zondag 25 december 2016

Lieve bijzondere buurvrouw Lies

Terwijl ik met mijn handen vol het trappenhuis van onze woning wil bestormen word ik staande gehouden door de buurvrouw. Heb je het al gehoord van de buurvrouw zegt ze. Ik heb niks gehoord, want ben de hele dag in een andere plaats geweest om mensen te interviewen. Ik begrijp eerst niet eens over welke buurvrouw het gaat, maar als ze uitlegt in welke woning ze woont, weet ik dat des te beter.

Buurvrouw Lies gaf nooit op

Buurvrouw Lies, lieve buurvrouw Lies. Weer getroffen door een hersenbloeding of een beroerte. De vrouw die ik het meest respecteerde in de hele buurt. Omdat ze nooit opgaf en altijd positief bleef. Ik ken haar niet anders dan dat ze met een serieuze verlamming te maken had. Haar arm wilde niet mee, haar been amper.

Elke middag een wandeling om te oefenen

En toch maakte ze elke middag een wandeling om te blijven oefenen. En ze was lief. Meer dan lief. En intelligent. Een belezen vrouw die goed op de hoogte bleef van alles. En ze had altijd een lief woordje voor je. Ze huilde harder dan ik toen ik haar vertelde dat ik ziek was. Ze kon haar tranen niet bedwingen toen ik kwam vertellen dat mijn ouders waren overleden. En ze bleef door oefenen. Elke dag. Door weer en wind liep ze rondjes door de buurt.

Genieten van het leven

Ging ik boodschappen doen dan trof ik buurvrouw Lies heel vaak aan op het terras of binnen bij de bakkerij. Zat ze daar gezellig koffie te drinken met een vrijwilliger die haar ondersteunde. Met een gebakje erbij vaak. En daar genoot ze van. Net als van het ritje ernaar toe. Dan zat ze parmantig in haar rolstoel met een dekentje over de knietjes. Genieten en er van maken wat je kunt, verhief zij tot een levenskunst. En daar zal ik haar altijd om bewonderen. En ik zal haar missen, lieve dappere en bijzondere buurvrouw Lies.


maandag 19 december 2016

Mr. Wham

Zit ik net een stukkie te tikken dat ik zo week word van deze dagen. De kerstlampjes, de versierde kerstbomen, rendieren met ledematen van lichtjes overal, de complete skihutten op woningen, de glühwein en de chocolademelk met slag.

Mr. Wham

Duikt opeens Wham op en dompelt me onder in het verleden. Toen ik nog dacht dat Mr Wham alias George Michael me wel eens van die saaie kerst in Lemmer zou bevrijden. Dat hij me zou ophalen zoals hij dat deed in de clip, me een berg mee op zou nemen waar we met allerlei vrienden dan urenlang zouden tafelen en drinken. En elkaar broeierige blikken zouden toewerpen. En hij me zijn hart zou geven en ik het dan zou kneuzen. Dezelfde dag nog.

George Michael 

Wist ik toen veel dat Mr. Wham helemaal niet van dames hield en ook vast de weg naar Lemmer niet zou weten. Het grote spektakel tijdens de kerst is dan ook nooit echt gekomen. Ik zat onder een boom in de zon met een lief in Portugal, ik vierde het met 40 graden hitte in Afrika. En ik zat gewoon thuis achter een stamppotje boerenkool nadat bijna iedereen me was ontvallen die me lief was en ik in een warenhuis in huilen was uitgebarsten omdat dat jongenskoor - dat zo vreselijk mooi klonk - me zo intens verdrietig maakte. Maar nooit was het spectaculair.

Kerstwinkel 2016

Dickens Lemmer

Afgelopen weekend was het nog geen kerst, maar als we doen alsof het dat wel was, dan kunnen we stellen dat dit toch wel een topper was. Want wot binne wy moai fuot west net? Al die vrijwilligers die zich in de mooiste pakken hesen, die in de kou bijna in hun blote kont stonden omdat ze dames van lichte zeden waren, mannen en vrouwen die urenlang stonden te kleumen bij een hek om kaartjes te controleren. Schminkers, kappers, naaisters, artiesten, kinderen die urenlang op straat rondhingen en al die anderen, chapeau. Mr. Wham konden jullie dan wel niet brengen, maar goed zijn hart had ik toch al soort van gebroken.





dinsdag 13 december 2016

Dickens, maar beslist geen sprookjesboek




Geweldig dat initiatief tot een Dickens festival. Op maandagavond liep ik mistig en al door het centrum en overal om me heen ontstond een echt kerstdorp, dat zo in een boek (jawel van Dickens) thuis paste. De geur van dennennaalden, de klingelende bellen, de versierde straatlantaarns, maakten dat ik me bijna een fee in een sprookje voelde. En dan doe ik niet eens mee als verklede figurant in een alter ego personage.

Blij
Het stemt me blij, dit kerstevenement. Wat vreemd is. Want eigenlijk haatte ik kerst altijd. Om de dingen die er niet meer waren, om de sferen die heel leuk moesten zijn en het niet waren, om het opgelegde. Blijkbaar heb ik dat nu niet meer en kan ik er oprecht van genieten.


Ongeluk
Door geluk heen kan ook ongeluk sluimeren. En dat hoeft niet eens persé je eigen directe ongeluk te zijn. Toen ik daar die fantastische lucht van die vers gekapte bomen opsnoof (waarschijnlijk niet biologisch verantwoord, maar goed) dacht ik aan de kerst die voor een heel jong iemand nooit meer komt. Zijn ouders kregen dit weekend te horen dat hij bij een ongeval om het leven was gekomen.

De dennenaalden roken nog hetzelfde, maar toch
De dennennaalden roken nog hetzelfde, maar dat besef maakte wel dat ik me afvroeg of het eigenlijk wel kon en mocht: toch zo´n feestje vieren terwijl zich net zoiets vreselijks heeft afgespeeld. Onze gemeenschap heeft eerder met zoiets te maken gehad. De feestjes gingen volgens mij altijd door, maar toch voelt het dubbel en zeker niet als het sprookjesboek van Dickens. En zeker niet als een Christmas Carol.


maandag 5 december 2016

Alma Tadema in de racewagen

Op zo’n vervelende zondagmiddag waarop er helemaal niks te doen is, kwam ik met het voorstel om eens naar het museum te gaan. Zelf ben ik niet een fervent museumganger, ik kan niet uren voor een kunstwerk staan. Hoewel ik ooit wel een werkstuk maakte over Van Gogh en ik geloof zo’n beetje al zijn schilderijen heb beschreven. 

Guernica

Toen ik op de journalistenschool leerde om beroemde kunstwerken als Guernica te ontleden, werd de fascinatie voor de kunst wel wat groter. Maar om urenlang naar een beeltenis te staren en er dan van alles uit te halen, nou nee. Het Gambia museum in manlief's thuisland bevat alleen wat beelden en doeken, dus veel invoelingsvermogen had hi j niet toen ik met het voorstel kwam. Ik liet wat plaatjes zien van Alma Tadema, toch niet de eerste de beste, en hij vond het allemaal best. Maar het was ook weer niet dat hij helemaal uit zijn plaat ging. Het was wat lauw allemaal zeg maar. Maar toch, we gingen naar het museum. 

Bankgiroloterij: u wordt rijk

Daar aangekomen werden we direct belaagd door de bankgiroloterij. Als we nu lid werden, mochten we zo naar binnen. En we maakten kans op rijkdom. Manlief zag dat laatste vooral wel zitten, dus ter plekke smeden we plannen over wat we met al die miljoenen gingen doen. Of we ooit weer van het lidmaatschap afkomen is een tweede, maar goed misschien zwemmen we dan inmiddels wel in het geld. Na een wat vreemd kassa avontuur waar dralen het thema bleek, moest ik opeens mijn tas inleveren. 

Ze denken dat je een schilderij in je tas stopt

Ze denken dat je er een schilderij in stopt zei manlief die inmiddels al wat minder enthousiast was. Dat je een dief bent. The fools zei hij erachter aan. En toen was daar Alma Tadema. De grote kleurrijke schilderijen die ik had gezien op affiches en in kranten waren voor het einde bewaard. En toch kreeg ik ze heel snel te zien. Manlief leek namelijk wel in de snelste auto ter wereld te zitten en snelde daarmee lang al die schilderijen. Niemand lacht hier zei hij. Ze kijken naar de schilderijen alsof ze er verstand van hebben en zijn nog boos ook als je in hun blikveld staat.
Alleen in het deel waar de oorlog werd verbeeld was hij geboeid. Daar stond namelijk een grote motor. En lagen oude geweren. We stonden met 10 minuten weer buiten. Op naar de MacDonalds.




maandag 28 november 2016

Verbinding

Daar zat hij dan. Een beetje ongemakkelijk in een rol die waarschijnlijk niet zo bij hem past. Buurman Lammert, de zoon van onze buren buurvrouw Lipkje en buurman Jan. Met zijn eerste boek, 'Het fonkelt in 't Dok' dat in coproductie was gemaakt met onze eigen dichter Job Degenaar. En dus technisch gezien misschien niet echt zijn eerste boek is, maar toch wel zo voelde.

Job Degenaar en Lammert Sloothaak

Job sprak prachtige en lovende woorden over Lammert. Lammert wilde dat ook wel over Job en over zijn passie het schilderen, maar kon eerst zijn bril niet vinden. Maar dat maakte niks uit. Lammert zijn bijdragen op het doek hadden alles al gezegd.


Mensen die niet mochten bestaan

Vervolgens sprak Job de woorden die hij zelf bedacht had en die in het boek tot gedichten zijn geregen. Kippenvel tijdens de voordracht van het gedicht over de Jan Nieveen die zoveel mensen naar Lemmer bracht die ‘niet mochten bestaan’. Maar vooral verwondering en respect over zoveel verbinding.


Lemmer in beeld en woord

Twee mannen die op het eerste gezicht misschien weinig gemeen hebben, zijn er in geslaagd de geschiedenis van Lemmer aaneen te smeden. In beeld en in woord. En die verbintenis, nu eenmaal op papier, verdwijnt daardoor nooit meer. Maar de verbinding zat hem ook in de muzikale optredens en het bijeenbrengen van mensen die op de één of andere manier voor Lemmer staan.

Toen het nog kon

Persoonlijke verbintenis ook bij de muziek; het ene omdat het terug voerde naar het moment dat mijn beste vriendinnetje en ik onze 40e levensjaar vierden toen dat nog kon. Het andere omdat het herinnerde aan mijn ouders, samen dansend. Toen dat nog kon. Dat is dan weer niet samen te vatten in een boek. Maar misschien komt dat nog in een krabbeltje van de beide heren in het prachtige boekwerk. Zodat ook wij blijvend in die verbintenis mogen delen. Een andere verbintenis en een rij wachtenden die ook allemaal zo'n persoonlijke kanttekening wilden, hebben er namelijk voor gezorgd dat op de eerste pagina's slechts maagdelijkheid rust.




maandag 21 november 2016

Het zal je demente opa of oma of je weggelopen kind maar zijn

Het is ongelofelijk triest dat een instantie als Burgernet moet worden ingezet, zeker als het gaat om een uitkomst zoals die van het afgelopen weekend. Je gaat een weekendje vakantie vieren en je komt nooit meer terug. Ik stel me het verdriet voor van de achterblijvers die na een druk op de bel hun wereld volledig zag veranderen.

Hulp bij vermissing
Natuurlijk is het geweldig dat er bij vermissingen instanties zijn die dan de hulp van de burgerij inroepen. Ik twijfel echter meer dan gemiddeld aan de effectiviteit van dit ene middel. Bij een eerdere melding tegen de avond leek het me goed om nog meer mensen te mobiliseren. Als krant zijnde met een website heb je vaak meer kracht dan alleen een instelling waar je lid van moet zijn. Maar het kan soms ook zijn dat een actie al is beëindigd. Om niet op je bek te gaan als krant ga je dan bellen met degene die het bericht stuurde.

U bent niet aangesloten bij Burgernet
Geloof het of niet, maar toen ik het nummer belde dat ze zelf hadden aangegeven dat je moest bellen als je iets wist, werd ik wreed afgestraft. U doet helemaal niet mee met Burgernet. Huh? Ze hebben me toch net een bericht gestuurd? De stem in het apparaat was echter onverbiddelijk; je krijgt gewoon niemand aan de lijn. Op de site van Burgernet al net zo weinig informatie. Ja een vermissing, nee geen uitkomst. En nee, ook geen verwijzing. En als ik dan die arme Duitser zondag had gevonden? Hadden ze dan ook gezegd u doet niet mee? Waarschijnlijk wel.


Dan de politie maar bellen
Ik neem aan dat mensen dan wel zo slim zijn om de politie te bellen, dat deed ik tenminste wel. En geloof het of niet, maar die wist van helemaal niks. (Even voor de duidelijkheid: Het ging om een ander geval dan die van de overleden drenkeling van afgelopen zondag en ik bel niet met de gewone meldkamer zoals normale burgers wel doen). Geen idee zei de voorlichter aan de andere kant van de lijn. Het zal je moeder of vader of je demente opa maar zijn die weg is. Enfin, omdat ik het allemaal nogal knullig vond aandoen er toch maar even een mail aan gespendeerd. Hoe het komt en of er misschien even een storinkje in het systeem zat van Burgernet. We zijn echt een geruime tijd verder en een antwoord is er nog steeds niet. En daar moet je dan levens mee redden?

maandag 14 november 2016

Feel good

Ik was het even zat. De ongenuanceerde reacties op het Sinterklaasfeest, of moet ik zeggen de pietendiscussie. Zowel voor- als tegenstanders bestoken me al maanden op Facebook met woorden waar de honden geen brood van lusten en waar ik eerlijk gezegd een beetje misselijk van word. Je durft eigenlijk niet eens te zeggen of je voor of tegen bent, want je wordt hoe dan ook afgebrand. Daarnaast de reacties op het kiezen van Donald Trump met zijn rare uitspraken en bizarre ideeën. De beelden van totale destructie in Syrië.

Depressief van het weer

En het weer, dat was ik ook zat. Donker, regen, koud en geen vitamine D te bekennen. Feel good moest ik hebben in een wereld waarin het goede voelen nogal ver weg leek. De telefoon uit, de computer op de off stand en dan maar zelf zorgen voor feel good hielp niet. De beelden, de agressie, de onredelijke beweringen sidderden allemaal na en leken niet uit mijn systeem te slaan. Films helpen me altijd wel.

Kookprogramma's

Of kookprogramma’s. Naast honger krijg ik daar ook altijd een goed gevoel van. Nigella vind ik overdreven, maar Wie is de chef is altijd vermakelijk. Maar deze hobbykoks waren in geen velden of wegen te bekennen. Anthony Bourdain wel. Een man met op z’n zachtst gezegd een turbulent leven. In zijn series drinkt hij als een tempelier en slaat hij echt bergen voedsel achterover. Maar het is in ieder geval basaal en een soort van feel good zou je zeggen.

Toestanden in Keulen met de jaarwisseling

Maar deze keer niet. Anthony zat namelijk in Keulen. Het Keulen waar vorig jaar met de jaarwisseling allerlei vluchtelingen of Noord-Afrikanen die er al langer woonden voor enorm veel problemen zorgden. Die allemaal een soort van Trump speelden en de dames werkelijk daar grepen waar Trump zei het te willen doen. Weg feelgood gevoel. Waar zoek je het gevoel dan wel? In je eigen keuken door zelf bergen voedsel weg te zetten.


Filmfestival in Leeuwarden

En door naar een alternatieve film te gaan op het filmfestival in Leeuwarden. Daar waar imperfectie gewoon breed uit gemeten wordt. Waar vrouwen rare borsten hebben, waar dikke dijen met een fruitschaal aan sinaasappelhuid geen probleem zijn en waar hard werken in beeld wordt gebracht als hard werken tot er een burn out op volgt. Als het echte leven zeg maar. En dat maakte me dan toch wel een beetje vrolijk.



Movie memorabilia 250x250



maandag 7 november 2016

Weg met die gifspuit

Een zootje, een bende. Rotzooi en troep. Hoog gras, hoog onkruid. In perken en op stoepen, tussen tegels, op begraafplaatsen. De roep om de gifspuit weerklinkt weer hard in onze gemeente. Lekker alles doodspuiten wat niet langer gewenst is of een beetje uit de maat loopt. Terwijl een proef om te kijken of het ook anders kan met bijvoorbeeld heet water niet eens wordt afgewacht. Het is inderdaad op sommige plekken niet zo fraai, dat klopt. Maar het is een proef en dat betekent dat je kijkt wat er beter moet na verloop van tijd.

Stop eens met dat gif voor het nageslacht

En als we het voor de kinderen na ons ook nog leefbaar willen houden dan moet het eens ophouden met het strooien van al dat gif. Want gif komt niet alleen in de bodem terecht waar het alles vernietigt, het komt uiteindelijk ook in ons terecht. En wie zou gif eten als het voor hem op de tafel werd gezet? Niemand toch? Nu het niet heel zichtbaar is, lijkt niemand er een probleem mee te hebben. Maar hebben we de aarde al niet genoeg verkloot?

Gif komt uiteindelijk ook in ons terecht

Het gif dat overal gestrooid wordt, komt ook terecht in alle andere dieren. Van een worm tot een vogel. Humus kan niet meer gemaakt worden omdat het gif ook op de bladeren terecht komt. Doe je dat wel, dan gaat het rechtstreeks de keten in. En is een beetje onkruid nu echt zo erg als je het afzet tegenover wat er gebeurt als je die spuit weer op de natuur zet? Ik zou zeggen wacht die proef af of pak zelf de schoffel en laat de natuur de natuur. Zodat er ten minste nog iets van leven overblijft. Als ik zelf het onkruid niet meer de baas kon nam ik een brander en maakte ik er op die manier as van. En op die as doet de natuur het ontzettend goed, het is een rijke voedingsbodem. Dus wat let de gemeente of onszelf om dan maar zo nu en dan een brander in te zetten. Ik heb er nog wel eentje in de schuur staan.




maandag 31 oktober 2016

Ik doe het ook nooit goed




Ik doe het ook nooit goed. Ik stampvoet door de kamer en ik stampvoet niet eens omdat mijn man vindt dat ik het niet goed doe. Het is mijn werk. Gek word ik ervan en het zorgt voor slapeloze nachten.

Er staat ook niks in de krant

De eerste opmerking die wij -  van het journaille krijgen -   is altijd dat er niets in de krant staat. Natuurlijk staat er wel wat in de krant, maar dat is dan altijd net niet datgene wat iemand wil lezen of het is te kort of het is te lang. Of het gaat over stront zoals sommigen ons soms fijntjes laten weten. Of dat een sportverslag wel belangrijker zal zijn dan wat zij belangrijk vinden. Bovendien is het moeilijk uit te leggen dat je maar een bepaald aantal pagina’s tot je beschikking hebt. De opmerking, dan doe je er toch nog 1 pagina bij begrijp ik wel, maar zo werkt het helaas niet. Een krant moet met 4 pagina’s tegelijk omhoog. Heb je dan maar artikelen voor 1 pagina, dan zou je 3 blanco pagina’s hebben. Ook niet ideaal.

Schrijven over het AZC

Het is niet gemakkelijk om iedereen te vriend te houden als je een website en of krant bestiert.  In Balk hebben wij bovendien net een nieuw AZC. Als je het hebt over dat je nooit iets goed kunt doen dan is het wel over zo’n controversieel onderwerp. In de ogen van velen ben je te veel op de hand van de asielzoekers en te weinig kritisch. In de ogen van een groep anderen die ook met veel zijn ben je te kritisch op de asielzoekers. Dat je zo neutraal mogelijk probeert te zijn gaat er bij geen van beide in.


Kranten steeds dunner

Dat kranten ook dunner worden omdat mensen steeds minder adverteren, maar de kosten voor redactie, fotografie, acquisiteur, pers, papier, bezorgers en ga zo maar door wel betaald moeten worden is ook lastig uit te leggen. Na een lastig telefoontje vanochtend, heb ik vandaag zo’n dag waarop ik het gevoel heb dat ik het nooit goed kan doen.





Algemene Banner 160x600



donderdag 27 oktober 2016

Ik heb je verwaarloosd, heit



Op 12 oktober was het de sterfdag van mijn vader. Die dag staat in mijn geheugen gegrift net zoals 25 september van datzelfde jaar in mijn geheugen gegrift staat, de sterfdag van mijn moeder. Hij stierf in de nacht. Ik was bij hem, samen met een zuster van de Thuiszorg. Nu 11 jaar later vertelde ik Modou die nacht dat ik 11 jaar daarvoor alleen aan zijn bed zat, eigenlijk wachtend op zijn dood.

Ademhaling gaat moeilijker

Zijn ademhaling ging steeds moeilijker, een paar dagen daarvoor waren spuiten gezet om hem tot het einde toe in slaap te houden. Ik was even weggeweest, omdat ik al de hele dag bij hem had gezeten en even op adem wilde komen. Maar ik had thuis ook geen rust en keerde snel weer terug. De Thuiszorgzuster zei heel luid: ’Hij is aan het doodgaan.’ En ik dacht houd je stil, dat hoeft hij helemaal niet te weten. Laat hem toch rustig gaan.’ En dat gebeurde.

Oneerlijk om dood te gaan

 Oneerlijk dat doodgaan, waarom het leven en dan dat sterven erachter aan. Want hij was er bang voor, dat hadden we al lang in de gaten. Zijn ziekbed was ook oneerlijk. In januari hoorde hij dat hij kanker had, in oktober blies hij zijn laatste adem uit. En de jaren daarvoor had hij alleen maar gezorgd en gezorgd voor mem die na haar operatie aan longkanker eerst even goed ging en toen ook vol uitzaaiingen bleek te zitten.


Heit kwam er bekaaid af

Heit kwam er door dat alles eigenlijk bekaaid af. De zorg was zolang naar mijn moeder gegaan dat we eigenlijk wat op waren toen hij ook nog eens heel ziek kwam te liggen. En toen zij stierf was het eigenlijk wachten op zijn overlijden. Achteraf zou je willen dat je het anders had gedaan, dat je meer aandacht had gehad denk ik wel eens. Het was ook een moeilijk proces, want daar waar mijn moeder alles nog uitsprak lag hij alleen voor zich uit te staren en wilde of kon hij niet praten. En naar tv programma’s te kijken met stokstaardjes. Ik kan nog steeds geen stokstaardje zien zonder misselijk te worden.

Bloemetje op het graf

Nu dus 11 jaar later. Hoewel ik ’s nachts met Modou over hem sprak en hem echt niet vergeten was, had ik de dag erop geen tijd om naar het graf te gaan. En daarna weer niet. Dus zijn we er nu nog niet geweest. En dat spijt me lieve heit, want ik ben je niet vergeten. Ik sta elke avond voor je foto, aai je even over je hoofd en je bent in mijn hart. En vandaag, echt krijg je dat bloemetje.

maandag 24 oktober 2016

Afgeprijsd

Afgeprijsd. Prachtig woord en worden we niet allemaal heel erg blij van afgeprijsde artikelen? Volgens mij vindt iedereen het leuk om voor weinig toch iets leuks te hebben. Maar dat het woord ook kan staan voor een verantwoordere manier van leven, wist ik nog niet. Vaak heb ik toch wel wat schaamrood op de kaken als het gaat om afgeprijsde artikelen. Je wilt wel, maar je durft niet zo goed zeg maar.

Voedsel dat bijna over datum is voor lagere prijs verkopen

Maar nu is er dus een goede reden om te kiezen voor afgeprijsd. Dit is namelijk de laatste manier om voedsel dat al bijna over datum is goedkoop in te slaan. En waarom zou je dat niet doen? Als je het diezelfde dag nog eet, is er geen vuiltje aan de lucht. Overigens zijn er ook heel veel producten die zo’n datum hebben, maar waarbij houdbaarheid eigenlijk helemaal geen issue is.

Geen eten weg kunnen gooien

Maar als het om vers gaat, ik ben voor. Doodzonde dat allemaal goed eten wordt weggegooid en zelfs wordt doorgedraaid. Een paar jaar geleden was ik bij de Spar en toen daar allerlei aanbiedingen vlees lagen werd me verteld dat als het niet verkocht werd, het doorgedraaid werd. Doodzonde vond ik toen al.

De app Afgeprijsd

 Inmiddels heeft de eigenaar van de Spar met Afgeprijsd (een soort bedrijf moet ik begrijpen) dus een overeenkomst dat alle artikelen die (bijna) niet meer in de winkel mogen liggen voor een lagere prijs weggaan. Win/win situatie. Kostbaar voedsel wordt niet meer weggegooid (wie heeft dat ooit uitgevonden?) de supermarkteigenaar krijgt toch nog iets voor de goederen die hij wel heeft moeten inkopen. Ik ben heel erg voor. Nu nog even uitvogelen hoe het zit met die app, want daar snap ik dan weer niks van. Beetje jammer van de ontwikkelaar (nee, niet van de plaatselijke Spar) dat ze die informatie ook niet gewoon op een website zetten. Maar misschien ligt het in de winkel dan wel in een bepaald schap. Dat zou mooi zijn, ook voor de digibeten onder ons.






Fashionveiling 300x250




Preview




maandag 17 oktober 2016

Joop

Ik zat in een etablissement een drankje te drinken en hoorde daar woorden die ik liever niet wilde horen. Joop is overleden zeiden ze. Ik dacht nog, dat kan niet. Zag ik hem laatst niet rijden op die grote wagen van hem. En met die stoere grijns op zijn gezicht, waar ik altijd zo om moest lachen? Helaas vertroebelt mijn chemobrein wel eens hoe lang iets is geleden, dus misschien was het ook langer geleden dan ik gedacht had. De advertentie bleef echter uit en ik dacht toen nog: zie je wel, dikke onzin. Gelukkig maar. Maar vandaag stond het dan toch aangekondigd. Joop Bangma is niet langer onder ons.


VVD


Ik zat in tijd zeker maanden in een ruimte met Joop. Jarenlang bezochten we ellenlange commissie- en raadsvergaderingen. Ik voor mijn werk, hij als raadslid. Joop viel daarin op. Omdat hij het werk al zo lang deed, maar ook door de manier waarop.  Hij zat voor de VVD in de raad, maar wat mij betreft had het net zo goed voor de Communisten of voor de PvdA kunnen zijn. Want hij was dan wel een ondernemer in hart en nieren, hij had het hart ook op de juiste plek. Had de NCPN een punt voor de kleine man, dan kon je er van uitgaan dat Joop meeging in dat standpunt. Van onzin uitgaven hield Joop bovendien niet en ook met onpraktische zaken moest je niet bij hem aankomen. Bovendien hield hij in hart en nieren van Lemmer en deed hij daar alles voor. 

Bij de burgemeester op het matje

Zijn ietwat ongenuanceerde uitspraken die ik nog wel eens vet optekende, maakten dat ik een aantal keren op het matje ben geroepen bij de burgemeester. Niet hij, maar ik moest me verantwoorden. En soms kwam ik hem tegen als hij gezellig een drankje was wezen drinken (en ik dus ook - maar dan elders).  Dan leunde hij zo wat op me, spraken we over Wiebe,  mijn vader die hij heel goed gekend had, en daarna gingen we dan weer elk onze weg. Hopelijk zit markante Joop nu met mijn vader een drankje te drinken op een wolk en lachen ze zich ziek  over hoe de burgemeester mij op het matje riep en niet hem.






Horlogeveiling 300x250





zondag 16 oktober 2016

Welkom in cougartown



Ik denk dat mijn oren een vergissing maken als het meisje bij het brood haar vraag stelt. Ik kijk daarop naar mezelf, ik kijk vervolgens naar mijn man. Zijn kleur en mijn kleur zijn toch wel heel erg verschillend constateer ik opnieuw. Zo verschillend dat een familieband er niet in zit. De vraagtekens poppen waarschijnlijk boven mijn hoofd uit. Nee, meisje ik ben niet zijn moeder antwoord ik.


Of ik zijn begeleider ben?


Waarom ben ik nog verbaasd vraag ik mezelf af. Alle varianten zijn toch al de revue gepasseerd. Of ik zijn begeleider ben. Alsof hij begeleiding nodig heeft en aan een aandoening lijdt of zo. Het zal wel het leeftijdsverschil zijn, maar kunnen mensen dan niet out of the box denken? Moet dan alles wat ze zien zo zijn zoals zij vinden dat de wereld in elkaar moet steken. Een beetje grumpy fluister ik manlief vervolgens toe wat ze zei. Hij mompelt nog wat dat ze haar eigen moeder bedoelt, maar nee daar trap ik niet in.

Het is ons leven

Hij blijft overigens altijd enorm rustig onder dat soort zaken. Het gaat ze niks aan zegt hij altijd. Het is ons leven. En natuurlijk vraag ik wel eens waarom hij niet voor een jonger exemplaar kiest. Zijn antwoord is ontroerend. Jij zag me zoals ik werkelijk ben. Je gaf er niet om dat ik uit een derde wereld land kwam. Als die jonge meisjes me daar hadden gezien, hadden ze dat nooit gedaan. En nu zouden ze dat nog steeds niet doen. Pas als ik het gemaakt heb, dan zou dat wel zo zijn. Of ze zien alleen mijn uiterlijk. Een mooie man (want ja hij is zich echt wel bewust van zijn prachtige uiterlijk).

Oudere vrouw met jongere man

Oud en jong is bovendien niet echt een issue in zijn land. En ik vraag me ook af of een jong meisje hem aankan. Want in veel opzichten is hij duizend keer meer volwassen dan de ‘volwassen’ mannen waar ik relaties mee had. Die gingen er vandoor zodra het moeilijk werd, op zoek naar een ander exemplaar. Inwisselbaar ben ik niet voor mijn hubby. Als we ergens zijn waar jonge meisjes zich duidelijk aan hem opdringen, wil hij weg. En wij delen alles. Overal wordt over gesproken, we zoeken samen altijd naar een oplossing, we hebben kortom een goed leven samen.
Daarbij hoop ik, nee denk ik dat ik nog jong van geest ben. Idiote dingen doen samen, dansen in de kamer, lachen, gieren en brullen.

Ik ben zijn vrouw

En na die ontmoeting bij de broodcounter: ik laat er tegenwoordig geen misverstand meer over verstaan. ‘Ik ben zijn vrouw,’ zeg ik tegenwoordig tegen iedereen die het wel en ook niet wil horen. Vorige week zei iemand op een beurs daarop:’Goed dat je het zegt. Ik zal niet met hem flirten.’ Maar het leuke van die ontmoeting was, dat degene die het zei een man was. Die we later met zijn vrouw bij de Ikea tegenkwamen. Zo kan het dus ook.



Algemene Banners 300x250



maandag 10 oktober 2016

Omroep Max



Ons tv optreden bij omroep Max op locatie is niet onopgemerkt gebleven. Althans, bijna niet onopgemerkt. Manlief kreeg daar flink wat telefoontjes over en velen beschouwen hem nu als bijna een bekende Nederlander. Zijn Afrikaanse vrienden in Nederland vinden het blijkbaar ook een bijster interessant programma. Of ze hebben niks te doen en liggen de hele dag te kijken naar alles wat beweegt, dat kan natuurlijk ook.


Wat doe je bij omroep Max?

Maar ook in Lemmer toch een aantal mensen die ons prominent in beeld hadden gezien. Niet dat dit onze insteek was. We waren er voor werk. Om foto’s te maken en een verhaaltje voor de krant.  Toen we de tv zender belden om onze komst aan te kondigen was het één en al lof. Van harte welkom en dat soort kreten. Toen we op het terrein waren, werd dat al wat minder. De campinghouders waren aardig en we mochten zo door. Daar lag het niet aan. Maar daarna werd het serieus.

Beveiliging

Eerst werden we staande gehouden door twee enorme mannen. Alsof we IS in eigen persoon waren en met grote mitrailleurs het terrein op reden. Een vragenvuur waarom we daar waren, wat we kwamen doen en dat we eigenlijk niet door mochten rijden. Toen ik een naam noemde, werd het allemaal wat milder. Nou toe dan maar. Toen we bij de opnamelocatie kwamen, stormde er een vrouw naar buiten. We konden daar echt niet parkeren. Waarom niet, werd ons niet duidelijk. Het hele terrein was leeg namelijk. Er stond alleen een man met een Fries paard. We mochten uiteindelijk door, als we maar niet te lang bleven.

Sybrand en Martine

Ondertussen spotten we Sybrand (aardige vent, ziet er in het echt best lekker uit) en Martine (niet aardig, keurde ons amper een blik waardig). En toen kwamen de opdrachten: geen foto’s maken tijdens de uitzending, klappen als het moet, fotootjes achteraf, maar dan geregisseerd. En daar zaten we dan op een keiharde stoel te luisteren naar slaapverwekkende verhalen. Toen Sybrand naar de man met het paard moest, werd het interessant. Het beest was wild, hij was bang. Maar ook eerlijk. Toen we al op weg waren naar de auto die daar al die tijd toch gewoon gestaan had, werden we terug geroepen. HET fotomoment. Beide presentatoren moesten op z’n mooist op de foto. Maar je kunt niet mooier op de foto dan je bent, zou mijn moeder wel zeggen.


Nieuwste najaarsreleases

dinsdag 4 oktober 2016

Achterstandsbuurt

Vorige week werd door de politiek van onze gemeente besproken wat we aan moeten met het tekort aan woningen. Dat tekort is opvallend geworden door het grote aantal statushouders. Zij moeten van de regering binnen zoveel tijd een woning hebben, of de gemeente wordt gestraft en moet flink betalen. Het punt is alleen, die woningen zijn er helemaal niet. Een op de vijf huizen gaat nu al naar statushouders, maar dat is veel te weinig. Bovendien staan ook de  -ik noem het maar de oorspronkelijke bewoners - op een wachtlijst voor woningen. En die moeten daardoor lang wachten. Dat moesten ze al, maar dat moet nu nog langer. 

Je verhuist alleen als je naar een beter huis wilt

De woningcorporatie vindt dat overigens betrekkelijk: volgens hen is de wachtlijst niet representatief. Mensen die alleen in een bepaald huis willen, maken de lijst lang. Beetje raar, want wil niet iedereen in een huis om zich te verbeteren? Je gaat tenslotte niet verhuizen naar een huis of buurt waar het nog slechter is.


Achterstandsbuurt

 Rinze Visser, onze plaatsgenoot en politicus liet bovendien weten dat met name in de achterstandswijken statushouders werden gehuisvest. Dat woord mocht hij niet in de mond nemen van mensen die waarschijnlijk in een dure koopwoningenwijk wonen. Achterstandswijken bestaan niet volgens die andere politicus. Ik heb nieuws voor hem, die zijn er wel. Wij wonen er in eentje. Het zijn wijken waar problemen zijn, waar mensen een laag inkomen hebben, en/of een groot aantal geen werk heeft, waar het merendeel laag opgeleid is en waar nu niet direct de weelde van afstraalt. En dat, dat is allemaal van toepassing op onze wijk.  En in die achterstandswijk, wonen inderdaad ook allemaal statushouders. Uit Syrië, Eritrea en uit landen waar wij de herkomst niet van weten. Niet dat wij het erg vinden dat die mensen om ons heen wonen, ze horen er gewoon bij. Maar nu er andere plannen zijn voor de opvang, zou het wel fijn zijn dat deze mensen ook in andere wijken een thuis vinden. En dat de politiek en de woningcorporaties niet langer hun ogen sluiten voor de dagelijkse realiteit waarin wij wel elke dag leven, samen met onze nieuwe medelanders.

maandag 26 september 2016

Dure ambtenarenkamers

De nieuwe kamers waarin de ambtenaren van de Fryske Marren moeten gaan werken,  worden - als het aan B&W ligt - behoorlijk prijzig. Voor tien miljoen willen burgemeester en wethouders alle mensen weer op één locatie hebben in een nieuw of vernieuwd optrekje. 

En ja, natuurlijk in Joure en echt niet in Lemmer of in Balk. En dit terwijl al die medewerkers allemaal momenteel een plekje hebben (met zelfs fietsen om van A naar B te rijden), maar dus niet samen. Wel moet er van alles aan gebeuren om die werkplekken te verbeteren. 

Het kan 4 miljoen goedkoper

Maar als de ambtenaren op twee locaties worden ondergebracht kan dat 4 miljoen euro goedkoper. Het vreemde is alleen dat de gemeente deze optie helemaal niet heeft onderzocht. Blijkbaar vond ze dat niet interessant of stond wat ze wilde al bij voorbaat vast. In een tijd waarin alle burgers, organisaties en instellingen alleen maar bezuinigingen voor de kiezen krijgen, is dat naar mijn idee niet te verkopen.

Houd de politiek haar poot stijf?

 Gelukkig vinden bepaalde politieke partijen dat ook, maar de vraag is wel of ze aan dat standpunt vasthouden. Te vaak wordt er eerst boe en nee geroepen door de fracties, maar als het erop aan komt, stemmen ze toch weer in met de burgervader en zijn delegatie. Als iedereen in deze gemeente moet bezuinigen, als al het groen bijna uit Lemmer verdwijnt, als bijna geen vereniging meer subsidie meer krijgt, kan dit niet. Dat de lokale overheid dat zelf niet inziet, is eigenlijk best verbazingwekkend. Als je meelijdt met je burgers, zullen ze daar meer begrip voor hebben dan als je jezelf wel een goede plek toe-eigent. Het is net als met prinses Amalia die een enorm bedrag krijgt terwijl de helft van Nederland nog steeds geen cent te makken heeft. Allebei een beetje dom. 

maandag 12 september 2016

Ontroerd

Vijftien jaar geleden vlogen twee vliegtuigen de Twin Torens binnen. Sinds die tijd is het leven eigenlijk nooit meer onbezorgd geweest en zagen we steeds vaker dat ons vrije leven bedreigd werd door groeperingen waarvan ik de intenties niet begrijp. Het maakt het leven er vaak niet leuker op: we houden er toch allemaal min of meer rekening mee dat er altijd iets kan gebeuren, waar we ook gaan.

Tranen

Toen zaterdag zo’n honderd zwemmers door het Dok van Lemmer zwommen, kon ik mijn tranen bijna niet bedwingen. Dat heeft natuurlijk met mezelf te maken; tegenwoordig jank ik om het minste of geringste. Maar het heeft ook te maken met de intenties van al die mensen daar in dat water die al maanden trainen voor een doel dat vaak niets met hen zelf te maken heeft.

Gebroederlijk

Zij begaven zich in het koude (en mag ik zeggen wat vieze water) zwommen door tot ze het einde bereikt hadden en haalden bovendien geld op voor een ziekte waar nog helemaal geen medicijnen voor zijn. Ze waren jong, oud, dun, wat dikker, lang, kort, wit en donker. Ze zwommen met een gesponsord gekleurd mutsjes of met een piratenmuts op. In een t-shirt of een wetsuit. Maar ze zwommen. Verbroederd, gebroederlijk. En ze maakten dat wij op de bruggen en langs de kant onze waardering voor hen en voor alle mensen onderling uitspraken. Zij maakten dat we ons even één voelden en dat er even in die hele bange boze wereld iets prachtigs ontstond. En dat brengt al weer tranen mijn ogen.

maandag 5 september 2016

Fryske porno

Deze week las ik over een of ander onderzoek naar porno. Ik weet de strekking niet eens meer helemaal, maar echt fris was het niet. Verslaving, niet meer aan normale seks kunnen doen, niet meer kunnen verbinden of zo. Er was ook nog een of andere ster die zich uitsprak tegen het fenomeen, ik meende dat ze zei dat het voor losers was. Als ik het me goed herinner was ze in haar jonge jaren een echte seksbom (ja dat zeiden we in dei jaren nog) maar nu wil ze daar niets meer van hebben. Tja, dat kan.


Fryske porno

Wil ik mijn voorkeur over het vleselijk met u delen hier, zult u wellicht denken.  Nou nee. Een collega van mij plachtte altijd te zeggen als iets dergelijks te sprake kwam,’ laat mij er buiten.’  En ja, ik zou ook zeggen laten we die intimiteiten nu maar even niet met elkaar delen. Maar dan is er steeds weer die ene poster. Een poster die me bijna achtervolgt. En raar maar waar, ik schrik elke keer van die poster. 

Een vrouw met een lolly en een hele vreemde zin over de Friese taal. Friese porno zeg maar. Doe het maar in het Frysk of iets dergelijks. Hoewel ik het ding nu al best vaak heb zien hangen, wordt mijn brein elke keer een beetje gek. Doe het maar in het Frysk?  Hoezo doe het maar in it Frysk? Als ik van de eerste schrik ben bekomen denk ik steeds:’ Hoe gaat dat dan.’ En voordat ik dat heb kunnen bedenken doemt die grote mond met die lolly weer op. Dat de boodschap blijft hangen zal wel goede marketing zijn. Maar echt, voor mij hoeft het niet, die Fryske porno.

zondag 28 augustus 2016

Van de bloemen en de bijen

De Fryske Marren heeft de bijen hoog in het vaandel staan. Er moeten allerlei predicaten voor behaald worden en de gemeente klopt zich daarmee op de borst om aan te geven hoe goed ze het doet. Er zijn zelfs  officiële ‘bijendorpen’ om te benadrukken dat De Fryske Marren die lieflijke diertjes,  die goed voor mens en milieu zijn koestert en beschermt. 


Diezelfde gemeente kapt echter op dit moment zo’n beetje alles waar bijen in leven. Een rondgang door Lemmer leert je dat op veel plekjes waar nog heel veel mooie natuur stond, nu een soort dode woestijn is achtergebleven.  Hele plantsoenen zijn met de grond gelijk gemaakt. Prachtige vlinderstruiken, waar niet alleen vlinders maar ook bijen op afkomen door de versnipperaar gehaald. De mooiste plekken waar natuur zijn gang kon gaan, afgeslacht. Een mooier woord heb ik er niet voor, alle leven gewoon compleet doodgemaakt. In een tijd dat diezelfde natuur nog volop in bloei staat. 

Rebelse werknemers bij de gemeente?

Bij navraag laat de gemeente weten dat het inderdaad allemaal wat sneller is gekapt dan aanvankelijk de bedoeling was. Hoezo denk ik dan? Heeft een leger met rebelse werknemers opeens zelf bedacht dat ze dan maar alles gaan kappen wat er aan natuur was? Hebben ze de order van hun superieuren naast zich neergelegd en zijn ze gewoon hun gang gegaan? En hebben ze daarbij ook de buurten die zelf al hadden aangegeven de natuur te willen gaan onderhouden dan gewoon van hun lijst geschrapt? Burgers snappen best dat er bij bezuinigingen beslissingen worden genomen die wat minder populair zijn.  En weerstand tegen veranderingen zal er ook altijd zijn. Maar dit heeft met beide niets te maken. Het is gewoon een totale vernietiging van natuur en leefomgeving. En dat maakt me boos. En mij niet alleen, gezien dit artikel: Reactie bewoners Castor

maandag 22 augustus 2016

De Zuiderzeebuurt

De Zuiderzeebuurt, ik had er nog nooit van gehoord. Wel de Zuiderzeestraat. Al snel kun je daar natuurlijk een buurt van maken, maar ik heb nog steeds geen idee wat die Zuiderzeebuurt precies behelst. Horen wij daar als Parkstraat ook bij? Of zijn wij dan weer de Parkstraatbuurt? In ieder geval onduidelijkheid all over als het gaat om de plannen van Lyaemer Wonen die blijkbaar iets wil veranderen in die buurt.

Communiceren over de buurt

Ik weet wel dat wij een aantal jaren geleden een brief kregen waarin stond dat ze met ons wilden communiceren. Over hoe het stond met de huizen en de buurt. Een brief hebben wij nooit gekregen, dus kunnen uiten hoe het hier staat hebben we ook nooit kunnen doen. Wat wel duidelijk is, is dat er plannen zijn. En naar mijn mening zijn die plannen nodig. Er staan huizen die naar mijn mening wel een opknappertje kunnen gebruiken of waarvoor wel andere exemplaren in de plaats mogen komen.

Betaalbare huizen

De vraag is dan echter wel of die woningen dan ook nog betaalbaar zijn. En wat er gebeurt met de druk op de huizenmarkt. Want laten we wel wezen: de druk op de huurhuizenmarkt is gigantisch. De woningcorporatie beweert wel steeds dat mensen na 2,5 jaar op de wachtlijst aan de beurt zijn voor een nieuwe woning, er zijn mij te veel mensen die na jaren nog steeds geen ander huis hebben. Bovendien is alles inmiddels zo in hokjes ingedeeld dat de kans op een woning daarmee ook niet groter wordt.

Druk op de huurwoningmarkt

De ene keer moet je een traplift nodig hebben, de andere keer moet je 55 plus zijn of juist heel jong. Bij de mooie huizen kun je het helemaal wel schudden, want dan moet je over een gigantisch loon beschikken. Lyaemer heeft veel daarvan niet zelf bedacht en heeft te maken met landelijke regelgeving. Maar als ik zie dat er amper huurwoningen zijn, maar er wel een heel arsenaal verkocht wordt, vind ik dat toch wat twijfelachtig. En die Zuiderzeebuurt: volgens mij duurt dat nog wel even.


zondag 14 augustus 2016

Kleine Jantje

Ik had het jullie beloofd, het verhaal van beppe. Eigenlijk is het verhaal van kleine Jantje. Kleine Jantje waarvan wij alle neven en nichten weten. Want als pake ziek was ijlde hij over haar. Zag hij in ons (of was k het alleen?) haar terug en dacht hij dat ze weer leefde. Praatte hij tegen mij over dingen die ik niet begreep. Tot de koorts was uitgewerkt en hij tot de onthutsende conclusie kwam dat ze helemaal niet meer leefde. 

De foto van kleine Jantje

Aan de wand hing haar foto in het kleine kamertje. Een klein blond meisje dat nooit ouder mocht worden. Het verhaal werd opeens weer levend voor me toen ik bij een bijzondere dag voor een jongetje van zes was dat met de brandweer mee mocht. Leukemie. Heel veel nare behandelingen gehad, maar nog alle kansen van de wereld. Kleine Jantje had ook leukemie. Voor haar alleen de ene bloedtransfusie na de andere, want in die tijd konden ze eigenlijk niets anders. En toen ook dat niet meer hielp stierf kleine Jantje.

De gordijnen dicht na overlijden dochter

 Pake en beppe zijn er eigenlijk nooit helemaal overheen gekomen. Beppe vertelde altijd dat ze zeker een jaar de gordijnen dicht had gehouden. Ze kon de aanblik van spelende kinderen niet verdragen, want haar dochtertje was daar niet meer bij. Ze vertelde ook dat ze wel meewilde de kist in, dat dit verdriet te groot was om te dragen. En ze mat zichzelf een masker aan om alles maar niet te voelen. Daardoor leek ze voor de buitenwereld soms hard. Tot je haar soms huilend in de keuken aantrof. Met een hele grote sigaret in de handen, want ze kon geen sigaretten draaien. Brandvlekken in het tafelkleed, afgedekte tranen op haar schort. Toen ze daarna nog een kind moest verliezen, kwamen denk ik alle verliezen samen. En ze had  al zoveel geleden. Haar moeder toen ze nog heel jong was, een broertje of zusje dat later  was verdronken. Kleine Jantje keek al die tijd vanuit haar lijstje toe zo leek het. Tegenwoordig zitten ze beide in een lijstje. Mijn beppe en mijn eerste tantje Jantje die nooit een volwassen tante werd. 

maandag 8 augustus 2016

Klein stukje

Kun je er deze week een klein stukje van maken schreef mijn collega. Ik heb maar weinig ruimte dus daar moet het in passen. Een klein stukje dus. Maar daar ben ik eigenlijk nooit zo goed in. Ik ben altijd breedsprakig in mijn overpeinzingen. Dus eigenlijk is dat een schier onmogelijke opdracht. Bovendien, wat is klein?

Leukemie 

Ik had een verhaal in mijn gedachten nadat ik een klein jochie had geïnterviewd met leukemie. Klein dapper ventje dat met de brandweer mee mocht. Fantastisch om te zien hoe het ventje vol plezier een brand mocht blussen. Uit zijn neus een slangetje voor de sondevoeding. De ogen wat glazig, de loop van een oude man. En toch nog maar zes jaar oud.

Kind dat wordt behandeld voor kanker

Hoe doet hij dat vroeg ik me af en vroeg het zijn beppe. Die zei dat hij het gewoon deed en dat kinderen minder beseffen wat er aan de hand is dan volwassenen. Wat me wel wat logisch voorkwam, maar toch ook weer niet. Want ook een klein kind weet wanneer er weer een naald in hem gestoken moet worden en het weet ook dat het daarna weer heel ziek wordt. Enfin, dat was in ieder geval de ingang tot het verhaal. De rest van het verhaal, dat over mijn eigen beppe gaat, moet wachten tot volgende week. Omdat het klein moest en ik alleen voor groot ga. Zeker als het om mijn beppe gaat.

maandag 1 augustus 2016

Dus toch: een overbodige supermarkt

Jarenlang werd er over gesteggeld: de supermarkt aan het Bantegaplein. Geen plan bleek goed, steeds waren er problemen. Vooral of ook met projectontwikkelaars. Ik weet niet eens of die laatste inmiddels de grond wel heeft betaald die ze zo mooi van de gemeente heeft afgenomen. Die was namelijk na jaren nog steeds niet voldaan. Moeten wij eens doen: als je je onroerendgoed belasting een maand niet betaalt, word je vriendelijk doch dringend verzocht toch wel te betalen.  

Monster van een supermarkt


Bovendien wordt die supermarkt to be een monster op een plek die er bovendien voor zorgt dat het een zootje is nu met dichtgespijkerde huizen en braakliggend terrein. Maar hij moest er komen, aldus de gemeente. Kostte wat het kost. 

Veel meer aanbod dan vraag

Wat scherts mijn verbazing toen ik deze week een stuk onder ogen kreeg van diezelfde gemeente waarin letterlijk staat dat ‘het aanwezige aanbod in de supermarktbranche in Lemmer op dit moment ruim groter is dan de vraag.’ Let op het woordje ruim. Met andere woorden: er is niet meer nodig, de pleuris breekt uit als er nog eentje bij komt. 

AH in Lemmer? 

De Lidl die wilde verhuizen naar de Polle mag dat niet. Niet goed voor het centrum aldus burgemeester en wethouders. Datzelfde B&W schrijft in datzelfde stuk dat er bovendien aan het Bantegaplein plancapaciteit beschikbaar is die voorziet in circa 1500 vierkante meter verkoopruimte. Of ze daarmee impliceert dat de Lidl dan maar naar die plek moet verhuizen? Ik meende dat daar een Albert Heijn ging komen.  Snapt u het nog? Ik in ieder geval niet. Dat B&W nu eindelijk wel toegeeft dat er veel te veel supermarkten zijn, moge een wonder heten. En dan staat dat monster er nog niet eens. 

maandag 25 juli 2016

Afspraken en niet-helpende gedachten

Ja hoor, ik bel morgen. Een website waar op staat dat de vraag zo snel mogelijk beantwoord wordt. Een Facebookpagina die belooft dat een reactie niet lang op zich laat wachten. Mensen die beloven van alles voor je te doen. Deze week zocht ik opnieuw in mijn inbox naar een antwoord op een mail die 4 weken geleden al had verstuurd. Ik zat bovendien te wachten op een telefoontje van een bedrijf dat me verzekerd had dat ik vanochtend gebeld zou worden. Het is inmiddels avond en geen van beide zijn gekomen. En ik denk ook niet dat ze vanavond (het is half elf)  nog komen.


Beloften nakomen

Beloften zijn zo snel gemaakt en worden zo vaak niet nagekomen. Ik steek overigens wel de hand in eigen boezem: ook ik beloof soms dingen en kom er dan na weken achter dat ik niet gedaan heb wat ik heb beloofd. Dat ik het wel wilde doen, maar dat het er doorgeschoten is. Of dat het zo druk is, dat ik dat ene papiertje waar die naam op stond niet meer kan vinden. Foto’s doorsturen die mensen willen hebben. Mail beantwoorden die een goed geformuleerd antwoord behoeft. Met iemand afspreken, maar dat steeds voor je uitschuiven. 

Teveel verplichtingen voor te weinig tijd

Steeds vaker betrap ik mezelf erop dat we met z’n allen zoveel verplichtingen hebben dat we voor dat soort zaken gewoon helemaal geen tijd meer hebben.  En dan heb ik nog wel een cursus timemanagement gevolgd. Toen ik daar zat vond ik het overigens een verspilling van mijn tijd, want de vage benamingen van niet-helpende en helpende gedachten maakten mijn agenda er niet minder vol op. Toch is dat weinig tijd hebben, niet een beste ontwikkeling. Maar helaas wel de realiteit. Daarom denk ik dat in het vervolg maar zeg dat ik het probeer te doen. Lukt het niet, dan heb ik me tenminste ingedekt. Wel hoop ik dat die mail en dat telefoontje van 2 bedrijven die geld aan me kunnen verdienen nu snel komt. Anders hebben ze het niet helemaal begrepen. Druk of niet druk.

Cool to school 2016




maandag 18 juli 2016

Poppetjes

De moeder die voor ons loopt zucht. Kijk ze nu eens gaan zegt ze. Ik kijk naar haar kroost die druk doende is met een mobiele telefoon. De jongens lopen bijna het water in omdat ze zo druk bezig zijn met wat zich daar op dat scherm afspeelt.

Pokémon

Oh is dat die Pokémon rage, vraag ik. Ze zucht nog een keer diep en bevestigt het. Een voordeel is volgens haar wel dat de jongens nu overal mee naar toe willen. Ik wil niet al te dom overkomen, maar ik heb eigenlijk nog steeds geen idee wat die jeugd nu toch met die telefoon uitvreet als het om die Pokémon gaat. Dat zelfs de kranten er hele artikelen en een soort handleiding aan besteden heb ik maar even geparkeerd.

Aanslag en coup

Met weer een aanslag, een coup en een bijzondere ontmoeting met een vriendin die ik al bijna 5 jaar zo noem, maar nog nooit had ontmoet, kunnen die poppetjes me even gestolen worden. Tenminste ik zie overal poppetjes, maar of het daar ook echt om gaat? Moet je die vangen? Doodmaken? Verzorgen? Vinden?


Ander spel

Een buurjongen, nee buurman is met een heel ander spel bezig. Hij moet, ook via of met de telefoon allerlei doelen veroveren op andere groepen die hetzelfde doen. Hij liet het me een keertje zien toen ik hem tegenkwam. Allerlei lijnen, kleuren en blijkbaar doelen. En in dit geval gaan volwassenen met elkaar de strijd aan waarbij de telefoon dan hun wapen is, zeg maar. Van mij mogen ze. Zolang niemand zijn truck in een mensenmassa parkeert, maar een spelletje speelt met anderen, vind ik het prima. Ik heb liever blikspuit, maar dat zal wel niemand meer kennen.



maandag 11 juli 2016

Kattenmepper

Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zoveel met huisdieren heb. Vroeger, ja toen wel. Onze hond Tasja kregen we als kleine pup. Het bolletje zwarte wol dat we zelf mochten uitzoeken lag elke avond bij me in de kamer totdat ze gewend was zonder moeder te zijn (zielige gedachte vind ik nog altijd). Nog altijd kan ik haar puppygeur oproepen, net als je dat met een kind kan doen.


Hond voedt kat op

Toen Tasja later schijnzwanger bleek en er een katje in de straat zonder moeder bleek te zitten, probeerden we de twee samen te laten komen. Het bleek een liefde voor het leven. Tasja zag Jochem (ja ik weet het een bijzondere naam, die ik heb gekozen) niet als kat denk ik. Want bij elke poes die ze zag als ik haar uitliet, eindigde ik in de sloot. De grote zwarte Belgische herder kon ik dan niet houden, ze werd helemaal gek. Jochem was gewoon haar kind en dus blijkbaar geen kat, want die huppelde ondertussen gewoon met ons mee, een grote neus uitstekend naar haar soortgenoten.
Ik hield van Jochem en Tasja.

Geen huisdieren op een flat

Maar op een gegeven moment ging ik het huis uit en lieten zij het leven. In mijn flatjes was geen ruimte voor huisdieren vond ik en ik ging ook steeds meer denken dat een huisdier misschien wel buiten zou moeten leven. Of dat echt zo is, weet ik overigens niet. Vroeger leefden wij ook in een grot en daar moet ik nu ook niet meer aan denken. Feit is wel dat een huisdier op een bovenwoning naar mijn idee niet zo’n goede combinatie is.


Last van blaffende honden en pissende katten

 En ja, ook ik heb last van andersmans huisdieren. Blaffende honden, katten die overal hun penetrante kattenpis achterlaten en natuurlijk hondenpoep. Hoe erg me dat ook stoort het is nooit in me opgekomen om die beesten dan iets aan te doen. Blijkbaar denkt iemand anders daar anders over in Lemmer. Een trieste optelsom maakt duidelijk dat er al veel katten zijn omgebracht met waarschijnlijk gif. Is dat bewust gedaan? Is er iemand die bijvoorbeeld een steenmarter van zijn woning wil verdrijven? Wat ik wel weet is dat het veel leed te weeg brengt. En dat dit moet stoppen. En wel direct.

maandag 4 juli 2016

Blanken met rastahaar

Eigenlijk had ik in deze column willen hebben over blanken met rasta haar en Afrikaanse jurken aan. Omdat we dit weekend een Afrikaans festival bezochten, we daar wel heel veel van tegenkwamen en het niet altijd een succes vonden.

Maar hoe grappig dat ook was, ik heb net een artikel over iets anders geschreven dat mijn gemoedstoestand aardig heeft veranderd. Afgelopen week brachten we een indrukwekkend bezoek aan een gebeurtenis waar veel Joodse mensen bij aanwezig waren. Aanleiding was de onthulling van de plek waar vroeger hun synagoge stond.

Joden: nog steeds bang

Vooraf aan dit evenement was ons op het hart gedrukt vooral niets te publiceren van dit heuglijke feit. Dat vond ik raar, maar al snel besefte ik uit de reactie van de organisatie dat Joden nog steeds bang zijn dat ze dan kunnen rekenen op een afstraffing. Zoveel jaar later en in een plaatsje zo klein als mijn teennagel. Toen bedacht ik me dat we nu wel zo heel bang zijn voor IS (ik wel tenminste) maar dat het voor die mensen duizend maar erger is geweest.

Gaskamers

Wij zijn bang voor iets dat waarschijnlijk niet komen gaat, zij wisten (of niet) wat hen boven het hoofd hing. Tussen de 5 en 6 miljoen van hen vonden een verschrikkelijke dood in een gaskamer of door andere omstandigheden. Dat is een derde van ons hele land. Terwijl ik zocht naar die feiten omdat ik nog altijd niet kan bevatten dat het zoveel mensen zijn geweest, stuitte ik op geschriften die overigens die hele Holocaust nog steeds ontkennen. Die gewoon zeggen dat het niet waar is, of dat ‘het er maar’ 1,5 miljoen zijn geweest. Die quasi Afrikaanse witten in hun bizarre outfits mogen dan wat vreemd aandoen, ze vormden met elkaar wel een lieflijke gemeenschap die peace, love and understanding predikten. Geef mij dan maar een witte met vals rastahaar en een onooglijk jurkje aan.

maandag 27 juni 2016

Integratiestage

Integratiestage. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is blijkbaar een nieuwe uitvinding . Een politieke partij in de Fryske Marren denkt dat ze daarmee bedrijven en asielzoekers dichter bij elkaar kan krijgen, sterker nog om de statushouders aan het werk te krijgen. 


Op mijn vraag of ook niet-asielzoekers daarvoor in aanmerking komen, komt helaas geen antwoord van de partij. Ik vat dit dan maar op als nee. Maar ook op mijn opmerkingen dat de praktijk toch wat weerbarstiger is dan de partij zich dat voorstelt, geen antwoord. Blijkbaar denkt de fractie dat ze het gouden ei heeft gevonden in een tijd dat ongeveer de helft van mijn (niet statushoudende of statushoudenden zonder asielachtergrond) vrienden al jaren zoekt naar een baan. 


Vinden van een baan 


De partij denkt dat al die mensen met een heel andere achtergrond en scholing en een niet zo perfect Nederlands wel aan het werk kan krijgen. Op mijn vraag welke bedrijven dit dan gaan doen overigens ook geen antwoord. Er zullen vast zijn die mensen voor een appel of een ei, of zelfs niet eens dat, aan de slag willen laten gaan. Niet anders dan al onze onbetaalde vrijwilligers die de helft van de zorg draaiende houden en er voor zorgen dat ouderen niet helemaal verkommeren. 


Eindigen in 3-ploegen achter de lopende band

Maar de rest is daar zonder enige compensatie echt niet toe bereid, daarvan ben ik overtuigd. Mensen onderaan de ladder met een minimale taalvaardigheid eindigen ergens in een fabriek achter een lopende band waar ze voor 9 euro in het uur en in 3 ploegen  zich het schompes mogen sjouwen. Overigens eindigen mensen met wel een goede opleiding en bijvoorbeeld een goede beheersing van de Engelse taal daar ook. Ja, het zou mooi zijn als iemand hen daar uittrekt. Maar dat is net zo mooi voor iemand die hier zijn hele leven al woont en aan diezelfde lopende band staat. Maar dat gebeurt ook niet. Loze kreet dus zo’n integratiestage.

Games voordeelweken juli 2016

maandag 20 juni 2016

Een dikke piemel

Eigenlijk is het leuke van ons werk juist datgene wat je niet schrijft. De tussen de letters door situaties. Maar ook de zaken waarvan mensen altijd zeggen, dat moet maar niet in de krant. In feite draait het daar altijd om, datgene wat juist niet in de krant mag.  

We komen niet op de koffie

Maar ook bijzondere mensen die er opvallend uitzien, woningen die op z’n zachtst gezegd apart aandoen, relaties die de wenkbrauwen doen fronzen. Het liefste, het allerliefste zou ik dat allemaal in beeld brengen met letters. Niet dat dit ons zo geleerd is: we moesten zelfs in laden kruipen als het ons uitkwam.  En dat we niet voor de gezelligheid zijn of om koffie mee te drinken. Je bent er voor nieuws.  

Weerbarstige realiteit

De realiteit is echter wat weerbarstiger: zeker in kleine gemeenschappen ben je toch op elkaar aangewezen. Dus je houdt je in, je schrijft niet over die kleine of grote geheimen die mensen je toevertrouwen. De officiële organen, is wat een ander verhaal. Maar ook met hen zul je door één deur moeten. Dus ondanks dat je pen jeukt schrijf je dan maar niet dat je die ene figuur eigenlijk best pathetisch vindt of dat hij eigenlijk helemaal niks weet, ondanks dat hij zelf dat interview heeft aangevraagd.  

Bier, hamburgers en piemels


Afgelopen weekend was ik bij een activiteit waar veel mensen aanwezig waren. Springkussens, clown, bier en hamburger, het was er allemaal. Maar ook oude mannetjes in een oude stofjas met kromgetrokken handen van tachtig die nog gewoon werken. En fris geboende hoofden waar de groene zeep bijna af blonk. Wat een inspiratiebronnen. Het leukste was echter dat ene kleine jongetje. Druk rond huppend op het springkussen deed hij niet anders dan dikke piemel roepen. Niemand keek op of om, maar hij zelf vond het reuze grappig. Hij lachte zich een deuk terwijl niemand om die piemel maalde. En dit opschrijven zodat u het leest, is eigenlijk toch wel het leukste van deze hele column.


maandag 13 juni 2016

Ik vertrek

In de afgelopen weken van aanslagen, neergehaalde vliegtuigen, oververhitte discussies over wel of niet een zwarte piet, discriminatie van donkere mensen in dure auto’s, schietpartijen in een homoclub en alweer of nog steeds die terrorismedreiging was er voor mij één lichtpunt: elke avond werd ‘Ik vertrek’ uitgezonden. Maar dan ‘Ik vertrek’ 10 jaar later. Dat laatste was wel fijn. Want zonder de voorgeschiedenis van al die mensen die hun droom najagen, was het vast niet zo smullen geblazen geweest.

Naaktcamping

Bovendien had ik  geen weet van mensen die een blootcamping beginnen en dan zelf ook bloot achter de balie zitten de gasten in te schrijven En vervolgens in hun naakte nixie op de grasmaaier een veld kaal maken. Ook kende ik het verhaal niet van de mensen die aan biodance (nooit van gehoord) deden, waarbij het samenkomen heel belangrijk is blijkbaar. 

Het werd niks

Overigens werd het niks met die biodance. Ook niet met die blootcamping trouwens. Het laatste stel ging namelijk uit elkaar. Zij kwam een andere jonge god tegen en ging er (bloot) met hem vandoor. De andere hem in zijn nakie achterlatend op een godverlaten camping ergens op een terrein waar hij nog met blote handen de afvoer van het riool had aangelegd. Maar zij bleven tenminste nog in die droom, zij het alleen.


Rampspoed

Ik zag ook iemand die zich heel hard afvroeg waar hij dit toch aan te danken had. Een enorme storm had namelijk zijn net nieuw aangelegd dak van het net gekochte huis geblazen, een muurtje dat voor veiligheid moest zorgen moest hij afbreken en een weg die was gemaakt, moest ook weg van de regering. Tien jaar later was hij, hoe niet verbazingwekkend gewoon weer in Nederland en runde hij ergens een restaurant. Helaas is de serie nu weer afgelopen en moeten we ons weer door al die rampspoed worstelen. Waar hebben we dat toch aan te danken? 

maandag 6 juni 2016

Een uitgestoken hand

Het lijkt de laatste weken alsof alle mensen die we een leven lang hebben gekend, overlijden. Boersma, buurman Zandstra, Van Foeken, Tuinstra en toen ook opeens buurman Sloothaak, oftewel buurman Harm.

Vroeger toen ik klein was, woonden we naast hem en buurvrouw Rinie en vriendinnetjes Anita en Marja. We deelden onze levens, speelden samen, er werd eten over de haag gegeven en er werd op elkaars kinderen gepast. Ik sprak hem onlangs nog zo was mijn gevoel, maar dat was dan toch blijkbaar langer geleden dan gedacht. Want ik wist niet dat hij ziek was en zijn overlijden kwam voor mij dan ook zeer plotseling.

Alleen op condoleance

Manlief is helaas weg naar zijn eigen zieke vader, dus ik moest de gang naar het condoleren alleen maken. Toen ik de auto parkeerde, zag ik allemaal mensen op weg naar dat laatste afscheid. Bekenden, omdat we allemaal elkaars geschiedenis globaal kennen. Alle drama’s, alle geliefden die zijn weggevallen, maar ook de mooie momenten, we zien ze als het ware voor ons als we iemand ontmoeten.


Een uitgestoken hand

Nog voordat ik de auto goed en wel had afgesloten en een woord had gezegd, had iemand zijn hand al naar me uitgestoken.  Dat woord zei ik eerst ook niet, ik aanvaardde de hand in diepe dankbaarheid. Later mompelde ik dat ik het altijd zo naar vind, dit soort dingen alleen. Samen liepen we naar binnen, hij wachtte geduldig tot ik mijn naam in het boek had gezet en samen liepen we weer weg. Ondertussen zag ik al die mensen die ik al zo lang ken ook hun respect betuigen. En daar, onder die ongelofelijk nare omstandigheden voor de nabestaanden dacht ik ‘wat is het toch prachtig dat we binnen onze gemeenschap zo met elkaar omgaan.’ En die hand? Die hand was daar de ultieme uiting van.

maandag 30 mei 2016

We hebben het goed


Wij zijn een land van zeikerds. Ik doe er niet voor onder, want in deze rubriek heb ik ook altijd wel wat te zeuren en te mieren. Vaak is dat overigens wel terecht.  En in dit land, in deze gemeente worden soms ook oerdomme beslissingen genomen.  Waarover je dan echt moet klagen.
 Maar soms heel soms denk ik ook, wij hebben het hier goed. En dan met een hoofdletter G. Ondanks van alles.


Beroerte in het buitenland

Hoe kom ik aan dit inzicht? Door de beroerte van mijn schoonvader. Vorige week werden we opgeschrikt door een telefoontje dat zijn ene been niet meer mee wilde. Daarna begon zijn mond vreemd te vertrekken. En daar zit je dan duizenden kilometers ver weg. Een beroerte zei ik, want de tv-spotjes zijn mij niet ontgaan. 

Bloedverdunners en vaatverwijders

Ik voegde er aan toe dat hij als een gek naar het ziekenhuis moest. Voor bloedverdunners en voor vaatverwijders. Ik drong aan en aan. Maar er gebeurde niets, later naar bleek omdat er geen artsen in het ziekenhuis waren. Een bevriende tante kwam met een spray voor onder de tong. Waarop het leek dat hij zich wat beter voelde. 

Verlamd been en scheef gezicht


De volgende ochtend kon hij echter helemaal niets meer. Toen ik hem aan de telefoon had, was hij onverstaanbaar. De tocht naar het ziekenhuis werd alsnog gemaakt. Artsen gingen daar onderzoeken of hij iets aan een spier in zijn been had. Moet ik nog meer zeggen? Terwijl ik op afstand als nepdokter constateer dat het een beroerte is, zien zij dat niet eens. Laat staan dat er medicijnen zijn. Ik ben bang dat zijn verlamming en de schade door de bloedprop blijvend zullen zijn. Revalidatie is er bovendien niet. Mijn man heeft een zak aspirientjes mee die als bloedverdunners moeten dienen. En ja, dat is bitter in een wereld waarin dat echt niet meer hoeft. Dus ja, wij hebben het goed.  

maandag 23 mei 2016

Kosten. Welke kosten?

Administratiekosten, inschrijfkosten, verwerkingskosten, servicekosten. Deze week had ik ze allemaal ergens op een rekening staan en toen ik het bedrag eens optelde was dat een verrekt leuk sommetje geld. Opeens dacht ik, wat doen die mensen daar eigenlijk voor?

Administratiekosten? Betekent dit dat je betaalt om een papiertje in een map te doen? Of zijn dat de kosten voor de boekhouder? Inschrijfkosten eigenlijk idem dito. Zo moeilijk moet het toch niet zijn om iemand ergens in te schrijven. Gewoon een pen en papier of een computer en het is gepiept. Bij de een betaal je daarvoor bovendien 15 euro, bij de ander 25. Ik kan heel wat inschrijven voor dat bedrag.

Verwerkingskosten

Ook de verwerkingskosten begrijp ik niet helemaal. Zijn dat niet gewoon kosten die gemaakt worden en die eigenlijk in de prijs inbegrepen zijn? Het duizelt me inmiddels van de kosten, maar het duizelt me nog meer dat ik deze  week meer wel zo’n 100 euro heb uitgegeven aan die flauwekul. Want is het eerlijk gezegd niet gewoon een manier een manier om ergens iets vandaan te halen, dat op een andere manier niet binnen te harken was?

Die aanbieding waar nog wat bovenop komt


De aanbieding die zo leuk is dat hij toch wat minder leuk gemaakt moet worden met toch nog net even een bedragje erboven op? Of een abonnement dat ze eigenlijk niet voor dat bedrag willen verkopen, maar door er nog wat bovenop te doen dan toch net wat meer winstgevend wordt? Ik denk er hard over om ook maar administratiekosten, inschrijfkosten, verwerkingskosten en servicekosten te gaan berekenen. Wie weet kan dat ook wel in één keer. Dan heb ik die 100 euro ook weer terug.
Meisje

zaterdag 14 mei 2016

Onbeschofte grondhost van TUI

Mijn man moest door onvoorziene en vooral hele droevige omstandigheden heel snel even terug naar zijn geboorteland. Ons afscheid was dan ook triest, maar door werk kon ik niet mee. Het boeken van een vliegreis is tegenwoordig doe-het-zelfwerk. Alles zelf invoeren, zelf je plaats uitzoeken en niet te vergeten betalen, thuis al inchecken en op Schiphol ook nog zelf je bagage in het vliegtuig zien te krijgen. Je hoeft nog net niet zelf een pilotenbewijs te hebben. 

Een vraag

Maar goed soms, heb je dan toch nog een vraag. Manlief werd opgehaald, dus er moest wel iemand op het vliegveld daar staan. Op de ticket echter een vreemde tijd. We weten hoeveel uur zo’n reisje duurt, wat het tijdverschil is en hoe laat je dus zou moeten aankomen. Maar op de ticket een andere tijd. Toch maar even gevraagd bij de grondhost van Tui. Die had geen idee van tijdverschil (is dat niet al vreemd als je mensen helpt bij het inchecken?), maar pakte er  welwillend een boekje bij. Maar iemand die de bagage niet in het doe-het-zelf apparaat kreeg, kwam daar zo even doorheen fietsen. Er moest geholpen worden. En dat deed hij, sprong zo uit ons gesprek. Een moment geduld zei de best aardige grondhost nog wel. 

Nee, u mag niet door het lint en ook niet naar de balie

Maar dat moment duurde wel heel lang. Daarom maar even een van de andere dames gevraagd, die het niet bepaald druk had. Nou, nooit geweten dat iemand zo onbeschoft kon zijn. Nee, wij mochten niet door het lint lopen en we mochten ook niet naar de balie. En de tijd op de ticket? Ze ging zich niet verdiepen in het tijdverschil en het zou wel met het type vliegtuig te maken hebben dat de vliegreis nu opeens 7 uur duurde in plaats van 6 uur. En toen wandelde ze weg, ons met de mond open achterlatend. Het vliegtuig deed er overigens gewoon 6 uur over. Mijn man stond een uur voor niets te wachten.  

Tui reageert overigens wel direct nu en geeft aan dat het om een derde partij gaat die deze zaken voor hen afhandelt. Ze gaan er werk van maken. Wat dus fijn is. 

maandag 9 mei 2016

Vooruit denken

Het is een mooie eigenschap denk ik, goed plannen en vooruit denken. Weet je dat je morgen een lange rit moet maken en vroeg op moet, dan is het handig om de dag van te voren de tank al vast vol te gooien en de kleding klaar te leggen die je wilt dragen. Of je brood te smeren.  En je papieren bijeen te rapen. Bij de gemeente heb ik wel eens het idee dat dit vooruit denken niet ieders beste eigenschap is.

Want waarom moeten nu net met Lemmer Ahoy en Hemelvaart de helft van de parkeerplekken verdwijnen? Zo’n beetje de drukste tijd van het jaar en daar denken ze gewoon, ach waarom niet, haal uit die plekken en maak er een zandbak van. Bij het strand hoeft niemand te parkeren, er is immers alleen maar zeilen waar hele volksstammen naartoe komen. Met de auto ja, want als je elders woont, is lopen vaak niet een optie. Bij de Spar staat ook alleen de kermis maar, dus ook geen probleem.

Een bende op de begraafplaats

Maar ook bij de afdeling die over het afval gaat was niet zo goed nagedacht. Toen ik op Moederdag een bloemetje wilde brengen naar het graf, bleek het daar een bende van jewelste. Overvolle prullenbakken, bulten troep naast die bakken. Ook overleden moeders of misschien juist wel moeders die niet meer bij ons zijn, hebben recht op een fatsoenlijke omgeving. Zeker op Moederdag. Toen ik een klacht ging indienen zeiden ze dat het waarschijnlijk kwam omdat het Lemmer Ahoy was. Hee, dacht ik dus ze weten toch dat het Lemmer Ahoy is. Maar Moederdag waren ze volgens de dame achter de balie waarschijnlijk vergeten.   Kan gebeuren zei ze. Nee, dacht ik dat kan niet gebeuren. Niet als je een goede planning hebt en je bedenkt dat een begraafplaats voor veel mensen erg belangrijk is.

maandag 2 mei 2016

Het U dingetje

De man tegenover me die ik wil gaan interviewen is van mijn leeftijd. Of misschien nog wel jonger. Nee, zeker jonger. Misschien. Maar omdat ik dat niet zeker weet, spreek ik hem aan met u. En omdat mijn ouders me dat geleerd hebben. Omdat dit nu eenmaal fatsoenlijk is. Of u ook wat meer kunt vertellen over deze activiteit, vraag ik. 

U of jij zeggen


Zijn gezicht vertrekt een beetje. Je ziet hem bijna denken: Zo oud zie ik er toch niet uit? Ik wil het bijna zeggen, maar dan is hij me voor. Ik ben gewoon je hoor zegt hij en ja hij kan wel wat vertellen over het evenement.  Vanaf dat moment is het je en jij, maar het blijft een beetje als een soort beschuldiging tussen ons in hangen.  

Stokoud voelen


Bijna wil ik hem vertellen over vorige week. Dat ik in de kleedkamer van de sportschool stond en met een aardig meisje stond te kletsen. En dat ze opeens zei: ja, u ook een fijne Koningsdag. Ik dacht toen hetzelfde. Zo oud zie ik er toch nog niet uit? Maar in de ogen van die - wat was het, 16- of 18-jarige - zie ik er waarschijnlijk wel stokoud uit. En misschien had zij ook alleen maar hele goede manieren geleerd en twijfelde ze ook even of ze me met u of met jij aan zou spreken. Dat hoop ik dan maar. Maar het blijft wel een dingetje hoor, dat u zeggen.  Dus als ik u in het vervolg nu met jij aanspreek, accepteer dat dan als een compliment. Dat vind ik dat u, uhhh je er nog heel jong uitziet. 

zondag 24 april 2016

De veiligheidsworst

Volgens de overheid hoeven wij ons geen zorgen te maken over de veiligheid op Koningsdag.  Mensen die mogelijk wat zouden willen gaan doen, worden zorgvuldig in de gaten gehouden aldus het orgaan dat aan terrorismebestrijding doet. Deze ‘veiligheidworst’ werd volgens mij ook de mensen in België en Frankrijk voorgehouden.

Aanslagen

Het resultaat weten we allemaal. Een serie aanslagen door mensen die wel of niet in de gaten werden gehouden maar ondanks dat flink wat slachtoffers maakten, mensen die ongezien het land in konden komen om hun belachelijke plannen door te voeren en een terrorist die na zijn daad zelfs voor het politiebureau langs paradeert.


Zijn we blind?

Zijn we blind dat we denken dat er echt niets kan gebeuren op Koningsdag? Gaan we met z’n allen naar Amsterdam om daar in enorme mensenmenigten te drinken, te hossen en te springen en denken we dan werkelijk dat daar niet gekken met bomgordels kunnen lopen? Die dan enorm veel slachtoffers kunnen maken, want in zo’n menigte is dat zo ongeveer het gemakkelijkste wat er is. Ja, we zouden waarschijnlijk wel gewoon moeten gaan.  Omdat dit ons feest is, omdat we vieren dat onze Koning jarig is en omdat dit een van de leukste feestjes van het jaar is. Vooral in Amsterdam.

Sentimenten in de eigen gemeenschap

Ook in Zwolle gaat niets gebeuren zeggen de geleerden. Met de Koning en het gevolg niet nee, dat geloof ik graag. En dat hoop ik ook van harte. Maar met de omstanders die zo Koninklijkgezind zijn? Ik durf er geen honderd euro om te verwedden.  Is het niet realistischer dat de overheid ons gewoon vertelt dat er een flinke dreiging is? En dat als terroristen iets willen ze ons juist op Koningsdag in het hart treffen? Wie in de buurt blijft zal waarschijnlijk niet zo snel getroffen worden. Hoewel ik ook hier sentimenten bemerk die me verbazen. Na Charlie Hebdo sprak ik met iemand uit onze eigen gemeenschap die ook vond dat het die mensen hun eigen schuld was. Hadden ze de Profeet maar niet moeten beledigen. Zo ver weg  zijn die denkbeelden dus helemaal niet, alleen het effect van een aanslag zal de extremisten waarschijnlijk niet voldoende zijn. En op Koningsdag blijf ik gewoon thuis.

maandag 18 april 2016

Ik ben een lafbek

Zo zoetjesaan kruipen we weer langzaam naar 4 en 5 mei toe. De ene dag de dag van de doden, de andere die van de levenden. Van stille tochten die naast veel respect altijd iets heel treurigs hebben tot gigantische feesten die maken dat mensen helemaal los gaan. Ik ben na zo’n stille tocht altijd een beetje van mijn padje. De jonge mannen die we gedenken, zijn nooit oude mannen geworden. De verzetsstrijders van toen hebben nooit hun kinderen zien opgroeien of zijn nooit aan het krijgen van kroost toegekomen. Zij streden voor een zaak die groter was dan dat. Beseften ze dat vraag ik me altijd af?

Sterven voor iets dat groter is dan jij


En waar haal je de moed vandaan om je leven te geven voor iets dat blijkbaar groter en belangrijker is dan jij.  Waarom wil je je leven geven voor mensen die je niet eens kent? Canadezen, Amerikanen, Russen die waarschijnlijk niet eens wisten waar Nederland lag, zijn hier voor ons gesneuveld. Verzetsstrijders haalden de vreemdste capriolen uit om de Duitse bezetter tegen te houden. Ik buig diep voor die mensen. Maar zou ik die moed hebben? Als ik heel eerlijk ben en diep in mijn hart kijk denk ik van niet.

Ik ben een lafbek


Ik denk dat ik een lafbek ben als het erop aankomt. Eigenlijk denk ik dat niet alleen, ik weet het  wel zeker. Omdat ik een lafbek ben en omdat ik bang ben voor het leven van mijn geliefden durf ik nu namelijk niet eens op te schrijven waarom deze gedachten nu bij me opkomen. Ik wil dat zij zich nergens in mengen, ik wil dat ze ergens achter een hele stevige deur blijven zitten tot de ellende voorbij is. Ook als ze daardoor niet vrij zijn. Ook als ze daardoor niet kunnen zeggen wat ze willen. En nee, met zo’n houding hadden we toentertijd de oorlog niet gewonnen. En daarom buig ik dit jaar honderdmaal dieper dan andere jaren voor hen die wel die moed hadden.

dinsdag 12 april 2016

Werk zoeken

Mijn lief zoekt werk. In mijn tijd betekende dat in de krant kijken naar sollicitaties, naar het uitzendbureau en naar het arbeidsbureau. Instanties die al heel lang niet meer bestaan of waarvan het op z´n zachtst gezegd niet gewenst is om langs te komen. Als je voorstelt dat het misschien aardig is om even je gezicht te laten zien en in een gesprekje aan te knopen, sturen ze nog net niet een kogel door je telefoon. Bezoek niet gewenst, dat is tegenwoordig de instelling. Je solliciteert in deze moderne tijd via het internet. Met een knop. Daar moet je op drukken en je moet van alles uploaden. En dan weten ze aan de andere kant van de computer of jij geschikt bent of niet, Het is net als een dokter die de diagnose kan stellen door de telefoon zonder je opgezwollen been te zien.

Belachelijk hoge opleiding voor het simpelste baantje


Bovendien moet je tegenwoordig voor het bakken van een frietje al bijna een universitaire opleiding hebben. Werken bij een chips fabriek in de omgeving bijvoorbeeld. Ervaring met groente, handig zijn en bereid om verschillende diensten te draaien. Hoewel aan al die eisen wordt voldaan, volgt er toch een afwijzing. Bijna een maand later staat de vacature voor de bijna gouden chips nog steeds online. Blijkbaar is er niemand die geschikt is om van groenten chips te maken. Of is de website misschien toch wat achterhaald en wordt op die manier getoond dat er werk is terwijl het er niet is?



Onwerkbare websites van uitzendbureaus


En wat te denken van websites van uitzendbureaus die volledig onwerkzaam zijn? Geef je als zoekterm Lemmer in en dan een werkgebied van 30 kilometer sturen ze je door naar vacatures die in Zeeland of Limburg liggen. Heel handig. Misschien is dit dan een beter medium. Mijn man zoekt werk. Hij is ICT-er met veel ervaring op het gebied van netwerken. Maar hij kan ook heel veel andere dingen, wil hard werken en is gemotiveerd. En ja hij komt graag langs voor een gesprek. Wel zo handig zo´n gezicht en even een praatje. 

maandag 4 april 2016

Een domme parkeerplaats

Nietsvermoedend loop ik door het net gecreëerde centrum van Lemmer. Voor de Wildeman gaat het bijna fout. Ik weet niet goed hoe ik daar doorheen moet laveren, een auto weet dat evenmin en ik heb bijna een koplamp in mijn been staan. En dan is het ook nog eens gewoon overdag met heel veel licht. Op avond ben ik daar nog niet geweest, maar ik stel me zo voor dat mensen die onbekend zijn met de situatie hier snel de fout in gaan.

Uit de bocht

Als ze niet iemand of een auto raken, dan vliegen ze daar volgens mij zo uit de bocht. Je ziet opeens een voertuig voor je opdoemen, je denkt ik ontwijk hem en dan zit je in een muur. Ik ben dan wel geen stedenbouwkundige, maar volgens mij is dat nieuwe plein dan ook een misser van jewelste. Bijna zomaar uit het niets, doemt een ruimte op met vreemde neergetekende plekken. Het is niet logisch qua inrijden, want je moet een bocht maken om er te gaan staan.

Niet logisch

Het is niet logisch voor voetganger want die moeten er omheen slalommen. En gaan ze, net zoals ik dat deed erom heen dan is dat bijna met gevaar voor eigen leven. Ik zie het nut er ook niet van in. Is dit het nieuwe parkeren? Of moet di teen ruimtelijk beeld tonen? Wat mij betreft beide fout ingeschat. En ik heb net de mazzel dat mijn been nog heel is. Eens kijken hoe lang het duurt voordat iemand wel een aanrijding heeft daar.


Bulk 10-daagse

maandag 28 maart 2016

Een nieuwe ziektekostenverzekering

Een nieuwe ziektekostenverzekering afsluiten blijkt zo gemakkelijk nog niet. Zeker niet als je uit het buitenland komt. De aanvraag ligt al weken bij de verzekeringsfirma. Vorige week dan maar eens gebeld. Of het nog lang ging duren. Welnee, zei een aardige man aan de lijn. Of toch, er was nog iets nodig. Een kopie van de verblijfsvergunning. Raar dat dit niet meteen wordt genoemd in de voorwaarden, maar enfin. Mailen kon, dus dat is snel. Denk je. Op de pagina van de verzekeraar kun je namelijk per bericht maar 1 kant uploaden. En zo’n vergunning heeft nu eenmaal 2 kanten. Een algemeen e-mailadres blijkt er niet te zijn, dus twee keer de hele reut opnieuw invullen. Raar systeem en ook wat dom. Maar goed.

U bestaat niet


Een dag later een brief in de bus. Nee, natuurlijk ging die niet over de verblijfsvergunning. Nee, deze ging over de inschrijving bij de gemeente. Of meneer zich wel even in wil laten schrijven bij de gemeente. Wat natuurlijk al lang is gebeurd (ook in tienvoud en waar ook vele dagen overheen gaan voordat zoiets geregeld is). Bovendien zonder zo’n inschrijving geen Burgerservicenummer. En zonder zo’n Burgerservicenummer kun je niet eens een verzekering aanvragen. Maar dat weet de verzekering dus blijkbaar niet van zichzelf. We zijn het dus een beetje beu, die bureaucratie waarbij je van het kastje naar de muur wordt gestuurd.  In een mail heb ik dat even fijntjes uitgelegd. En dat het raar is dat ze iemand waarvan ze dus blijkbaar denken dat hij geen adres heeft, wel een brief op dat adres toesturen.  

maandag 21 maart 2016

De ribbel van de dokter

Het moest weer, een controle. Die blijft spannend, dus die dag ben ik dan meestal niet te genieten. Ik was ook nog eens veel te vroeg, maar kwam gek genoeg in het bestralingscentrum allemaal bekenden tegen. Kun je het op een plaats gezellig hebben waar zoveel mensen ziek zijn? Niet echt, maar het kwam er toch in de buurt. Natuurlijk zag ik de kale hoofdjes en de mensen die heel ziek waren. Het jonge meisje tegenover me, met haar mutsje op. De wat oudere vrouw met de zuurstoffles die hijgde bij elke ademteug die ze deed. De hele magere man die met een heel geel gezicht en in een rolstoel kwam binnengereden. Maar ik had ook een leuk gesprek met de overbuurman die gewoon nog blij was dat hij er was.

Koeteren

Zijn arm was spontaan gebroken en dat is geen goed teken, maar hij had toch goede hoop. Mijn dokter fladderde ondertussen overal wat tussenin. Omdat ik veel te vroeg was, zei ze elke keer als ze een patiënt kwam halen: ‘Nog een paar dan mag jij.’ En toen mocht ik. Vanuit Amsterdam was een brief gekomen. Niet eens over mijn ziekte (ja waarschijnlijk ook wel) maar vooral over het feit dat mijn grote liefde nu in Nederland woonde. Dat vinden ze daar dus schrijvenswaardig dacht ik. En zo koeterde het gesprek wat en dat zette zich voort toen ze een lichamelijk onderzoek deed. Terwijl ze overal zocht naar bulten en die niet vond keek ik naar mijn buik die over mijn maillot puilde.

Mijn dag is weer goed

Haar lichaam verborgen in de witte jas, leek zo slank en het ontlokte me de vraag hoe ze dat toch deed. We zijn tenslotte van dezelfde leeftijd. Welnee zei ze. Jij bent veel slanker dan ik. Ze tilde haar doktersjas op en pakte een fijne ribbel vast. En ze kneep er ook nog in. ‘En ik draag ook nog corrigerend ondergoed,’zei ze toen. Mijn dag was weer goed. Om meer dan één reden.