehad, had ik dat niet meer kunnen reproduceren. Hoe in het centrum van Lemmer huisjes stonden naast de hervormde kerk. Hoe er nog veel langer daarvoor water liep op plekken waar het nu gedempt is. Hoe winkels eruit zagen waar we toen onze boodschappen deden. Welke mensen er toen woonden.

Peter van den Brandt

 Onze gemeentefotograaf  Peter van den Brandt ( die geuzennaam verdient hij absoluut)  was er in die tijd dan nog wel niet bij, maar legt nu een schat van informatie vast. Voor ons, voor het nageslacht. En hij dient daarmee de historie, ons collectieve geheugen, het inzicht in processen en hij zorgt heel gewoon voor prachtige en informatieve kiekjes in het heden. En dat hij dat ook nog allemaal volledig vrijwillig doet: daarvoor verdient hij naar mijn idee een hele vette medaille. En die stok? Dat is naar mijn idee een uiting van een heel creatief brein, waar ik heel diep voor buig.

maandag 19 november 2018

Luchtigheid in de Pietendiscussie



Lief wilde bonen eten.  Bonen die ze in Lemmer niet verkopen en waarvoor we naar een buitenlandse winkel moesten. Ik houd niet van bonen en ook niet van het effect ervan, maar tja voor de liefde doe je veel. De bonen waren te vinden in Sneek. In een Sneek waar we enorme drommen mensen zagen. De Sint natuurlijk. Vergeten dat hij overal aankomt.

Oog in oog met de politie

Toen we de auto buiten het centrum hadden geparkeerd, stonden we vrijwel direct oog in oog met de politie. Oh nee dacht ik nog, ze denken toch niet dat we komen demonstreren. Lief had dat niet eens in de gaten, klaagde alleen over al die mensen en beende door. Toch moesten we door die mensenmassa, welke sluipweg we ook probeerden. Ik zag her en der vuile blikken op hem gericht. Een donker iemand valt in deze contreien nu eenmaal toch vaak op en ik was eerlijk gezegd bang voor een confrontatie. En dat terwijl wij alleen maar op zoek waren naar die vieze bonen.

'Daar heb ik geen tijd voor'

Met zakken vol bonen terug naar huis in de warmte van de auto vroeg ik hem wat hij eigenlijk vond van die hele pietendiscussie. ‘Niks. Daar heb ik geen tijd voor’, zei hij nonchalant. Hij vertelde wel dat hij de eerste keer toen hij zo’n Piet zag wel even was geschrokken. Want ja, om een karikatuur te maken van mensen met je eigen huidskleur is toch wel even een dingetje. Maar vervolgens vond hij het dan wel weer reuze spannend om de Sint een hand te geven.

'Die zwarten'

Ik vertelde hem niet dat ik onlangs met iemand stond te praten die ik al heel lang ken en best hoog had, maar die het wel over ‘die zwarten’ had. Maar dat hoef ik hem ook niet te vertellen. Hij ziet de blikken wel. Laatst waren we in een thermaal bad en werd hij er bijna uitgekeken. Waarom kijken die mensen toch zo raar vraagt hij dan en ik antwoord altijd maar dat hij zich dat verbeeldt. Dat het waarschijnlijk is omdat hij zo knap is. Wat niet waar is. Want racisme is bij sommige mensen nog steeds springlevend. En eigenlijk draait de hele discussie daar natuurlijk om. Dat donkere mensen soms niet als volwaardig worden gezien, als uitvreters of als raar. Dat er een slavernijverleden ligt dat ongekend is. Waarbij mensen als handelswaar werden gezien zonder enige rechten. Dat ze verkracht en geslagen werden alsof ze niet van vlees en bloed waren.

Spreekkoren waar de honden geen brood van lusten

Dat het eeuwen heeft geduurd voordat zij wel rechten hadden. En dat het nog steeds heel pijnlijk is dat je als donker iemand als tweederangs burger wordt bekeken.  Dat er dit weekend spreekkoren waren tegen mensen die wel tegen de zwarte Piet waren waar de honden geen brood van lusten. Hoer van zwarten, zwarten slet, ga terug naar je eigen land. Van dat soort fijne opmerkingen.  En dat mensen worden bekogeld: met blikjes en eieren. Helden die alleen in groepsverband de confrontatie aandurven en alleen vast geen woord uit durven te brengen.
Naar mijn idee gaat die hele discussie daar dus om. En die is het ook meer dan waard om gevoerd te worden. Maar de discussie zou ook moeten gaan om het feit dat ook heel veel mensen dat niet zo zien. Dat het glas soms meer vol dan leeg is. En ook voorstanders van zwarte Piet ons regelmatig kleding, schoenen, medicijnen en geld geven om mensen in Afrika die het nodig hebben te helpen. Dat elk verhaal dus twee kanten heeft.

Natuurlijke zwarte piet

Na de bonen kwam lief opeens met een geweldig idee. Je kunt het ook omdraaien zei hij. Ik kan heel goed zwarte piet zijn, zonder dat ze me hoeven te schminken. Ik hoef alleen een pakje aan. Misschien kan ik daar wel wat geld mee verdienen. Hij rekende al vast uit wat hij daar ongeveer mee zou kunnen verdienen.
Waarmee de discussie op een heel ander niveau kwam te liggen. En er lucht aan werd gegeven. Misschien kwam dat trouwens mede door de bonen. Maar misschien is het die soort luchtigheid die we nodig hebben om weer normaal met elkaar om te gaan. Om weer respect voor elkaar te hebben. Want een donkere huid is echt niet anders dan een witte huid. En een wit achterwerk reageert net zo als een zwart achterwerk op die bonen. Heel erg luchtig dus. Waarmee ik maar wil zeggen…..

maandag 12 november 2018

Zandkastelen



Een aantal weken geleden liep ik met handschoenen aan rotzooi van een ander op te ruimen, samen met nog een paar vrouwen. We deden dat voor de natuur, de generatie na ons, voor de vogels en de dieren en voor onszelf. We haalden plastic weg dat anderen hadden weggesmeten, blikjes waaruit gedronken was, haalden flessen uit struiken en allerlei andere meuk. De gemeente vond dat geweldig, we kregen zelfs grijpers en andere materialen om het milieu te dienen. Want zo vindt de gemeente: alles wat het milieu kan verstoren moeten we niet willen.

Weidsheid van het IJsselmeer

Afgelopen weekend stond ik aan de waterkant. Ik keek uit over de weidsheid van het water.  Kabbelend water, het geluid van de wind, de geluiden van vogeltjes. Mijn hoofd moest leeg en dan zoek ik altijd de natuur op. Hoe lang nog kan het hier dacht ik: die rust ervaren? Want er ligt een onzinnig plan voor zandwinning midden in dat prachtige natuurgebied dat we IJsselmeer noemen. Waar vogels vliegen en nestelen, waar ze voedsel vinden, waar vissen zwemmen, waar rustgebieden zijn ingesteld omdat we anders de natuur te veel verstoren.

Zandwinning IJsselmeer bij Oudemirdum

En nu ligt er een plan om 5 kilometer uit de kust bij Oudemirdum een soort flatgebouw te laten verrijzen. Om zand mee te winnen voor onder andere cement. Geen echte levensbehoefte dus. Een flatgebouw van 7 etages moet het worden; die hebben we hier niet eens in de omgeving om mensen te huisvesten. In dat flatgebouw is van alles opgenomen aldus de gemeentepagina. Er komt zelfs een kantoor waar mensen ook kunnen slapen. En een rij met duinen er omheen. Hoe ze dat doen is me een raadsel, maar het staat in de plannen. In de plannen staat ook dat er 30 jaar lang gegraven wordt naar zand. Dat er putten ontstaan van 60 meter diep. En wat er ook staat: dit alles heeft nauwelijks invloed op de natuur. Een flatgebouw midden in het IJsselmeer, dat 60 meter diep graaft, dat in een gebied van een paar honderd voetbalvelden werkzaam is. Waarbij schepen aan en af varen, waarbij het meer altijd verlicht is. Dat heeft geen invloed op het wel en wee van het onderwater- en bovenwaterleven.

Burgers sta op

Een Milieu Effect Rapportage heeft dat uitgewezen, aldus de gemeente. Een rapportage die betaald is door de opdrachtgever zelf die er fors aan verdient. Rijkswaterstaat stelt ook dat er nagenoeg niets aan de hand is. Maar die verdient er ook veel aan, namelijk 144 miljoen. Een MER is een rapport dat echt wel goed in elkaar steekt zeggen zij. Maar er wordt zoveel gezegd in dit land, wat later niet waar blijkt te zijn. Van dividendbelasting tot ontmoetingen die er niet zijn geweest. Van bonnetjes tot geheime afspraken. Mijn boerenverstand zegt me dus dat deze hele zandindustrie nooit onopgemerkt kan blijven. Maar ook dat de meerderheid van de raad zich zal verschuilen achter de MER en hun wethouders. Dat als we dit eiland niet willen in dat prachtige natuurgebied, dat we daar als burgers nu eens pal voor moeten gaan staan.

Natura 2000

Dat we de omwonenden, vissers (die aan ontelbare regels moeten voldoen om hun beroep uit te oefenen, maar nu opeens zo’n eiland zien verschijnen) de vogels, vissen, het water en dat weide water moeten laten voor wat het is. Dat we daarvoor argumenten moeten gebruiken die de provincie zelf al heeft aangedragen: vorig jaar namelijk heeft ze bepaald dat het IJsselmeer onder de Nature 2000 regels moet vallen. Dit zijn beschermde natuurgebieden binnen de lidstaten van de Europese Unie. En ingesteld omdat de natuur en biodiversiteit in Europa al tientallen jaren snel achteruitgaat. Het IJsselmeer is als Natura 2000 gebied onderdeel van dit netwerk en is aangewezen om specifieke natuurwaarden in stand te houden. Want er zijn daar steeds minder vogels en vissen, het is het foerageergebied voor vogels die bijkomen op hun reis naar Afrika. En dat gebouw waar 24 uur per dag zand uit de bodem zuigt heeft daar geen invloed op.  Zegt ze. Zeggen ze. Snapt u het nog?

maandag 5 november 2018

De laborantendate

Hee, die ken ik. Maar waarvan ook alweer. Ik kon er maar niet opkomende, pijnigde mijn hersenen om het te bedenken, maar kwam er maar niet op. Ik had hem ontmoet in een bepaalde setting en zag hem nu ergens anders. En had dus geen idee meer waar ik hem moest plaatsen. Ik zag zijn gezicht, de donkere kleur, de manier waarop hij de trap opliep. Het mooie colbertje, hoe verzorgd hij eruit zag. 

Laborant in First Dates

Ik keek nog een keer naar zijn gezicht en er ging nog steeds geen lampje branden. Ik kon het hem ook niet vragen trouwens: hij deed mee aan mijn lievelingsprogramma First Dates. Van de tv om het even heel specifiek te maken. Daaraan ben ik (zoals ik al eerder heb aangegeven) verslingerd sinds de eerste keer. De Engelse versie dan, maar die wordt niet meer uitgezonden en er is nu een Nederlandse. Enfin, ik tuurde dus maar naar dat gezicht en kon hem maar niet thuisbrengen. Totdat er opeens in beeld kwam dat hij laborant was.

Gaten in mijn lijf prikken

Ohhh, natuurlijk. De man prikte me (niet in colbert, maar in witte laborantenjas) de gaten in mijn lijf voor al die ellendige onderzoeken en voor mijn behandelingen. Om te kijken of de waarden wel goed genoeg waren om weer zo’n portie gif in ontvangst te kunnen nemen. Of om uit al die buizen bloed allerlei kenmerken te halen. Denk ik. Vak deed ik maar wat en dacht ik maar het zal wel. Prikken kon hij trouwens goed. De buizen vlogen zo vol, ondanks aderen die heel wat te verduren hadden.
Dat ik dat nu kon vergeten. Bovendien: stiekem vond ik hem wel een beetje leuk. Dus flirtte ik wel eens een soort van met hem. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er nu niet bepaald op mijn best uitzag daar. Geen haar, in en in wit, altijd misselijk en dodelijk geïrriteerd omdat ik wist wat er ging komen of omdat ik bang was. Niet bepaald de ideale combinatie om een fijne flirt mee op te zetten dus.

Knipogen zonder wimpers

Of hij begreep dat ik wel eens wat soort van knipoogde (zonder wimpers) of dat al die patiënten zich wel eens in zijn armen wilden nestelen, weet ik niet. Mijn broer was er duidelijk in: foute man concludeerde hij al na de eerste keer. En nu zat hij daar dus. Tegenover een mooie dame. Bekende hij haar dat hij al best lang alleen was. Twee kinderen had bij twee verschillende vrouwen. Met eentje weinig contact had. En zij op haar beurt bekende hem dat ze getrouwd was geweest met een vrouw.
Okeeee, hoorde je hem bijna hardop denken. Maar hij zei:’Interessant.’. En ze koeterden nog wat door.

Het werd niks

Het werd niks. Ondanks dat ik dacht dat er wel potentie in zat, zag zij hem toch niet zitten. En ja, ik ben ook al getrouwd dus met mij wordt het ook niks meer. Maar de volgende keer als ik hem zie (ik hoef godzijdank niet meer bij hem te zijn) zal ik hem toch eens vragen of het nog wat geworden is. Daar in dat first dates restaurant.

maandag 29 oktober 2018

Mistig schrijven: misschien een dagje meedraaien met de Thuiszorg?

Onze burgemeester heeft de neiging om artikelen van onze hand nogal eens te bekritiseren in zijn  weblog. Zo kopte hij deze keer ‘varen in de mist’. Ik had niet op een boot gezeten toen ik de tekst typte waar volgens hem niets van deugde. Maar de mist die kwam me wel bekend voor. Een nogal mistige tekst namelijk in wederom het kader van we doen alles zo goed.

Onderzoek sociaal domein De Fryske Marren

Opmerkelijk is dat de gemeente zelf een onderzoek heeft laten doen naar de (te) hoge kosten van het sociaal domein. Uit het lijvige en dure rapport (dat wij met z’n allen ook betalen) haalt ze zelf de positieve conclusie dat ‘de lasten in het sociaal domein van de Fryske Marren niet hoog zijn in vergelijking met andere gemeenten.’

3 miljoen niet voor sociaal domein, maar voor wegen en lantarenpalen

Wie het rapport echter doorspit, krijgt een heel ander beeld te zien. Uit het rapport blijkt namelijk dat 3 miljoen (van de 40 miljoen)  die bedoeld was voor het sociaal domein daar niet terecht is gekomen. Veel helderder kan je het niet krijgen zou je zeggen, zeker niet als je zelf opdracht hebt gegeven tot het inzichtelijk maken van die gegevens. Verder wordt met moeilijke woorden aangegeven dat dat geld (gegeven door de overheid aan de gemeente) niet kan worden gezien als een doeluitkering. Met andere woorden, je hoeft die euro’s niet te steken in het sociaal domein. Wat klopt. Maar daardoor is het antwoord op de vraag waar het geld dan wel naartoe is gegaan net zo mistig als die boot van de burgervader die maar wat ronddobbert. Want waar die 3 miljoen naartoe is gegaan, is volgens burgemeester en wethouders niet specifiek aan te geven. Wat natuurlijk ook al vreemd is: ik weet van elke cent uit mijn portemonnee waar hij naartoe gaat. En ik zou dat nog veel beter weten als het niet mijn eigen centen zouden zijn, maar die van de gemeenschap.

Centrumplan Lemmer

Wie even doorleest ziet echter dat geld via de algemene uitkering (waar die 3 miljoen dus in terecht is gekomen) onder andere is uitgegeven aan knooppunt Joure, centrumplan Lemmer en de upgrading van de N359 bij Lemmer. Straten in plaats van thuiszorg dus, wegen die nog steeds niet zijn zoals ze moeten in plaats van maatregelen bij schuldsanering.  Want, zo staat ook in het rapport – de gemeente doet het niet op alle fronten goed als het gaat om het sociaal domein. Zo heeft ze ‘sobere’ maatregelen voor basisondersteuning, inkomen en participatie en minimabeleid.

Wasmachine opsparen in de bijstand?

Dat blijkt wel: wie in de bijstand zit en zijn wasmachine na 30 jaar ziet stranden, krijgt bijvoorbeeld te horen dat hij of zij van die 800 euro toch gemakkelijk een nieuwe kan opsparen. Pardon? De burgemeester laat verder nog weten dat wie zorg nodig had, zorg kreeg. Dat daardoor het tekort is ontstaan. En daarmee slaat hij de plank volgens mij volledig mis. Misschien moet hij eens achter zijn computer vandaan komen en een dagje meedraaien met de Thuiszorg. Zien hoe deze mensen voor een schijtloon in 5 minuten iemand de steunkousen aan moet racen, terminale patiënten of eenzamen achter moeten laten die eigenlijk verlegen zitten om een praatje maar daar geen tijd voor is, thuiszorgwerkers met een 0-uren contract geen poot hebben om op te staan, maar wel in 2 uur een heel huis schoon maken moeten maken van iemand van in de 80 waarvoor ze eerst 3 uur hadden. Of om met eigen ogen te zien dat iemand van 80 of al om 7 uur in de ochtend op moet staan om gebaad te worden of moet wachten tot veel later op de dag en dus daarom de hele ochtend in de pyjama rondloopt of daarom maar in bed blijft liggen. Want dat, dat is de dagelijkse realiteit van het sociale domein.

Rijksoverheid geeft te weinig geld voor het sociaal domein

Al die feiten zijn overigens niet alleen de schuld van de gemeente daar heeft hij wel gelijk in: de rijksoverheid heeft veel minder geld gegeven aan de gemeente voor dezelfde taken en zou een vreselijke schop onder haar kont moeten krijgen. Maar als je 3 miljoen krijgt en dat niet uitgeeft aan het doel waar het eigenlijk voor bedoeld is, dan is het niet vreemd als je een vet tekort hebt. En daarover zou de gemeente zelf gewoon eerlijk moeten zijn. Misschien is zo’n dagje mee op stap in allerlei gebieden van het sociaal domein her en der dan ook echt nog zo’n raar idee nog niet. 


zaterdag 20 oktober 2018

Zomaar vier namen

Zomaar vier namen. Hans, Harry, Eibert en Chris. Zomaar schrijf ik, maar er was niets zomaar aan. Het lot dat deze mannen trof, kwam veel te vroeg, veel te naar, veel te oneerlijk en soms ook nog eens heel onverwacht.


Nee, ik kende ze niet alle vier. Sommigen van in de wandelgangen. De ander omdat hij de broer is van mijn arts. En omdat zijn vader en moeder een stuk volkstuin naast me hadden. We spraken er wel eens over: dat hij ziek was. Maar ook dat het best goed ging. Maar dat ze ook wel wisten dat dit ding, dit verschrikkelijk nare ding in zijn hoofd, eigenlijk niet te verslaan was.

Zeilmakerij

Met Eibert werkte ik op de zeilmakerij. Wel 35 jaar geleden, maar hij bleef me altijd bij. Grote stoere man die nooit al veel woorden vuil maakten aan alles, maar de mooiste sprayhoods en andere zeilboot zaken maakte. Gewoon zo’n man waar je op kunt bouwen, zo’n beer die je altijd tegenkwam op zijn fietsje.

Gewoon deel van

Hans, van zijn eigen zeilmakerij waar hij voor leefde. Maar ook omdat hij gewoon iemand was die bij Lemmer hoorde. Niet opvallend, maar gewoon deel van. Maar die ook bij zijn vrouw hoorde. Bij zijn kinderen hoorde.

Chris kende ik niet; maar zijn foto zei genoeg. Dat, zijn geboortedatum en het rijtje geliefden.

Leed en lijden

Vier jonge mensen in de bloei van hun leven. Die van alles hebben moeten doorstaan, die geliefden achterlaten. Hebben moeten achterlaten. Wiens geliefden, vrienden, familie nu verdriet hebben. Die misschien ook vrede hebben met het feit dat er in sommige gevallen nu geen leed meer is, maar die ongetwijfeld zelf lijden.  Ik hield de krant vast met hun namen in het zwart gedrukt en zag ernaast letters staan die zinnen vormden over dingen waar we wel invloed op kunnen hebben. We hebben het nog steeds niet begrepen dacht ik. Dat het eigenlijk alleen maar daar om draait. En dat ik, ondanks dat het mijn werk is, er deze keer eigenlijk geen woorden aan kan geven.

maandag 15 oktober 2018

First Dates

Als manlief het bed is ingedoken al vroeg in de avond, wordt bij mij de theepot volgeschonken, nestel ik me op de bank met een kleedje en kijk ik in opperste gelukzaligheid naar First Dates. Daarin mensen die elkaar nog nooit eerder hebben gezien, graag een relatie willen en onder een diner uitvinden of het er in zit.

Geluksmoment van de dag

Stoorzenders wil ik dan niet, het is mijn geluksmoment van de dag. Soms schreeuw ik tegen de vrouw dat zij stom is dat ze zo’n goede vent laat lopen. Soms zie ik wat sociaal onbeholpen mensen, die totaal niet weten hoe ze met het andere geslacht om moeten gaan. Pijnlijke stiltes, waarop ik dan altijd reageer met:’ toe dan, zeg dan wat.’ Maar die zo lief  zijn dat je ze direct wilt adopteren en wilt schrijven dat het echt wel goed komt. En soms zie ik klootzakken die ze uit het programma zouden moeten bannen.  Het programma duurt altijd te kort, geeft me net genoeg vitamine positiviteit om het tot de volgende dag uit te houden en  zet alles in een ander licht.

Jaren met dezelfde man

Het licht van je eigen dates zeg maar. Of eigenlijk je niet-dates. Als je al een aantal jaren met dezelfde man bent, zitten dates er niet meer in. Je bent niet meer zenuwachtig om elkaar te ontmoeten, de haren op je benen groeien soms toch net iets te lang door en hij gooit steevast zijn sokken naar me waaraan ik moet snuffelen om aan te geven of ze nog een dag kunnen. En ja dat is niet echt romantisch of dateachtig.

Samen naar de supermarkt

Volgens hem is het moment dat ik in de ochtend naar de wc ben geweest en hij nietsvermoedend de plee instapt dat ook niet bepaald. Ook vindt hij het samen naar de supermarkt gaan om de dagelijkse boodschappen te halen enigszins een crime. Hij vraagt dan verveeld of ik nog eens opschiet, terwijl ik elk vak en elke aanbieding nog een keer van dichtbij wil bekijken.

Geen roze wolk meer

Zo gaan die dingen als je al langer bij elkaar bent en de roze wolk is overgegaan in gewoon een normale, maar wel comfortabele wolk. Daarbij komt dat we beide een ander beeld bij romantisch hebben. De bossen bloemen, de mooie kaarten of de weekendjes weg, het is niet zo zijn ding. Soms komt hij thuis met een flesje sap dat hij half leeggedronken heeft. Cadeautje zegt hij dan en vindt dat heel romantisch. En als ik een verjaardagskaart krijg, staat daar geen tekst in. Op de voorkant staat toch gefeliciteerd zegt hij dan. Wat waar is.

Grappig en goedlachs

Grappig is hij wel. En goedlachs. En hij kookt, zet thee voor me, stofzuigt, ruimte heel goed op, doet de was, maakt de auto schoon, masseert mijn nek en danst regelmatig voor me.

Lieve jongen ben ik zegt hij steevast als hij met een kopje thee aan komt zetten terwijl ik zit te werken. Ja, hoor zeg ik dan. Waarna ik aan zijn sokken ruik. Die heel vaak niet meer een dag aan kunnen. Terwijl hij vindt van wel.

maandag 8 oktober 2018

Een hartstochtelijk afscheid: maar dan met de hele familie



Op zaterdag voelde ik me gestrest. Zoals ik me eigenlijk altijd wel gehaast voel. Of het nu weekend is of door het week, het maakt tegenwoordig niet veel meer uit. Social media, telefoons, nieuws en werk. Alles gaat in een heel rap tempo door. We stonden net op het punt om naar het zoveelste interview te gaan toen de deurbel ging. Mijn tante. Dat ze ons gemist had. Wat je hart doet smelten. Maar ondertussen dacht ik wel aan dat interview.
Van manlief heb ik inmiddels wel geleerd dat je je tante niet voor de deur laat. Nu niet, nooit niet. En ook niet voor een interview, tenzij de mensen op je zitten te wachten. Dus dronken we thee, kletsen we bij, vroegen of ze brood wilde en toen kwam toch dat moment. Ik moest echt gaan.
Misschien wil je tante wel mee, zei lief.

De hele familie mee

Ik moest denken aan die eerste keer dat hij me naar het vliegveld bracht in zijn moederland. We waren zo bedroefd dat ik weg moest, we waren zo verliefd en wilden elkaar niet loslaten en toch was er geen andere keuze. Ik verwachtte een hartverscheurend afscheid waarbij we hartstochtelijk afscheid zouden nemen en hij vervolgens als een soort Remy een schim werd terwijl ik heel hard huilend naar die schim keek die achter dat simpele koord zou staan in die veel te hete hal.


Niks geen intiem afscheid

Dat liep anders: in plaats van alleen hij, stond de halve familie en zijn vriendenploeg achter dat koord. Niets geen privacy, iedereen die wilde, mocht mee om me uit te zwaaien. Door had ik dat eerst niet: ik dacht in mijn naïviteit eerst nog dat we al die mensen ergens zouden afzetten. Maar toen het vliegveld wel heel dichtbij kwam, besefte ik me wel dat er geen privé romantisch en dramatisch tafereel voor ons in het verschiet lag. Het werd een afscheid dat ik niet bepaald in gedachten had, maar waarvan ik inmiddels de schoonheid wel ben gaan inzien.
Dus tante mee – ja waarom denk ik daar zelf niet aan…. Tante stond aan de kant terwijl duikers in vies water allerlei zaken ophaalden. Liefje maakte de foto’s, ik interviewde. En daarna streken we neer op een zonnig terras. En daar plantte ze een kus op het hoofd van lief, aten we een gebakje, dronken een drankje, nam lief een dessert als lunch. Gewoon omdat het kon. En winkelden we nog wat en gingen we vervolgens naar weer een ander terras. Een middag met een gouden randje, die ik niet graag had willen missen.

Wethouders

Zulke middagen gun ik ook de twee wethouders die hebben aangegeven er mee te stoppen. Ze zijn op, de rek is er uit. Te zwaar, te veel, te veel druk, een gezondheid die hapert. Naar dacht ik toen ik het las. Niet dat ze stoppen, maar dat ze zolang zijn doorgegaan dat ze er last van krijgen. Dat er zoveel op hun schouders rust in deze roerige en stressvolle tijden dat het ze opbreekt. Dat we ons zo over de kop werken dat ons lijf gaat protesteren. Daarom wens ik hen heel veel van de middagen die we zaterdag met mijn tante hebben gehad. En desnoods met een panna cotta als lunch. Gewoon omdat het kan.

maandag 1 oktober 2018

Dichtbij Mick

Dichterbij Mick dan toen was ik nooit. De Mick, de one and only. The Rolling Stone van het eerste uur. Daar zat hij, gewoon een eitje te tikken in het plaatselijke Haje restaurant. En naast ons. Nog geen 3 meter van me verwijderd.  Eerst was hij me niet eens opgevallen: we zaten namelijk iets heel ernstigs te bespreken.

Engels praten

Maar toen hoorde ik opeens heel erg Engels praten. En ik heb daar iets mee: met dat Britse. De mannen rond de tafel waren een beetje hippieachtig. Ze tikten hun eitje, haalden wat worstjes, dronken hun thee en koffie. Smeerden een broodje. Een verlaat ontbijt zeg maar. Wij spraken over hele serieuze zaken met iemand en konden eigenlijk geen afleiding gebruiken. Maar op de één of andere manier werden mijn oren en ogen er toch naartoe getrokken.

Zal ik hem wat vragen?

En toen opeens herkende ik hem: van de foto die ik eerder in de krant had geplaatst. Hij trad op: in Balk en in Heerenveen. En wie dat wilde kon ook een meet and greet met hem hebben. Dat leek me leuk, maar ik was verhinderd. Big time. Jammer dacht ik. Maar ook: hoe zou dat zijn? Om zo dicht bij Mick te zijn? Maar ook hoe zou dat voor hem zijn? Zal ik het hem vragen dacht ik nog. Uit hoofde van de krant, want hij had tenslotte net opgetreden in Balk. maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik het gewoon niet durfde. Hij zat daar te ontbijten, wij zaten daar moeilijk te praten en ik wilde hem ook niet lastig vallen.

In de schaduw van Mick Jagger

En toch bleef er die vraag. Hoe het is. Om altijd maar in de schaduw te leven van je grote broer, terwijl je je sporen zelf in de muziek meer dan hebt verdiend. Toch als ik mensen vraag of ze de broer van Mick Jagger, Chris Jagger, ook kennen, schudden de meesten van nee. Hebben ze nog nooit van een broer gehoord, terwijl hij ook samen met Mick de nodige producties heeft gedaan. Maar misschien vindt deze broer van het wel helemaal prima om minder in de schijnwerpers te staan. Hoeft het voor hem allemaal niet, die gekte. Drinkt hij regelmatig met zijn broertje een kopje English tea, of een pint, tokkelt hij wat terwijl zijn broer staat te zingen en is dat prima. Maar toch: dat alles wilde ik hem vragen. Maar ik deed het niet.

Jan Scheffer

Maar er is nog wel een kans om iets te weten te komen. Onze eigen virtuoos op de gitaar kent hem namelijk wel. Onze eigen Jan Scheffer (tevens mijn oud buurjongen) , onze eigen Mick Jagger zeg maar stond gewoon met de man op het podium zag ik op social media. Speelde waarschijnlijk de gaten in het plafond met hem. Innig spelend. Armen om elkaar heen op het einde. Ach, en wie maalt dan nog om de echte Mick?




maandag 24 september 2018

Een onuitwisbare truck op je trouwfoto's


En daar sta je dan. In je mooiste jurk met naast je  je partner (eveneens prachtig uitgedost) die binnen een half uur je wettige echtgenoot of echtgenote zal zijn. Omringd door al je familie, vrienden en collega’s. Ze klappen als je uit de mooi versierde auto stapt, je gaat op de foto.  En net op het moment dat je op die foto gaat, stopt er een grote vrachtwagen achter je. Hij parkeert, want dat kan gewoon. Er is niets afgezet voor die speciale dag, jouw trouwdag is blijkbaar niet belangrijk genoeg om daar dan een paar paaltjes neer te zetten zodat je in ieder geval in alle rust even kunt genieten van het moment.

Voor eeuwig 1 met een truck op je trouwfoto's

De man weet niet welke kant hij op moet. Blijft lekker staan, terwijl jij naar binnen moet, want de trouwambtenaar wacht niet. Voor de rest van je leven zul je vereeuwigd zijn met een onbekende vrachtwagenchauffeur op de achtergrond en een truck met grote letters erop. Je hoopt op een herkansing na de ceremonie. 

Je gasten bijna aangereden

Die komt er: in de vorm van een andere truck die weer daar gaat staan. Inmiddels sta je dus met twee verschillende chauffeurs, c.q. trucks op de foto op die ene speciale dag. En alsof dat nog niet genoeg is, blijft er zo weinig ruimte over dat één van je gasten voor het gemeentehuis ook nog eens bijna wordt overreden door een andere automobilist die om die truck heen wil. En kan je trouwauto je niet bereiken, omdat de oplegger in de weg staat. Je zou zeggen dat kan anders gemeente: even wat paaltjes zetten als iemand in de echt wordt verbonden en die ene heel speciale dag wordt dan toch echt een stuk leuker.

maandag 17 september 2018

Mag ik ook een ton?

Ik denk dat ik Burgemeester en wethouders  van onze gemeente om een geldbedrag vraag voor vernieuwing van mijn bedrijf. Daar ben ik wel aan toe namelijk, want de journalistiek staat al jaren in het teken van heel veel veranderingen. Naast dat we leuke/goede verhalen moeten schrijven, zijn we ook DTP-er geworden (we maken zelf onze pagina’s op), sociaal media expert (alles moet ook op Facebook en Twitter en zo en daar moet je dan ook weer vrienden werven), content manager (die vult een website) en fotograaf, cameravrouw en filmmaker. En het werk ligt niet meer voor het oprapen,  je moet aan steeds meer regels voldoen en als ik niet verander ga ik ten onder.

Geld van de gemeente

Dus een financiële injectie van B&W gaat er wel in om voor al die zaken veranderingen aan te brengen en me om te laten scholen op al die gebieden. Die aanvraag kan ik dan in het geheim doen, zo heb ik inmiddels begrepen. Of in ieder geval zo dat de gemeenteraadsleden er hun mond over moeten houden. Op straffe waarvan weet ik niet, maar blijkbaar mogen ze daar dan niet over praten.
En ik hoef niet direct een ton tot anderhalf miljoen trouwens. Met 10.000 euro ben ik al dik tevreden. Ik zou overigens ook een aanvraag kunnen doen voor onze hele uitgeverij. Want ja, wat hebben we het moeilijk gehad in de jaren die achter ons liggen. De ene ontslagronde na de andere en ik heb de laatste jaren meer tranen gezien van collega’s - die ex-collega’s werden - dan glimlachen.

Veranderingen bedrijven

 Ons bedrijf moest veranderen, net zoals Jacobs DE moest veranderen. Moest grondig veranderen. Vaste mensen van de weekbladen werden ZZP-ers die geen recht hebben op WW, ziektewet, vakantiegeld of vakantiedagen. Naar ik nu begrijp hadden de Fryske Marren daar best iets aan kunnen doen. Voor de journalisten in ons werkgebied had ze flink wat kunnen veranderen. En daarbij komt dat als ik de geschiedenis van Jacobs DE lees er flink wat schimmigheid aan ten grondslag ligt en rare overnames met een familie en een CEO aan de top die niet weten waar ze hun miljarden moeten laten.

Douwe Egberts

 In 2013 werd bijvoorbeeld 7,5 miljard euro neergeteld voor ‘onze’ Douwe Egbert. Een prijs die veel te hoog was, maar strategisch opgezet zodat de firma door nog meer bedrijven op te kopen een koffie imperium kon opbouwen. Een imperium met alleenheerschappij zeg maar. Had ze wat minder geld neergeteld, dan had ze ongetwijfeld die hele reorganisatie zelf kunnen bekostigen. Ongetwijfeld heeft ze nu die hele reorganisatie (waarbij ook nog eens 90 mensen hun baan verloren) trouwens ook wel gewoon kunnen bekostigen. Maar blijkbaar spelen ze een spel waar iedereen intrapt.

Fiscaal voordeel bedrijven

Want zelfs de overheid blijkt op fiscaal gebied behoorlijk aan het matsen te zijn geweest. Daar verwacht je meer van (hoewel?), maar van een gemeente die bezuiniging op bezuiniging stapelt verwacht je zo’n geheime operatie toch niet bepaald. Op de vraag of ik voor mijn eigen bedrijf nu ook een vergoeding kan aanvragen (met een duur woord precedentwerking genoemd), geeft de gemeente overigens geen antwoord. Lees de blog van de burgemeester daarover maar, is het antwoord van de persvoorlichter. Mijn persvragen daarover worden gewoon niet verder beantwoord. Wat toch best heel vreemd is. Gewoon maar indienen dus, lijkt me.

maandag 10 september 2018

Elektrische fiets

Wat deed je dan? De vrouw kijkt me aan alsof ik net iemand met 30 kilometer per uur van het fietspad geveegd heb, haar daar heb laten liggen, geen ambulance heb gebeld en ze nu levensgevaarlijk gewond is. Ik zeg dat ik niets deed, maar dat me voortdurend wordt toegefluisterd dat het belachelijk is dat ‘zo’n jonge meid’ op een elektrische fiets rijdt. Probeer eens een aantal chemobehandelingen zei ik. En daarna een operatie. En daarna nog een aantal weken achterelkaar elke dag naar het ziekenhuis voor bestralingen. Dat doet namelijk iets met een lijf.  Bovendien is jong op zichzelf al iets wat niet helemaal klopt: toegegeven ik voel me nog steeds 18, maar ik ben het natuurlijk niet meer.

In mijn hoofd 18, het lijf toch echt wat ouder

Wel in mijn hoofd, maar helaas bewijst mijn lijf wel iets anders. Of bepaalde behandelingen schade hebben aangericht aan longen en hart is vrij aannemelijk, het stond vooraf allemaal in de papieren die ik moest tekenen voordat ik behandeld werd. Ik laat het niet controleren: dat heeft toch weinig zin. Soms is niet weten beter dan wel weten. Maar in de wind fietsen, maakt van mij het grootste hijgende hert dat er bestaat. Juist dan op volle kracht fietsen opperde iemand me al eens. En lekker herhalen. Misschien is dat de optie, maar dan kan ik het de rest van de week vergeten als het om mijn energiepeil gaat. Laatst deed ik een rondje met iemand met dezelfde ziektegeschiedenis. Samen hijgden we dat het een lieve lust was. Lekker he, zei ik nog. Maar dan over de herkenning. We lachten over het feit dat ze ons altijd aanraden meer en meer te bewegen. Wat we doen: we zijn zeker een aantal keren per week flink bezig. Ze knikte, tussen haar versnelde ademhaling door, want ze had geen adem over om te praten.

Fietsen in de sportschool

In de sportschool rijd ik keurig mijn rondje naar Oosterzee. Zonder wind, maar wel zo dat ik in beweging ben. En die elektrische fiets: ik vind het een zegen. Ik kar overal nu naartoe zonder dat ik al met lood in de schoenen op de pedalen stap. Ik trap zo even naar Balk of Echtenerbrug. En daarmee ben ik dan dus ook nog milieutechnisch goed bezig, want dat ding drinkt geen druppel benzine. Maar goed overal waar ik kom wordt me verwijtend in mijn gezicht geslingerd dat het belachelijk is dat ik op zo’n fiets rijd. Toen ik op Oerol was zette ik het in zo’n klein berichtje in de Oerolkrant: of het aub wat minder kan met dat commentaar als ik elektrisch voorbij kom. De reactie was nog stuitender: wat ik had gedaan om dat op te roepen.

Fantastisch fietsen op een elektrische fiets

Inmiddels ben ik die elektrische grens voorbij. Ik zit met wapperende haren op mijn stalen ros dat me - als ik wil - met 20 kilometer per uur vooruit drijft. En ik vind het fantastisch. Iedere meter weer.

maandag 3 september 2018

Niks meer aan


Ja, het was een prachtig feestje afgelopen week. Vier dagen lang hossen en dansen op het strand met een glaasje in je hand. Bands van wereldfaam en van wat mindere bekendheid, waarbij ik de wat kleinere jongens (en meisjes) dan persoonlijk weer het leukste vond. De dragqueens in hun prachtige outfits, de magician die zo leuk was. De grote namen doen er toe natuurlijk. Maar als verstokte Oerolganger ga ik toch vooral voor het kleine en onverwachte en het soms wat minder gangbare. Maar het leuke van dit festival is wel dat je niet voor het ene of het andere hoeft te gaan, maar gewoon een paar stappen in het zand zet en je dan gewoon in een heel andere wereld waant.

Zwemmen tegen ALS

Komend weekend een activiteit van een heel ander kaliber. Moedige dames en heren springen in het (niet zo schone?) water en zwemmen daar geld bijeen voor ALS. Rotziekte, zoals zoveel andere rotziekten. Mooi dat die inzet er is; het zijn allemaal Maartens maar dan op een ander vlak. En geld is het enige dat ertoe doet als je onderzoek wilt financieren. Maar hoe is dat nu dacht ik,  als de man met wie je een eeuwigheid lief en leed deelde, is overleden aan die kloteziekte en je verbindt er toch nog je persoon aan. Want ik noem dat dapper. En ik denk dat ik zelf tijdens zo’n gebeurtenis de hele dag onder een dekbed zou gaan liggen met een elektrische deken op tien. Zelfs als het niet vriest. Zelfs als de zon schijnt. Gewoon om er maar even niet mee geconfronteerd te worden en me te wentelen. In warmte en ledigheid.  

Er is niks meer aan

Er is niks aan zei ze. En dan bedoelde ze niet de dag zelf alleen.  De ziekte heeft hem – en dus ook haar – alles afgenomen wat er was. Maar ik ga toch zei ze. Help toch mee. Ze zei het zonder te klagen. Meer als constatering. Vermeldde er bij dat er nog heel veel fijne en lieve mensen om haar heen zijn. Maar toch: er is niks meer aan. En ik begreep het. En vond en vindt haar een held. En hoop wel een ietsjepietsje voor haar dat er op een dag toch weer een heel klein beetje aan is.



maandag 27 augustus 2018

Een vette worst en Van der Valk wijn die zeker nog gebotteld moet




Maak kans op een nieuwe auto, een vette reis, een Apple IPhone, een fiets, een Ipad een Led tv en nog veel meer, maar win in ieder geval een prijs van 60 euro. Zo’n enveloppe viel er afgelopen dagen weer door de bus. Met schreeuwende letters, alsof ze wilden zeggen dat we al miljonair zijn. Ja miljonair, want 2,6 miljoen in de prijzenpot. Ja en wie wil dat nu niet. Bovendien maakte je alleen kans op al die prijzen als er een gouden lot tussen al die kaartjes zat. En natuurlijk zat hij dat.

Gouden lot Vrienden Loterij

Laat ik op Facebook eens vragen of er ook mensen een enveloppe hebben gekregen zonder zo’n gouden lot dacht ik nog, Maar ja, ik voelde me toch ook wel wat uitverkoren. En benieuwd of die VW Polo zo meteen voor zou rijden. Maar om dat uit te vinden, moest natuurlijk eerst even het bankrekeningnummer ingevuld worden en wordt er iedere maand 13,50 van je rekening geschreven. Meer uit journalistieke nieuwsgierigheid vulde ik dat ding in en jawel: niks geen auto, tv, fiets, Ipad of Iphone. Maar wel een pakket ter waarde van 60 euro. Welk pakket dat blijft geheim. Tot die 13,50 is afgeschreven ongetwijfeld. En heel waarschijnlijk is dat hele pakket geen 60 euro waard.


Het goede doel

Maarre zeggen ze als je naar het callcenter belt om er van af te willen: het geld gaat louter naar een goed doel. Maar mevrouw zeg ik dan: krijgt u dan ook geen loon? Bent u zo’n beste mevrouw dat u voor nop werkt, omdat uw hart op de juiste plek zit en u geen huur, elektra, gas en water hoeft te betalen? Of heeft u de loterij al gewonnen en doet u dit gewoon uit hobby? Of betalen wij toch gewoon uw loon? Ook best een goed doel, maar al het geld gaat daarmee dus niet naar dat doel dat ik moest invullen. Die vraag staat waarschijnlijk niet in het script van zo’n arme callcentermedewerker (petje af als je dat werk moet doen) en dan wordt er een supervisor bij gehaald die zegt: doordrukken. Doe ze een aanbieding zodat ze toch nog blijven. De aanbieding wordt steeds hoger, er wordt steeds meer uit de hoge hoed getoverd, maar als ik niet wil dan wil ik niet. En bovendien kun je het afgeschreven bedrag gewoon terug laten storten. Zij proberen het dan toch nog een keer te innen en nog een keer, jij haalt het weer terug en dan blokkeer je ze tenslotte. En die mooie enveloppe: die gaat de volgende keer rechtstreeks de prullenmand in.

Een prijs gewonnen bij Van der Valk, maar de wijn moet nog gebotteld

Overigens hebben we dit jaar echt een prijs gewonnen. Bij Van der Valk. Dat is zo’n restaurant waar manlief graag komt en daar kreeg je dan een persoonlijk codebriefje dat je moest activeren En je kon van alles winnen. Zelfs een dagje directeur spelen. Hoewel we alles hadden ingevuld en dus ook ons adres, kregen we een mail dat we een prijs hadden gewonnen maar dat ze ons adres niet hadden. Of we dat even wilden doorgeven. Toen we dat deden bleken ze ons adres wel te hebben. Tja. Het is geloof ik inmiddels een half jaar geleden dat ons verteld werd dat we een prijs hadden gewonnen. Een doos wijn werd er bij verteld. Laatst belde ik maar eens even of hij nog kwam of dat het Sint Juttemis werd. Het antwoord: Een externe partij moest dat verzorgen. Moet dat nog steeds verzorgen. Ik heb het vermoeden dat ze de druiven nog moeten plukken voor die flessen. Of dat het excuus zal zijn dat de druivenoogst is verdord. Op het kaartje met de winnende code staat trouwens wel stoer Van der Valk Exclusief trakteert. Het is een beetje als die worst. Voorgehouden, maar niet gekregen.

maandag 20 augustus 2018

Maarten bedankt, Mienskip bedankt, mensen bedankt


Het afgelopen weekend leefde ik met een andere man. Nee, ik bedroog mijn eigen man niet en deed ook geen rare dingen met iemand van het andere geslacht, maar was wel heel erg intensief met hem bezig.

En met mij vele anderen heb ik zo het vermoeden. De telefoon lag continue naast mijn bed terwijl ik hem daar normaal altijd uitban, of lag klaar in de aanslag in mijn hand, omdat ik alles van hem wilde weten. 

Verbondenheid

Zaterdagochtend zag ik hem aan een boot hangen en zijn kinderen kussen. Daarna zwom hij weer weg, ons achterlatend in een verbondenheid die je nog maar weinig ziet. Ik omhelsde een onbekende vrouw die achter me op een bankje op een festivalterrein zat te snikken toen ze zat te luisteren naar het verhaal van Sander de Hosson, de longarts met zoveel empathie voor de zieken en de stervenden. En die het boek slotcouplet schreef en daaruit voordroeg. En ik moest mijn eigen tranen wegvegen bij datzelfde verhaal. Een journalist hoort waarschijnlijk geen vrouw te omhelzen als ze midden in een zin zit om op te schrijven wat er gezegd wordt. Of zelf te huilen tijdens werktijd. Hoort misschien volgens het protocol wel nooit om iemand te omhelzen onder dienst of een traan te laten als je betaald wordt. Maar fuck het protocol: het was op dat moment totaal niet belangrijk. De vrouw had waarschijnlijk verdriet om iemand met kanker of had zelf kanker en ze had troost nodig. Troost die we allemaal wel eens nodig hebben en zeker als die kloteziekte om de hoek komt kijken of een andere kloteziekte.

Stop er toch mee

Naar Maarten keek ik ondertussen en dacht:’Jongen stop er toch mee.’  Stap uit dat water, je hebt je punt gemaakt, iedereen wilde meezwemmen, iedereen heeft nu wel gedoneerd, iedereen snapt wat je wilt zeggen, na die eerste stad was het al goed. Je hebt zelf kanker gehad, je hebt een gezin en ouders, het is mooi geweest, het is klaar. Zijn ogen waren flets, zijn slagen steeds minder krachtig.  Zijn lichaam gepijnigd, zijn geest volgens mij al murw.

We wilden hem helpen in zijn lijden

Maar het rare was dat dit juist was wat nog meer verbroederde. Niemand wilde dat lijden zien en wilde er van alles aan doen om dat te verzachten. En in die strijd ontstond nog meer verbroedering. Hij maakte dat mensen nachten doorhaalden om hem bij te staan, dat boeren en brandweerlieden het gewoon deden: de hele nacht voor licht zorgen terwijl de koeien de volgende ochtend ook weer gewoon gemolken moesten worden en branden geblust. 

Oven aan voor 1 pizza

Er werden ovens opgestookt voor een enkele pizza, er werd ergens in een onbekende keuken eieren gebakken omdat Maarten daar zin in had. Naast dat 1 man (met zijn ongelofelijke vrouw en zijn net zo ongelofelijke crew) er voor zorgde dat er 2,5 miljoen werd opgehaald voor zeer noodzakelijk onderzoek naar behandelmethoden voor kanker en daarvoor werkelijk iets deed dat onmenselijk was, bracht hij ons vooral ook weer samen. En dat eerste is letterlijk van levensbelang, het tweede eigenlijk niet minder. 

Laten we elkaar blijven omhelzen

Wat zou het prachtig zijn als we dat gevoel nu eens konden vasthouden. Dat we in het gewone leven ook gewoon zo onbaatzuchtig zijn en elkaar helpen zonder dat er camera’s bij aanwezig zijn en de wereld naar ons kijkt. En laten we elkaar vooral blijven omhelzen. In moeilijke en mooie tijden. Bedankt Maarten, bedankt Mienskip, bedankt lieve mensen.


maandag 13 augustus 2018

Het is weer voorbij die mooie zomer



Het dekbed ligt weer op het bed. Dat ding dat ik de afgelopen weken vervloekte, omdat ik het daar zo heet onder kreeg. Het laken dat we daarvoor in de plaats neerlegden werkte niet goed genoeg. Lief trok het steeds van me af en dan had ik het weer koud. Dan sloop ik weer door de kamer als een soort van Stevie Wonder, viel over dat dekbed dat op de grond was neergekwakt en lag daar met weer een blauwe plek en bezigde ondertussen in iets van stilte wat onaardige krachttermen. 

Airco aan

Op andere dagen had ik het zo heet dat de airco zelfs aan moest. Lief negeerde dat ding stelselmatig: hij is gewend dat er altijd een ventilator aan staat te loeien. Maar de nekpijn die ik kreeg door die windkracht 10 moest hij dan weer wegmasseren (een niet onprettig bijverschijnsel overigens). En nu valt de regen met bakken uit de lucht, is de temperatuur zeker 10 graden gedaald en denk ik: is het nu voorbij met die zomer?

Avonden worden korter

Voor tienen is het ’s avonds al weer donker, je ziet het elke dag wat minder lang licht worden en nee, daar moet ik niet aan denken. Vandaag ben ik de deur nog niet uitgeweest.
 Regen, wind en onweer: ons lot voor de komende maanden. Vele, lange veel te lange maanden. Voor mij dan. Ik ben geen wintermens dat is duidelijk. Maar ik ben ook geen 35 gradenmens, dat is ook duidelijk. Het is ook duidelijk dat het eigenlijk nooit goed is. Maar de zomer tot nu toe voelde als toen ik een kind was. Lang, mooi, lekker erop uit, lange nachten op het balkon of lopend door de natuur. Van mij mag het zo blijven. Maarre, dan wel met een graadje of 23….

donderdag 2 augustus 2018

Hussein





Toevallig had ik het er afgelopen week over met iemand, voordat het vreselijke nieuws ons had bereikt: over de eindeloze gastvrijheid van Hussein.  Als ik bij hem langs ga roept hij me altijd even binnen voor een bakkie zei ze. Even praten, even zitten. Daar waar anderen daar nooit tijd voor hebben, maakt hij die tijd en lijkt hij er van te genieten.

Andere cultuur

Een andere cultuur zei ik nog, dat kennende van mijn eigen man. Maar naast een eigen cultuur heeft ieder natuurlijk ook zijn eigen karakter. En dat van hem was gewoon  zo enorm gastvrij. Je voelde je er thuis. Zelfs mijn ouders vonden dat. Van buitenissig eten moest in ieder geval mijn moeder nooit iets hebben, maar bij Hussein was het altijd goed. Dan zei ze gewoon dat ze het zonder al die ‘Griekse’ kruiden wilde en dat kreeg ze dat. En ze vond hem charmant.

De Markol

Veel van onze dierbare familiefoto’s zijn dan ook geschoten in de Markol (want de Specerij hebben zij niet meer meegemaakt, toen waren ze al overleden). Die kiekjes prijken overal. Met de kleinkinderen die je steeds groter ziet worden, want bijna elke belangrijke gebeurtenis werd daar gevierd met een diner. Met de gerechten die we lekker vonden.

We voelden ons gedragen

En je kunt aan onze gezichten aflezen dat we ons gedragen voelden. Dat kon ook bijna niet anders: bij Hussein voelden we ons thuis.

De Griek, die geen Griek was

In de wandelgangen bleef hij trouwens altijd de Griek. Omdat hij Griekse maaltijden serveerde of het in de beleving van velen Grieks eten was. Omdat zijn huid wat donkerder was dan die van de meeste van ons, of gewoon omdat als je eenmaal dat stempel hebt dat er niet zomaar weer afgaat.


Vriendelijk en inspirerend

Pas gisteren las ik dat zijn wiegje in Libanon heeft gestaan. Ondanks alle keren dat we bij hem gegeten en met hem gesproken hebben, heb ik dat nooit geweten. De vriendelijke woorden altijd, de begroetingen op elke plaats waar je hem ook maar tegenkwam, zijn inspirerende manier van bedrijfsvoering: al die zaken zijn me wel altijd bijgebleven. Zijn veel te vroege heengaan slaat een gat in Lemmer zei de vriendin die altijd koffie bij hem kon drinken. En zo is het: Hussein hoorde bij ons, pimpte eerst de waterkant bij de Markol op en bracht nu leven in de brouwerij aan het Dok. Maar hij bracht vooral medemenselijkheid. Medemenselijkheid die veel en veel langer had moeten duren. Met een leven dat veel en veel langer had moeten duren.

maandag 23 juli 2018

Een waardeloze weg


Wat kost dat eigenlijk, dat nogmaals aanbrengen van een asfalt laag op een slechte ondergrond van Lemmer naar Sondel, vroeg ik de provincie? Afgezien van alle ellende bedoelde ik, want man het heeft voor mijn gevoel wel een jaar geduurd voordat je er niet als een dolende in de woestijn en met je de hand aan de (niet bestaand) vangrail langs kon. 

Geen antwoord

Daar geven we geen antwoord op, zei die. Dat was zo afgesproken met de aannemer. De aannemer notabene die die ondergrond volgens hen niet goed had gemaakt. Het bleef binnen het budget, dat wilde hij nog wel zeggen. Maar of je 1,3 miljoen moet aftikken of 1,2 miljoen maakt volgens mij voor de burger nogal wat uit. Want elke ton die je bespaart, hoeven wij niet met z’n allen af te dragen. Zeker als er van alles mis is gegaan.

File bij Lemmer

Ik moest er aan denken toen ik in de file stond. Jaja, de file die er nu niet meer zou moeten zijn omdat er overal van die fantastische rotondes in de weg zijn gelegd. Niet dat die heel duidelijk zijn: de gemeentewagen klapte al ergens tegenop met als gevolg een soort van kleine kettingbotsing.  Als je vanaf Heerenveen komt en je wilt Lemmer in sta je te denken: doorrijden of toch nog maar stoppen? Want ja het zijn wel 2 banen, maar wat geven die als de mensen die vanaf de andere kant gewoon op jouw baan rijden. 

Stukjes tweebaansweg

En dan die belachelijke oplossingen tussendoor: stukjes tweebaansweg. Stukjes ja wel.  Even veel ruimte, dan ingehaald worden door Nicky Lauda's en dan weer boven op de rem moeten. En als de brug opgaat (en ja dat gaat hij) of de Margriet Sluis dan sta je daar nog gewoon zoals altijd vast. En als je daar dan met z’n allen voorstaat zoals nu het geval is in de vakantie, dan schiet je er dus geen meter mee op, letterlijk. Dus ja, we stonden weer in de file. Niet eens, maar meerdere keren. En dat geld dat daarmee gemoeid is: dat hiest wol in de skietsleat kenne gooie, zou mem wel zeggen. En dat zag ze altijd wel goed, want van geld had ze alle verstand. Weggegooid dus. Heel veel, hoewel we dus niet eens weten hoeveel. Want dat wil de provincie niet zeggen....

maandag 16 juli 2018

Over een verstopte link op een gemeentepagina en uitbreiding van de Lidl Lemmer


B&W van de gemeente Lemsterland wil niet dat de Lidl verhuist naar de Polle. Een grote supermarkt voor yuppen in het hart van Lemmer (ah ja waarom nog niet eentje erbij, bij de anderen is het alles goud wat er blinkt vindt ze blijkbaar) omringd door oude huizen op palen wil ze wel. Maar een grootgrutter die wil uitbreiden op een andere plek en voor mensen met de kleine beurs alles nog wat betaalbaar maakt, daar ziet ze geen brood in. Dat ondernemers iets verderop in de straat ook wel graag de grote supermarkt zien verschijnen, deert hen ook niet. Volgens een raadslid hebben zij op hun brief waarin ze dat aangeven niet eens antwoord gekregen. Laat staat dan er met hen over gecommuniceerd is.

Verkeerde procedure

Zoals wel vaker het geval is, is deze weigering ook nog eens op verkeerde gronden gemaakt.  Er staat in Balk al een illegaal asielzoekerscentrum en ook hier moet de procedure over, want hij is verkeerd gevolgd. Dat heb ik niet bedacht, dat heeft de Raad van State bedacht. Want de Lidl liet het niet bij die weigering zitten en ging naar het hoogste orgaan. Die oordeelde, dat de gemeente fout zat en het proces dus moet overdoen, maar dan ook de uitgebreide versie van het proces moet volgen.

Burgers mogen ook iets vinden

Mensen uit Lemmer mogen in die versie van die weigering ook iets vinden, getuige een zeer verstopte link op de gemeentepagina. Waarom dat feit nergens is gepubliceerd (want je moet verdomde goed zoeken wil je de link vinden) is me een raadsel. In de eigen propagandakrant van de gemeente waarin alles rozengeur en maneschijn is en nooit een enkel kritische kanttekening wordt geplaatst bij diezelfde gemeente is dit feit (ik zou bijna logischerwijze zeggen) niet te vinden. Maar ook in andere bladen kan ik hem niet vinden en dan moet je er dus al heel toevallig op stuiten. Of ik moet zeggen: moeten wij van de (kritische) pers er op stuiten. 

Actie ondernemen voor wie een grote Lidl wil

Maar goed dus; wie wel wil dat de Lidl verhuist en een groter assortiment krijgt, moet vooral zijn stem uitbrengen. De stukken liggen op het gemeentekantoor en bij de servicepunten en staan ook op ruimtelijkeplannen.nl. Of het wat uitmaakt dat u uw stem laat horen, daarover kan ik niets vertellen. Volgens de afdeling voorlichting hoefde alleen de procedure over en was het dan vervolgens in kannen en kruiken. Maar ja, de gemeente vond eerder ook dat de procedure goed was gevolgd. Ook dat bleek niet waar.

maandag 9 juli 2018

Buurvrouw Richt


Lange tijd woonde ze naast mijn ouders en later werd ze dus ook op een kleine afstand mijn buur toen ik naar dezelfde straat verhuisde: buurvrouw Richt. Klein en fragile vrouwtje, maar als ze haar mond opendeed wist je: met haar valt niet te spotten. 

Kroeg in Lemmer gehad

Dat kon ook bijna niet anders: tientallen jaren een eigen kroeg gehad met haar man en zoon of zonen en dat is niet voor watjes. Geloof ik dat ze op eigen houtje een grote kerel aankon? Ja, dat geloof ik oprecht. Met haar schelle stemgeluid (misschien wel in die tijd ontwikkeld) was ze niet te missen. Vond ze zo’n leven altijd even leuk? Daar ben ik nooit helemaal achter gekomen; het leek alsof ze het leven droeg zoals het kwam.

Bauk must es hore juh

Maar wij kenden vooral die andere kant van buurvrouw Richt. Bauk must nou es hore juh, zei ze dan tegen mijn moeder. En dan kwam er weer een prachtig verhaal of een anekdote. Gewoon over de heg of nadat ze even had aangebeld. Of ze zei: Wiebe juh, hoor es.’ Of ze kwam informeren hoe het ging. Kwam langs met een bloemetje of wat te eten. Toen haar boom van een vent ziek werd (hij had niet voor niets de bijnaam Lange) was dat een drama. Maar de kleine fragiele buurvrouw sloeg zich ondanks alles er toch doorheen. Vond - had ik het idee - troost in de (klein)kinderen en ging voort met het leven.

Nuchterheid en acceptatie

Gisteren zag ik opeens haar overlijdensbericht. Het leken haar eigen woorden wel (misschien waren ze dat ook wel). Van nuchterheid over hoe het leven nu eenmaal gaat tot dat er soms echt niks meer aan is als het allemaal niet meer wil. De laatste keer dat ik haar sprak, had haar gesprek een zelfde toon. Ze was niet zo heel expliciet, maar ik merkte wel dat het allemaal niet zo fijn meer ging. In mijn beleving kleine vrouw met een groot hart en groot doorzettingsvermogen. En een groot vermogen om te accepteren wat er is en niet wat er niet is. Moge dat nu vooral dan rust zijn. 

maandag 2 juli 2018

Afscheid van je huisarts

Ze belde of kwam langs op zaterdag als ze helemaal geen dienst had. Omdat ze zich zorgen maakte toen het met mijn moeder al heel slecht ging. Ze probeerde mijn vader te ontlasten toen ze zag dat die het heel zwaar had en willigde al zijn wensen in voor behandelingen, doorverwijzingen en andere zaken. Ze zat aan hun bed, terwijl ze helemaal in de war waren, zat naast ze op de wc en sprak met ze alsof ze met hen aan de keukentafel zat.

Dokter met een gebakje

 Ze kwam bij mij langs met een gebakje toen ik midden in mijn chemo’s zat. Bijna elke week en op eigen initiatief. Zodat ik toch iets naar binnen zou werken en iets kon eten wat ik lekker vond. Het waren van die gedachten die bij me op kwamen toen ik las dat mijn eigenste dokter Postma deze maand haar stethoscoop aan de wilgen hangt.

Geen receptie bij afscheid

Op de site van ‘haar’ praktijk die inmiddels haar praktijk niet meer is trouwens had ze een berichtje gezet: dat ze er mee ging stoppen en dat recepties niets voor haar waren, zeker niet als het om een afscheid ging. Nog iets uitspreken kon wel, maar dan door het sturen van een mail. En ze zou ongetwijfeld nog vele keren in Lemmer zijn. Privé, maar ook als de andere doktoren er niet waren en haar hulp even nodig zouden hebben.

Afscheid huisarts

Ik wist dat het moment zou komen, in de praktijk hing al een briefje. Maar toch is het afscheid nemen van zoiets vertrouwds als een huisarts best een dingetje. Zeker als je -  net als wij - zulke intense dingen hebt meegemaakt met elkaar en zij er elke keer bij was om te zorgen voor hulp en ondersteuning. Het is en blijft een vreemd afscheid, dat snap ik ook in zo'n geval. Zij weet van alles van ons, heeft ons bij zowel blijde als heel verdrietige situaties bijgestaan, maar heeft ook zelf een leven waarvan de meesten van ons niet zoveel weten. Niet dat ze geen persoonlijke dingen met ons deelde: het was verfrissend hoe ze soms ook voorbeelden uit haar eigen leven aanhaalde. En hoewel ik ook erg van het oude vertrouwde ben en haar het liefst nog 10 jaar zou houden op die stoel, hoop ik van harte dat ze intens gaat genieten van haar welverdiende pensioen. En heel misschien mag ik haar dan nog wel eens een gebakje brengen. Gewoon omdat het ook leuk is om eens iets terug te doen.

maandag 25 juni 2018

Leerlingenvervoer

Bezuinigen; het was het magische word de afgelopen jaren in onze gemeente. Zo’n beetje overal waar in gesneden kon worden, werd ook gesneden. Vreemd was dat overigens niet: de overheid besteedt steeds meer zaken uit aan gemeente, maar halveert de zak geld waarvoor ze die diensten zelf aanbood.


 Helaas is het zo dat vooral de minder bedeelden en mensen die het toch al zwaar hebben daar de dupe van worden. Zo moest het leerlingenvervoer helemaal op de helling. Kinderen moesten van centrale plekken gehaald die onveilig of veel te winderig en nat bleken, er ging van alles mis, allerlei informatie die niet verspreid mocht worden werd wel de ether in gegooid en er was enorm veel weerstand van de ouders van die toch al kwetsbare kinderen.

Verzet

Er kwam behoorlijk wat verzet en door dat verzet moest de gemeente wel toegeven dat ze enorme fouten had gemaakt. En nu blijkt als klap op de vuurpijl dat de bezuinigingen die door dit alles behaald zouden moeten worden, helemaal niet gehaald zijn. De 19.000 euro die er bezuinigd zou moeten worden is totaal niet gehaald.

Aandacht voor leerlingenvervoer groter, ja me hoela

Nee, zegt de gemeente, maar de bekendheid van het vervoer voor kinderen die naar een school voor speciaal onderwijs gaan is wel groter geworden. Groter geworden? Ja, in negatieve zin. Ik geloof niet dat er iemand is die opeens dacht:’Hee, daar hebben we nu nog nooit van gehoord en laten we dat eens aanvragen voor ons kind. Bovendien is er een platform ontwikkeld stelt de gemeente. Ja, dat klopt. Maar ook dat kwam door de klankbordgroep en niet door de inzet van diezelfde gemeente.
En dat de kosten niet lager zijn geworden kan ik met mijn boerenverstand ook nog wel begrijpen: er moesten waarschijnlijk zoveel maatregelen worden genomen om al die crisissen te bezweren dat het me nog niet eens zou verbazen dat er meer in plaats van minder is uitgegeven…


donderdag 14 juni 2018

Hoe je een burgerinitiatief bijna om zeep brengt


De gemeente heeft haar mond vol van het burgerinitiatief. Mensen moeten van onder op de verantwoording nemen en zorgen voor allerlei leuke en belangrijke zaken met en voor elkaar. Is dat goed? Dat is perfect! Alleen is de manier waarop sommige burgerinitiatieven door diezelfde gemeente volledig onderuit worden gehaald is beklagenswaardig.

Tuin voor iedereen

In ons dorp heeft een groepje dames en heren werkelijk alles uit de kan gehaald om een gezamenlijke tuin op te zetten. Biologisch, goed voor de sociale samenhang, om eenzaamheid te bestrijden, om nieuwkomers erbij te betrekken, om bijen een goed leven te geven en om een stuk braakliggend land een tweede kans te geven. 

Tientallen gemeenschappelijke doelen

Er worden kortom tientallen doelen mee gediend, waarvan de gemeente altijd zelf heeft aangegeven dat ze die belangrijk vindt. Maar als dan keer op keer diezelfde gemeente fout op fout stapelt, vergunningen worden gegund en vervolgens weer ingetrokken, er weer heel andere bepalingen worden gesteld en het de initiatiefnemers zelfs gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt om de grond te frezen (na een dik jaar van alleen maar strijden en nog eens strijden) omdat een aannemer er zijn bouwspullen (zonder vergunning) op heeft gestald dan word je daar als initiatiefnemer waarschijnlijk niet alleen moedeloos van, je zou er gewoon het bijltje bij neergooien.

Alles fout gegaan in het proces

Als een kwartiermaker bij ditzelfde grandioze initiatief al aangeeft dat werkelijk alles in dit proces niet goed is gegaan, dan geeft dat toch wel te denken. Blijkbaar is het voor de diverse afdelingen binnen het gemeenteapparaat heel moeilijk om met elkaar te communiceren of om met de burger te communiceren. De goedwillende burger, let wel, niet eentje die voor eigen gewin aan de slag is. Dat de tuin die voor ons allen is bedoeld en waarvoor de meest moeilijke stukken zijn geschreven door leken die iets willen voor de gemeenschap en waar velen van hen inmiddels slapeloze nachten van hebben gekregen er dan uiteindelijk toch komt, is dan ook louter en alleen aan hun inzet te danken.

maandag 11 juni 2018

Geslaagd

Na de tijd van de zenuwen, het blokken, de spanning van het wel of niet slagen is daar dan eindelijk de uitslag: geslaagd… Hoewel ik zelf eigenlijk nooit zo in de rats heb gezeten over de uitkomst daarvan, blijven het toch altijd spannende dagen kan ik me nog herinneren. En voor mensen die echt niet weten of ze het gehaald hebben, duren dergelijke dagen altijd een eeuw.

Tassen aan de mast

Maar dan: als bekend is dat het welbekende papiertje binnen is, wat is dat dan een feest. Tassen aan de mast hangen, elkaar opbellen om te vragen of de ander ook geslaagd is, drankjes drinken, feestjes vieren. Het echte leven komt er ongetwijfeld aan, maar nu nog even niet. Er staat een studie te wachten na een zomer met misschien vakantiewerk of gewoon ergens lekker naar toe met vrienden of familie. Want na het slagen wacht er vaak een ander leven. Maar in de periode net na het slagen hoef je je daar als feestvarken even niet druk om te maken.

Geslaagd en dan in de krant: maar niet heus

En wij van de krant(en) vinden dan ook dat zo’n heuglijk feit in diezelfde krant hoort. Want natuurlijk mag iedereen horen (lezen)  dat je zo goed bent, dat je een felbegeerd papiertje hebt bemachtigd. De privacy waakhond denkt daar echter anders over. Terwijl overal onze gegevens al lang een miljoen keer gekopieerd zijn, is een simpele vermelding van iemand die de fundering voor de rest van zijn leven heeft gelegd niet zomaar meer mogelijk.

Toestemming voor publicatie

De school moet tegenwoordig van alle leerlingen toestemming vragen of ze hun naam gepubliceerd willen zien. En blijkbaar is dat voor scholen heel moeilijk, want wij hebben er geloof ik slechts eentje gevonden die dat voor elkaar heeft zien te krijgen. En dat is toch eeuwig zonde. Daarom draaien wij de zaken dan maar even op: wie wel trots is op zijn prestatie en vindt dat de hele wereld mag weten dat hij of zij is geslaagd, stuurt ons gewoon zelf zijn of haar naam toe. Dan zorgen wij voor een prachtig plekje. Want beste geslaagden: dat hebben jullie verdiend…


maandag 28 mei 2018

Grommende vliegtuigmotoren




Zon, zee en strand. Dat moest het worden het afgelopen weekend. En na een route vol omleidingen en niet duidelijke bebording werd het dat ook even. We supten. Soort van, omdat we er bij bleven zitten op die plank, terwijl de regels geloof ik gebieden dat je het staande doet. We lagen op het board en genoten van de omgeving, het kabelende water en de zomer.

Beachlodge

We aten een hapje en dronken een drankje. Met de deuren wijd open probeerde we vervolgens de hitte te verdrijven uit onze ietwat primitieve beachlodge, door lief tot bakkerij omgedoopt omdat je er zo brood in kon bakken.

Grommende vliegtuigmotoren

’s Avonds werd echter alles opeens anders, zoals dingen soms opeens iemands leven 360 graden kunnen omdraaien. Ik hoorde het als eerste: grommende vliegtuigmotoren. Althans dat dacht ik. Vliegveld Rotterdam dacht lief. Maar dat leek me toch wel wat ver weg.

Uitbreiding vliegveld Lelystad

Ik dacht aan uitbreiding van vliegveld Lelystad, maar daarvoor zaten we te ver weg en aan de andere kant van het land. Het gegrom bleef niet alleen aanhouden, het werd heviger. Alsof er meer vliegtuigen waren. Na het openen van de deur – die uitzicht bood over het meer waaraan we logeerden - zag ik al dat het foute boel was. Drie helikopters met grote schijnwerpers vlogen systematisch over het meer en beschenen daarbij minutieus het water. Zwaailichten vanaf de andere kant lieten tevens zien dat het serieus was. Aj zei ik, daar zijn mensen vermist. Ik kende ze niet die mensen. Toch togen we met zaklantaarns rond het meer. Misschien dachten we. Misschien vinden we iets dat kan helpen. We vonden niets dat kon helpen.

Vermisten uit Lemmer

Ik kon de slaap die nacht niet vatten. Er kropen mensen door mijn hoofd die ik niet kende, maar die niet veilig waren. Zoals er in Lemmer ook mensen waren geweest die niet veilig waren geweest. Vermist. Op het Tjeukemeer, op het water bij het strand. Mensen in een ver land, overvallen door een tsunami. Ik moest aan hen allen denken, aan het verdriet, het leed dat hun dierbaren toen hadden doorgemaakt en ongetwijfeld nog steeds met zich meedragen. Het stormde in mijn hoofd, terwijl er op die dag geen storm te bekennen was. ‘Onze’ mensen van hier zijn heel lang zoek geweest, maar ‘gelukkig’ toch gevonden. Een dag na ons bezoek hoorde we de vermisten van daar na 2 dagen. Maar in beide gevallen is ‘gelukkig’ een ongelukkig woord voor een gebeurtenis die alles veranderde.

maandag 21 mei 2018

Mijn leven in dozen

Ik pel mijn geschiedenis zo lijkt het. Doos na doos komt er van alles boven drijven dat me terugwerpt in het verleden. Liefdesbrieven, veel liefdesbrieven. Van vergane liefdes die op dat moment zo groot en overweldigend waren. Waarvan de vreugde van in het begin van de letters afschiet. Tastbaar bijna.  Waardoor ik dan bijna weer verliefd wordt zoals toen. Maar die dan vaak weer worden gevolgd door brieven later die veel ernstiger van aard worden. Die dan al inhouden dat er een einde aan zit te komen. Ik moet alweer huilen als ik lees hoe bedroefd ik dan was en hoeveel hartenpijn ik eigenlijk heb doorstaan.

Briefjes van heit en mem

Maar er zijn ook de briefjes van mem en heit. Die van mem gaan altijd over eten dat ze voor me heeft klaargezet op het aanrecht. In haar bekende hanenpoten: Stimpstamp met spekjes. Geen toetje, maar wel een appel. Haha, liet ze er dan op volgen. Wat kende ze me goed, wat kookte ze lekker. Haar stimpstamp was de beste ooit.

Instructies om de PC op te schonen

 Heit was altijd wat pragmatischer. Instructies om mijn PC op te schonen. Puntsgewijs, maar oh zo duidelijk. En altijd er boven: lieve dochter.  Wat mooi toch.  En dan; de rouwkaarten van hen beide. De mooiste woorden van de liefste mensen.  Nichtjes die mijn vader een gevallen kastanjeboom noemen. Het ongeloof dat uit die kaarten spreekt. Maar ook de boeken vol informatie van de Thuiszorg omtrent hun situatie. Boeker die steeds triester en deprimerender van aard worden.

Hartsvriendinnen

Maar ook al die geweldige kaartjes van hartsvriendinnen. Antje die overal een grapje over maakte. Anneloes die altijd met zelfgemaakte hersenspinsels kwam. Heidy met mooie kaarten van elders. Maar ook kaarten van vriendschappen die helaas zijn verloren gegaan in de tijd.

Bankafschriften en rekeningen van diners

Ook de mappen vol administratie zeggen alles. De afschriften van de bank nog in miniformaat die je toen nog kreeg thuisgestuurd. De talloze rekeningen van diners, omdat ik nooit wilde vergeten waar en met wie ik had gegeten. De rekeningen van mooie flessen wijn, omdat ik ook die herinneringen nooit wilde wissen. De routes van vakanties, de lijsten met medestudenten, de talloze rekeningen van modezaken. En foto’s. Talloze foto’s van een jongere versie van mezelf. Met een strak gezicht en een strak lijf.

Alles is anders en toch nog steeds hetzelfde

Alles is anders en toch nog steeds hetzelfde. En omdat het niet anders kan, gaat veel toch door de versnipperaar. Met pijn in mijn hart. Maar een aantal zaken gaat terug in de doos. Van hartenpijnbrieven tot eetbriefjes van mem.  Gewoon, omdat ik dat niet anders wil.

maandag 14 mei 2018

Een vette tor in mems onderbroek



Terwijl ik over een weg sukkel die na maanden nog steeds niet af is geeft me dat de tijd om rustig om me heen te kijken. Met 60 op de teller kun je tenslotte de boterbloem, de pinksterbloem, de zuring en de paardenbloem rustig aanschouwen.

Weer even kind

Bij het zien van al dat moois waan ik me weer even kind. Hoe we daar  - waar nu allemaal huizen staan in plan west -  dagen stonden te vliegeren in hoog gras. Vliegtuigen uit Lelystad kwamen er niet over, dus dat kon ongegeneerd.

Pinksterbloemen en boterbloemen en kettingen van paardenbloemen

Waar we boeketten vol pinksterbloemen en boterbloemen plukten voor mem en waar we van de paardenbloem thuis kettingen regen die we elkaar dan vervolgens omhingen. En als je het steeltje met dat witte wat bittere sap in stukjes brak en in het water legde, krulde hij zo mooi om.

Zuring eten

 En die zuring? Die zuring aten we. Liggend in het hoge gras, terwijl we omhoog keken naar de staart van onze vlieger kauwden we op grassprieten en de intens rode zuringstengels die zo goed waren voor de dorst. Flessen cola of sinas waren ons vreemd. Terwijl we daar zo lagen met vriendjes en vriendinnetjes waar we in de avond dan weer blikspuit mee deden en op onze autoped rond het blok scheurden, waren er altijd allerlei insecten te vinden.

Steeds minder insecten

 Spinnen, torren, lieveheersbeestjes, wespen, bijen, libellen en allerlei andere diertjes die zorgen voor biodiversiteit. Toen vriendin Antje en ik en onze respectievelijke moeders in de tuin eens een tent hadden gebouwd van zwart plastic, maar mijn moeder opeens een hele dikke tor in haar onderbroek voelde kruipen,  was het meteen over met de nachtelijke kampeerpret. Dat dan wel weer.


Weiland met alleen gras

Al die herinneringen kwamen boven, terwijl ik twee soorten kampen leek te zien daar in dat landschap. In het ene weiland aan de ene kant van de weg overheersen de kleuren paars, bordeauxrood, geel en een andere kleur geel. In het andere staat echt louter gras dat ook nog eens heel kort gemaaid is. Ongetwijfeld kunstmatig zo veroorzaakt, maar juist die eentonigheid zorgt er denk ik voor dat al die geweldige insecten schitteren door afwezigheid.

Een dikke tor in mijn mems onderbroek

De wolf mag dan zijn weg terug gevonden hebben naar onze provincie, die dikke vette tor uit mijn moeders onderbroek laat zich in geen velden of wegen meer zien. En dat is naast het feit dat deze herinnering nooit meer zal herleven en ik daar wel een miljoen voor zou willen geven, vooral voor de natuur een fikse aderlating.



Foto's komen van Pixabay, Ik mag namelijk niet fotograferen en sturen tegelijkertijd. En die kever, ja die heeft mem waarschijnlijk nadat ze de hele buurt bijeen heeft geschreeuwd toch niet zo heel zachtzinnig behandeld.