zondag 21 december 2014

Raadsleden die de WOB moeten gebruiken om informatie te krijgen

Raadsleden die de Wet Openbaarheid van Bestuur moeten inzetten om informatie te krijgen voor het werk dat ze doen. Het is de bittere waarheid in de gemeente De Friese Meren momenteel en het klopt volgens mij van geen kanten.

Voor raadslieden is het belangrijk dat zij weten wat er speelt in hun gemeente om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. Dat lijkt me evident. Want hoe kun je beslissen over iets als je niet weet wat er aan de hand is? Toch lijkt de gemeente De Friese Meren daar heel anders over te denken. Zij onthoudt raadsleden van de diverse partijen vertrouwelijke informatie. Zegt gewoon, dat ze die informatie niet krijgen.

Nepdemocratie

Op zich is dat niet alleen gek, het kan volgens mij niet eens. Als college van burgemeester en wethouders en ambtenaren (die je niet moet uitvlakken als bestuurslaag) informatie achterhouden en dus meer weten dan jij, werkt dit een goede democratie niet bepaald in de hand. Het heeft er bovendien alle schijn van dat er dan iets te verbergen is. In de tijd dat gemeente Lemsterland nog bestond, konden de gemeenteraadsleden gewoon over die informatie beschikken.
Het lag op een aparte plek (niet altijd even slim genoeg ergens neergelegd zodat de pers het ook kon lezen) maar het was voor hen dus in te zien. Wat ook zo hoort.

Raadsleden die de wet moeten gebruiken om achter informatie te komen
En nu moeten raadsleden bepaalde informatie die zij nodig hebben om een goed besluit te nemen verkrijgen door een beroep te doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Dat betekent een hele papierwinkel invullen, waarna vervolgens wordt beoordeeld of die informatie beschikbaar wordt gesteld of niet. Die wet wordt in het algemeen gebruikt door ons, de mensen van kranten en omroepen. Omdat ook wij heel vaak niet te horen krijgen wat we willen horen. Omdat er omheen geluld wordt, omdat ze vinden dat de democratie daar niet bij gebaat is, omdat er soms geheimen aan het licht komen die B&W liever niet naar buiten wil hebben. Ook dat is al vreemd, maar dat je je eigen gekozen volksvertegenwoordigers die informatie onthoudt is niet alleen vreemd, het is een aantijging tegen alles waar dit land voor staat.

Volksvertegenwoordigers
Wij kiezen met onze verworven rechten mensen die onze belangen behartigen. Die mensen moeten dan wel de kans krijgen om dat te doen. Daarbij is informatieverstrekking een groot goed. Natuurlijk laten zij zich ook informeren via andere kanalen. Maar wat ambtenaren al hebben uitgevonden of beslist, wat een voorgeschiedenis is of wat er allemaal al ligt aan feiten – het hoort daar allemaal bij. Als een raadslid bovendien bij elk punt waar hij de vertrouwelijke informatie van wil verkrijgen een verzoek moet indienen in het kader van deze wet is hij nog wel even bezig. Want zo’n verzoek indienen voor alle informatie kan volgens mij niet eens. Het betekent bovendien ook nog eens dat die informatie wel eens veel te laat kan komen voor uiteindelijke besluitvorming, omdat daarvoor weer een bepaalde periode voor besluitvorming staat. Zo kun je dingen mooi traineren. Belachelijk.
M

maandag 15 december 2014

Perfect goede medicijnen die zo in de prullenbak verdwijnen

Perfect goede medicijnen die zo in de prullenbak verdwijnen. Ik kon er met mijn verstand niet bij toen ik dat hoorde. En het werd me zwart voor de ogen, dat mag u eerlijk weten. Niet omdat ik aan een te lage bloeddruk lijdt (soms ook overigens), maar omdat dat soort dingen gewoon niet kan geloven. En het wordt tijd voor opstand. We pikken te veel in dit land: dingen die echt helemaal nergens op slaan. Waarom die boosheid vraagt u zich misschien af. Welnu, dat zal ik u vertellen.

Een vriend van me lijdt aan hart- en vaatziekten, of te wel dichtgeslibte aderen. Als de aderen nog te openen zijn met een stent wordt dat gedaan. Maar er zijn dan daarna ook medicijnen nodig om die aderen open en het bloed dun te houden en de stent zijn werk te doen. En dat zijn dure pilletjes. Zo duur zelfs dat je eigen risico er direct aan opgesoupeerd wordt. Maar goed om in leven te blijven, heb je dat er waarschijnlijk wel voor over. Mijn vriend kwam echter bij de apotheek en gaf aan dat die pillen niet langer geslikt hoefden te worden. Doktersopdracht. Blijkbaar zit daar namelijk een termijn aan. Maar ze waren wel al besteld.

Pillen zo de afvalbak in
Dan gaan ze nu in de afvalbak zei de apothekersassistent. Pillen die nog niemand ooit in handen had gehad en die nog in de gesloten verpakking zaten, mogen in dit land niet meer gebruikt worden! Pillen waar een mensenleven mee gered kan worden. Pillen die een vermogen kosten. De vriend in kwestie zijn eigen risico was al opgebruikt, dus daar zat het hem niet in. Maar die dure pillen zomaar vernietigen terwijl de zorgkosten de pan uitrijzen, dat kan toch helemaal niet? Waarom gaan die pillen niet gewoon terug in de schappen en worden mensen er mee geholpen?


En anders heb ik nog wel een hele goede bestemming, want in bepaalde delen van het buitenland doen ze een moord voor zulke pillen. Daar krijg je hooguit een aspirientje als je aderen zijn dichtgeslibt. Aan de apothekers ligt het overigens niet, het zijn regels die van hogerhand worden opgelegd. En die hun doel volledig voorbij streven. Kapitaalsvernietiging, zonde van goede medicijnen die levens kunnen redden, achterlijk. Ik kan er ook niets mooiers van maken.

Vlees dat zomaar doorgedraaid wordt
Iets in dezelfde trant gebeurde deze week toen ik hoorde dat ze in supermarkten hartstikke goed voedsel gewoon door moeten draaien. Vlees dat is blijven liggen gaat gewoon door de vetmolen. Terwijl overal op de wereld mensen creperen van de honger, wordt hier vlees waar bovendien dieren voor zijn gestorven, gewoon doorgedraaid. Idioot. Het wordt tijd dat we eens met onze vuist op tafel slaan en aangeven dat dit zo niet langer kan. In andere landen om ons heen gebeurt dat regelmatig, maar hier lopen we als makke schapen achter al die regels aan. En volgens mij moeten we nu eens duidelijk zeggen dat het zo niet langer kan. Regels prima. Maar dit land gaat zo langzamerhand aan regels ten onder. En ik ben het zat. Ik wil de barricades op.

donderdag 11 december 2014

Verspilling van voedsel bij de supermarkt

Verspilling van voedsel: ik kan er niet mee leven.

Afgelopen week was ik in een supermarkt en stond ik te twijfelen bij het vlees. Ik haal mijn vlees het liefst bij een biologische boer, maar soms is daar geen tijd voor. Ook heeft de boer soms geen vlees, want er wordt maar zo nu en dan geslacht. Dus nu kijken wat ze bij de supermarkt hadden.

Vleesloze dag
Ik las regelmatig een vleesloze dag in, omdat ik vind dat wij veel te veel dierlijk voedsel tot ons nemen. En als wij dat doen betekent dit dat andere mensen op deze aarde hun granen bijvoorbeeld niet krijgen. Want wij voeren dat graan aan onze koeien, kippen en varkens. Als ik vlees koop dan is het altijd of biologisch of van het beter leven kwaliteitsmerk. Eigenlijk zou ik willen dat ik geen vlees en vis lust. Want zij moeten toch voor ons lijden. Sinds ik ziek ben geweest denk ik daar veel vaker aan. Aan al die dieren die worden vermoord omdat wij ze zo lekker vinden.

Mini pakjes met vlees
Maar ik stond daar dus voor dat schap. En ik zag een miljoen pakjes met mini vleeswaren. Mini kipfilet, mini hamburger, mini rundvlees. En nog veel meer mini. Blijkbaar is dat handig om te gourmetten. Nou gourmet ik nooit, want ik wil niet een half jaar in de baklucht zitten in mijn huis. Bovendien vind ik dat mensen met gourmetten altijd veel te veel vlees eten. Dus het fenomeen is mij redelijk onbekend. Maar goed mini verpakkingen dus. Ik vond het wel een goede optie om minder vlees te eten en ging alle pakjes langs. Ik vroeg de slager waarom er zoveel pakjes lagen. Volgens hem omdat er veel was ingekocht, maar weinig verkocht. Hoewel de pakjes nog niet over datum waren liet hij er op volgen dat al dat vlees zou verdwijnen in het vetafval. Gewoon doordraaien van heel goed voedsel dus.

Vlees zomaar doordraaien
Ik kon mijn oren niet geloven. Ik begrijp de supermarkt overigens wel: die kan geen vlees meer verkopen wat over de datum is. Maar er zou toch een andere manier moeten zijn om er voor te zorgen dat dit vlees waarvoor een dier is gestorven dan in ieder geval te consumeren. Een soort systeem waardoor mensen het dan opkopen en aan de ene kant de supermarkt geen verlies lijdt of minder en er aan de andere kant mensen zijn die dan weer een fatsoenlijk hap eten hebben.

Slacht een dier niet zonder het vlees dan op te eten
En waardoor dat dier niet voor niets is gestorven. Want al dat is niet meer van deze tijd. Zo is het ook niet van deze tijd als goederen van mensen die uit hun huis zijn gezet worden vernietigd. Goed spul waar mensen nog heel veel aan kunnen hebben, worden met grof geweld uit een raam gegooid en verdwijnen. Dat zijn dingen die er bij mij niet ingaan. Willen we deze aarde niet helemaal opgebruiken en fatsoenlijk omgaan met wat ons gegeven is, dan zullen we voor dit soort zaken andere systemen moeten uitvinden.

maandag 8 december 2014

Laat staan dat gemeentekantoor in Lemmer

Laat staan dat gemeentekantoor aan het burgemeester Krijgerplein in Lemmer. Dat zou ik willen zeggen tegen die bestuurders die het nu met de grond gelijk willen maken, terwijl het een nog in goede staat verkerend pand is met alles erop en eraan.

Niet dat ik het ooit mooi heb gevonden, dat ‘nieuwe’gemeentekantoor. Het is een nogal pompeus ietwat modern gebouw temidden van oudere gebouwen. Maar in datzelfde gemeentekantoor heb ik flink wat uren doorgebracht en heeft tegelijkertijd voor mij de nodige emotionele waarde. Ik heb er een half leven doorgebracht, luisterend naar de commissieleden en de raadsleden die besloten over de gemeente, in gesprek met een wethouder of ambtenaar over een onderwerp of om stukken op te halen of ze over te schrijven. En in het gebouw hangt een goede sfeer vind ik. Het is een ruim opgezet pand met alles erop en eraan. In goede staat ook.

Slopershamer in gemeentekantoor Lemmer
Of moet ik zeggen, het was een ruim opgezet pand in goede staat. Want blijkbaar moet de slopershamer erin. Voor 7 ton meende ik wordt het met de grond gelijk gemaakt. Eerst zouden er nog allerlei ondernemers in gevestigd gaan worden of er zou nieuwbouw komen waar die bedrijven dan hun nering in konden onderbrengen. De crisis (die overigens toen ook al hevig aan de gang was) heeft wat dat betreft roet in het eten gegooid. Zegt men. Want volgens mij was dat toen ook al een onnozel plan. Bovendien lijkt het mij dat je voor 7 ton aardig wat kunt verbouwen aan dat pand.

Woningnood oplossen
En dat kan dan weer helpen om de woningnood onder starters, maar ook onder senioren op te lossen. Ik ben geen architect, maar van zo’n pand is ongetwijfeld een prachtig huis te maken waar meerdere mensen samen kunnen wonen. Iets waar we denk ik in de toekomst toch naar toegaan, want er blijft niet zoveel meer over van zorg of ondersteuning. En wat is er dan beter om samen de schouders er onder te zetten? Naar nu blijkt is er door een aantal ondernemers ook al eerder een heel plan uitgedacht voor datzelfde gemeentekantoor.

Telefoon in de gemeente was blijkbaar afgesloten: terugbellen gebeurde niet
De indieners zouden er nog van horen, maar blijkbaar werkten de telefoons bij de gemeente niet. Niemand heeft ook maar ooit iets meer vernomen van de wethouder die dat plan toen in ontvangst nam. Dus gaan we er zo meteen maar met een sloophamer in om hakken zodat er niets anders rest dan een groot leeg plein. Een soort gapende kies stel ik me zo voor. Een kies met een gouden prijskaartje eraan. En ondertussen zitten er allerlei mensen in woonsituaties die niet wenselijk zijn of moeten ze noodgedwongen uitwijken naar andere plaatsen (of bij ouders thuis blijven of bij een partner die ze niet langer kunnen luchten of zien). Had dat nu niet anders gekund, best bestuur van De Friese Meren? En is zo’n kapitaalvernietiging nog te verkopen in een tijd waarin alleen maar bezuinigd wordt en waarin duurzaamheid voorop zou moeten staan? Waarin hergebruik het kernwoord zou moeten zijn en waarin dit zelfs een voorbeeldfunctie zou kunnen vormen? Volgens mij is dit een hele grote fail. Maar dan met een hoofdletter F.

donderdag 4 december 2014

Ik ben een cougar, zegt men. Nee zeg ik, dit is liefde

Ik ben een cougar, blijkbaar. Omdat ik een oudere vrouw ben, met een jongere man. En toch kan ik maar moeilijk wennen aan het woord en aan de uitstraling ervan. Want ik denk, nee ik weet dat wat Modou en ik hebben niets met cougar zijn te maken heeft. Dat is gewoon liefde.





Leeftijdsverschil
Daarbij wil ik niet net doen alsof er geen groot leeftijdsverschil is tussen ons. Toen ik al ietwat volwassen aan het worden was, liep hij nog in de luiers. Dat is inderdaad een vreemd gegeven. Liever had ik gehad dat hij en ik in hetzelfde jaar waren geboren. Dat we veel dingen samen hadden kunnen doen en dat ons leven samen ook veel langer zou zijn geweest. Maar je hebt soms niets te kiezen. En daarom prijs ik mezelf gewoon gelukkig dat ik hem überhaupt tegen ben gekomen.

Vertrouwd
Want er is geen man in mijn leven geweest waar ik me zo goed en vertrouwd bij voel. Toen hij in september en oktober hier was, heb ik er geen seconde zorgen over gehad dat dit niet goed zou gaan. Bij andere mannen was ik altijd blij dat het weekend weer was afgelopen, want dan kon ik weer alleen zijn. Bij hem en mij gaat echter alles automatisch. We staan samen op (soms blijft hij ook liggen), we ontbijten samen (dat hij klaar maakt), we gaan samen winkelen, we doen samen zaken, we gaan samen sporten, we koken samen eten en we gaan weer samen naar bed. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om hem alleen te laten en andersom is dat hetzelfde. En het leuke is: alles daarvan is leuk. Niet omdat ik hem kan vormen zoals sommige mensen wel eens denken: hij weet namelijk heel goed wat hij wil. Maar gewoon omdat we over bijna alles hetzelfde denken en er dezelfde gevoelens over hebben.

In Afrika is hoe ouder hoe wijzer
Misschien is het leeftijdsverschil ook niet zo’n issue, omdat hij uit een land komt waar alles toch al anders gaat. Hij is erg wijs voor zijn leeftijd, weet heel goed waar het om draait en is respectvol en lief. En hij wil wat bereiken in het leven. Net als ik. Zijn beppe (ja we hebben zijn Afrikaanse oma beppe genoemd omdat hij dat woord zo leuk vindt. Soms noemt hij haar overigens ook bepper) is zijn grote held. Als hij een dag zonder haar is, meldt hij me dat hij toch echt weer even moet gaan. Zo lang kan hij niet zonder haar. Omdat zij wijs is en omdat hij zielsveel van haar houdt. Maar hij noemt haar ook F girl. Een soort verwijzing naar spice girl maar in dit geval Fatou girl. En zij? Zij lacht er hartelijk om en gedraagt zich als een echte stoere chick. Daar moet je hier eens mee komen. Mensen die ouder zijn lijken er vaak niet meer bij te horen. Maar daar hoor je er steeds meer bij naarmate je ouder bent.

Jaloers
Dat ik ouder ben is voor hem geen probleem verzekert hij me steeds. Ik merk dat ook uit zijn verhalen. Hij spreekt vaak over een old pa of old ma. Dat vindt hij dan wel mensen die oud zijn. En nee, daar val ik in zijn optiek dan blijkbaar niet onder. Natuurlijk heb ik het vraagstuk van kinderen aangesneden, maar ook daar maakt hij geen probleem van. Ik heb er genoeg in mijn familie zegt hij dan. En dat is meer dan waar. Overigens zijn we het over het hebben van 4 vrouwen ook eens. Dat gaat namelijk niet gebeuren. Omdat ik jaloers ben. Maar ook omdat hij jaloers is. Hoe jaloers merkte ik een keer toen we samen op pad waren en een man in zijn land (van mijn leeftijd) wel erg nadrukkelijk toenadering zocht. Heel demonstratief pakte hij al mijn hand (we waren er voor een project en hadden ons niet als stel voorgesteld) en toen die kerel maar door bleef gaan, wilde hij hem al voor zijn bek timmeren.
Dat label cougar mag er dus van mij gewoon af. We houden gewoon van elkaar. En dat mag de hele wereld weten.

maandag 1 december 2014

Zorgmarkt: de ziektekostenpremie uitgelegd



Laat ik voorop stellen dat ik mijn zorgverzekering dankbaar ben. Dankbaar dat ik nog leef, dat ik hele dure behandelingen heb mogen ondergaan. Want als ik die zelf had moeten betalen, was het niet goed gekomen. Ik geloof dat mijn hele behandeling iets van 50.000 euro heeft gekost. Maar het kan ook meer zijn. Daarvan was een deel chemo, elke twee weken een spuitje van 2000, wat de bestraling heeft gekost weet ik niet eens. En dan nog een dure operatie.

Switschen van zorgverzekering niet voor iedereen weggelegd
Mij hoor je dus niet klagen. Ook zal ik niet gaan switchen. Omdat ik vind dat ik nu wel trouw moet blijven aan een verzekering die me toen zo goed heeft geholpen, maar ook omdat ik helemaal geen keuze heb. Wie ziek is geweest en wil overstappen, heeft namelijk wel recht op een basisverzekering bij een verzekeraar, maar de aanvullende verzekeringen vereisen een keuring. En daar kom ik van zijn levensdagen niet doorheen, dat moge duidelijk zijn. Dus ik blijf zitten waar ik zit.

Zorgmarkt
Toch zet ik wel wat kanttekeningen bij diezelfde zorgverzekeraar. Onlangs organiseerde het orgaan in ons aller Lemmer een zorgmarkt. Waar je je cholesterol kon laten prikken en je bloeddruk laten opmeten. En waar je kon koken met Reitse. Ik liep langs een supermarkt en daar werd ik met een folder ingelicht over dit evenement. Er stonden twee meisjes. Zij moesten ons bewegen naar die markt te gaan. Wat ik niet wilde, want ik was net op weg naar de sportschool. Wat volgens mij verstandiger is dan bij zo’n markt rond te hangen.

Cholesterol meten moet op nuchter
Cholesterol meten? Gewoon nadat iedereen gegeten heeft? Dat is onzin, want daar zie je niks aan. Bloeddruk meten, kan een indicatie zijn. Bloedsuiker prikken ook wat onnozel want dat heeft heel erg te maken wat je net gedaan hebt en wat je gegeten hebt. Maar ik vond het vooral wat stom dat zo’n evenement wordt gehouden en dit best veel geld kost. Want het is niet alleen dat het hier in Lemmer wordt gehouden, het wordt overal gedaan. Dan kunnen we mensen beter voorlichten, zo was het motto. Nou wij weten allemaal wel dat je niemand kunt voorlichten als er zo’n meute mensen op af komt.

Zorgadvies
Heb je een goed advies nodig voor je verzekering, dan bel je die lui gewoon op. Want door de meeste websites is niet door te komen. Basis, aanvullend, zoveel uit het ene, zoveel uit het andere. Ondoorzichtig als de pest. En dan hangt het van je verzekering af hoeveel behandelingen je kunt krijgen. Je tandarts verzekeren heeft al helemaal geen zin. Daar wordt bijna niks uit vergoed als je echt wat moet buiten je controle. Maar zulke simpele zinnen vind je nooit op een website. Het staat in grafieken en je moet een halve professor zijn om daar uit te komen. Bovendien gaat onze premie dit jaar weer omhoog. Ja je kunt er ook nog voor kiezen om een lagere premie te nemen, maar dan stuurt je verzekering je naar een dokter die zij voor je uitkiezen. Ook niet bepaald aan te raden. Dat ze dan ook nog eens enorme bedragen aan winst maken en toch willen dat wij meer betalen is niet uit te leggen. Dat hebben ze dan vast ook niet gedaan daar, op die zorgmarkt.

vrijdag 21 november 2014

Mijn buurman is overleden

Mijn buurman is overleden. Zomaar opeens was hij er niet meer. Ik keek altijd naar hem vanuit het raam en dan zwaaiden we naar elkaar. Soms deed ik dat zonder lenzen in. En dan zwaaide ik ook wel eens naar de verkeerde. Want dan zag ik niet dat het de Thuiszorg was of iemand van de familie. Soms belde hij me op, mijn buurman. Omdat hij altijd heel graag een stukje in de krant wilde. Samen maakten we een reeks over zijn jaren tijdens de oorlog. Toen was hij gelegerd in Duitsland en dat waren zware tijden. Na die zware tijd verloren hij en zijn vrouw twee van hun kinderen tijdens een auto ongeluk. Nog altijd kon hij daar niet over vertellen zonder in tranen te zijn.

Toen ik ziek was, belde hij me ook regelmatig. Om me een hart onder de riem te steken. Zijn zuster zo vertelde hij, had honderd jaar geleden ook borstkanker gekregen. Maar ze loopt nog steeds vrolijk rond zo voegde hij er dan aan toe. En dat ik me daar maar aan moest vastklampen. Omdat hij verdriet kende, kon hij het ook invoelen denk ik.

Het gaat slechter na overlijden vrouw

De laatste 2 jaar ging het veel slechter met hem. Zijn vrouw die hij altijd had verzorgd, moest naar een verzorgingshuis. Ze werden gescheiden van elkaar, maar zo vaak als mogelijk ging hij bij haar op bezoek. Toch was dat heel wrang. Aan de ene kant kon hij het niet meer, aan de andere kant wilde hij het zo graag. En hij miste haar zo. Dat gemis werd nog veel erger toen ze overleed. En ik kon me dat zo goed voorstellen. Vanaf dat moment belde hij regelmatig even op. En soms duurde me dat dan te lang, omdat ik heel druk was met mijn werk. Aan de andere kant vond ik het ook naar; hij voelde zich echt alleen dat kon je aan alles merken. Vreemd was dat niet, het echtpaar was zo lang samen geweest. Ze deden alles samen en ik geloof ook dat ze gelukkig waren. En dan zit je daar opeens alleen terwijl je in de 90 bent. Ik wilde nog altijd even een keer bij hem langs gaan. Maar dan ben je weer druk, druk. En nu kan het niet meer. Ik voel me daar schuldig over.

Kaarsje branden
Als ik de afgelopen dagen uit het raam keek zag ik een kaarsje branden voor zijn raam. Ik denk dat hij in het bijgebouwtje lag opgebaard. Ik zag steeds mensen komen en gaan. En er zat altijd wel iemand in de kamer. Ik denk dat ze bij hem waakten. Wat ik een ongelofelijk mooie gedachte vond. En waarvan ik zelf nog altijd vind dat ik dat ook bij mijn vader had moeten doen. Maar er was niemand die me daar bij wilde helpen en we waren toen al zo aan het einde van ons Latijn. Maar bij hem waakten er dus volgens mij mensen. Zodat hij niet alleen was.

Elke nacht als ik naar het toilet ging, keek ik naar het lichtje en groette hem even. 'Dag buurman' zei ik dan. 'Ik hoop dat het u nu beter gaat. Dat u weer bij uw vrouw en uw kinderen bent. Zonder pijn en verdriet.' Het lichtje is nu uit, ik denk dat de begrafenis of de crematie is geweest. Dus zeg ik nog een keer: Dag buurman, ik hoop dat u nu ergens bent zonder verdriet en pijn.

'

maandag 17 november 2014

Rust door een stroomstoring



Rust. Wat hebben we er weinig van en wat valt dat op als opeens de stroom uitvalt. Ik zat op een verjaardag toen dat zondag gebeurde. De kaarsjes stonden al gezellig te branden, dus we zaten niet direct in het donker. We keken elkaar alleen wat vreemd aan en moesten toen allemaal lachen.

De tv ging uit, het lawaai van radio en ander stoorzenders was uit. Buiten was het aardenacht. Niemand wist meer hoe je moet lopen in de duisternis, want dat zijn we niet meer gewend. Dus reden auto’s stapvoets door de straten, op weg naar het juiste huis dat natuurlijk ook in duisternis gehuld was. En strompelden voetgangers met een lampje of het licht van de mobiel over paden en door het centrum. De kinderen op het feest hadden een stroomstoring nog nooit meegemaakt. Toen ik zei dat wij vroeger regelmatig zonder licht zaten vonden ze dat heel vreemd.

Paniek, er moet worden geleerd
En ze waren meteen in paniek: er moesten nog so’s geleerd worden, maar dat gaat in deze moderne tijd niet. Daar heb je namelijk een laptop voor nodig en zelfs als die nog wel stroom heeft, dan maakt hij geen verbinding met het internet. Want ook de internetverbindingen en de zendmasten doen het dan klaarblijkelijk niet. De mobiele telefoons piepten niet langer, er kwamen geen Whatsapp berichten meer binnen. Er werd niet gefacebooked, getweet of gebeld via Skype. Het was stil. Heerlijk stil. Wel ontstonden er direct paniekscenario’s: omdat er geen computers werkten, kon er niet geleerd worden.

Moderne techniek werkt niet door stroomstoring
Maar ook niet gewerkt aan een krant. Er moesten dus briefjes geschreven worden, bedachten de kinderen al snel. Want het zou niets worden met die schriftelijke overhoringen. Zelf bedacht ik dat 1 dag aan de krant werken ook veel te krap zou zijn. Alles op zijn kop dus en hoe ga je daar mee om? Het leerde maar eens te meer dat wij met onze moderne technieken werkelijk volledig afhankelijk zijn.

Zo deed de kachel het dus ook niet en dat zou op den duur betekenen dat we in de kou zouden zitten. Onze huizen zijn niet meer geschikt om een fikje in te stoken dus dat betekent dat we na uren onder de dekens zouden moeten kruipen. En thee wilden we. Maar de waterkoker deed het niet. Goede raad was duur. Zo heel moeilijk was de oplossing niet: het gas deed het namelijk nog wel. Dat je ook in een pannetje water kunt koken en daar thee van zetten, dat waren we even vergeten. En zo zaten we daar en klommen op een gegeven moment met een zaklamp naar de bovenste verdieping. Om te kijken naar die veelomvattende duisternis. En toen we daar zo stonden en genoten van die stilte, floepte opeens overal het licht weer aan. De kinderen haalden opgelucht adem. Maar van mij had het nog wel even mogen duren.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 10 november 2014

Waar blijft die actie tegen Ebola

Ik durf bijna te wedden dat bijna niemand met droge ogen de herdenkingsbijeenkomst van de slachtoffers van de ramp met het Malaysian Airline vliegtuig heeft kunnen bekijken. Al die namen, al die verhalen, het ging me door merg en been. Iedereen die iemand verloren heeft, kan die pijn volgens mij heel goed voelen.


Midden in die herdenking kreeg ik een telefoontje. Uit Sierra Leone. Het land waar mensen momenteel bij bosjes omvallen door een vreselijke ziekte. Een ziekte waar we hier niet zoveel aan doen. Pas nu de Ebola wat dichterbij komt, worden allerlei noodklokken geluid. Duizenden mensen zijn al bezweken en hun dood is niet een aangename geweest.

Geen zachte dood
Daar geen sedatie, geen zachte dood. Doodbloeden van binnen zonder medicatie, dat is wat er gebeurt. Van klein tot groot. En ja, mensen hebben met hun hocus pocus ook het idee dat ze het zelf wel kunnen oplossen en doen wat ze beslist niet moeten doen. Aan de andere kant had de ziekte al lang een halt toegeroepen kunnen worden als er echte hulp op gang was gekomen. Medicijnen, artsen en materiaal, waar bleven ze? Waar zijn de hulpacties? Meer dan 4000 mensen zijn al gestorven en een hulpactie als bij de Tsunami of Haïti lijkt niet nodig. Is dat omdat er niks te halen is in die landen? Omdat we arme Afrikanen niet zien als mensen of als een goed doel?

We willen ze hier niet
Dat we ze hier niet willen, is meer dan duidelijk. Maar met deze ziekte wordt er veel meer stuk gemaakt dan de levens van al die mensen. Er worden ook hele economieën vernield. Daar waar mensen normaal gesproken naar landen in West Afrika gingen om daar vakantie te vieren, zaken te doen en geld uit te geven, laten ze dat nu. Ze zijn bang. Zelfs in landen waar in de verste verte nog geen enkel Ebola geval is te vinden, komt geen toerist of zakenman meer. Om van de landen waar de ziekte wel rondwaart, nog maar niet te spreken.

Help hen om je zelf te helpen
En dat heeft op den duur zeker weer zijn invloed op wat er hier gebeurt. Want mensen die in een economie wonen waar ze niks te vreten hebben, komen op den duur weer hier naartoe. Hier, waar we ze niet willen hebben. Of ze verdrinken in gammele bootjes op de zee. Wat ons ook koud laat, maar dat terzijde. Maar als ze hier naartoe komen, moeten we voor ze zorgen. In een asielzoekerscentrum, als asielzoekers of als illegaal. En dat wil de meerderheid van ons land niet. Als we dan niet uit humanitaire gronden mensen helpen die dood gaan, dan zou het nu misschien het moment zijn om uit eigenbelang een fonds op te zetten dat de mensen daar wel helpt. Zodat we ook onszelf helpen.


maandag 27 oktober 2014

De Primark ervaring: voor twee rechtervoeten en een lijf uit proportie

Ik heb voor het eerst een Primark ervaring gehad. Ik wilde dat ik kon zeggen dat het ook direct mijn laatste zou worden, maar helaas. De Primark ervaring was zo slecht dat ik weer terug moest. Om allerlei zaken die niet klopten terug te brengen. Twee rechterschoenen aan een touwtje, een pyjama met een normaal bovenlijf, maar met een broek waar wel drie mensen in pasten. Een badjas, groot genoeg voor een olifant.



Omdat de pyjama niet voor mezelf was, vond ik wel dat ik mijn spullen terug moest brengen en moest vragen om wel een passend exemplaar. Met lood in de schoenen ging ik terug naar de winkel waar ik weken daarvoor voor het eerst was geweest. Ik was toen nog niet binnen of ik dacht al: zal ik weer weggaan. Wat een prikkels, wat een asociale mensen, wat een drukte en wat een gedoe.



Kledingstukken lagen massaal op de grond, mensen reden er zo over heen met kinderwagens, rolstoelen en rollators en niemand gunde elkaar een millimeter ruimte tussen de toch al heel erg dicht op elkaar staande schappen. Maar ik was in goed gezelschap dus ik bleef. Niet dat ik dat gezelschap veel zag: we raakten elkaar namelijk steeds kwijt in de chaos daar.



En dan gingen we bellen om te kijken bij welke afdeling de ander stond. Dat er in een winkel overigens zoveel te koop kon zijn, vond ik bijzonder. Van make-up tot pyjama’s met varkenshoofden, van kettingen tot schoenen en ga zo maar door. De prijs is doorslaggevend blijkbaar, maar de flow waar je daar in komt is echt niet de mijne. Ik was dan ook wel heel erg blij dat we weer huiswaarts konden keren met onze waren. Tot we er dus thuis achter kwamen dat de helft helemaal niet paste, tenzij je twee rechtervoeten hebt of een lijf dat volledig uit proportie is.



Ik heb me er vervolgens even goed op voorbereid, op dat volgende bezoek. Want ik stond niet bepaald te trappelen. Maar ik ging, vond weer dezelfde puinhoop en personeel dat niet anders doet dan alles van de grond rapen en weer opvouwen, omdat mensen blijkbaar het fatsoen niet hebben dat netjes neer te leggen. En toen werd ik zelf heel asociaal. De rijen bij zowel kassa als pashokjes zijn in deze winkel namelijk heel lang. Er wordt zelfs omgeroepen wanneer je ergens naartoe kunt.

Zelf asociaal

Ik zag rij rechts en daar was het superdruk. Ik zag rij links en daar stond niemand. Dus ik stormde als een stormtroep door naar de dame achter het betalingsapparaat. Ik voelde iets prikken. Het bleken ogen. Ik had blijkbaar een rij van zo’n dertig mensen genegeerd (lees over het hoofd gezien). Omdat ik ook niet zo asociaal wilde zijn toen ik dat merkte, ben ik snel weer weggelopen. Met beschaamd hoofd ben ik toen in de andere rij gaan staan. En dat duurde heel erg lang.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 20 oktober 2014

Ik wilde dat iemand je hand had vastgehouden. Tot het einde

Toen ik er naar toe reed, dacht ik :’Laat het een slechte grap zijn. Laat hem daar gewoon staan en lachend zeggen dat het een test was. Dat hij gewoon wilde weten wie er op zijn begrafenis zou komen. Maar dat we nu een feestje gaan vieren. ” Ik hield die hoop tot het laatste moment. Ook toen ik zijn kist in het crematorium zag staan, dacht ik, nee hoopte ik dat het niet waar zou zijn.

Maar er sprong niemand lachend tevoorschijn, er was geen Candid camera. Er was alleen een kist met daarin iemand die met zijn allerlaatste wanhoop had gedaan wat hij al zo vaak had aangekondigd. Waar zoveel moed voor nodig is. Maar wat ook afschuwelijk is. Want als het leven geen leven meer is en dit de enige uitweg is, moet de eenzaamheid enorm zijn. En die eenzaamheid is denk ik het ergste wat er is. We spraken een aantal keren over zijn gevecht in dit leven. Dat konden we omdat ook ik perioden van enorme depressie heb gekend en ook het gevoel dat niets meer waard is om voor te leven.

Zelfdoding: met de moed der wanhoop

Die gevoelens bij mij verdwenen, maar bij hem werden ze alleen maar sterker. Ondanks het feit dat hij zo zijn best deed om het leuk te hebben. Uitstapjes, etentjes, uitgaan, sporten. Alles werd aangegrepen om een beter gevoel te krijgen. Hij klampte zich met de moed der wanhoop vast aan alles wat kon leiden tot meer geluk. Maar dat was er niet. En toen was het op. Helemaal volledig op.

We gunnen je je rust

Ik zat daar zo te kijken. Naar meer dan dappere familieleden die hem begrepen en meer dan wie ook wisten hoe zwaar dit moest zijn geweest. Maar die hem ook de rust gunnen. Naar zijn kind. Naar nichtjes en neefjes die duidelijk heel erg gek op hem waren. Allemaal in diep verdriet.

Was er maar iemand bij je geweest
En ik kon alleen maar denken: was er maar iemand bij je geweest in die laatste momenten. Iemand die je hand vasthield tot het laatste moment. Zodat je niet alleen hoefde te zijn. Want ja, je mocht gaan. Als leven alleen nog maar lijden is, mag dat. Maar laat er dan in ieder geval iemand bij je zijn. Want niemand verdient het om alleen te sterven. Tot ik hoorde dat hij had gesmeekt om hulp. Niet voor zich zelf, want hij wist dat die zogenaamde hulp hem al die jaren ook niet had geholpen. En omdat hij er al klaar mee was. Maar voor de achterblijvers. Omdat hij wist dat die het er heel moeilijk mee zouden hebben. En dat was een prachtige laatste daad. En toch wilde ik het. Dat iemand je hand had vastgehouden.

maandag 13 oktober 2014

Nare mensen, die kankerpatiënten

Deze keer aarzel ik. Met deze column. Vaak suddert zo’n verhaaltje al wel de hele week of op z’n minst op de maandagavond. Maar vandaag weet ik het even niet meer zo goed. Ze zijn het namelijk wel zat van je, zei iemand tegen me. Dat je het nog steeds over die kanker hebt. En toen las ik een stuk in ik geloof de Volkskrant. Wij kankerpatiënten zijn maar nare mensen om een relatie mee te hebben.



Daar schrok ik helemaal van. Zeker omdat mijn nieuwe verkering daar nooit wat van gezegd heeft, maar ook omdat het wel aangeeft in welke spagaat wij ons bevinden. Want ja, ik geloof best dat mensen het soms zat zijn om weer naar die verhalen te luisteren. En ik geloof ook best dat we soms heel vervelend zijn. Maar dat komt omdat we – of laat ik voor mezelf spreken en mezelf noemen - bang zijn. En daar hoor ik niemand over.

Angst voor kanker

Want die angst is niet bepaald een fijn gegeven. Bij elk pijntje en bij elk knobbeltje denk je namelijk dat je weer vol zit met snelgroeiende cellen en dat je einde onherroepelijk nabij is. Dat je weer moet vrezen voor niet echt heel leuke chemokuren. En als je weer hoort van iemand anders die de ziekte heeft of waarbij hij terug is, val je in een gat waaruit het moeilijk opklauteren is. Bovendien weet je wat de ander door moet en dat hakt er bij mij ook altijd wel in. Ik kan geen mutsje op een kaal hoofdje zien zonder dat het water uit mijn ogen drupt. Omdat ik weet wat dit betekent.

Dit weekend was ik samen met allerlei lotgenoten. We spraken over onze halve borsten, over onze littekens, over hoe misselijk jij werd van de chemo en of alles het nog wel deed. Over ons liefdesleven en hoe dat was veranderd of niet, maar vooral over troost. Want in een periode met zo’n ziekte is troost een voornaam ding. Maar het is ook moeilijk. Omdat je dat soms zelf niet durft te vragen. Of omdat je het vraagt en anderen je die niet kunnen bieden. Want troost is niet zeggen dat het wel goed komt. Want soms komt het niet goed en bovendien maakt zo’n antwoord niet dat je angst daardoor kleiner wordt. Troost is iemand die gewoon zegt dat het vreselijk is. En dat niemand weet of de ziekte weg blijft. En dat anderen ook ziek kunnen worden of door een bus overreden, rationeel weten we dat allemaal. Maar wie nooit een dergelijke ziekte in de ogen heeft gekeken, is denk ik nog niet zo met zijn sterfelijkheid geconfronteerd als wij dat zijn. En ja dat maakt ons soms naar. Of bang. Kies maar.

maandag 6 oktober 2014

Moslims en subsidie

Afgelopen week was het offerfeest voor de moslims. Zij slachten dan een ram, verdelen het vlees voor een groot deel onder de armen, eten een deel zelf en ze vieren feest. Vergelijk het met kerstmis denk ik dan. Tijdens het offerfeest wordt herdacht dat Allah van de profeet niet vergde dat hij zijn eigen kind zou slachten, maar slechts een schaap. Zoals Jezus - voor de christenen onder ons - stierf voor ons.

Met beide ideeën heb ik niet zoveel, maar ik respecteer het feit dat mensen daar veel geloof aan hechten en er tradities van maken. Het zijn voor hen belangrijke dagen. Helemaal goed. Maar toen kreeg ik weer een achterlijk bericht onder ogen van een of andere groepering die websites vol kalkt met dingen waar ze tegen zijn. Dit keer was dat het feit dat er blijkbaar moskeeën zijn die subsidie krijgen voor hun offerfeest.



Want dat mag kennelijk niet. Het is geen christelijk of Nederlands feest en dan hoeven die mensen blijkbaar voor hun activiteiten geen subsidie te krijgen. Ook werd het Sinterklaasfeest er direct bij gehaald. Onze tradities worden verdrongen zo werd met zure toon beklemtoond. Wat ze bedoelden, die simpele zielen, was dat Zwarte Piet ter discussie staat.



Wat ik overigens een goede zaak vindt, want het is wel degelijk een erfenis uit een tijd waarin wij het normaal vonden dat wij ‘zwarte’mensen knechten. En dat was toen niet normaal en dat is het nu nog steeds niet. En jawel, het is denigrerend en naar en het hoort niet. En dat het moeilijk is om van zo’n traditie af te stappen snap ik ook wel. Want het heeft er altijd bij gehoord en veel mensen hebben er zo nooit over nagedacht. Allemaal legitiem. Maar denk er dan nu eens over na en bedenk wat dit voor mensen met een andere huidskleur dus wel betekent.



Het ontging me overigens volledig wat zwarte piet met het offerfeest en met de subsidie te maken had. Slaven kwamen uit Afrika. En in Afrika zijn veel mensen moslim, maar ook veel niet. In Indonesië, Turkije, China en andere landen wonen waarschijnlijk meer moslims dan in heel Afrika bij elkaar. En die hebben beslist geen donkere huidskleur. Dus die vergelijking ging volledig mank. Maar het ergste vind ik nog wel dat een moskee blijkbaar geen subsidie mag krijgen voor een feest waarbij ze ook nog als een soort voedselbank fungeren.

Betalen Moslims geen belasting in Nederland?

Voor het sinterklaasfeest mag die subsidie wel worden gegeven, terwijl dat alleen maar voor de fun is. Heb ik het dan mis als mensen blijkbaar denken dat moslims in ons land geen belasting betalen? Dat zij geen loonstrookje hebben met daarop inkomstenbelasting en premies voor ziektekosten, ziektewet en andere afdragingen? Zijn zij vrijgesteld voor gemeentelijke belastingen alleen omdat ze moslim zijn? Want ja, als dat zo zou zijn dan zouden zij geen subsidie hoeven te krijgen voor hun culturele feesten. Maar aangezien zij dezelfde plichten hebben, hebben zij ook dezelfde rechten. En ja, daar hoort ook de subsidie voor een cultureel feest bij. Logisch toch?

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 29 september 2014

Mantelzorg, hoe houd je het vol?

Mantelzorg, hoe red u het? Door die zin van een gemeente was ik getriggerd. Want ik weet als geen ander hoe zwaar het leven van een mantelzorger is. Niet omdat degenen die deze zorg nodig hebben zulke nare mensen zijn. Maar omdat het gewoon heel zwaar is om allerlei taken met elkaar te combineren. Iemand met een vaste baan van 9 tot 5 kan heel moeilijk even tussen door naar huis om thee te zetten voor iemand die daar ziek ligt te zijn.



Toch buigen veel mensen zich in de meest rare bochten om dat dan toch te doen. Want is een naaste van je ziek, of zelfs stervende, dan wil je dat meestal wel. En dat is dat van die thee ook nog eens een understatement. Want een kopje thee is zo gezet. Ziekenhuisbezoeken, het verzorgen van iemand die daar heel ziek ligt te zijn, het zorgen voor materiaal en medicijnen, voor voedsel en drinken, maar vooral voor geestelijke ondersteuning, dat alles samen maakt het zwaar. En daar gaat allemaal veel tijd in zitten.

En dat niet alleen: ook geestelijk is het best ingewikkeld om iemand bij te staan in zo’n fase van het leven. Want wie mantelzorger is, heeft meestal ook een intieme band met degenen waar hij of zij die mantel der liefde neerlegt. En dat betekent dat je moe bent. Dat je opgevreten wordt soms door nare gedachten. Over dat iemand zo ziek is. Of dat je weet dat iemand gaat sterven. Dat dit eigenlijk niet te combineren is, maar de overheid dat wel van ons verlangt, is naar mijn idee van de zotte.



Want werk en echt intensieve mantelzorg gaan echt niet samen. Toen ik las dat mantelzorgers er soms wel 30 procent in inkomen op achteruit gaan, vond ik dat niet vreemd. Er moet van alles gebeuren dat niet in kantooruren kan gebeuren. En een zelfstandige geeft liever opdrachten weg, dan dat hij of zij de persoon in kwestie alleen laat. Dus ja, mantelzorger zijn is zwaar. En de regering doet er niets aan om dat te verbeteren. Sterker nog, ze denkt dat het leven van een mantelzorger zo eenvoudig is, dat ze allerlei regelingen opheft die er voor kunnen zorgen dat een mantelzorger ook nog eens een uurtje kan sporten of ergens met iemand een kopje koffie kan gaan drinken. Dat is namelijk broodnodig als je in zo’n circuit zit. Je moet je namelijk weer opladen om dat zware werk keer op keer te doen, soms jaar na jaar. Dat je dan gewoon je inkomen kunt houden en van dat geld je broodnodige zaken kunt betalen, het lijkt niet echt door te dringen. Op deze manier kweken we allemaal mensen die op den duur de last niet meer kunnen dragen en daardoor zelf een mantelzorger nodig hebben.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 15 september 2014

Daar staat hij dan

En daar staat hij dan. Mijn inktzwarte man uit duister Afrika. Voor het eerst in een vliegtuig, voor het eerst in een land buiten zijn eigen moederland. Vanzelfsprekend moest hij direct mee met de marechaussee. En belden ze mij op, terwijl ik met een fles nepchampagne zonder alcohol op hem stond te wachten. Of ik op iemand wachtte. Hoe hij heet, zijn geboortedatum. Waar we elkaar hebben ontmoet. Of hij bij mij logeert. Alweer. De eerste visumaanvraag werd afgekeurd. Toen we zwaarder geschut inzetten bleek dat dit ongegrond bleek en werd alsnog een visum verleend. Maar daarvoor moest hij wel weer naar het buurland reizen.

Toen de Ebola daar ook verscheen, besloten we dat hij zo snel als mogelijk het land moest verlaten. Om geen enkel risico te nemen. Maar toen wilden ze het visum weer niet opsturen, terwijl het wel was toegekend. En nu staat hij daar dus. Ik zie aan zijn ogen dat hij het zat is. Opnieuw alle vragen die we al duizend keer hebben beantwoord. Hij is blij me te zien. Ik ben blij hem te zien. Maar hij fluistert me in dat hij al lang rechtsomkeert had gemaakt als ik niet de reden was waarom hij naar mijn land was gekomen. Zo behandelen we jullie toch ook niet als jullie naar mijn land komen, zegt hij. Een medelandgenoot zegt hetzelfde. En ik kan niets anders doen dan dat beamen.

Als buitenlander door de douane in Nederland: niet gemakkelijk

De behandeling is bovendien ronduit vervelend. Dan weer komen ze om dit papier, dan weer om dat papier. Terwijl al die papieren niet alleen door de IND, maar ook door de ambassade nogmaals zijn beoordeeld. Nog een kwartier, dat uiteindelijk wel een uur wordt. Uiteindelijk mogen we dan weg. Maar niet voordat ik getekend voor het feit dat ik flink in de buidel moet tasten als hij toch niet terug zou keren naar zijn land. En niet voordat op een sticker is vastgelegd dat hij zich nog bij de vreemdelingenpolitie moet melden. Een regel die eigenlijk niet meer bestaat, tenzij dat. …

Geen vreemdelingenpolitie in kleine plaatsen: regeling voor melding bovendien afgeschaft

De sticker blijkt overigens niet te deugen, want volgens de marechaussee kan dat gewoon in Lemmer. Ik heb nog nooit van een vreemdelingenpolitie in Lemmer gehoord en na een telefoontje blijkt dat die inderdaad helemaal niet in Lemmer huist. En op de sticker ook nog een verkeerde provincie. Zijn vliegtuig landde om 7 uur in de ochtend, om half 11 kunnen we eindelijk een keer naar huis. We hebben beide amper geslapen de nacht ervoor en het nazomeren waar we ons op hadden verheugd zit er voor ons niet in. We zijn kapot.

Ze hebben nog nooit een donker mens gezien hier

Als we ’s avonds een ommetje maken kijken mensen hem vreemd aan zegt hij. ‘Het lijkt wel alsof ze nog nooit een donkere persoon hebben gezien. Kinderen kijken me aan, mensen vallen bijna van hun fiets. Ik ben toch maar een gewoon mens. Alleen mijn huid is anders. ’ Hij neemt ondertussen alles in zich op. Een heel ander klimaat, een gewone weg, supermarkten waar zoveel eten is dat het je duizelt. Stroom die er altijd is, water dat warm uit de kraan komt. Geen rode aarde, niet elke dag je neus vol stof. Maar ook niet die sociale cohesie, het samen zitten bij een kop thee, het samen praten en het handen schudden. En nee, sommige mensen kunnen zich niet voorstellen dat je dat meer mist dan alle luxe van de wereld. En zij kunnen zich al helemaal niet voorstellen dat niet iedereen in dit beloofde land wil blijven en leven. Als wij zijn land zouden betreden en ook zo behandeld zouden worden, zou dat misschien wel duidelijk worden.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 8 september 2014

De KPN en de monteur die eerst niet en toen weer wel moest komen

Hoewel ik wel weet dat een privé nummer altijd een bedrijf is dat schooit, neem ik toch op. Stom, stom, stom. De KPN. Of ik even een momentje heb. Nou vooruit dan maar, dat mens zit daar vast ook niet voor haar lol. Ze vraagt wat ik het meeste gebruik van mijn pakket. De tv, het internet of de telefoon. Dat is appels met peren vergelijken zeg ik haar, maar toch wil ze een uitspraak.



Oké, oké. Ik zit de hele dag op het internet. Want dat is mijn werk. Dus dat zal het dan wel zijn. Of ik dan wel eens problemen heb met het downloaden van filmpjes. Ik zeg dat ik nooit filmpjes download, dus ik heb er ook geen problemen mee. Maar, het kan toch echt anders zegt ze. En als ik het meemaak, zal ik daarna vast niet meer zonder kunnen. En natuurlijk is het de eerste drie maanden gratis. Want het wordt dan een flexibel abonnement. Ik bedenk dat de vrouw daar ook moet scoren, dus ik ben bereidwillig om haar een klant te gunnen.



Maar ik vraag eerst wel of er allerlei dingen moeten veranderen om dat snelle internet te krijgen, want daar heb ik geen zin in. En ik heb daar ook geen goede ervaringen mee. Vaak ligt het internet er dan weer uit. Of ze krijgen het kastje niet aan de praat. En dat kan niet met mijn werk. Nee, nee. Niets aan de hand zegt ze. Alleen een andere router, kwestie van in- en uitpluggen. Ik vraag nog een keer of ik echt wel na die maanden weer van dat snelle internet af kan, en ja dat kan. Ondanks dat ze dat niet zegt als ze alles op een bandje opneemt.



Maar ik kan er nog vanaf, dat zegt ze ook. Ik krijg een mail en dan heb ik nog 14 dagen bedenktijd. Heeft de KPN de veranderingen dan echter al doorgevoerd, dan komt dat voor mij rekening. Dat vind ik al wat vreemd en er gaan wat alarmbellen rinkelen. Maar toch, ze klinkt aardig en ze werkt vast ook op een soort provisie. En als het alleen een kwestie is van een kastje veranderen, nou ja dan kunnen we het nog eens proberen. Maar dan komt na 5 minuten de bevestiging binnen. Hoewel ik die vaker niet dan wel lees, dwingt iets me om dat nu toch maar wel te doen.



En jawel, opeens is er sprake van een monteur die het hele huis moet verbouwen. Er moet nu een afspraak gemaakt worden met de persoon in kwestie. Niks ervan denk ik, dan maar direct annuleren. In de bevestiging natuurlijk geen adres waar je dat kunt doen, maar na wat zoeken is het telefoonnummer gevonden Als ik uitleg dat ik het heel raar vind dat als ik vraag of er van alles moet veranderen, het antwoord nee is en dat het daarna toch ja blijkt te zijn. De mevrouw aan de andere kant, weer iemand anders natuurlijk, gaat uitleggen waarom dat kastje vervangen moet worden. Het interesseert me niet waarom dat kastje moet transformeren in een ander kastje zeg ik, ik wil er gewoon niet ingeluisd worden. Dus ik wil annuleren. Maar, maar zegt ze. Ik zeg dat ik begrijp dat het haar schuld niet is, maar dat ik niet verder wil. En dat dit nu de zoveelste keer is dat zoiets gebeurt. Ze zucht hoorbaar, daar aan de andere kant. En dan valt de lijn weg. Die KPN toch.

Aanbiedingen bij EuroClix

dinsdag 2 september 2014

Ebola; niks om je druk over te maken!

Alleen het woord Ebola geeft je al de kriebels. Op de een of andere manier heeft het een rare ondertoon. Dat heb je soms met woorden. Mijn collega zei het vanochtend nog: die krant van je heeft een code die een beetje terroristisch aan doet. PKF. Het klinkt inderdaad als een louche groepering die dood en verderf zaait. Maar dat terzijde.

Hocus Pocus

Ebola dus. De ziekte waart rond in West-Afrika waar al helemaal niemand wat te makken heeft. En waar hulp vaak ver te zoeken is. En waar het geloof in hocus pocus ook nog eens groot is. En dat maakt het allemaal erg ingewikkeld. Zeker als je geliefden zich daar bevinden. En zaterdag bleek de angst voor nabijheid opeens bewaarheid. In Senegal was een besmette student uit Guinea naar binnen geslipt. Wetende dat hij in contact was geweest met mensen die aan de dodelijke ziekte leden. Achterlijk, jawel. En ongetwijfeld heeft hij contact gehad met mensen in Senegal. Maar mijn mensen zaten net ook in dat land.

Als de donder daar weg

Na een soort van crisis interventie besloten we: Als de donder daar weg gaan. Niet omdat zij ook risico’s willen nemen, maar juist om die risico’s te voorkomen. Want ja, er zijn in die landen ook mensen die door de ziekte de deur niet meer uitkomen. Die geen enkel risico nemen en er voor zorgen dat ze amper in contact met wie dan ook maar treden. Dus volgde er een trip van een volle nacht en een halve dag in een gammele bus. Mijn dierbaren hulden zich in lagen kleding om elke fysieke aanraking met anderen te voorkomen.

WHO

Echter er moesten nog wat zaken worden afgewikkeld. Op de site van de ambassade van Nederland overigens geen woord over de ziekte. Zelfs de Wereld Gezondheids Organisatie vond het niet nodig om het op haar website te vermelden. Een doorverwijzing naar het reisadvies leverde ook niets op. Telefonisch contact ging net zo moeilijk. Druk 3 als u in het Nederlands iemand wilt spreken zei het apparaat. Toen ik op die 3 had gedrukt, kreeg ik gewoon iemand aan de lijn die stug Frans sprak. Nee, nee Nederlands spreken deden ze niet.

Niks om je druk over te maken

Toen ik de situatie uitlegde, zei de man aan de andere kant: Wel nee, niks om je druk over te maken. Er is helemaal geen Ebola in Senegal.’ Toen ik zei dat dit er wel degelijk was zei hij dat het maar om een enkel geval ging. Iedereen kon gerust lekker van land naar land trekken. Ik zei dat de grenzen met Guinea toch wel dicht waren. Ja, ja, maar dat maakte niet uit zei hij. Het was absoluut veilig. En daar gaat dus alles volgens mij mank. Als de overheid het belang al niet eens inziet van rigoureuze maatregelen, hoe moet de plaatselijke bevolking dat dan wel doen. Mijn geliefden zitten in ieder geval nu ergens waar de ziekte nog niet de kop heeft opgestoken. Maar dat zal ongetwijfeld ook gaan veranderen met zo’n houding. En dat deugt van geen kant.

maandag 25 augustus 2014

Een bak vol ijswater over je hoofd

Doe je het wel of doe je het niet. Het was deze week de vraag van de week bijna Ik heb er lang over nagedacht, maar nee, ik hoefde niet te zien hoe een journalist werd onthoofd. Niet omdat ik voorbij ga aan de waarheid, maar wel omdat ik deze werkelijkheid zo al gruwelijk genoeg vond. Bovendien vond ik het al erg genoeg om te zien hoe de man in een oranje pak en geschoren hoofd zat te wachten op dat moment, dat ze zijn keel gingen doorsnijden.

Te bedenken wat er door zijn gedachten moet zijn gegaan is wat mij betreft beeldend genoeg. Hetzelfde geldt voor de overkill aan walgelijke beelden van jongeren die aan ´kopschoppen´ doen. De term was mij onbekend, maar hij schijnt te bestaan. Malloten die op elkaar inschoppen, terwijl ze blijkbaar geen idee hebben dat je op die manier ook heel gemakkelijk iemand doodschopt. Het gebrek aan empathie, het feit dat mensen dus blijkbaar helemaal niet meer geven om een mensenleven en er maar mee doen wat ze willen, maakt dat die filmpje mijn wereldbeeld niet bepaald rooskleuriger maken.

Daarom kijk ik deze week dan maar naar andere filmpjes. Hun doel is even vreselijk eigenlijk, maar de uitkomst hopelijk een stuk positiever. Want ik heb genoten van al die mensen die een emmer, teil, bak of zelfs koelbox met ijswater boven hun hoofd leegden, vervolgens rare sprongen deden en het stokje vervolgens doorgaven. Ze stonden in zwembadjes, bij de zee, voor een horecagelegenheid, in de tuin, in de badkamer.

Mijn buurman gooide zelfs een bak met ijslolly’s over zich heen, bij gebrek aan ijswater. Natuurlijk is het heel leuk om te zien dat iedereen dat stokje overneemt en dat hele koude water over zich heen gooit. Maar het doel, een geneesmiddel voor die vreselijke ziekte ALS te vinden is waar het eigenlijk om gaat. En ik geloof echt dat iedereen die dat water over zich heen gooit daar van doordrongen is. Zeker in Lemmer, waar iedereen Sjaak van den Berg kende. In zijn nagedachtenis dit doen is mooi. Maar ook wrang. Want een geneesmiddel zal hem niet meer helpen.

Geld geven, wat bij de bak ijs hoort, is nog mooier. En zo lijkt de wereld door al deze ijsbakgooiers deze week toch weer een stukje vriendelijker. En een mooi tegenwicht tegen kopschoppers en gewetenloze moordenaars die denken dat hun doel alles heiligt. Laat ons al die hardheid en dat gebrek aan empathie dan maar bestrijden met zo´n plens water over je heen. Maar wel in het besef waar dat dan voor is.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 18 augustus 2014

Haar in je brood en luizen in je snoepjes

Dat het met ons eten niet zo goed gesteld is, wist ik al lang. Als ik zie wat mensen in hun boodschappenkarretje gooien, krijg ik daar zelf soms bijna een hartverzwiepering van. Daarom ben ik altijd blij met mijn biologische tasje, eens in de week. Het is altijd een verrassing wat daar weer in zit, maar wat me het meest bij blijft van het tasje is de smaak van de producten. Een tijdje terug zaten er mandarijntjes in. Ik nam een hap en was opeens weer 40 jaar terug in de tijd.



Zo smaakten mandarijntjes in mijn jeugd! Niet zo zoet, veel frisser. En ja, met een pit. Omdat die nu eenmaal in zo’n vrucht horen te zitten, want daar komen nieuwe boompjes uit. Maar het gaat vooral om die smaak. Vorige week zaten er biologische appels in. Weer diezelfde kick: een echte appelsmaak en niet dat vlakke gedoe.

Bloed van insecten door je eten

Op al dat spul dat ik in die biowinkel koop (en ik weet dat het veel duurder is en dat echt niet iedereen zich dat kan veroorloven. Daar sluit ik mijn ogen niet voor) geen rare laklagen en bloed van insecten. Ik wist al lang dat er in rode M&M’s (ja die snoepjes waar veel kinderen en volwassenen zo gek op zijn) luizenbloed werd verwerkt. Waarom? Om de kleur.



Gestampte luizen

Blijkbaar doet bietensap het niet zo goed als het bloed van luizen. Toch blijft het een rare gedachte dat iemand ooit heeft bedacht dat je dat gerust in je eten kunt gooien. Hoe de beesten worden gestampt is me een raadsel maar ergens moeten ze toch een kookpot ingaan om hun rode kleur af te geven. Wij mensen griezelen bij de gedachte om insecten te eten, maar hebben dus geen flauw benul van het feit dat we al van alles eten dat we normaliter als goor en onacceptabel zouden beschouwen.

Eem pruik door je brood

Toen ik vorige week bovendien een programma zag waarin duidelijk werd dat er massaal haren in onze broden worden gestopt, hield het voor mij op. De vieze vette pruik van iemand die ik normaliter eerst onder de douche zou stoppen, wordt gewoon in brood gestopt. Gemalen en tot een papje gemaakt. Maar toch. En dat noemen ze dan broodverbeteraar. Afgezien van het feit dat de gedachte heel vies is, ben ik ook benieuwd wie zoiets nu weer heeft uitgevonden. Op een dag wordt een bakker wakker en die bedenkt: 'weet je wat? Ik scheer mijn vrouw haar hoofd kaal en gooi dat haar lekker door het brood. Goed voor de stevigheid.’ Nog even en we vinden mensenvlees in onze producten. Want dit is toch ook een vorm van kannibalisme? Ik ga in ieder geval goed kijken bij welke bakker mijn haar zonder de pruik van een onbekende is gebakken.

Aanbiedingen bij EuroClix

dinsdag 12 augustus 2014

Deze dood had niet gemogen

Deze column schreef ik voor een krant in Flevoland. Hij moest op een bepaalde plek komen, omdat de ruimte daar voor bedoeld was. Maar toen ik keek wat er verder op die pagina stond, schrok ik. Een spelletje over moord en doodslag moest worden uitgelegd. Spelletjes waar ik altijd al mijn twijfels bij heb me gehad, omdat ze vaak oproepen tot geweld.

Spel dat oproept tot geweld

Het plaatsen van de uitleg van zo’n spelletje op die plek kon toen echter nu helemaal niet. Want er was toen een jongen vermoord in Dronten. Dat mocht ik toen nog helemaal niet zeggen, want oorzaak en gevolg waren nog niet bekend aldus de politie. Maar de jongen in kwestie is wel overleden. Voor hem geen nieuwe dagen meer, geen school, geen mooie momenten met vrienden of vriendinnen of familie. En ik noem dat toch van het leven beroofd. Afgenomen. Weg.

Ik wist het, de politie gaf alleen te kennen dat een jongen was overleden naar aanleiding van een vechtpartij. Onduidelijk was toen wie er schuldig was en hoe de situatie was ontstaan. Wat ik wel eist toen was dat niemand zich had gemeld die er bij betrokken is geweest. En dat dit wel zou moeten als er zoiets vreselijks is gebeurd en je daarbij betrokken bent geweest. Dat je in dat geval niet moet afwachten tot de politie een keer voor je deur staat. Inmiddels is een groep jongens opgepakt en is zelfs een gevluchte Lelystedeling uit Duitsland gehaald. Zijn voorarrest werd verlengd, maar of hij de daad bekend heeft is nog niet duidelijk.

Akif

De jongen keek me toen aan vanaf een foto in de Telegraaf. De journalisten daar zeiden dat hij Akif heet. Hij had daarmee niet alleen een naam, maar ook een gezicht gekregen Naar mijn idee een vriendelijk gezicht. Een beetje verlegen lijkt het zelfs wel. Maar daarvan heb ik geen idee, want ik kende hem niet. Wel weet ik uit interviews met betrokkenen dat er familie is. Een moeder, een vader? Zusjes en broertjes misschien. Ooms en tantes. Vrienden en vriendinnen. En die rouwen. Daarover is geen twijfel mogelijk. Rauwe rouw.

Want de dood is bijna nooit echt te bevatten, maar zo’n onverwachte vreselijk onnodige dood tart elk voorstellingsvermogen. Het ene moment heeft hij het ouderlijk huis waarschijnlijk gewoon vrolijk verlaten, misschien werd er een uur later aan de deur gebeld en stond daar de politie met vreselijk nieuws. Maar daarover kan ik alleen maar gissen. Dat moment tussen dat alles nog goed is en het moment dat je hele leven nooit meer zal zijn zoals het was, dat stel ik me voor. Misschien was er voor dat moment een soort van zorgeloosheid en is die nu voor altijd verdwenen. Ik verplaats me in de nabestaanden. Stel me voor hoe ik zou schreeuwen en gillen. Hoe ik zou janken en kermen. En ook hoe het nu met ze is. Hoe ze zich door het leven worstelen. Hoe ze elke dag verdriet hebben. En vragen misschien.

Moord in Dronten: het mag niet

Dat het niet kan en dat het niet mag. Want dat is het: zoiets kan en mag niet en toch gebeurt het steeds weer. Daarom plaatste ik op die ene krantenpagina geen reclame meer voor moord- en doodspelletjes. De werkelijkheid was die week namelijk al erg genoeg.

maandag 4 augustus 2014

Zo vreselijk moe

Wel willen, maar niet kunnen. Zo ongeveer was mijn laatste Lemsterweek. Overvallen door dodelijke vermoeidheid, het resultaat van ziekte en chemo twee jaar geleden. En dat is confronterend. Want ook ik denk dat het geen feest is als ik niet ben geweest.

Hoe kan het dat er feest wordt gevierd als ik ook niet ergens tussen de massa sta? Kan het leuk zijn als mijn prettige persoonlijkheid zich ook niet tussen het publiek begeeft. Dat soort achterlijke gedachten. Wat natuurlijk niet het geval is, want aan de beelden te zien heeft iedereen zich prima vermaakt zonder mij. Wat iedereen overigens ook enorm is gegund, zo’n leuk feestje. Want dat was het volgens mij.

Maar ook ik wil hossen en dansen, springen en drinken. Althans wel een keer in die hele week. En dat lukt dus niet meer. Net zoals dat veel van mijn mede-kankergenoten en anders chronisch ziekten denk ik niet meer lukt om een avond heel diep door te halen.

Ik denk dan wel aan al die mensen die helemaal niets meer kunnen in zo’n week. Ik ging overdag nog lekker aan de zwier en dronk hier en daar was en nuttigde eens een maaltje. Ik was op een boot om de skûtsjes hun verrichtingen te zien vertonen. Ik stond zelfs op de kermis van Sneek ballen te gooien en won daar zelfs een knuffel (een mini, dat dan wel weer) en liet mijn portret tekenen. Om daarna natuurlijk weer terug te keren naar de Lemsterweek en in ieder geval het vuurwerk te zien. Maar daarna ging het licht weer uit en was het weer op huis aan.

Maar er zijn ook mensen die ook dat niet meer kunnen. Die overdag de puf niet hebben om naar buiten te gaan, om skûtsjes te bekijken of om even een slagje Dok te doen. Dat moet nog veel frustrerender zijn dan wat ik meemaak. Daar trek ik me dan dus ook maar aan op en ik hoop dat zij op een andere manier invulling hebben kunnen geven aan deze speciale week in het jaar.

Door een mooi boek te lezen. Door buiten te zitten. Door een mooi gesprek of een leuk bezoekje van een lief iemand. Door iets lekkers te eten. En er zijn natuurlijk ook mensen die net een groot verlies hebben geleden en daardoor ook niet in de stemming zijn om feest te vieren. Ook bij hen ben ik in gedachten en ik hoop maar dat zij deze dagen op een beetje een fatsoenlijke manier hebben kunnen doorkomen. Want ook dat is confronterend. Een voordeel hebben wij wel: de kater van een lange nacht vol drank hebben we ook niet hoeven doorstaan. Want die ontbrak gewoon.

Aanbiedingen bij EuroClix

dinsdag 29 juli 2014

Twintig kilometer om en kinderen die niet hoeven te spelen

Lekker even binnendoor naar Sneek is vanaf Lemmer tegenwoordig wel echt een mijl op zeven. Wie dat niet weet wordt flink omgeleid. Over Balk (!) wel te verstaan. En wat heeft dat voor effect? Precies? Dat die zo gehate rondweg nog veel meer gebruikt wordt. Want normaliter kwam je dan gewoon uit op bij of de snelweg en pakte je die verder naar Lemmer als je over Hommerts kwam. Of je ging binnendoor over Follega en Eesterga.

Nu word je niet alleen door half Gaasterland geleid, nee je komt dan ook nog eens uit bij de brug over het Prinses Margrietkanaal. Die brug waar het altijd vast staat en waar die weg niet goed genoeg doorstroomt. Nee, logisch zo is er ook nooit een goede doorstroming. En juist die ophoping van verkeer is de aanleiding om alles te veranderen.

Terwijl er geen cent voor op de plank ligt. Met een eenvoudig bordje waar je dan wel langs moet om toch een soort van binnendoor te gaan (wat kost zo’n bord nu helemaal) kun je al flink wat problemen oplossen. Aan de Goudkust hebben ze er inmiddels tabak van. Steeds dat verkeer dat normaliter gewoon via Follega Lemmer binnen kwam rijden, zoeft nu daar langs. En zorgt voor dikke files. De provincie (die dit illustere idee heeft bedacht) zou een half jaar geleden of misschien nog wel langer daar al iets aan doen. Maar sloegge soe ek zou mijn moeder wel gezegd hebben. Ergo, er gebeurt helemaal niets.

Ook geniaal is het feit dat kinderen uit Lemstervaart blijkbaar niet tot de categorie behoren die hoeven te spelen. De Friese Meren heeft besloten dat kinderen uit de Barkentijn maar zelf moeten zien hoe ze aan een schommel of een glijbaan komen. Want er is geen geld voor, zeggen ze. In heel de wijk is 1 speelveld, terwijl er in de wat duurdere buurten veel meer speelgelegenheid is.

Bewoners die zelf bovendien wilden meewerken om aan een veilige speelplaats voor zo’n 100 kinderen, kregen te horen dat ze dan zelf het geld ook maar bijeen moesten brengen. En dit terwijl er nog een voorraad aan speeltoestellen stond, maar die zijn logischerwijze gewoon aan de andere buurten uitgedeeld. Ik dacht dat ze in de Lemstervaart bezig waren alles mooier en leuker te maken. Dat geldt dan zeker niet voor de kinderen in die buurt. Was het bovendien niet zo dat de bewoners bij de aanleg van de geluidswal al beloofd is dat ze deze voorziening zouden krijgen? Hoe lang staat die wal er inmiddels? Zo’n twintig jaar? Mijn moeder zou het weer zeggen: Sloegge soe ek.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 21 juli 2014

Blijf van onze doden af

Ik weet nog hoe ik mijn ouders wilde beschermen nadat ze waren overleden. Een arts die vroeg of haar lichaam nog mocht worden onderzocht door een patholoog werd door ons nabestaanden direct af geserveerd. Ze moesten van dat toch al enorm geteisterde lichaam afblijven. Ze moest nu eindelijk die rust hebben na zoveel pijn en ellende. En toen de begrafenis voorbij was, liep ik dagenlang rond met het idee dat ik haar een jas had moeten aantrekken. Want het was zo koud.

Bij mijn vader eigenlijk hetzelfde. Ik wilde hem na zijn overlijden eigenlijk geen seconde alleen laten. Want dat zou hij in mijn beleving voelen.

Beelden ramp Malaysian Airlines

En dan zie ik nu de beelden van de slachtoffers van de ramp met het vliegtuig van Malaysian Airlines. Ik zie boeren en mijnwerkers uit de omgeving die totaal niet zijn getraind gewoon door het gebied struinen en mensen oppikken. Ik zie dat ze in plastic zakken in een koelwagen zijn gelegd. Dat er separatisten om heen staan die echt onderzoek onmogelijk maken. En het maakt me razend. En verdrietig. Plaatsvervangend verdrietig.



Van de doden moet je afblijven. Zeker als ze hebben meegemaakt wat zij hebben meegemaakt. Maar eigenlijk altijd. En je moet vooral zorgen dat de nabestaanden een normale manier kunnen vinden om te rouwen. Als moeder of vader, vriend of vriendin of andere dierbare moet je toch gek worden van het idee dat je kind of vriend nu ergens in een koelwagen ligt terwijl jij wilt dat hij of zij thuiskomst?



Na de eerste shock over zo’n gebeurtenis kom je waarschijnlijk langzaam tot de realisatie dat het echt is wat er gebeurd is. Dat diegene waar jij van houdt waarschijnlijk uit de lucht is geschoten. Om geen enkele reden. Dat het leven van je dierbare in een klap is beëindigd, terwijl hij op weg was naar iets leuks of iets belangrijks.

Je zou wel willen gaan lopen

Je zou wel het eerste vliegtuig willen nemen om je kind zelf op te halen. Je zou waarschijnlijk wel naar Oekraïne willen lopen om dat te doen. Om te kijken waar hij of zij is gebleven, die mannen met geweren zou je aan de kant willen drukken en zeggen:'Blijf van mijn kind, mijn man of mijn vriend af. Dat is niet aan jou. Dat is mijn bloed, mijn liefde, mijn vriend. Die op een verschrikkelijke wijze is gedood en die nu rust verdient. En waar beslist niet mee gezeuld mag worden. Ik wil niet dat vreemde handen hem of haar aanraken. Kortom blijf af van mijn bloed, van diegene die jij nooit gekend hebt, wiens geboorte je niet hebt meegemaakt, waarvan je niet weet waar hij van houdt, waarvan je niet weet wanneer hij blij was of verdrietig. Blijf af en geef ze terug. Aan degenen die dat wel weten, maar vooral voelen.

maandag 14 juli 2014

Putten, kan het nog?



Het strand. Vroeger kon ik er uren lang doodstil liggen. In de hoop met mijn blonde huid wat kleur op te doen. Het ultieme streven was om zo bruin mogelijk te worden. Want dat vonden we mooi. Tegenwoordig is wel bewezen dat dit allerlei schadelijke bijeffecten heeft, maar toen wisten we dat nog niet zo goed. Maar daarom gaat tegenwoordig wel factor 50 op elke witte plek. En dat zijn er nogal wat.

Dit zo bekijkend, viel me dit jaar veel meer op. Je wilt het jezelf natuurlijk nooit toegeven, maar naarmate de jaren verstrijken wordt het allemaal toch wat minder met dat lijf. De vorm verandert, de structuur van de huid wordt zullen we zeggen wat losser. En er komen putten en andere ongerechtigheden daar waar je ze nooit zou vermoeden. De strakke benen zijn opeens veranderd in een soort pudding die meedrilt met elke beweging die je maakt.

Op je buik zitten opeens ribbels. Niet die van een sixpack, maar die van een soort vetophoping. En dat gladde vel is ook zo glad niet meer. Dus voor het eerst dit jaar was de grote vraag: doen we het nog wel? Naar het strand gaan dus. Veel zin om urenlang in de hitte van de zon te liggen heb ik toch al niet meer, dus moet het dan allemaal nog? Het antwoord is misschien wel gewoon ja als je er zin in hebt. Want toen ik op een willekeurig strand eens om me heen keek, zag ik alleen de jongere garde heel mooi heen en weer dribbelen.

En dat hoort ook. Verleiden en aantrekken hoort bij die leeftijd en die lichamen zijn daar ook op gebouwd. Mijn lichaam is er nu meer om troost te bieden denk ik. Wijs geworden door ervaring houd ik het er maar op dat ik met mijn geestelijke en emotionele ondersteuning mijn lichamelijk imperfecties kan verdoezelen. In donkere dagen, tijdens moeilijke momenten. Dat soort zaken. Maar stiekem baal ik natuurlijk toch gewoon van dat lijf dat zomaar wat doet en waar de zwaartekracht nu opeens wel heel hard aan trekt. Dan nog maar even om me heen kijken en zien hoe het met anderen van mijn leeftijd is gesteld. Dat is vaak niet anders en daar moeten we het dan maar mee doen.

Wel waag ik me nog even aan de stevige handen van een masseuse die me verzekerd dat ze alles weer glad krijgt met haar anti-cellulite massage. Na de massage lijkt dat inderdaad het geval, maar een dag later zitten alle putten er weer gewoon in al hun glorie. En zelfs het feit dat ik de bikini heb verruil voor een badpak helpt daar niet aan mee. Als ik echter het zilte nat induik dan ben ik weer even heer en meester van het strand. Want zwemmen dat kan ik. En dan zit toch alles onder water.

Aanbiedingen bij EuroClix

donderdag 12 juni 2014

Er vol in



Op het moment dat ik dit schrijf zit ik met een grote oranje bril op. Hij is groter dan mijn gezicht. En rond mijn lichaam zit een T-shirt gewikkeld waarop Ik hou van Holland staat. Mijn hoofd is gesierd met een oranje pruik met rood, wit en blauw daardoor heen. Mijn Nederlands-Zwitserse vriendin die ik zo-even van Schiphol heb gehaald, lachte zich kapot toen de deuren zich openden en ze mij zag staan.



Tot ook zij in deze outfit werd gehesen. Want dat moest. Van mij. Want we hebben besloten dat we er voor gaan dit jaar. Ver weg op een niet zo tropisch eiland in de Wadden gaan wij niet alleen Oerol vieren, maar ook vooral voetbal kijken. We reppen over Schwalben alsof het niets is, we lullen over buitenspel alsof we weten waar we het over hebben. Dat doen we niet. Maar dat maakt ons niet uit. Twee jaar geleden hebben wij de smaak te pakken gekregen. We moesten naar een voorstelling en stonden eigenlijk ook al in de rij te wachten. Maar het duurde en het duurde maar. Dan eerst maar een koffie pakken in het café aan de overkant. We troffen daar een Oranjelegioen dat zijn weerga niet kende. De voorstelling hebben we nooit gezien, we zijn blijven plakken tot het einde. Een bitter einde, want Nederland verloor natuurlijk.

Maar toch waren we vanaf dat moment helemaal in de ban. Eigenlijk houden we overigens helemaal niet van voetbal, maar de sfeer er om heen, ja die heeft ons volledig te pakken. Dus daarom gaan we nu maar eens een keer all the way. Met alle mogelijke zaken die je je kunt voorstellen. Alleen het Roy Donders pak kopen dat ging me nu net te ver. Gelukkig hoefde dat ook niet, ze waren snel uitverkocht. Of de kwaliteit ook gelijk is aan de kaartjes waarmee de heer Donders bij de kassa van de supermarkt lag weet ik niet. Maar volgens insiders gaat het toch niet lang duren voor Nederland. Dus hoeft dat pak misschien ook niet zo lang mee te gaan.

Wij hebben geen idee dus we doen daar ook geen uitspraken over. Wij zitten gewoon heel leuk en mooi te wezen tijdens alle wedstrijden (hoeveel zijn het er eigenlijk?), oh ja ik heb een poster gekregen van de garage waar dat allemaal op staat. Wie in welke poule speelt, wie er sterk is en wie niet, zelfs wie er meespelen voor Nederland weten we niet. Maar we gaan er wel voor. Aan ons zal het in ieder geval niet liggen. Wij gaan voor Oranje. Zelfs als u dit nu leest en denkt, maar Nederland ligt er toch al lang uit (kan dat?). Dan is dat te danken aan het feit dat wij op een eiland zitten zonder enige communicatiemiddelen en ik nu dus nog denk dat we nog wel kampioen kunnen worden. Zelfs als u (en wij ook trouwens, want tv’s hebben ze hier dan wel weer) inmiddels wel beter weet.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 9 juni 2014

Vertrouwen

Vrijdagmiddag. Ik rijd naar een tankstation dat onbemand is. Er staat een groep mannen met solexen en van die andere voertuigen waar ik de naam altijd van vergeet. Duitse mannen. Drentelende mannen. Ze houden mijn pomp bezet dus ik kijk waarschijnlijk al wat geagiteerd. Ik voel wel aan dat er iets is. Maar ik heb ook haast (waarom eigenlijk? Ik hoef alleen maar naar de sportschool).

Dus ik beweeg wat met mijn ogen en dan worden de voertuigen weggehaald. Ik haal mijn pasje door de machine, tank en dan zie ik vanuit een ooghoek al een van de heren aankomen. Of ik ook Duits spreek. Ja, dat doe ik. Dat ze een probleem hebben. Ik zeg dat ik dat vermoeden al had. Wat is er aan de hand vraag ik in mijn beste Duits.

Je hoeft waarschijnlijk geen professor te zijn om te bedenken waar het om gaat. Ze moeten natuurlijk tanken. En inderdaad. Ze moeten tanken. Maar ze hebben alleen contant geld mee. Geen kaarten. Of er ook ergens een tankstation is waar ze ook met contant geld kunnen betalen. Ik zeg dat ik het niet weet. Dat we in Nederland wel heel veel met onze pincode doen. Ze zeggen dat ze die niet bij zich hebben. Natuurlijk voel ik aan wat de volgende vraag is.

Er schiet van alles door mijn hoofd. Is dit vertrouwd? Maar de mannen zien er eigenlijk alleraardigst en heel gewoon uit. In leeftijd verschillen ze van ergens in de 30 tot in de 60. Ze zijn aardig. En dus zeg ik ja als ze vragen of ze op mijn pasje mogen tanken en ze mij het geld dan cash geven. Het wordt een heel circus. De slang van de brandstofpomp moet van voertuig naar voertuig. Ondertussen worden de beurzen getrokken. Zodra iemand heeft getankt komt het op een stapeltje. Ik hoor ze ondertussen delibereren. Als ik het geld krijg zit er een extra tientje voor me bij. Omdat ze het zo aardig vinden. Ik geef het terug. Drink er maar eentje op mij zeg ik ze. Ze willen het niet aannemen, maar ik zeg dat ik niet aan hun hoef te verdienen.

Op de sportschool vertel ik het hele verhaal, omdat ik veel later ben dan normaal. Ik wist wat er komen zou: is dat wel vertrouwd? Ben je niet geskimd? Is het geld niet vals? Iemand die blijkbaar verstand heeft van vals geld checkt de briefjes. Niets aan de hand volgens hem. En skimmen kan natuurlijk altijd, maar dan hebben ze het wel op een heel opzichtige manier gedaan. Ik grapte nog dat ik ze graag op de foto had willen zetten. Maar dan voor het verhaal. Ze lachten er om. En ik heb er nog steeds vertrouwen in . Dat het zo ook kan in de wereld. Ondanks het feit dat ik ook wel eens flink bij de poot ben genomen.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 2 juni 2014

Mensen kijken

Mensen observeren. Ik vind het zo ongeveer het leukste wat er is. Op een terrasje. Op straat. In de sportschool. Hoe ze op elkaar reageren. Hoe ze doen als er iets bijzonders gebeurt. Maar ook heel gewoon tijdens hun dagelijkse dingen. Nog leuker is eigenlijk om te kijken hoe ze dan met elkaar omgaan. En hoe ik zelf met anderen omga.



Zo zag ik deze week iemand die me dierbaar is, maar die ik vaak zie tijdens bijvoorbeeld het boodschappen doen. Het gevoel is goed, dat zie je op afstand. Dan loop je naar elkaar toe. En dan is er heel even die lichte aarzeling. Een omhelzing of een kus? Of toch maar gewoon alleen wat zeggen? In die laatste seconde wordt dan toch blijkbaar iets beslist. En het is dan fijn als beide mensen hetzelfde beslissen. Het werd die omhelzing. Maar soms gaat dat ook mis en hangt je hand ergens los in de lucht. Of erger: je zoen komt nergens terecht. Of er is afwijzing. Omdat sommige mensen niet zo van dat geknuffel zijn of het eigenlijk maar idioot vinden.



Ontroerd was ik deze week door twee jonge mensen in de sportschool. Zij was blijkbaar net begonnen met sporten en zat erg met een bepaald apparaat te worstelen. Dan kun je de hulp van de sportschoolhouder inroepen. Aan haar gedrag zag je dat ze dat echter niet wilde. Of zich er zelfs voor schaamde. Degene waar ze mee was (was het haar vriendje?) deed vervolgens iets ongelofelijk liefs. Hij schoof niet alleen de stang waarmee ze een gewicht wilde liften omhoog op haar hoogte: hij legde ook nog een handdoek om die stang. Zodat haar haren er niet tussen zouden komen. Van al dat soort dingen word ik week. Net zoals ik week word van twee oudere mensen die nog hand in hand lopen. Of van een afscheid. Al is dat soms maar voor twee dagen.

Maar mensen observeren doen we allemaal ook via de tv. En daar word ik dan weer op een andere manier week van. Ik keek bijvoorbeeld naar divorce hotel. Een of andere soort fysiotherapeut en zijn bijna ex vrouw werden daar tentoongesteld. Tentoongesteld, want de meneer in kwestie hield van SM zo bleek. En zij niet. Dus werd het niks. Ze had het geprobeerd, maar nee al dat gezweep was niet haar ding. Inmiddels had hij ergens een strenge meesteres opgeduikeld. De scheiding werd er goed doorheen gejast, want dat is de bedoeling van het programma. Maar nu weten alle klanten van meneer de fysio wel dat hij van tepelklemmen, kaarsvet, zwepen en handboeien houdt. En daar lig je dan met je hernia of nieuwe heup en je kunt alleen maar bedenken wat hij met die strenge meesteres gaat uitvreten. Of met jou. Als je niet hard genoeg oefent. Dat er dan misschien wel een zweep tevoorschijn komt.

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 19 mei 2014

Bifi worstje en Tuc koekjes

Wat wilt u drinken? En wilt u er ook een snackje bij? De dame kijkt er serieus bij. Wie denkt dat dit een scene uit een kroeg heeft, heeft het mis. Het gaat ook niet om een bezoekje aan een terras. Nee, de mensen aan wie dit gevraagd wordt liggen in het ziekenhuis. Op de hartafdeling wel te verstaan.

Of op andere afdelingen ook Bifi worstjes, zoete Tuc koekjes, rollen chocoladekoekjes en blokken kaas worden verstrekt weet ik niet. Maar in dit ziekenhuis krijgen mensen die meuk te vreten. Ja vreten, want er zit werkelijk niets goeds in wat de patiënten wordt voorgeschoteld. Jawel, zegt een papier. Er zitten koolhydraten in . Of vetten. Of beide. En veel van beide.

Op het papier staat tevens dat de aangeboden snacks weinig tot geen vitaminen bevatten. Daar moet de patiënt dan maar een pil voor nemen. Die wordt verstrekt. Maar dat blijkt niet het geval. Elke avond tijdens het bezoekuur komt dit tafereel weer voorbij en ik wil de vrouw met de kar die troep wel uit haar handen trekken. Wat is dat voor een beleid om patiënten de meest vette en ongezonde troep voor te schotelen die je zo ongeveer in een winkel kunt aantreffen?

De reden, zo zegt het papier eveneens is dat patiënten niet mogen afvallen. Ook daar kijk ik me hele andere ogen naar. Het merendeel van de mensen op deze hartafdeling is veel te dik. En je maakt mij niet wijs dat dit goed is voor een verstopte kransslagader of meerdere van dat soort exemplaren. Stop je er dan ook nog allemaal vette troep in, dat bovendien is bewerkt in een fabriek dan gaat het lichaam daar volgens mij helemaal van stuiteren. Thuis moet een regime worden gevolgd van gezond eten en genoeg bewegen; hier worden volgens mij zelf hartpatiënten gekweekt.

Een Bifi worstje telt namelijk wel iets van 140 calorieën. Iemand die in zijn bed ligt heeft er tien van nodig en dan hoeft hij of zij helemaal geen eten meer. Dat is namelijk zo’n ongeveer dan je hele behoefte voor de dag. Bovendien worden die snackjes verstrekt van het geld dat wij met z’n allen betalen aan de zorgverzekeraar. Geen idee wat zo’n worstje, zo’n rol koekjes of een stuk kaas kost, maar opgeteld zal dat aardig in de papieren lopen.

Werd er nu nog een schaal fruit aangeboden, een gezond vruchtensapje of om mijn part een bord havermoutpap met allemaal goede stoffen, dan zou ik het te verklaren vinden. Maar dit: ik vind het klinkklare waanzin om hartpatiënten vol te stoppen met stoffen die voor een gezond mens al slecht zijn, maar voor een ziek iemand nog veel meer.

Sale/solden januari 2015

Aanbiedingen bij EuroClix

maandag 5 mei 2014

Vierduizend euro onkostenvergoeding per maand: in de fik die stempas

Er ligt een stempas op mijn bureau. Hij kijkt me beschuldigend aan. Want ik weet voor het eerst van mijn leven niet of ik wel wil stemmen deze keer. Niet alleen heb ik het idee dat dit Europa ons nog veel meer in de afgrond heeft gedonderd, een krantenartikel naast die stempas wekt mijn woede op. Elke keer opnieuw als ik het lees, denk ik dat het niet waar kan zijn.

De leden van het Europarlement mogen namelijk per maand maar liefst 4300 euro uitgeven zonder dat ze daarover verantwoording hoeven af te leggen. Een dikke vierduizend euro. Ik laat het woord wel tien keer op een dag de revue passeren. Ik ken heel veel mensen die met een vierde van dat bedrag rond moeten komen. Die er van wonen, hun eten van moeten kopen, hun kleding er van moeten betalen. Die er kindermonden van moeten voeden.


En onze Europarlementariërs, die krijgen dat er zo gewoon bij. Het is niet hun loon. Dat bedraagt namelijk ook nog eens bijna 8000 euro bruto. Nee, niet per jaar. Per maand. Waarover ze tussen de 20 en 30 procent belasting betalen. Oh, ja en dat vergeet ik nog even: ze krijgen ook nog 4243 euro aan reiskosten per jaar. Onbelast. En dan mogen ze eerste klas zitten in de trein en businessclass vliegen.

Dagje vergaderen: nog eens extra 304 euro
En per dag dat ze aanwezig zijn op een vergadering krijgen ze daar bovenop ook nog eens 304 euro. Een bedrag waar de meesten van ons alleen maar van kunnen dromen. Dus die dikke 4000 euro per maand gebruiken ze gewoon voor de simpelste dingen. Ze geven het uit aan lunches. Aan de kinderopvang. Aan zelfs het opknappen van huizen omdat ze nu eenmaal comfortabel willen wonen en dat nodig is voor hun werk. Of aan dure koffiebonen, uitgescheten door een kat.

Een deel van hen legt verantwoording af voor dat bedrag, een ander deel helemaal niet. Die bestuurders vinden dat wij, de burgers er niets mee te maken hebben wat zij uitgeven. Die vinden niet dat het geld dat wij aan hen betalen in de vorm van belastingen verantwoord hoeft te worden. Onze ouderen komen inmiddels niet meer in een verzorgingshuis, krijgen steeds minder mantelzorg en ook algemene zorg komt steeds meer in de knel (voor hen worden de medische kosten ook nog eens grotendeels betaald).

Dikke 3 miljoen aan onkostenvergoeding

Maar er is wel 750 keer 4300 euro aan onkostenvergoeding, samen een slordige 3,2 euro voor de heren en dames die vaak ook nog eens niet schijnen op te komen dagen. En dan moet de politiek dichter bij de burger. Dit waterhoofd kan echt niet in een tijd als deze waar bedrijven als luciferhoutjes omvallen en mensen massaal op straat worden gezet. Als de parlementariërs dat beseffen, dan steek ik heel misschien die stempas niet in de fik. Want dat idee dat je niets meer te zeggen hebt als je niet stemt, ik heb er nog maar één woord voor: Bullshit.

Weekdeals (300x250)

maandag 28 april 2014

Foute tent

Afgelopen vrijdag zat ik in een foute tent. Een heel foute tent. In Amsterdam. De aanleiding was overigens helemaal niet fout: een vriendin van me werd 50. Haar mannen- echtgenoot en kind - hadden haar onder valse voorwendselen meegetroond naar Nederland. Want ze houden residentie in Zwitserland.

Wij moesten ondertussen allemaal ons uiterste best doen om dit geheim ook echt onder ons te houden. Zo moest ik voorwenden dat ik niet wist dat ze in Nederland was toen ze voor de deur stond. “Ach, hee. Wat doe jij hier nu?’ zeggen en dan ondertussen je tong afbijten omdat je wat wilt zeggen over het aanstaande feest. Maar het lukte en vrijdagavond stonden we opeens allemaal voor de deur bij de mensen waar ze logeerden. Zij hing in haar joggingbroek in een stoel, haar haar op half 9 en zonder een spoortje make-up. En met een bak chips onder handbereik.

Niet klaar voor een night out into town. Haar mond viel open toen de één na de ander binnen kwam druppelen. Ze werd onder de douche gestuurd, moest haar mooiste jurk aantrekken en toen gingen we. In een busje van haar vriendin. Wat al helemaal uit de toon viel, want haar vriendin werkt bij een tuincentrum. Het was dus een vies en gebruikt busje. Ongeveer zoals mijn auto er altijd uitziet. Maar bij het restaurant gekomen waren daar verder helemaal geen vieze busjes te vinden. Wel Jaguars. En Porsches. En nog een merk, maar dat herkende ik niet eens.

Toen we binnenschreden zag ik het al: mannen wiens haar nog hoog blonder is dan het mijne. En waarvan de tanden dan nog weer een schakering witter zijn. Met oranje koppen alsof ze net een bos wortelen hebben opgegeten. En vooral erg populair. In strakke pakken en te brede schouders.

Achter me zat de Russische maffia. Die lieten oesters aanrukken alsof ze niets kosten. En dat was dus beslist niet het geval. Want de oesters waren duur. Heel erg duur. Ondertussen lieten ze ook de wodka ruimschoots doorkomen. En opeens verscheen er een vis in een zoutkorst op hun tafel. Die had ik nergens op het menu zien staan, dus ik woof een ober (ja die vraag je niet in zo’n gelegenheid). Ik zei hem dat ik dat gerecht niet op de kaart had zien staan. Zijn antwoord was bijzonder: “Dat is ook heel duur.” Alsof we er allemaal uitzagen als arme sloebers. Maar misschien was dat ook wel zo. De vriendin van het busje had namelijk een Indiajurk aan en ze liep op slippers. Maar dat had niets met geld te maken. Ze werd - net als ik - gewoon geplaagd door opvliegers. Maar die hebben vrouwen in dat soort tenten waarschijnlijk niet.

zaterdag 12 april 2014

Voor niets 245 euro lichter en toch blij



Donderdag moest ik met een collega naar een NNP dag. Dit is de Nederlandse Nieuwsblad Pers. We hadden een aantal verhalen ingezonden voor een landelijke wedstrijd en we worden dan bijgepraat over van alles en nog wat. Ik dacht eerst dat het helemaal niet door zou gaan, want die lieve collega had een week eerder haar moeder verloren. Maar ze wilde er toch wel even uit, dus gingen we.

Ik herinner me nog de tijd dat ik mijn eigen ouders had verloren (ook bij haar overleden haar beide ouders binnen 3 maanden) en de staat waarin ik was dus ik bood aan om te rijden. Dat vond ze wel een goed idee. We keuvelden, bespraken haar moeder, het verdriet, alles wat er om heen gebeurt. Maar we lachten ook. Want bij rouw hoort ook keihard en soms morbide lachen.

De dag werd gehouden in Burger Zoo dus we mochten eerst even aapjes en olifanten kijken. Daarna was de bijeenkomst en helaas moesten we daar concluderen dat we niet in de prijzen waren gevallen. We kwamen twee collega’s tegen en genoten met hen de uitgebreide Afrikaanse maaltijd. (Die deze keer ook heel veel gezonde zaken bevatten). Toen zijn we stiekem toch die dierentuin nog maar weer even ingepiept. We wilden namelijk nog veel zien. Maar er liet zich geen dier zien, afgezien van wat mussen dan. Dus toen maar huiswaarts gekeerd. Ik had het toen ook wel gehad, Margé ook wel. Doodmoe allebei.

We reden nog geen 20 kilometer toen er opeens een lichtje op het dashboard begon te knipperen. Heb je de gordel niet om vroeg ik mijn collega. Ja, dat had ze wel. Mijn woorden waren nog niet koud of toen begon er een lichtje te knipperen van het stuur. Oh nee zei ik tegen haar. Dit gaat niet goed. Er was net een tankstation in de buurt dus wij er daar af. Ik voelde al aan het stuur dat er iets helemaal niet goed zat. Blond als ik was zette ik de auto neer en hoopte dat hij net als een computer wel weer gereset kon worden. Maar toen hij eenmaal uit was, was het ook volledig gedaan met de pret. Geen leven meer in te krijgen.

We togen naar het tankstation waar ze de ANWB voor ons belden. Gaat een duur grapje worden verzekerde de aardige jongen achter de toonbank (die ons vervolgens koffie gaf) als je nog lid moet worden van de ANWB. Want dat was ik jarenlang niet geweest. En inderdaad. De mevrouw aan de andere kant van de lijn noemde even op hoe het zat. Of ik in totaal wel even 245 euro wilde aftikken voor dit geintje. Margé vond dat heel veel en wilde haar man al bellen. Maar ja, wat dan met die auto die daar zonder kloppend hart stond. Dus ja doet u toch maar. Vervolgens zei ze dat bij zo’n noodprocedure dan weer niet vervoer naar huis hoort.

Dus mocht de meneer van de ANWB het ding niet aan de praat krijgen dan schoof ik 245 euro voor niets. Lekker dan dacht ik, laaie lichters. Maar goed wat moet je. Toen kwam de mededeling dat de man er binnen een uur zou zijn. Een uur! Daar hingen we dan aan de counter van het tankstation. Moe, verdwaasd. Zullen we maar weer in de auto gaan zitten vroeg ik? Dat deden we. Met de nek op de romp gedraaid steeds maar kijkend of de gele bus er al aan kwam.

En daar was hij, de held van de dag. Of ik even wilde uitleggen wat er aan de hand was. Verteld van de lampjes en het stuur. Hij draait een kap van de accu en zegt direct:” Oh ik zie het al. Er is een zekering doorgebrand.” Hij begint te schuren en te breken en zette toen van die oplaadgevallen op de accu. Niet meer zoals ik ze me herinner, maar apparaten waarbij zijn auto niet meer aan hoefde. En toen mocht ik starten. Met de vingers gekruist hoopte ik dat het ding aan zou slaan. En dat deed hij. In één keer raak. Ik kon de man wel zoenen. Hij reed daarna best lang achter on aan om te kijken of het allemaal bleef werken. En wij waren blij. Ondanks de 245 euro.

Aanbiedingen bij EuroClix