zondag 30 december 2012

Tanden

Ik keek naar een uitzending van het programma de reünie. Zo’n klas met mensen die vroeger van alles met elkaar gedeeld hebben, maar die nu van elkaar vaak niet weten dat ze bestaan. Het was een klas die gevestigd was in de biblebelt of te wel de bijbelgordel, een gebied waarin mensen zeer gelovig zijn. Waarom ik dat noem weet ik eigenlijk niet, ik kijk toch vaak even of dat verschil maakt denk ik. En er waren een aantal verschillen. De mensen waren allemaal heel goed terecht gekomen. Zo goed zelfs dat ze gemiddeld zo’n 6000 euro per maand mee naar huis namen. Persoonlijk vind ik dat een heel bedrag en verdien ik dat nooit van zijn leven bij elkaar. Daarnaast hadden ze allemaal een relatie (op één na dan, maar die meldde zich ook niet. Leek me een goede manier om een nieuwe verkering op te doen, maar daar dacht deze persoon zeker anders over) en kinderen. Ongeveer drie kinderen per gezin. Een leuk aantal dacht ik zo. Heel opvallend vond ik het verhaal van een Vietnamese bootvluchteling. De jongen die in de klas had gezeten en nu dokter was geworden, had een dodentrip gemaakt over het water, maar het gehaald. Heel anders was het lot van zijn vader en zijn zusters. Die waren bij hun afzonderlijke avontuur verdronken. Maar helemaal niemand in de klas had daar ooit van geweten. De Vietnamese man vertelde het nu, terwijl de tranen over zijn wangen biggelden en de rest van de klas keek alsof ze water zagen branden. Wat ik toch minimaal vreemd vind als je in samen zoveel jaren gesleten hebt. Zouden de kinderen gewoon gedacht hebben dat hij lopend naar Nederland was gekomen? Zijn pleegouders waren gewoon blank, dus er moet toch op z’n minst eens een lampje zijn gaan branden over de jongens afkomst. De meiden en jongens reageerden nu overigens heel empathisch, dus misschien was het ook de leeftijd toentertijd. De man had zei hij zelf op een bepaald moment de knop omgezet en was voor zijn moeder weer gaan leven. Ondanks dat het leven na het bericht van de dood van zijn vader en zusjes niet meer leefbaar leek. Dat vond ik mooi. Van de andere verhalen van de kinderen is me weinig bijgebleven. Dat komt omdat ik gebiologeerd was door alle tanden in de klas. Alle oud-leerlingen hadden namelijk een gebit waar je u tegen zei. Mooi wit, gaaf en in de goede stand. Nu kun je met 6000 euro per maand al snel een mooi gebitje kopen, maar ik vroeg me af of de biblebelt er iets mee te maken had. Misschien hadden hun ouders hun vroeger wel weinig snoep gegeven en waren de gebitjes daarom nog zo gaaf. Als dat een goed christelijk gebruik is, dan ben ik voor herinvoering daarvan.

maandag 19 november 2012

Kun je het zien?

Op de drukke zaterdagmiddag stap ik binnen bij de Action. Sint is net in het dorp geweest, overal kindertjes en kleine zwarte pietjes. En ouders die ferm inkopen doen. Het haar op mijn hoofd begint al weer een beetje te groeien, maar door de lage temperaturen houd ik toch mijn mutsje maar op. De meeste warmte verdwijnt namelijk via je hoofd en daarom heb ik een hoofddeksel op. Het is een kankermutsje, dat is voor velen duidelijk. Want er steekt niets uit aan de achter- of zijkanten. En sommige mensen vinden hun verbazing daarover blijkbaar zo groot dat ze het moeilijk onder stoelen of banken kunnen steken.

Bij binnenkomst zie ik een blonde vrouw met bijna open mond naar me kijken. Ze heeft de hipste kleren aan, de juiste haren, perfecte make-up. De beste maten, een hippe man. Maar manieren heeft ze niet. Ze kijkt me aan en blijft me aankijken. Alsof ik een enge, maar vooral besmettelijke ziekte heb. Ze kijkt niet alleen, ze achtervolgt me met haar ogen. Ik voel ze in mijn rug priemen als ik op weg ben naar de wattenschijfjes waar ik voor kom.

Als ik bij de kassa sta, is ook zij daar nog steeds. Haar focus blijft op mij gericht. Ze kijkt me ongegeneerd aan en je ziet haar denken… Ik ben bijna in staat om op haar toe te stappen en te zeggen: “Ja ik heb kanker. En weet je wat? Jij kunt het ook krijgen. Dat hoop ik niet voor je, want het is niet bepaald een pretje. Maar mocht dat wel zo zijn, dan hoop ik niet voor je dat mensen jou zo aan zitten te gapen als jij mij nu staat aan te staren. “ Maar het lijkt me zo’n gedoe, dus ga ik maar rustig in de rij staan en wacht tot de aardige jongen aan de kassa de bedragen aanslaat en me laat afrekenen. Een jongen overigens die helemaal geen acht slaat op mijn mutsje en me behandelt zoals ik graag behandeld wil worden: als een normaal mens. Inmiddels heeft miss Loer het gebouw verlaten en kan ik gewoon mijn ding doen. Even verwacht ik dat ze om de hoek staat te wachten om me nog meer te kunnen stalken, maar ik zie haar gelukkig niet meer.

Mijn haar groeit binnenkort weer aan en dan zal ik weer zonder hoofddeksel de buitenwereld kunnen betreden. Maar al die andere mensen met een handicap die zichtbaar is voor de buitenwereld, kunnen dat niet. Ik vraag me af of ook zij voortdurend zo worden bekeken en bijna als een object worden beschouwd en waarschijnlijk besproken. Ik heb er in ieder geval behoorlijk tabak van en denk dat ik de volgende keer maar gewoon vraag: “Heb ik wat van je aan of zo?”

maandag 29 oktober 2012

Een nieuwe liefde en een wc zonder deur

Een nieuwe liefde hebben is het leukste wat er is. Niet dat ik die heb, want ze staan denk ik momenteel voor mij niet in de rij om iets mee te beginnen. Maar gelukkig bloeit de liefde om me heen wel op hier en daar en dat is altijd mooi om van mee te genieten. Toch is het ook een onzekere tijd.

Een vriendin vertelde me dat ze met haar nieuwe verkering na talloze dates dan eindelijk een weekend weg met hem ging. Dat is al spannend, want hoe gaat zoiets? Vind je elkaar dan nog leuker of niet meer zo leuk? Houd je het al die dagen met elkaar uit? Heb je elkaar nog wel wat te vertellen als je ochtendadem niet meer zo fris is, terwijl die normaal gesproken door duizend keer tandenpoetsen voor een afspraak als een tandpastafabriek is? Als je al 40 jaar met elkaar getrouwd bent, vraag je je zulke dingen niet meer af, maar met nieuwe verkeringen is dat toch heus altijd afwachten.

Aangekomen op de plaats van bestemming bleek het hotel waarin ze gingen verblijven mooi was, maar een groot minpunt had: de deur van de badkamer ontbrak. Dat betekent dus dat je met al je minder mooie openbaringen naar buiten moet, daar waar je die altijd hebt kunnen verbergen. Plas- en poepgeluiden, om maar niet te spreken van de bijbehorende luchtjes die daarbij horen konden niet meer worden verdoezeld. Snel nog even de benen scheren zonder dat de ander dat ziet of je make-up weer onberispelijk maken ook niet.

Een weekend het toilet of de douche niet gebruiken is ook geen optie, dus het was erop of eronder. Zelf heb ik ook wel eens zo’n weekend meegemaakt, maar had ik na die dagen een buik als 3 anderen. Bij mij was het dus eronder en dat is niet fijn. Maar ik had dan ook een vriendje die me altijd verzekerde dat vrouwen op het toilet naar rozen behoorden te ruiken. Hoe we dat moesten doen weet ik nog steeds niet. Flessen parfum drinken misschien? Of hele rozen opeten en dan maar hopen dat ze er aan de andere kant heerlijk riekend weer uitkomen? Het gaf in ieder geval een behoorlijke druk waar ik dus enorme constipatie aan overhield.
In het geval van mijn vriendin was het overigens niet het geval: zij en haar nieuwe verkering lieten komen wat de natuur dicteerde en daarmee was de liefde ook direct bestendigd. Ze wisten wat ze aan elkaar hadden: op elk gebied en in elke omstandigheid. En als de liefde dan nog groot genoeg is, is het volgens mij ook echte liefde. Voor mij hoeft het trouwens nog steeds niet: zo’n wc zonder deur. De deuren kunnen mij niet dik genoeg zijn.

maandag 15 oktober 2012

Wat een verstand!

Dit weekend zag ik een man van enorme hoogte met een parachute naar beneden komen. Hij waagde zijn leven, want het schijnt dat je van zo’n hoogte kokend bloed kunt krijgen en dat overleeft natuurlijk geen mens. Ik ben zelf nooit zo’n waaghals geweest, maar vond het stupide dat iemand zoiets waagt. Het is nergens voor nodig, het heeft geen enkele betekenis voor de mensheid en je zet je leven ermee op het spel. Het leven dat zo kostbaar is en soms zomaar voorbij kan zijn. Voor mensen wiens leven op het spel staat door een ziekte waar ze niet om gevraagd hebben is dat een heel vreemd gegeven, denk ik. Want nee, ik kan niet voor alle mensen met een levensbedreigende ziekte spreken. Maar als je het risico niet hoeft te nemen, waarom dat dan doen? Wij zieken zijn al blij als er ergens krimp is geconstateerd, als een ziekte een halt is toegeroepen, als er verbeteringen te zien zijn. Persoonlijk was ik deze week uitzinnig met het gegeven dat mijn verwijderde kanker volgens de patholoog zoveel gekrompen was en er geen 4 of 5 lymfeklieren, maar slechts 1 van hen was aangedaan en dat de kanker zich niet in fase 2 of 3, maar in fase 1 bevond dat ik geen extra chemo meer hoef. Dit middel dat voor zoveel kankerpatiënten veel hoop biedt, is voor velen van ons tevens een hel. Want waar het de slechte cellen vernietigt, vernietigt het ook de goede delen van je lijf. Alles wordt afgebroken wat er goed is: van smaakpapillen tot je reukvermogen, van maag-, en darmwand, van de binnenkant van je mond tot je nagels en je haar, van je bloed tot je aderen. Tel daarbij op een conditie waarbij ik in ieder geval de overkant van de straat amper kon halen en het moge duidelijk zijn dat sommige kuren behoorlijk zwaar zijn. Bovendien gooit het je systeem zo in de war dat je er vreselijk depressief van kunt worden. Kunt worden, want de ene kuur is de andere niet. En de ene mens is de andere mens niet. En wie ziek is, wil graag beter worden dus ga je er voor als je de kans krijgt. De man met die parachute nam voor mijn gevoel chemo terwijl hij helemaal niet ziek was. En dat is een slechte zaak en iets waar ik met mijn volle verstand niet bij kan. Ik heb het gevoel dat ik mijn leven sinds vandaag weer een beetje terug heb, ondanks het feit dat er nog flink wat bestraald moet worden en er vele hormonen moeten worden geslikt. En zo’n kerel springt met zijn volle verstand willens en wetens bijna de dood tegemoet. Ik kan er met mijn gebrekkige verstand niet bij!

maandag 8 oktober 2012

Het kantelraam van de WMO

In mijn vorige woning had ik een paar kantelramen. Ze hadden tot doel om iets meer frisse lucht binnen te laten dan een gewoon raam. Blijkbaar wil de nieuwe fusiegemeente ook meer frisse lucht. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning namelijk wordt ook gekanteld. Kantelen betekent niet langer recht hebben op iets, maar blijkt in de nieuwe situatie te draaien om eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en zelfredzaamheid. Eerst wordt er gekeken naar wat iemand zelf kan en hoe de omgeving daar bij kan helpen. Dan pas kijkt die nieuwe supergemeente of mensen ook “recht” op ondersteuning hebben. Terug naar de jaren ’50 wordt dat genoemd. Wat daar mijns inziens bij vergeten wordt, is dat we niet langer in de jaren ’50 leven. De economie ligt volledig op zijn kont en dat betekent dat heel veel mensen buiten hun schuld om zonder werk zitten. Uitkeringsregels zijn al ernstig aangescherpt, waardoor de bijstand al snel op de loer ligt. Maar nee, volgens De Friese Meren moet de bijstand een springplank zijn naar werk, voor iedereen die kan werken. Helaas zie ik in mijn eigen omgeving heel veel mensen die dolgraag willen werken, maar die constant nul op het rekest krijgen. Jongeren tussen 18 en 27 jaar zijn helemaal de dupe. Zij krijgen een opleiding en geen bijstand meer. Lastig als je op jezelf woont, jarenlang wel gewerkt hebt en dan opeens op straat staat. Voor zieken of mensen met beperkingen geldt eigenlijk hetzelfde. Voorzieningen die voorheen volgens de nieuwe gemeente gewoon werden verstrekt moeten nu gecompenseerd worden. De gemeente heeft niet langer een zorgplicht. Laat maar creperen dus? Nee, de burger is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en welzijn. Wie problemen heeft moet ze zelf maar oplossen met behulp van zijn netwerk, buren of mantelzorgers. Gaat dit niet omdat je in een categorie zit waarbij je zo’n netwerk niet hebt door leeftijd of het ontbreken van kinderen dan wordt onderzocht of vrijwilligers iets kunnen doen. Pas dan komt de Wmo nog eens om de hoek met collectieve voorzieningen en echt echt echt als allerlaatste kan een individuele voorziening worden opgevoerd. Als ik mijn eigen problemen moet oplossen, dan wil ik dat ook doen met mijn geld dat nu naar gemeente en overheid gaat. Dan wil ik geld terug dat naar projecten gaat waarvan ik de noodzaak niet inzie, die niet werken of die onzinnig zijn. Dan wil ik bovendien een maatschappij die is ingesteld op die sociale samenhang. En dat betekent dat mensen niet samen hoeven te werken omdat de lasten in dit land torenhoog zijn en er voor elke scheet betaald moet worden.

zondag 16 september 2012

De trein

Mijn beste vriendin uit Zwitserland wilde me afgelopen dagen verrassen met een bezoekje. Omdat ik haar niet meer van Schiphol kan halen, besloot ze de trein te nemen. Normaal gesproken is dat goed te doen en kon ze om acht uur ’s avonds bij me zijn. Maar het liep zoals zo vaak anders door de spoorwegen. Niet alleen de Nederlandse spoorwegen overigens, maar ook die in Duitsland. Want daar miste ze haar aansluiting al, omdat niet goed stond aangegeven waar ze moest overstappen. De volgende rit haalde ze wel, maar toen was er dus al een vertraging opgetreden. Ook in Utrecht bleek het erg verwarrend om uit te vinden waar de trein naar Zwolle stond, dus ook daar ging het mis. Zelfs door veel te vragen aan NS personeel, kwam ze er niet uit. En dat bleek onheilspellender dan ze had gedacht. Want het volgende exemplaar dat ze wel kon nemen, kreeg bij Staphorst een wel heel naar bericht te verwerken. Er werd omgeroepen dat “de trein in botsing was gekomen met een persoon”. Wie dat soort teksten bedenkt, is ook wat vreemd vonden wij. Blijkbaar was er iemand voor de trein gesprongen, maar dat kun je toch niet echt een botsing noemen. Deze traumatische ervaring voor de machinist even buiten beschouwing gelaten, zijn daar andere woorden voor te vinden. De NS kan natuurlijk niets tegen deze narigheid doen, dat begrijpen wij ook wel. Waar ze wel wat aan kan doen, is dat de reizigers dan in het vervolg wel een goede begeleiding krijgen en weten waar ze aan toe zijn. Het enige sms-je dat zij mij kon sturen was dat de trein terug ging naar Zwolle en dat ze niet wist wat er daarna gebeurde. De hele ploeg reizigers wachtte en wachtte. Er kwam geen bus die hen naar het noorden verplaatste, er kwam geen bericht wanneer een eventuele trein dan wel zou gaan vertrekken. Na een uur kwam er wel de mededeling dat zij die in die onfortuinlijke trein hadden gezeten een kopje koffie of thee konden halen bij de kiosk. Wat iedereen toen natuurlijk al lang op eigen gelegenheid had gedaan. Er was ook geen informatiepunt waar ze terechtkonden met hun vragen. Kortom er was niets van dat alles. En ondertussen tikte de klok door en stond mijn vriendin doodsangsten uit of ze überhaupt nog wel bij me zou komen of de nacht op het perron in Heerenveen door zou moeten brengen waar tegenwoordig ook geen uitspanning mee te vinden is. Door de ontmoeting met anderen werd ze gered. Een vrouw belde haar dochter die haar moeder, een vriendin van haar moeder en mijn vriendin en een onbekende jongen meenam. En de NS? Die was nergens te bekennen.

maandag 10 september 2012

Thuiszorg

Zeuren en zeiken is altijd gemakkelijk te doen. Maar als er eens iets positiefs te melden is, is dat het vermelden ook wel waard. Vreemd genoeg merk ik dat nu meer dan ooit tevoren. Vind ik ook mensen die ik voorheen niet zo interessant vond, opeens heel boeiend. Zo ontvouwt het leven zich in heel andere facetten opeens. Raar dat je daar ziek voor moet worden overigens. En dat je daar drempels voor over moet. Ik moest zo’n drempel over om hulp te vragen. Op allerlei gebied, want alleen ziek zijn is eigenlijk niet te doen. Alleen je huis schoonmaken als je ziek bent, al helemaal niet. Nadat ik tot de slotsom was gekomen dat een vloer dweilen voor mij betekende dat ik daarna 3 uur moest rusten, moest ik toch echt toegeven dat ik hulp nodig had voor deze zaken. Want naast een vloer is er natuurlijk nog veel meer te doen, wil je niet als een clochard die omkomt in zijn eigen vuil uit een waar gebeurd verhaal eindigen. Na wat bedenkingen dus toch maar de afdeling gebeld die indicaties afgeeft voor mensen die deze hulp nodig hebben. Eerst een formulier ingevuld waarin ik de situatie moest uitleggen en dat naar eer en geweten ingevuld. Daarna een week wachten en toen kreeg ik een aardige meneer aan de telefoon. Dat ik ziek ben, is niet alleen te zien, het is ook na te vragen bij doktoren dus dat was geen probleem. Na een vrij kort gesprek waarin alle ins en outs werden besproken, werd besloten dat ik inderdaad huishoudelijke hulp krijg en mens was ik daar blij mee. Nog bijna voordat ik de telefoon op de haak had gelegd (in dit geval in de oplader) belde ook de Thuiszorg al om een afspraak te maken. Vanzelfsprekend willen ze weten wat voor hulp je nodig hebt en waarvoor. En of je nog steeds vreemde stoffen uitscheidt, want dit is gevaarlijk voor de mensen die komen helpen en daarvoor moeten speciale maatregelen worden getroffen. Enfin, de afspraak werd gemaakt en een aardige mevrouw nam alle zaken met me door. Er werd zelfs rekening gehouden met mijn slaaptijden, want die zijn nu eenmaal momenteel iets anders dan normaal gesproken. Nog geen twee dagen later stond er een alleraardigste mevrouw oorspronkelijk uit Iran voor de deur die mijn huis weer heerlijk fris maakte, de rommel die hier en daar was ontstaan professioneel aanpakte en ook nog alleraardigste gesprekken met me voerde. Waardoor de cirkel van piekeren en ziek zijn ook weer wat wordt doorbroken. Het moge duidelijk zijn: de Thuiszorg doet meer dan alleen je huis reinigen en de mens verzorgen. Nu ik de drempel over ben vind ik dat geweldig.

maandag 3 september 2012

De scharrels van Rutte

De scharrels van Rutte. Daar hoorde ik over in de strijd om de stemmen van de Nederlandse kiezers. Het is een vreemd fenomeen: iedereen moet met de billen bloot in de meest onnozele tv programma’s. Het toppunt van dit exhibitionisme vond ik wel de uitspraken van Mark Rutte, onze ex-premier in een programma van Peter van der Vorst die vertelde dat hij wel “scharrels” had gehad, maar nog nooit een volwaardige relatie.

Rutte heeft zich nog nooit aan een vrouw gebonden

Het feit dat de man zich nog nooit werkelijk gebonden heeft aan een vrouw is zijn eigen keuze, daar zal niemand moeilijk over doen. Maar om vrouwen waar hij dan iets (wat zal dat iets dan zijn? Alleen een leuke nacht? Of twee?) mee heeft gehad of gedaan aan te merken als scharrels vond ik nu weer van zo’n niveau dat ik dacht dat we bij Oh Oh Cherso waren aanbeland.

Scharrels

Scharrels zijn volgens mij zo’n beetje eenmalige contacten die je opdoet in de kroeg als je 16 bent. Daar zoen je dan wat mee en als je geluk hebt zie je de persoon in kwestie nog eens een keer, maar daar houdt het dan ook wel mee op. Het is gescharrel, zoals het woord als zegt en dat betekent je in de marge bewegen en maar wat doen. Overigens staat het een ex minister-president vrij om dat te doen, maar om daar nu zo uitgebreid kond van te doen, ik weet het niet.


Gebrek aan intimiteit

Over het gebrek aan intimiteit zei Rutte nog dat hij dat wel haalde bij anderen. Familie en vrienden en zo. Ook intimiteit heb je in soorten en maten, maar het leek er nu op alsof hij met vrienden en familie dan maar wat verder scharrelde. Van der Vorst was daar mee niet tevreden overigens. “Je hebt toch ook wel eens een dikke knuffel nodig,” zei hij en voegde daar aan toe dat als dit van familie of vrienden moest komen het niet echt meetelde. Daarna werd nog even aangesneden of de voorman van de VVD niet ook eens aan kinderen moest denken. Ook dat antwoord bleef vaag: als het op zijn pad kwam dan zou het eventueel wel kunnen.

Luiers en babyflesjes

Maar dat pad was blijkbaar niet zo geplaveid dat luiers en babyflesjes daar een logisch onderdeel van uitmaakten. Ondertussen vraag ik me af wat we met al die informatie aan moeten. Een bestuurder moet besturen en wat hij of zij in zijn of haar persoonlijke leven doet (als het binnen de wettelijke marges blijft) is van geen belang. Het partijprogramma lijkt me belangrijker dan de scharrels van Rutte of de potten thee die Sapp zo nu en dan zet voor haar kroost zoals zij na Rutte mocht vertellen. Want noch aan die scharrels, noch aan die thee van Sapp hebben we iets. Met hem scharrelen lijkt me geen optie en massaal theedrinken bij de frontvrouw van GroenLinks zal er voorlopig ook wel niet inzitten.


Weekdeals (728x90)


maandag 27 augustus 2012

Gangpad liggen

Boodschappen doen is voor mij momenteel nog een hele klus. Lopend een rondje Lemmer lukt niet meer, maar als ik de auto meeneem kan ik het allemaal net redden. Na één van die tochtjes had ik blijkbaar toch weer te veel winkels genomen en stortte ik helemaal in toen ik de trappen naar mijn woning had genomen. Ik had nog net het benul om de diepvriesspullen uit te pakken, de rest heeft 3 uur in de gang gestaan. Ik lag ondertussen uitgeteld op de bank. Toen ik eindelijk weer wat energie kreeg en dorst, ging ik blind als Jules de Korte op weg naar de keuken. Lenzen kan ik niet meer in, dus ik moet altijd mijn bril op om goed te zien, maar die kon ik zo even niet vinden. Staand naast de waterkoker keek ik even naar buiten. Alles was wazig natuurlijk, maar ik zag wel ergens een ietwat grote vlek liggen. Thuisbrengen kon ik het niet, maar dat was ook omdat ik echt alleen maar een vlek zag. Iets in mijn alarmeerde me. Waarom weet ik niet, maar ik ging toch maar naarstig op zoek naar mijn bril. Ik vond hem ergens op de bank. Toen ik weer naar buiten keek bleek de vlek geen vlek, maar een mens. Een mens die er naar mijn idee heel raar bij lag. En ook geen beweging maakte. Blijkbaar bevreemdde mij dat alleen, want er waren ook mensen in de buurt van degene die daar lag. Ik zette thee en keek weer. Ik zag geen verschil. Ik observeerde nog een paar minuten en vond het vreemd dat niemand naar de persoon in kwestie ging om te kijken wat er precies aan de hand was. Zelf had ik de kracht niet om de trappen weer af te lopen. Bovendien zit er een soort permanent infuus in mijn arm waardoor ik redelijk weinig kan doen. Toen er na 5 minuten geen verandering in de situatie kwam, vond ik dat ik actie moest ondernemen. Ik dacht degene te kennen die daar lag en pijnigde mijn hersenen over een achternaam. Toen ik hem eindelijk had typte ik hem in op mijn computer. Geen resultaat. Een oom bedacht ik me toen. Maar daarvan kon ik alleen maar weer de voornaam bedenken. Een vriendin gebeld die alles weet en jawel zij kon me de achternaam leveren. Ook weer opgezocht in de digitale telefoongids en ja daar kwam een nummer uitrollen. Met de telefoon aan het oor en voor het raam belde ik. Ik sprak mijn ongerustheid uit en dat ik wel wilde, maar verder niets kon doen. Gelukkig was er daarna vrij snel actie. En de persoon die daar voor mijn gevoel al zo lang zo raar lag, bewoog godzijdank. Ik stortte daarna weer ter aarde, maar snapte niet dat mensen zomaar aan zoiets voorbij kunnen gaan. Stel dat ik op een dag ergens in het gangpad lig en iedereen zomaar om me heen stapt. ..

zondag 5 augustus 2012

Zorg anno 2012

Je wordt geboren met een ziekte die de naam Pompe draagt of Fabry. Je vooruitzichten zijn daardoor slecht, maar gelukkig komt er een medicijn op de markt. Een duur medicijn dat wel, maar het helpt je als kind of als volwassene toch oud(er) te worden. En dan staan er opeens instanties op die zomaar even aangeven dat ze eigenlijk de kosten van die medicatie niet meer willen vergoeden. Als patiënt of als ouder van moet je je dan wel helemaal wezenloos schrikken. Later blijkt die schok voor niets, want er zijn toch weer geleerden die vinden dat de medicatie wel gewoon vergoed moet worden. Ik stel me zo voor dat je als patiënt dan wel altijd met de angst blijft leven dat ze dat er toch ooit weer afgooien en jou je leven dus afnemen. Dat is zorg anno 2012. Maar zorg anno 2012 is ook dat je na een hersenbloeding voor het grootste deel verlamd bent. Je ligt al jaren in een verpleeghuis en bent overal van afhankelijk. Mensen moeten je verschonen, moeten je eten geven, moeten alles doen wat jij niet kunt. De ene kant van je bovenlichaam is overigens wel sterk en daarmee wroet je op een avond wat heen en weer. Het hekwerk waar je tegenaan ligt blijkt daar helemaal niet tegen bestand en het valt naar beneden. Net als jij. Je valt van meer dan een meter hoogte naar beneden en ligt daar vervolgens hulpeloos. Je kunt namelijk nergens bij en mensen horen je niet. Pas na uren vindt de verpleging je. Je bent bont en blauw en verkleumd omdat je uren op de grond hebt gelegen. Vijf dagen later is het hekwerk nog niet gemaakt en kan hetzelfde dus nog eens gebeuren. De leiding zegt dat het kan gebeuren. Net zoals ze zegt dat het kan gebeuren dat je warme eten ’s middags om 2 uur nog koud naast je bed staat. Zelf eten kan je namelijk niet, daarvan ben je afhankelijk van anderen. En als die anderen dat niet doen, dan staat je prakje daar dus gewoon koud te worden, jij ligt er naar te kijken en wilt misschien wel heel graag eten, maar kunt het niet. Je handen weigeren namelijk al jaren dienst en hoe graag je ook zou willen, je krijgt geen vork van het voedsel zelf naar binnen. Als je geluk hebt komt er na twee uur eens iemand die je prakje nog eens opwarmt voor je in de magnetron en mag je dan alsnog wat naar binnen werken als er iemand is die de vork naar je mond brengt. En je medicijnen worden overigens ook steeds vaker aan je familieleden overgedragen. Omdat die het niet langer aan kunnen zien dat jij niet goed wordt verzorgd en zij daarom tussen de middag je het eten daarom maar komen geven. Zorg 2012. Heel vreemd.

zondag 24 juni 2012

Menno Buch

Heel veel jaren geleden zag ik op tv een man die ik helemaal het einde vond. Het was Menno Buch, de broer van Boudewijn Buch, de alom getalenteerde schrijver en onderzoeker van onder andere de Dodo. Waarom je iemand zo leuk vindt, weet je soms niet. Het gebeurt gewoon. Bovendien is de vraag waarom dit zo was. Ik kende hem alleen van een beeldscherm en daarbij: de man zat in de sekslijnen. Nu niet echt iets waar ik de grootste bewondering voor kan opbrengen. Later kwam hij ook nog met een belachelijk programma dat Seks voor de Buch heette en de wanstaligheid zelve was. Heel Nederland sprak erover, dat dan wel weer. Ik geloof dat ik het een enkele keer gezien heb en daar zulke achterlijke zaken zag dat ik Menno Buch opeens niet meer zo leuk vond.

Gek genoeg was mijn verkering daarna iemand die sprekend op hem leek. Een grote liefde, zoals je er maar weinig vindt in een mensenleven. Maar ook grote liefdes gaan soms ten onder aan de strijd van alledag of het niet bij elkaar passen. Dus grote liefde en ik zijn niet meer samen. Al heel lang niet meer samen. En toen zag ik Menno Buch opeens weer voorbij komen in een programma over mensen die in de gevangenis zitten. Buch was, net als ikzelf ouder geworden. En misschien ook wijzer. Het was niet meer de lekkere man die ik hem toen vond, maar ik heb wel met belangstelling naar zijn programma gekeken een aantal keren. En om eerlijk te zijn vond ik dat hij het goed deed. Integer, niet op de manier waarop eerder zijn ranzige programma’s werden gemaakt. Dus Menno stond weer ergens op mijn lijstje van oké mannen.

Afgelopen donderdag lag ik aan het gif dat chemo heet in het Antoni van Leeuwenhoek. Gif dat me beter moet maken. Na afloop van de kuur (één zo’n cocktail met meerdere giffen dat op 1 dag wordt gegeven heet een kuur) spoedden wij ons naar de lift. We wilden naar huis.

En tot mijn grote verbazing stond opeens Menno Buch daar naast me. Grauw, uitgeput en ziek, zoveel was duidelijk. Want ook bij hem is de ziekte terug zo las ik ergens op een website, geloof ik. Dus daar stonden we samen: Buch en ik. Gebroederlijk gevangen in dezelfde ziekte en ook nog eens in dezelfde lift.

Het lag me nog even op mijn lippen om te zeggen dat ik hem vele jaren geleden zo bewonderd had en nu zijn programma ook goed vond. Maar zelfs als kankerbroeders doe je dat niet. De man had overduidelijk genoeg aan zichzelf en ik voelde me toen dan nog wel een hele piet, maar lag 4 uren later ook kotsend en volledig van de wereld naast de wc pot. Wat ik me ooit ook had voorgesteld over een samenzijn met Menno Buch, dit was in ieder geval niet zo'n scenario. Het kan raar lopen in de wereld.

donderdag 14 juni 2012

Schapen en zwangere mannen

Ik zat deze week in de auto met mijn broer toen we hoorden dat er schapen worden ingezet ergens op een strand waar stellen nogal eens dingen doen die het daglicht eigenlijk niet kunnen verdragen.

Schapen dus. Van die beesten op vier voeten. Met al dat wol waar je truien van breidt en die de meeste mensen heerlijk zacht en aaibaar vinden. Wat gaan die dieren dan doen vraag je je af? Gaan die de mensen bekeuren? Zijn het speciale seksschapen die gaan schoppen als mensen hun vleselijke lusten in het openbaar niet weten te onderdrukken? Of is het juist de bedoeling dat de mensen hun lust dan juist op die dieren botvieren? (Wat me ook niet bepaald menselijk, nee sorry diervriendelijk lijkt).

Wij kwamen niet verder dan dat de uitwerpselen van de beesten misschien reden zouden zijn om je niet zomaar neer te vlijen en je over te geven aan de hartstocht. Maar dan nog: als mensen je daar al niet van weerhouden, waarom zouden een paar schapenkeutels dat wel doen. Bovendien is het op een strand, waar anderen toch ook wel graag willen recreëren. Zij liggen neem ik aan in dezelfde schapenstront als de mensen die wat heter van zichzelf zijn. Het blijft dus wat een raadsel dat gedoe met die schapen. Of zou het met de stank van de dieren te maken hebben? Een schaap ruikt namelijk alles behalve lekker, er zitten vaak vliegen in zijn vacht en als de lust je dan nog niet vergaat, ben je wel heel gepassioneerd. Maar dan nog; ook de andere badgasten krijgen die odeur dan onbedoeld in hun neusgaten gepropt.

De dag erna kregen we op de redactie een persbericht waarin stond dat er een hulppost as opgericht voor vrouwen en mannen die met een onbedoelde zwangerschap te maken krijgen. De bedoeling is natuurlijk meer dan duidelijk, maar vreemd blijft het, want zwangere mannen ben ik in mijn leven nog nooit tegengekomen. Tuurlijk, stellen zijn tegenwoordig allemaal samen zwanger, maar anders dan in de film heb ik nog nooit een man met een kind in zijn buik gezien.

Het initiatief is goed trouwens, want volgens mij lopen er nog steeds veel te veel tienermoeders rond die best nog tien jaar hadden kunnen wachten met het krijgen van kroost, om eerst hun eigen leven op orde te krijgen. Of vrouwen die toch zwanger zijn geworden terwijl dat helemaal het plan niet was. Dat we hiervoor in onze maatschappij de nodige middelen tot onze beschikking hebben, moge duidelijk zijn, maar blijkbaar heeft toch niet iedereen daar voldoende toegang toe. Of is het toch weer die passie die dat in de weg staat? Enfin, ongewenst zwangere mannen hebben vanaf deze week een adresje waar ze naartoe kunnen.

maandag 11 juni 2012

Azijnpissers - weg ermee

Azijnpissers, ik vind het woord de uitvinding van deze eeuw. Want stel je voor dat je bij alles wat je drinkt, je er aan de andere kant van je lichaam dat hele zure spul weer uitgooit. Ga maar na wat voor gevoel dat moet geven in je onderste regionen.

Sommige mensen lijken niet anders dan dat zure bocht te drinken en zijn echte azijnpissers en dat valt je pas op als je daar heeeleeemaal geen behoefte aan hebt. Als je al je krachten verzamelt om je ziekte te bestrijden bijvoorbeeld. Het aantal mensen dat vooral begint over wat hen zelf is overkomen is redelijk in aantal, maar daar valt nog mee te leven. Waar niet mee te leven valt, is dat die of andere personen gaan vertellen hoe erg ze het hebben gehad. Dat ze bij elke chemo kotsend twee weken door moesten komen, om vervolgens weer naar de volgende kuur te moeten sjokken. Die me vertellen dat hun operatie helemaal fout is gegaan en het daardoor nooit meer goed met ze gekomen is.

En daarmee impliceren dat dit met mij ook zo zal gebeuren. Ik heb nieuws: ik wil dat niet horen. Ik probeer op alle mogelijke manieren zo positief mogelijk dit traject in te gaan en volgens mij is dat de helft van het genezingsproces. Ik hoef geen borstkankerboeken onder mijn neus geschoven, geen enge foto’s van hoe iemand er na zijn of haar kuur uitzag en al helemaal geen verhalen van mensen die al vast waarschuwen dat het geen pretje gaat worden.

Ik voel me geen slachtoffer. Niet van de ziekte, niet van het leven. Het leven is lijden zegt Boeddha en daar geloof ik heilig in. Het is alleen hoe je met dat lijden omgaat. En wij, want ik doe dit niet alleen, doen dat lachend. We berekenen dat ik de komende maanden niet naar de kapper hoef om mijn haar te laten doen en daarmee dus geld uitspaar voor de reis op het einde van het jaar. Dat ik mijn benen niet hoef te scheren omdat dit ook automatisch uitvalt en ik dus weken energie uitspaar aan die ongein.

We grappen dat je wel heel veel voor elkaar krijgt als je kanker hebt, omdat opeens alle deuren voor je opengaan. We doen dat tussen het nemen van biopten (auw en blauw), het geven van liters bloed, het uren doodstil liggen op PET en MRI scans, waarbij ik 8 uur zonder voedsel ben en het inbrengen van radioactieve markers in. Mijn grote held in dit gevecht is mijn broer die net zo’n morbide humor heeft als ik, maar bij elke gang naar Amsterdam aan mijn zijde staat. De andere helden zijn zij die met je gaan lunchen en me aan het lachen maken, die me een knuffel geven in de Spar, die spontaan het onderhoud van mijn tuin op zich nemen. Met hen win ik deze strijd, zeker weten.

woensdag 6 juni 2012

Hoofddoekjes passen

Ik zat nog in mijn pyjama toen de postbode aanbelde. Een heel plat doosjes. Ik vroeg me nog af of daar al die hoofddoekjes in pasten, maar dat bleek het geval te zijn. Ik zie het maar als een avontuur, dat kale hoofdje. Het zal nog wel de nodige tranen opleveren, daar niet van, maar het kan toch niet anders, dus maar vooruit met die geit.

In opende de zakjes en er kwamen allemaal verschillende kleuren (zelf uitgezocht dat wel) uit de verpakking rollen. Hoe het precies moet met het verweven van de mutsjes met de sierdoekjes weet ik nog niet. Misschien kan ik één van mijn Turkse buurvrouwen op de tuin nog even vragen hoe zij dat normaliter doen. Hoewel zij waarschijnlijk andere mutsjes draaien, maar vragen staat vrij.
 
In ieder geval heb ik een aantal creaties opgedaan en wat ik zag viel me niet af. Op sommige lijk ik zelfs op Erikah Baduh, maar dan in de blanke vorm. Kijk zelf en oordeel. Nog twee weken te gaan voor de eerste kuur en eigenlijk kan ik niet wachten. Dat klinkt misschien vreemd, maar dan wordt de ziekte eindelijk bestreden.

Ik denk wel dat ik ook nog naar de haarwerkmaker ga, om een mooie pruik uit te zoeken. Ik ben er het type gewoon niet naar om er niet goed bij te lopen, dus ik vind dat dat er eigenlijk ook wel bij hoort. Van de verzekering krijg je 393 euro en daarmee is al wel iets aardigs te krijgen verzekerde de mevrouw van De Friesland Zorgverzekering me. Dus wie weet zoek ik wel een krullenbol uit….

Niet eerst een operatie, maar chemo

Donderdag 31 mei naar het Antoni van Leeuwenhoek geweest voor een second opinion. Moest ook wel, want dinsdag stond mijn operatie al gepland in Sneek. De chirurg liet meteen weten dat ze in Amsterdam een heel andere behandelmethode hanteren, maar dat ze dat later zou uitleggen na weer de nodige onderzoeken. Na uren van mammografieën, echo’s, bloed afnemen, gesprekken en nog eens gesprekken weer terug bij de chirurg. Procedure in Amsterdam is dat ze eerst chemo geven en pas daarna opereren. Dat heeft twee voordelen: Er kan werkelijk gekeken worden of de chemo wel aanslaat. Is dat niet het geval dan wordt een andere soort chemo gegeven (na een MRI scan die dat moet uitwijzen).

Teveel mensen krijgen nu in andere ziekenhuizen chemo terwijl het helemaal niet werkt. Dat is namelijk niet te controleren als de tumoren weggehaald zijn. Dus dan wel veel gif waar je heel ziek van wordt, maar dat niets voor je doet. Tweede voordeel is dat de tumoren slinken en de operaties daarna dus minder ingrijpend zijn. Bij een borstsparende operatie niet onaardig. Bovendien wordt direct na het verwijderen van de tumoren de plastisch chirurg ingezet en die maakt alles weer zo mooi mogelijk (voor zover mogelijk, want bij mij zit de tumor op een rare plek en dat heeft gevolgen voor de stand van de borst).

Her2/neu positief of negatief
De chemo wordt over 3 weken gestart, maar het is nog onduidelijk wat voor kuur het wordt. Het ziekenhuis in Sneek heeft namelijk niet onderzocht of ik Her2/neu positief of negatief ben (heeft te maken met een eiwit in de tumor). Ben ik positief dan wordt het erg doorbijten, want dat betekent veel meer chemo en bovendien elke week. (drie kuren van 6 weken met tussenpozen van 2 weken dat je even niet meer hoeft). Bij de negatieve versie is het wat minder heftig, want dan wordt het een kuur van 6 keer die eens in de twee weken wordt gegeven. Daarbij immunotherapie ( in beide gevallen).

Tijdens de chemo worden steeds MRI scans en Petscans gemaakt om goed in de gaten te houden of er elders in het lijf nog onrust is. Verder worden er aanstaande vrijdag in de borst en in de oksel (in de tumoren) radioactieve markers ingebracht die je met een scan kunt opsporen. Daardoor is de plek van de tumoren goed zichtbaar (het kan zijn dat de tumoren helemaal verdwijnen door de chemo en dan weet je niet meer waar ze zaten). Bovendien markeren ze de plek van de tumoren en dat is voor de operatie ook erg handig. In Sneek gebeurde dat met een draad en dat schijnt niet bepaald een pretje te zijn.

Na de chemo de operatie en dan wordt verder gekeken wat er nog meer nodig is. Mijn lymfeklieren gaan er wel allemaal uit, omdat de ene al helemaal is opgevreten door de kanker. Er zijn mensen die zeggen dat ze dat in het AVL niet meer doen, maar dat is dus niet zo (en afhankelijk van of er al uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren). Waarschijnlijk volgt dan ook nog bestraling en mocht dat nog nodig zijn dan ook nog chemo.

Volgende week een aantal vervolgonderzoeken en er worden weer biopten genomen om te bepalen of ik dus HER2/neu negatief of positief ben. De week daarop nog meer onderzoeken en daarna zal de behandeling snel worden gestart.

Het zal nog wel zwaar worden, omdat alles zich ook in Amsterdam afspeelt en er dus veel gereisd moet worden, maar dat lijkt me peanuts bij het feit dat ik hopelijk over een jaar weer schoon ben. Wel gaat mijn haar er af zo hebben ze me verzekerd, dus ik ben me nu aan het orienteren op een pruik.

Ik heb er zin in is is wat te veel van het goede en is ook niet waar, maar ik heb wel het gevoel hier op de juiste plek te zijn. Het gaat zwaar worden, maar doodgaan is zwaarder zullen we maar zeggen.

Bang voor de operatie

Vanavond weer een mega uitzending van Grey’s Anatomy. De ziekenhuisserie die me normaal gesproken redelijk gelukkig maakt. Maar niet vandaag.

De vele wonden, de operatiemessen, de blauwe pakken en de slechte berichten; ze maakten me bang. Waarschijnlijk omdat ik in elke patiënt mezelf zie weerspiegelt.
Vandaag over een week ben ik in afwachting van mijn operatie op de dinsdag. Ik moet me om acht uur in de ochtend melden, maar heb nog geen idee wanneer de ingreep zelf plaatsvindt. Alleen dat al maakt me panisch. Een hele dag wachten op wat komen gaat? Ik zie me al zitten daar, gek van de zenuwen en bang voor wat komen gaat. Waarom die angst opeens zo groot is - het zal wel niet alleen met dat tv programma te maken hebben. Tot nu toe heb ik het nog voor me uit kunnen schuiven, maar de datum komt nu toch wel akelig dichtbij. Het is goed hoor dat het zo snel gaat (eigenlijk nog lang niet snel genoeg, misschien is dat het ook wel) maar het niets meer zelf kunnen bepalen is misschien wel mijn grootste makke. Ik moet de controle uit handen geven en daar ben ik blijkbaar niet erg goed in.

Het is meer dan 35 jaar geleden dat ik voor het laatst (en voor het eerst) onder het mes ging en daar heb ik niet bepaald goede herinneringen aan.
Afgezien daarvan is de ernst van de situatie nu veel groter. Er wordt gesneden in mijn borst, mijn lymfeklieren in mijn arm en oksel worden weggehaald. En dan is het nog maar de vraag hoe de uitkomst dan is. Nu het opeens heel dichtbij lijkt te komen, begint de angst me in zijn greep te krijgen.

Misschien komt daar wel bij dat veel van mijn dierbaren allemaal met vakantie bezig zijn. Dat vind ik voor hen heel leuk, maar iedereen is zo gewoon weg. Pietie en Wietze vliegen vannacht naar Turkije, Herma zit nu nog in China, Hilda gaat over twee weken naar Thailand. Het is ook een schril contrast: Ik bereid me voor op een ingrijpende operatie, de rest van de wereld is met heel andere zaken bezig die ook van een heel andere orde zijn. Ondertussen doe ik gewoon wat er van me verwacht wordt. Ik zit bij andere mensen in de tuin, praat mee met wat ze te melden hebben, wens ze een fijne vakantie. Maar mijn hoofd staat er niet echt naar en ik denk dat ik de helft van de tijd nog geen kwart meekrijg. Nog een dikke week en dat is dat hopenlijk ook voorbij.

Dat wachten op die uitslag

Wachten op de uitslag, een week lang. Om te kijken of er uitzaaiingen zijn in longen, lever en botten. Daarvoor moest ik door de molen. Thoraxfoto om te kijken of er ook iets in de longen zat. Leverecho om te kijken of dit schoon was. En een botscan. Mijn broertje ging weer mee, alle keren. In Emmeloord konden vrij snel de thoraxfoto en de leverecho worden gemaakt. Uitsluitsel over de lever had ik direct, de longfoto bleef onbesproken.
Daarna een gesprek met de mevrouw van de mammapoli. Een uitstekend initiatief, want die dames zijn niet alleen lief en aardig maar leggen ook alles uit wat je wilt weten. En ze zijn elke dag bereikbaar. Gouden wijven die een medaille verdienen. Pas een week na de uitleg over hoe een operatie verloopt, wat er allemaal mogelijk is en de thoraxfoto en de leverecho volgt de botscan. Ik voel ondertussen van alles. Ik heb pijn in mijn rug, in mijn longen. Ik weet zeker dat alles vol zit, want die pijn moet toch ergens vandaan komen?
Zaken regelen
Tussen het inspuiten van radioactief materiaal en het daadwerkelijk maken van de scan gaan mijn broer en ik naar de bank om mijn financiën te regelen. Hij wil er eigenlijk niet aan, maar ik wil wel dat hij een aantal zaken voor me kan regelen mocht ik het niet meer kunnen. Ik vraag ook over de situatie mocht ik doodgaan en ik zie dat hem dat pijn doet. Wat ik snap, maar ik vind dat het goed geregeld moet zijn. Daarna gaan we het dorp in en drinken we wat en neem ik een gezonde salade. Alles voor mijn gezondheid, hoe beroerd die momenteel ook is. En dan wacht een enorm lang weekend. En moederdag.

Op zaterdag ga ik met een vriendin naar een fair en kopen we ondermeer tomatenplanten en plantjes voor het graf van mijn ouders. Ik ben niet meer bij het graf geweest sinds ik weet dat ik ziek ben. Ik wil niet dat zij het weten. Wat belachelijk is, maar zo voelt het. Maar Moederdag kan ik niet overslaan. Ik ben bang voor mijn eigen emoties. Mis mijn ouders nu meer dan ooit. Maar ben ook blij dat zij al dit verdriet niet hebben hoeven meemaken.

Als ik de begraafplaats betreed, is er rust. Sereen en mooi. Eigenlijk is dat altijd zo. De vogels fluiten, de wind waait zachtjes. Het graf blijkt overgroeid met rotzooi. Gelukkig heb ik scheppen en harkjes bij me. Ik fatsoeneer het, zet er nieuwe plantjes in en geef ze water. Daarna maak ik de steen schoon en ruim ik de rotzooi op. Het is mooi weer en ik rijd door naar vrienden die aan het water wonen. Ik word in een stoel gezet in de zon, we drinken thee en er komen vele anderen langs. We praten, lachen, hebben het over mijn ziekte.

Om vijf uur ga ik naar huis en dan wacht een lange nacht. Nog twee te gaan, dan is er het uur van de waarheid. Op maandag werk ik en dat geeft afleiding. Gezeur over belachelijke dingen wil ik bijna elke keer beantwoorden met: ”Waar maakt u zich toch druk over. Ik heb kanker.” Maar dat doe ik niet. Collega Jitze en ik hebben het goed op maandag en ook met de anderen is het goed toeven.

Maandagavond neem ik direct een slaappil, omdat ik weet dat ik anders echt de slaap niet kan vatten. Ik slaap, maar ben vroeg wakker. Grote vraag is hoe ik me die avond ga voelen? Krijg ik mijn doodsvonnis, of is er nog hoop? Ik rond een huis aan huis krant af en ga dan naar huis. Stofzuig de kamer nog en ga dan maar naar mijn broer. Ik houd het thuis niet langer uit namelijk.

We rijden naar het ziekenhuis en een paar keer vraag ik bijna: ”Zullen we gewoon niet gaan? Gewoon doen alsof het niet zo is?” Maar we gaan. Natuurlijk loopt het spreekuur weer uit. Wat ik belachelijk vind, want iemand die op zo’n boodschap zit te wachten kun je eigenlijk geen seconde langer laten wachten. Mijn broer is zenuwachtig, ik zie het aan hem. In de wachtkamer maakt hij grapjes en probeert me af te leiden. Wat niet lukt. Ik praat maar wat mee, maar het komt helemaal niet binnen wat hij zegt. Er komt een oude bekende voorbij, maar ik kan me niet concentreren op leuke praatjes.

Dan mijn naam. Met knikkende knietjes naar binnen. Alleen de verpleegkundige is maar binnen en ook zij gaat weg. We kijken naar het scherm of we ook iets zien dat kan aantonen wat de uitslag is. We zien niets. Dan komt de chirurg binnen. Vrij snel na binnenkomst zegt ze dat er niets is gevonden. Yes schreeuwen we allebei. Daarna werken we de lijst met vragen die ik heb af en vraagt mijn broer nog of het nu echt zeker is dat er niets gevonden is. Ik zeg dat er iets in mijn lies zit en of ze daar ook nog naar wil kijken. Ook dat wilde ik eerst niet. Struisvogelpolitiek, ik weet het. Ze bevoelt de lies en zegt dat het een bloedvat is. Weer een zucht van verlichting. Dan voelt ze weer aan borst en oksel en legt uit wat het plan is. Borstsparende operatie, alle lymfeklieren weghalen, bestralen en chemo. Het totale pakket. Geen florissant vooruitzicht, maar in het licht van het nieuws dat we net gekregen hebben toch ook wel weer. Daarna een gesprek met de Carin van de Mammapoli die uitlegt hoe een borstbesparende operatie in zijn werk gaat en wat er verder staat te gebeuren.

Daarna nog naar de bloedafname om te bepalen hoe dat eruit ziet. Er worden buizen vol uit me gehaald en dan is het op naar de opname afdeling. Inmiddels weten we dat het nog 3 tot 4 weken duurt tot er een operatie kan worden uitgevoerd. Veel te lang. Maar ik wil ook nog een second opinion. Vooral het verwijderen van de lymfeklieren zit me dwars en ik weet dat het AVL daar tegenwoordig andere manieren voor heeft. Wel een deel weghalen, maar niet alles. Dat zorgt vaak voor beter gebruik van de arm en beperking van oedeemvorming. Maar dat moet een afspraak daar uitmaken, als ik daar tenminste tussenkom.

De kinderen van mijn broer zijn uitzinnig als ze horen dat alles goed is. Nils is met zijn moeder bij de kapper, maar ze komen samen terug met een heel mooi fotolijstje waarin een foto van hem en zijn zusje wordt gedaan. Geweldig om te merken hoe dicht we elkaar weer genaderd zijn. Alleen k.. dat daarvoor zo’n ziekte voor nodig is. Anieke is op schoolreis en als zij om vijf uur thuis komt, besluiten we te vieren dat er geen uitzaaiingen zijn. We gaan naar de wok waar het vrij rustig is en eten ons te barsten. Vandaag neem ik een alcoholisch drankje. Omdat het nu even mag van mezelf. Na twee slokjes sta ik volledig op mijn kop, maar het voelt goed. We hebben een gezellig avond en die nacht slaap ik voor het eerst zonder pil goed. Ja ik heb kanker, maar nee ik heb geen uitzaaiingen.

Second opinion in het Antoni van Leeuwenhoek

De nacht van 24 op 25 mei 2012. Lig al uren te woelen en het is nu 3.23 uur. Dan maar opgestaan. De nachten zijn momenteel het ergst. Ik ga naar bed en kom niet in slaap of val wel in slaap en word dan heel vroeg weer wakker. Het ging deze week een aantal nachten goed, maar het is nu weer helemaal mis. Ik zie voortdurend operaties voor me die beginnen met het inbrengen van een draad.

Die draad is er voor bedoeld om de tumor als het ware aan te geven zodat de borstsparende operatie die ze willen gaan doen er wel voor zorgt dat alle kanker wordt weggehaald. Wat overigens lang niet altijd lukt, dus als het tegenzit gaat nog alles eraf. Het inbrengen van die draad is gevoelig hebben ze me verteld. Dat betekent dus gewoon dat het zeer doet. Waarschijnlijk erg zeer, als ik mijn borst nu nog steeds voel waar ze een aantal biopten uit hebben genomen.

De operatie staat gepland voor 5 juni, een dag voor mijn moeders verjaardag. Alsof het zo zou moeten zijn. Overigens krijg ik volgende week donderdag een second opinion in het Antoni van Leeuwenhoek. Mogelijk dat ze daar toch nog een andere behandelmethode voorstellen. Ik heb veel vertrouwen in dat ziekenhuis waar ik ook met mijn vader naar toe ging toen hij nierkanker bleek te hebben. Helaas waren er ook uitzaaiingen in de lever en dat heeft hem zijn leven alsnog gekost.

Vandaag kreeg ik een enveloppe van ze met alle nodige informatie. Wat andere ziekenhuizen niet lukt, lukt hen dus wel: de diagnose in 1 simpele dag stellen. Je komt ’s ochtends en ’s avonds zijn alle onderzoeken afgerond en zonodig biopten genomen en onderzocht en weet je of het goed of fout is. Heel wat anders dan het lange wachten dat wij hier in onze streekziekenhuizen moeten doen. Meer dan 4 weken al zijn we onderweg.

Daar is echter niet veel aan te doen, dus we moeten het maar nemen zoals het gaat. Wat het AVL gaat zeggen is nog koffiedik kijken. Als ze hetzelfde zeggen is het duidelijk. Is dat niet het geval, dan wordt het weer dubben. Want dat betekent waarschijnlijk langer wachten, maar wel een betere methode. En ik wil die gezwellen kwijt. Ze plagen me, vooral die onder mijn arm en ik heb het gevoel alsof ik op een tijdbom leef.

Overigens merk ik wel dat je heel alert moet zijn en je plaatsje echt moet bevechten. De operatie wilden ze veel later laten plaatsvinden, toen ik de zorgverzekering had ingeschakeld werd het tijdstip naar voren gehaald. Mijn gegevens lagen bij het Antoni van Leeuwenhoek, maar ik hoorde steeds niets. Toen toch maar zelf gebeld om te vragen of ik snel kon komen. Het heeft namelijk weinig zin om een second opinion aan te vragen als je al onder het mes bent geweest!

Verdomme ook geen Oerol

Morgen begint de voorverkoop voor het Oerolfestival. Normaliter zat ik dan ’s ochtends gewapend met het programma, een uitgebreide screening van tijden en locaties en mijn pinpas in de aanslag. Maar nu niet. Want we gaan niet naar Oerol. Als ik niet net geopereerd ben, zal dat gaan gebeuren of ik zit al in een ander traject. Stiekem hoop ik nog wel dat we een dagje kunnen gaan, maar als ik echt op 5 juni wordt geopereerd zoals nu het plan is, wordt dat niets.

Dat we niet naar Oerol gaan betekent breken met een traditie van 25 jaar. Anneloes, mijn beste vriendin die in Zwitserland woont en ik gaan al een kwart eeuw. Het is elk jaar een soort reünietje waarin we dagen samen zijn, veel drinken, veel lachen, veel mooie dingen zien en heel veel dansen. Hoe belachelijk het ook klinkt in een periode van ziek zijn, ik ben er ook een beetje ziek van dat dit nu dit jaar niet doorgaat.

Ook moet ik Piet, Jos en Jan nog afbellen. Al jaren staan we avond aan avond aan de tap, vertellen we elkaar de verhalen van de afgelopen periode en drinken we even bij. En Jos kookt een avond en dan mogen we aanschuiven aan de tafel van de campinghouder en zijn vrouw. Die inmiddels ook vrienden zijn geworden.

Anneloes en ik spraken elkaar vrijdag nog en gaven elkaar bijna in tranen te kennen dat we het programmaboekje maar ergens diep weg hebben gestopt. En dat we de mail over de vriendenvoorverkoop (natuurlijk zijn we vrienden) maar in de prullenbak hebben gemieterd. Het is de eerste keer dat het niet door kan gaan, terwijl zoveel andere keren er ook roet in het eten dreigde te worden gegooid. Mijn ouders ernstig ziek, haar moeder ernstig ziek. Toch gingen we. In de periode dat mijn moeder zo ziek was, maakten we nog wel de overstap naar huis om daar te kijken hoe het ging. Maar daarna gingen we terug. En nu helemaal niets. Ik baal verschrikkelijk dat ik er niet bij ben dit jaar.

Hoe ik ontdekte dat ik borstkanker had

Op donderdag 5 april ging ik naar de dokter omdat ik al een paar weken een knobbeltje onder mijn arm had zitten. Dat had ik wel vaker, maar dan was het meestal een ontstoken zweetklier dus ik besteedde er eerst niet zoveel aandacht aan. Maar toen hij niet verdween ging ik voor Pasen naar de dokter. Die maakte er ook niet zoveel van, maar stuurde me wel door naar de chirurg. Toen ik daar kwam op 17 april was die al veel bezorgder. Hij sprak direct over kanker. Ik werd toen al wat bang, maar kon me nauwelijks voorstellen dat er iets aan de hand was. Ik was wel moe, maar ik slikte ook een heftig middel tegen een schimmelinfectie dat dit kon veroorzaken. Verder voelde ik me goed: ik stond drie keer per week in de sportschool, was net de bush bush in geweest in Afrika en voelde me oké. De chirurg beval nader onderzoek. Een echo van de bult, een punctie van de bult en een mammografie. In augustus van het jaar daarvoor was nog een mammografie gemaakt en daar was helemaal niets op te zien geweest. Ik heb last van mastheopathie en ging trouw naar de dokter als ik iets in mijn borst voelde. Het antwoord was tot dan geweest dat er niets aan de hand was. Op woensdag 25 april meldde ik me in het ziekenhuis voor een punctie van de bult onder mijn arm, een mammografie en een echo. Daar gekomen bleek dat ze de mammografie niet hadden afgesproken, maar de aardige assistent van de radioloog schoof me er nog even tussen. Ik weer van het bed af waar de punctie moest worden genomen, want ik lag al klaar.
De mammografie was snel gemaakt, maar vervolgens duurde het heel lang voordat de radioloog langs kwam. Nog niets vermoedend lag ik redelijk op mijn gemak te wachten op de punctie (niet wetend hoe die gedaan werd) toen hij de nare woorden sprak dat hij ook iets in mijn borst zag en daar ook biopten van wilde nemen. Eigenlijk wist ik toen al dat het foute boel was. Het prikken van de biopten in borst en onder de arm vond ik niet pijnlijk. De bult onder de arm werd zo gedaan, zonder verdoving en daar voelde ik eigenlijk niets meer van dan een prikje. De borst werd verdoofd met een middel dat direct werkte en vervolgens werden er drie flinke wormpjes met een enorme naald uit de rare vlek gehaald. De radioloog liet ze me nog zien en ik wist dat ik naar iets zat te kijken dat niet goed was. Mijn borst was de dag erna vreselijk gevoelig. Nog een dag later pimpelpaars en blauw en op Hemelvaartsdag 17 mei is hij nog steeds blauw. Er volgde een week vol onzekerheid. Ik lichtte mijn omgeving wel in en zei erbij dat ze moesten uitgaan van het ergste. Mijn broer ging mee naar de uitslag en ook hem waarschuwde ik vooraf dat hij rekening moest houden met een nare uitslag. Een uitslag die we de laatste jaren al 4 keer eerder hadden gehoord: eerst bij onze ouders, toen bij onze beste vriendin en vervolgens bij haar vader. Ze stierven alle vier aan kanker. Nog amper binnen op het spreekuur sprak de chirurg meteen uit wat ik al gedacht had: er waren zowel in de borst als in de oksel maligne (kwaadaardige kankercellen) aangetroffen. Mijn wereld stortte in. Ze deed nog wel een heel verhaal, maar veel daarvan is niet blijven hangen. Ik wist zelf ook wel wat er daarna moest gebeuren: verder onderzoek naar meer uitzaaiingen.

maandag 14 mei 2012

De dag van de waarheid: zijn er uitzaaiingen of niet?

Halve avond geslapen. Ik ben moe. Komt het van de ziekte die door mijn lijf rondwaart? Komt het door de slaappillen die me in de nacht uit de paniek moeten halen? Ik ben moe, maar ik voel ook van alles. In mijn liezen (daar waar ook lymfeklieren zitten), in mijn rug, in mijn zij. Niets is meer vertrouwd aan dat lijf, het is niet meer te vertrouwen. Voor mijn gevoel heb ik het altijd goed verzorgd. Goed eten, niet te veel drinken, altijd sporten. Verdriet was er echter wel in overvloed. Vanaf jonge leeftijd een vloedgolf van verdriet en onheil, van ziekte en dood. Zet dat zich vast in je lijf en verkankert je dat? En zou het eigenlijk dan nu niet logisch zijn dat nu ik eindelijk mijn draai heb gevonden, de doden hun rust een beetje hebben gevonden en ik me ook een beetje kon verzoenen met hun versterven dat het grote genieten moest gaan beginnen? Zo werkt het dus blijkbaar helemaal niet. Ik neem me voor om het mediteren weer op te pakken, maar heb er op dit moment helemaal geen rust voor. De spierspanning in mijn lijf is groter dan ooit. Ik voel het, maar kan het niet terugduwen. Ik maak een lijst. Van de vragen die ik morgen aan de chirurg wil stellen. Nog maar twee weken geleden werd de diagnose gesteld en nu al ben ik klinisch bezig met het opstellen van mijn vragen. Vragen die allemaal wegvallen als er elders ook kanker wordt aangetroffen met een moeilijk woord metastasen genoemd. Ik durf het bijna niet op te schrijven, omdat het lijkt omdat ik mijn lot daarmee bezegel. Ik stel imaginaire vragen over een borstreconstructie, maar mag blij zijn als me morgen het leven wordt gegeven besef ik me. Ik stel vragen over een second opinion en weet dat ook dit een strijd wordt. Ziekenhuizen hebben belangen bij patiënten en geven hun mensen niet graag over. Het Antoni van Leeuwenhoek, het beste kankerziekenhuis van Nederland heeft het bovendien zo druk dat je daar maar heel moeilijk binnenkomt. Mijn omgeving dringt aan om daar toch in ieder geval naartoe te gaan. Ze pushen, maar hebben niet in de gaten dat ik dat ijzer niet met handen kan breken. Bovendien heb ik haast. Ik wil die gezwellen uit mijn lijf. Soms ben ik geneigd om zelf een mes te pakken en het er uit te snijden, zo naar voelt het om iets in je te hebben dat er niet hoort en dat je kan doden. Morgen: de dag van de waarheid. Ik ben doodsbang.

Boer Doede uit Boer zoekt Vrouw

Boer Doede uit Boer zoekt Vrouw. Hij deed twee jaar geleden mee en nu zijn we al vele boeren verder. Maar in de waan van die dag, schreef ik dit over Boer Doede.

Maandagmiddag laat kwam het bericht binnen van de centrale internetredactie: ook bij ons in de gemeente doet een boer mee aan Boer zoekt Vrouw. Heel toevallig had ik zondagavond gekeken en ik vond al wel dat Boer Doede heel erg dicht in de buurt woonde als ik naar het kaartje keek. Dat hij uit Bantega komt kon ik er niet op uit maken. Wat het is aan dat programma weet ik niet, maar het is toch een soort feel good idee.

Waarom meedoen aan Boer zoekt vrouw

 Mannen met overalls, hun voeten gestoken in traditionele groene laarzen, doorwinterde koppen. Geen luxe design interieur, geen opsmuk of gedoe, gewoon de mannen (en een vrouw meende ik) die aan de partner willen. Met mijn ouders keek ik altijd steevast op de zondagavond naar de verrichtingen van de heren. Die avond was ons heilig, ik gooide er alles voor om. Op de zondagavond was ik bij hen en keken we, bespraken we en schatten we kansen in. En vonden we sommigen enorme horken, wisten we dat het bij dat ene stel nooit goed zou komen en dat voor anderen het woord liefde tot dan niet bepaald een werkwoord was geweest En nu doet opeens ook Boer Doede mee. Zomaar voor het grijpen ligt hij, meisjes uit Lemsterland.



Geen privacy

Overigens heb ik de grootste bewondering voor het feit dat mensen zo hun hele hebben en houden voor de tv willen laten zien. Je kwetsbaarheid, maar ook je privacy en je leefruimte. Want het kan straks zo maar zo zijn dat Boer Doede opeens drie dames een week lang om de tenen heeft. Die naar de wc moeten en daar enorm gaan zitten stinken, die moeten douchen en haren in de putjes laten liggen, die moeten eten en drinken en die hij moet vermaken. Persoonlijk word ik al moe van het idee alleen al, maar daar schort het bij mij dan misschien ook wel aan. Ik heb niet alles over voor die grote liefde. Dus ik zou nooit schrijven, laat staan me opgeven (gesteld dat ik een boerin zou zijn). Heel even had ik gisteravond wel even de aandrang om te schrijven. Maar toen bleek de leukste boer voor mij op zoek naar een andere man. En een man, dat ben ik niet.

zondag 13 mei 2012

De aardbeienjongen en één borst

Op de Lentefair van onder andere mijn opdrachtgever NDC Mediagroep stond een jongen met aardbeien. Een leuke jongen. Met lekkere aardbeien. Hij had ook asperges moeten hebben, maar die waren al op toen wij kwamen. En juist die asperges wilde ik, want daar ben ik dol op. We flirten wat, want in flirten ben ik goed al zeg ik het zelf. We flirten zo erg dat hij opeens aanbood om dan maar asperges bij me thuis te brengen. Hij keek me schalks aan. Met een blik die misschien wel een waarheid in zich had dat hij die belofte echt wilde houden. De zin die op mijn lippen lag sprak ik niet uit. Ik heb hem nog wel toegefluisterd dat er redenen waren die me nu even tegenhielden. Alles uit het leven halen voordat het leven anders wordt is wel het motto, maar dat is toch wel verdomde moeilijk als je net te horen hebt gekregen dat je kanker hebt en niet weet welke kant het uitgaat. Bovendien heb ik een heel blauwe en zere borst door de biopten. Het lijkt alsof ik haar al wat heb afgeschreven mama nummer 1. Mijn favoriete borst, de linker, altijd al geweest. En nu laat ze me zo in de steek. Of laat ik haar in de steek? De aardbeienjongen krijgt haar in ieder geval niet te zien en misschien krijgt niemand haar nog wel te zien als ze door de ziekte helemaal moet verdwijnen. En dan is het nog de vraag of er überhaupt nog wel iemand is die mijn bovenkant nog wil zien. Ben je al jaren met je man, dan lijkt me dat een iets gemakkelijker situatie. Nog moeilijk, daar niet van. Maar een one-night-stand of een nieuwe liefde je Amazone boezem moeten tonen, ik weet het niet. Daarom heb ik het maar niet gevraagd aan de aardbeienjongen: of hij me ook nog asperges zou brengen als ik nog maar één borst zou hebben.

maandag 30 april 2012

Lieve Koningin

Excuseer me dat ik u aanspreek met lief, maar ik vind dat u in deze barre tijden wel wat liefde kunt gebruiken, beste Koningin. Er is in uw leven de afgelopen maanden heel wat gebeurd en wat dat is weten we allemaal. Tenslotte werd u op de meest schrijnende momenten vastgelegd door camera’s en wilden ze allemaal weten wat u voelde. Volgens mij hoef je geen professor te zijn om te weten wat iemand voelt als je zoon lang onder een lawine heeft gelegen en daarna in coma is geraakt en daar waarschijnlijk nooit meer uitkomt. Of je nu koningin bent of gewoon interieurverzorgster, of je nu blank, zwart, geel of iets daar tussen in bent, die gevoelens kennen we allemaal. Feit is wel dat u vandaag weer uw mooiste gezicht moet opzetten om mee te gaan doen aan Koninginnedag. Ik vraag me in alle eerlijkheid af hoe u dat doet. Gewoon meedoen met koekhappen en bosjes bloemen aannemen, Oud Hollandsche spelen bekijken en oude ambachten en alsmaar blijven lachen. Het gepeupel vermaakt zich ondertussen in alle grote steden met veel drank en muziek en in kleinere plaatsen worden markten gehouden en muziek gespeeld. Natuurlijk kan dat allemaal door blijven gaan, u hebt zelfs gezegd dat dit moest. Maar wilde u dat nu echt? In de hele rij familie die u meeneemt op uw Koninginnedagtocht ontbreekt namelijk wel iemand. Voor de eerste keer. En al die eerste keren zijn altijd het moeilijkst, weet ik uit ervaring. Zou u nu toch niet veel liever gewoon met een glas sherry op de bank gaan liggen die dag en hem helemaal vergeten, die Koninginnedag. Gewoon omdat nooit meer iets hetzelfde zal zijn en je daar soms alleen maar verschrikkelijk om kunt janken en helemaal niet je leukste gezicht wilt opzetten en wilt lachen? Overigens bent u niet de enige die dit masker op moet zetten. Ook de andere leden van het Koninklijk huis, uw familie dus, moet zich die dag goed houden. De broers van, de echtgenotes van, de neven en nichten van. Allemaal samen in dat ene verdriet. Terwijl Nederland oranje kleurt en er overal uitbundig feest wordt gevierd, hoop ik dat er hier en daar ook nog eens aan dat grote verdriet wordt gedacht.

woensdag 18 april 2012

Een beetje murw


Het begon met een bult onder mijn arm. Zomaar zo’n zes weken geleden. Ik zat met mijn hand onder mijn arm en dacht: wat zit daar? Even gevoeld en er zat een bult. Een flinke bult. Je kon hem heen en weer schuiven.

Niets aan de hand dacht ik nog, want ik heb wel vaker een ontstoken zweetklier gehad die vanzelf verdween. Maar dit ding verdween niet. Sterker nog, ik begon er last van te krijgen. Toch nog weer een weekje wachten, tot ik voor de Pasen vond dat ik nu toch echt maar naar de dokter moest gaan. Eenduidigheid was er niet over.

Wel een lymfeklier zei die, maar of het iets ernstigs was? Doorsturen naar de chirurg dus. En daar zat ik dan gisteren. Met bezweette oksels die werden betast door de handen van de chirurg. Kuipers stond er op zijn naamkaartje. Hij voelde niet alleen die kant, ook de andere. En mijn armen. En keek naar de status van mijn laatste borstonderzoek. En verordonneerde toen een groot aantal onderzoeken.

Een punctie, een echo en een mammografie. De cellen op kweek, kijken wat er in de borst zelf speelt (die ook niet bultvrij zijn, maar dat zijn ze al jaren niet) en kijken naar de bult met een echoapparaat. Vervolgens kwam hij met drie opties: Twee daarvan waren kanker. De derde een ontsteking. Onderzoek moet uitmaken wat het nu werkelijk is.

En het maakt me eerlijk gezegd toch wel wat bang. Ik heb drie keer naast iemand gezeten die zijn doodsvonnis kreeg te horen en alle drie keren is het alsof de grond onder je voeten verdwijnt.

Van “Het kan niet waar zijn” tot “Wat valt er nog aan te doen.” Ik was degene die het niet zelf betrof, maar mijn hart brak. Elke keer opnieuw vroeg ik me af hoe iemand zo’n vonnis toch gewoon kan aanhoren en wat hij of zij dan denkt. Natuurlijk spraken we daar over, maar wat er werkelijk in iemand omgaat is natuurlijk toch altijd de vraag. Zo ben je gezond, zo is het gebeurd met je.

En bij mij hoeft dit natuurlijk helemaal niet ernstig te zijn. Kwam nog een kennis tegen die voor hetzelfde was gekomen en waarbij een cyste was weggehaald. Zo kan het dus ook lopen. Maar de k-ziekte is wel dichterbij gekomen, terwijl ik er altijd van overtuigd bent geweest dat ik daar nooit door getroffen zou kunnen worden. En nu ben ik dus wat murw, hang maar wat rond en kom tot niets. Hadden zij dat ook zou ik willen vragen. Maar zij zijn er dus allemaal al niet meer.

maandag 16 april 2012

Haastklus zet burgers buitenspel

Het lijkt erop dat het college dat zich bezighoudt met de fusie van de gemeenten Lemsterland, Skarsterlân en Gaasterlân-Sleat van plan zijn om alles er zo snel mogelijk door heen te jagen. Dat was al zo toen de ambtelijke fusie op het programma stond, nu is dat weer het geval met de bezuinigingen.

Alle burgers samen in deze drie gemeenten staan voor een bezuinigingsoperatie van maar liefst 6,6 miljoen euro. Dat is enorm veel geld. Pas tijdens Pasen (wat een onchristelijk tijdstip om een uitnodiging te versturen) werden partijen die de dupe worden van die bezuinigingen op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot inspraak.

Voor velen was die termijn veel te kort en zij lieten dan ook niets van zich horen. Anderen die dat wel deden, mochten zegge en schrijve 5 minuten iets vertellen over wat die bezuinigingen voor hen dan inhouden en waarom ze niet doorgevoerd zouden moeten worden. Daarna is het aan de gemeenteraden om te beoordelen of die partijen inderdaad gekort kunnen worden of niet.

Huren van sportvelden gaan met 100 procent omhoog, mensen die hulp nodig hebben kunnen dat voor een groot deel op hun buik schrijven, jongeren die ondersteuning zouden moeten krijgen, krijgen dat ook niet meer. Op de lange duur wordt dat naar mijn mening een veel duurder verhaal. Want waar je wat dat betreft nu op bezuinigt, krijg je in een later stadium gepresenteerd in rekeningvorm die zijn weerga niet kent.

Dat er overigens bezuinigd moet worden, is niet iets dat de drie gemeenten zelf hebben bedacht. Vooral de landelijke overheid dwingt daartoe, omdat ze steeds minder geld geeft voor steeds meer taken. Dat is dan ook het punt niet. Vraag is wel of je je burgers op deze manier zo'n bezuinigingsronde door de strot moet duwen. Er is met niemand gesproken, mensen krijgen een uitnodiging op een moment dat velen er helemaal niet zijn en wie belangstelling heeft wordt geacht zelf stappen te ondernemen. Dat is nu niet bepaald mijn idee van het bestuur dicht bij de burger.

Dat in juni alles bovendien al besloten moet zijn, maakt het bijna onmogelijk voor instellingen en clubs om alternatieven aan te dragen of te kijken naar de mogelijkheid om bepaalde bezuinigingen toch te kunnen dragen. De nieuwe gemeente moet er eentje zijn waarin iedereen zich herkent, zo staat in alle officiële documenten. Maar nog voordat er een nieuwe gemeente is, is er van herkenning, laat staan van erkenning enige sprake. De enige hoop die burgers nu nog kunnen hebben is dat de raden zich verstandig uitlaten over deze bezuinigingen.

maandag 9 april 2012

Maakbaarheid: mijn neus


In mijn twittertimeline (ja zo heet dat nu eenmaal) verschijnt een bericht. Over waar mensen die aan het sterven zijn spijt over hebben.

Klaarblijkelijk is daar onderzoek naar gedaan en allerlei zaken komen er in naar voren. Te weinig over hun emoties gepraat, te weinig tijd besteed aan hun dierbaren, te veel gewerkt. Er wordt een opmerking bij gemaakt dat dit allemaal te verhelpen is als je je maar laat coachen voordat je gaat hemelen. Dan ga je dus blijkbaar lekker dood.

Ik geloof niet zo in lekker doodgaan
Ik geloof niet zo in lekker doodgaan. Wel in dat de dood een verlossing kan zijn, als het leven of ziekte te veel worden. Maar verder is doodgaan mooi klote, als je het mij vraagt. Het is een eenzaam proces, want je moet die weg alleen gaan. Je weet niet wat je te wachten staat en hoe naar je je gaat voelen in de laatste minuten. En je laat allemaal verdrietige dierbaren achter. En ook dat gaat de meeste mensen niet bepaald in de koude kleren zitten, dus zeg me nu niet dat doodgaan het leukste is wat er is.

Dat het proces dan ook nog eens maakbaar wordt gemaakt, snap ik helemaal niet. Het is wel de trend tegenwoordig, alles is maakbaar. Je bepaalt je eigen geluk, je bepaalt je eigen leven, je bepaalt alles. De grootste kul die er maar is vind ik.

Op de meeste belangrijke zaken heb je totaal geen invloed en het is een kwestie van domme pech of vet geluk als het leven je wel toelacht. Ik heb een dikke bult onder mijn arm zitten op dit moment. De chirurg zal die waarschijnlijk weg gaan halen en als ik geluk heb is het gewoon een ontstoken iets. Heb ik pech dan is het heel iets anders en dan moet ik misschien binnenkort wel op die cursus mooi doodgaan. Dat hoort niet op mijn leeftijd. Maar dat hoorde ook niet toen mijn beste vriendin op haar 45-ste doodging aan die k-ziekte.

De maakbaarheidmythe is naar mijn idee ook volledig doorgeschoten. Als je je maar voldoende inzet en genoeg cursussen en ontwikkelingsopleidingen volgt, dan kom je er wel. Afgezien van het feit dat voor die cursussen veel geld nodig is dat heel veel mensen niet hebben, is het ook niet iedereen geestelijk gegeven dat te kunnen doen. De één wordt nu eenmaal met een gouden lepel in de mond geboren, de ander zou al lang blij zijn als er überhaupt iets zou liggen op die lepel. En als je lichaam het af laat weten, dan kun je het helemaal wel shaken. Het beste maken van wat er is, dat is dan je enige optie. Maar dat is naar mijn idee het hele leven. Maakbaarheid; mijn neus.

maandag 2 april 2012

Ontwikkelingshulp

De roep om de ontwikkelingshulp fors te verlagen weerklinkt steeds luider. Er moet in ons land bezuinigd worden en dat betekent volgens velen dat mensen in veel slechtere omstandigheden maar niets meer moeten krijgen.

Nu ben ik het er mee eens dat in landen waarvan niet duidelijk is waar het geld naartoe gaat, of waarvan we weten dat het in de zakken van corrupte overheidslieden terechtkomt andere hulp nodig is. Hulp die direct naar de mensen gaat die het wel nodig hebben. Het lijkt me toch dat dit te organiseren valt.

Maar in andere gevallen, ben ik er pertinent tegen om die hulp te verminderen. Niet alleen omdat wij het hier helemaal zo slecht nog steeds niet hebben als je kijkt dat we allemaal een dak boven ons hoofd hebben en drie keer per dag kunnen eten.

Maar vooral omdat wij als rijk westen menen iedereen in ontwikkelingslanden te moeten uitbuiten. Wie van ons loopt er niet in een truitje dat in Bangladesh, Sri Lanka, China of een ander land is gemaakt? We willen niet meer dan 10 euro betalen voor een kledingstuk dat van de andere kant van de wereld komt. Terwijl we weten dat mensen aan die andere kant van de planeet die in veel mindere omstandigheden zijn geboren, misschien nog geen 25 eurocent voor krijgen terwijl ze zich uit de naad werken.

We halen IPhones uit China die worden gemaakt in fabrieken waar mensen onmogelijke uren maken voor een belachelijk laag loon. We kopen cadeautjes voor een paar euro en beseffen niet of willen niet beseffen dat daarvoor kinderhanden worden ingezet. Ontwikkelingshulp stopzetten is prima, maar dan betekent het ook dat we hier onze verantwoordelijkheid nemen. Dat we mensen fatsoenlijk betalen voor wat ze doen, dat we hier normale prijzen betalen voor producten die daar gemaakt worden en dat we er ook op toezien dat er meer geld naar de arbeiders gaat. En dat ze onder betere omstandigheden kunnen werken.


Bovendien vergeten we gemakshalve ook maar dat wij al die mensen aan de andere kant letterlijk het brood uit hun mond stoten. Door ons consumptiepatroon waarbij elke dag vlees (en nog veel meer, want wat kunnen we hier eigenlijk niet krijgen) op het menu staat, betekent dat er voor hen veel minder graan is. Want voor elke kilo vlees is wel 6 kilo graan nodig. En van 6 kilo graan kunnen flink wat monden gevoed worden. Hier zien we niet op een onsje meer of minder, maar als je bij elke hap denkt aan een mond elders waar bijna niets ingaat, zou het niet misstaan om anderen ook een menswaardig bestaan te gunnen.

woensdag 21 maart 2012

Geweten, fijn dat je het hebt

Het fijne van het hebben van een geweten is, dat je er door geremd wordt om dingen te doen die niet kunnen of die andere mensen schade aanbrengen. Nu is schade aanbrengen een breed begrip. Maar van Robert M., de verdachte in een grootschalige misbruikzaak van zeer kleine kinderen, kunnen we toch wel zeggen dat die innmiddels flink wat schade heeft aangericht bij kinderen die soms net geboren waren, aldus de gruwelijke details.

Met mij hebben veel mensen vorige week waarschijnlijk moeten aanschouwen dat zo’n vent dan ook nog eens hondsbrutaal is en blijkbaar totaal geen geweten heeft. Eerst vond hij dat ouders niet uit de doeken mochten doen wat ze vonden van het misbruik. Toen de rechters toch oordeelden dat dit mocht, wraakte hij hen of probeerde dat althans. Zij zouden bevooroordeeld zijn.

Overigens lijkt het me vrij moeilijk om niet bevooroordeeld te zijn. Niet alleen heeft hij al bekend, dus je weet dat het waar is. Maar dit soort zaken doet de wereld op zijn grondvesten trillen. De veiligheid van je kind is het hoogste goed wat er is en als degene die die veiligheid zou moeten bieden dat volledig misbruikt, waar blijf je dan nog?

Vervolgens kregen we een enorme litanie over hoe zielig hij was en dat zijn aandoening een vloek is. En dat zal het ook beslist wel zijn. Persoonlijk kan ik me niet voorstellen dat je opgewonden wordt van een kind, maar als dat in je systeem zit zal dat best ingewikkeld zijn. Alleen daarvoor hebben we normaal gesproken dat geweten.

Opgewonden van geld
Zo word ik best opgewonden van veel geld hebben. Als ik veel pecunia zou hebben zou ik namelijk voortdurend op reis zijn. Maar ik heb niet veel geld. Dus ben ik niet voortdurend op reis. Veel geld kun je natuurlijk wel krijgen. Niet door eerzaam werken vaak, want de meeste mensen worden daarvan niet zo heel rijk. Of je moet al net een bijzondere slag slaan. Maar meestal word je loaded door mensen op te lichten, een bank te overvallen of gewoon door ordinair van anderen te stelen. En hoe graag ik ook zou willen reizen, dat voorkomt mijn geweten dan eenvoudig.

Robert M. beweerde dat hij jarenlang gevochten heeft tegen zijn “aandoening”. Yes right dacht ik. Dan ga je ook in de kinderopvang werken. Over de kat op het spek binden gesproken. En dan maak je al die ellende ook nog te gelde door van je walgelijke acties ook nog kinderporno te maken. Is zeker een heel kortdurend gevecht geweest dan. Van een minuut of zo. Typische psychopaat. Dus castreren die man. Direct en zonder voorbehoud.

maandag 5 maart 2012

Ambtenaren als proppers

Proppers zijn meisjes en jongens die in levendige toeristencentra klanten werven voor discotheken, restaurants en kroegen. Ondernemers in Lemsterland willen van haar ambtenaren proppers maken.

De gemeente Lemsterland wil een onderzoek doen naar het winkelbestand in Lemmer. Hoe dat eruit gaat zien, weet ik niet. Misschien gaan ze met een lijst langs de winkels en inventariseren ze wat waar zit. Lijkt me niet zo moeilijk, maar misschien zit daar een diepere gedachte achter en wordt gevraagd wat de ondernemers meer nodig hebben van de lagere overheid.

Wat me bevreemdde was dat de ondernemers van Lemsterland momenteel ook actie willen van diezelfde gemeente op dat gebied. Want het is dramatisch gesteld met de winkelstand, dat kan iedereen zien. Om het pand staat er wel wat leeg, echt gezellig winkelen is er in sommige gedeelten beslist niet meer bij. En dat is ook voor het toerisme niet bepaald een goede zaak.

Mes op de keel?
Ik zie alleen niet in, hoe de gemeente dat moet veranderen. Er is momenteel een fikse crisis aan de gang en die is al geruime tijd bezig. Winkelen is niet meer het winkelen wat het vroeger was; we shoppen steeds meer online. Dat betekent dat fysieke winkels nu eenmaal verdwijnen. Daar kun je van vinden wat je wilt, maar het is een feit. Maar wat moet de gemeente daar dan aan doen? Ambtenaren inzetten om lopende mensen winkels in te trekken en hen daar vervolgens een mes op de keel zetten als ze niets kopen? Panden aanbieden met enorm lage huren?

Mensen opleiden tot ondernemers? Mensen met een uitkering geld geven zodat ze een nering kunnen leiden? Het lijkt allemaal niet zo voor de hand liggend. En op het gebied van panden lijkt me dat ook niet bepaald logisch, aangezien de gemeente zelf volgens mij weinig meer panden bezit dan gemeentekantoor en gemeentehuis, Pasveer, de Steke en wat andere objecten waar mensen volgens mij niet snel gaan winkelen. Even een leuk cadeautje van De Steke halen? Ik weet het niet, maar ik geloof niet dat ik de eerste zou zijn om daar voor te opteren.

De inrichting van het dorp is natuurlijk wel van belang voor de leefbaarheid van elke gemeenschap, maar het blijft een feit dat mensen de hand op de knip houden en velen bang zijn voor verlies van baan en inkomen. Aan die zaken kan niemand iets doen, net zoals de ondernemers die inmiddels hebben moeten vertrekken dat niet konden. Ze kunnen hooguit vastgoedeigenaren die nog steeds de hoofdprijs vragen (en die liever leegstand lijken te willen dan dat ze nog iets opstrijken per maand) kunnen wijzen op hun verantwoordelijkheid. Maar of dat helpt? Ik vind dat een gemeente veel zaken zou moeten regelen voor haar inwoners, maar klanten naar winkels trekken lijkt me niet bepaald haar taak.

Het nieuwe eten: een raar roze goedje

Iemand in mijn omgeving loopt de hele dag met een beker te sjouwen. Daar gaat iets in, daar wordt dan water bij gegooid. Er wordt flink mee geschud en het resultaat is niet om aan te zien. Een soort roze heel vies uitziend goedje.

Ik dacht eerst nog dat ze er behang mee ging plakken, maar ze bleek er heel iets anders mee te doen. Het goedje werd namelijk nog een keertje geschud, werd daarna in een plastic bekertje gegoten en vervolgens kwam het in haar keel terecht. Toch wel enigszins geïnteresseerd vroeg ik wat ze daar toch in hemelsnaam aan het drinken was. En vooral waarom.

Want ik zie haar nooit met een stuk brood, een appel of iets dat onder de noemer vast voedsel kan worden geschaard. Het bleek een shake, bedoeld om mee af te vallen. Alles zit blijkbaar in dat fluorescerende spul, het smaakt ook nog ergens naar en je valt er van als af als een gek. Ze was al 11 kilo kwijt. Goed van dat afvallen, maar ik vroeg haar of ze dan 's avonds gewoon mocht eten. Nee, dat zat er voorlopig nog niet in. Pas over een tijdje werd er " afgebouwd".

Alsof je aan de drugs bent, dacht ik, maar ik hield mijn mond maar. In de afbouwfase mocht ze dan weer eens iets vastigs eten. Op mijn vraag of je daarna dan niet direct weer tien kilo op je kont hebt zitten als je weer gewoon gaat eten, kwam een hele venijnige blik. Hoe durfde ik het te vragen!

Toen ik zei dat ik niet geloof in dat soort van onzinnige eetpatronen was de boot natuurlijk aan. Want ik ben slank en ik heb daar dus geen verstand van. Toen ik zei dat ik inderdaad slank ben, maar dat dit komt omdat ik op mijn eten en drinken pas en 3 tot 4 keer in de week sport, wilde ze me inmiddels wel naar de maan schieten. Denk ik. Want dat iemand overgewicht heeft, ligt blijkbaar nooit aan iemands eetpatroon. Overigens zit ik er helemaal niet mee dat iemand een pondje meer heeft. Maar er zijn nu eenmaal gezondheidsrisico's en wie die niet wil lopen zal moeten afvallen.

Maar of dat nu op die manier moet? De drie kinderen in dat gezin leren dat eten een rozig goedje is dat je met water aanmaakt. Of als de shakeperiode over is dat eten uit heel veel verschillende smaken chips bestaat, met louter calorieën en geen enkele voedingsstof. Of een blikje cola met daarin 12 suikerklontjes. En ja dat vind ik vreemd.

Net zoals ik het aanbod in supermarkten exorbitant vind. Die zouden wat mij betreft mogen bestaan uit een groente en fruitafdeling, een vlees- en visafdeling, een schap met brood, rijst en pasta en zuivel. De rest is allemaal onzin, bevat meer troep dan goede zaken en kan wel weg. Dan hoeft ook niemand meer aan die rare drankjes.

maandag 20 februari 2012

Liet Fertriet

Prachtig bericht dacht ik toen ik een mail kreeg van iemand die liet weten dat maar liefst twee Lemster bands een eigen Fries nummer hebben geschreven en meedoen aan Liet 2012. Het zeg maar Songfestival voor Friesland, maar dan voor allerlei talen behalve het Engels.

Het vereist moed om in je memmetaal teksten te maken die ook nog iets te betekenen hebben. Dus prachtig. Alles direct op de website gezet, plaatje erbij (wat altijd moeilijk is, want pas dan kom je erachter hoe weinig plaatjes er vaak zijn van bands en van mensen en voorwerpen, want copyright schenden is ook not done). Enfin, het leek allemaal leuk. Ik kreeg zelfs een bedankje voor het feit dat het zo mooi op de site stond.

Tot de volgende dag iemand nog eens goed was gaan lezen en hij er blijkbaar achter kwam dat de datum niet klopte. Het Struikelblok speelde niet zoals genoemd op 10 maart, maar op 17 maart. Ik direct kijken in de mail die ik gekregen had. Daar stond toch echt 10 maart. Dan maar googelen. Op Liet vanzelfsprekend. Ja daar was wel een website van. Maar dan van de editie van 2011. Maar dat is een jaar geleden dus daar heb je niet zoveel aan.

Er stond wel een formulier op de pagina waar bands zich op konden geven. Maar dat leek me rijkelijk laat nu al bekend is wie er in de halve finales staan. Data en tijden van bands die het al gehaald hebben tot die halve finale waren niet te vinden. Is er dan misschien nog een webeditie van 2012? Alles bekeken, maar nee die is er ook niet. Dan maar zoeken naar een contactadres. Ja gevonden. Ergens onderaan de pagina. En wat schetst mijn verbazing: alleen een e-mail adres.

Maar als je heel snel wat wilt weten, pak ik liever de telefoon. Zeker zo vlak voor de deadline. Maar ja, als je geen telefoonnummer hebt, wordt dat wel erg moeilijk. Een postduif sturen is ook best handig, maar waar stuur je die dan naartoe? Gekeken naar de mail van degene die kond had gedaan van de halve finale. Ook geen telefoonnummer te bekennen. Ik zucht nog maar eens diep. Wat nu? Heel, heel misschien zit diegene wel de hele dag met zijn neus voor de PC en reageert hij gelijk. Toch maar snel even intypen dat iemand heeft gemeld dat de datum niet klopt en of dat dan wel weer klopt. Zowaar, nog geen vijf minuten bericht terug.

Het Struikelblok staat op 17 maart op de planken en gaat daar de sterren van de hemel zingen. Fryske sterren. Voorafgegaan door Fuze op 9 maart. Die ook de Fryske sterren van de hemel speelt. En ik? Ik zit met een zweetrug.

maandag 13 februari 2012

Die tocht toch

Je kunt er niet omheen om het over de tocht der tochten te hebben. Ander nieuws was er namelijk vorige week niet. Nederland leek Elfsteden te drinken en te eten en zelfs te ademen. En ik? Ik vond het behoorlijk overdreven. In eigen dorp zakten ze nog gewoon door het ijs en in “Holland” schreeuwden ze al dat het doorging. Overal verschenen hele foute vertalingen van Friese woorden, de ijsmeesters leken niet langer in Friesland maar in de hoofdstad van Nederland te wonen.

Opvallend hoe een volk dat normaal gesproken wordt betiteld als boeren opeens door iedereen omarmd en geliefd werd. Maar ik durf er flink wat om te verwedden dat als volgende maand een Fries iets te melden heeft over de economie hij weer net als voor de hype de grootste boer is omdat hij een accent heeft. En omdat half Nederland denkt dat we hier allemaal nog op klompen lopen en minimaal allemaal 1 koe in de tuin hebben staan, wordt hij dan ook echt niet meer serieus genomen.

Mooi vond ik het wel dat de rayonhoofden toch redelijk rustig leken te blijven onder al dat mediageweld. Want sorry, ik vond het mediageweld en ik had vaak plaatsvervangende schaamtegevoelens. Een kind dat in Luttelgeest de dood vond onder het ijs stond ergens onderin een kolom en werd voor de vorm nog even genoemd, maar de echte aandacht ging daar niet naar uit. In plaats daarvan werd iedereen met een meetstok en een prikstok bijna dag en nacht gestalkt door alles met een pen, een camera of een microfoon. Vaak keek ik vol verbazing naar de beelden. Het kwam mij voor alsof die journalisten dachten of er eigenlijk van overtuigd waren dat als ze maar lang genoeg keken het ijs dan door hun blik wel 15 centimeter zou worden.

En wie van ons dacht nu echt dat hij er zou komen? In mijn omgeving in ieder geval niemand. We hadden het ijs onderweg gezien en wisten: dit giet net oan. En nee, we zagen niet naar mollen of eenden, maar gewoon naar een ijslaagje dat nog veel te broos was en dat nooit van zijn leven 16.000 schaatsers zou kunnen houden.

Toen de tocht dan toch officieel was afgefloten stonden er weer media op die toch vonden dat ze iedereen naar de route moesten trekken. Om te schaatsen jawel. Een journalist van de Volkskrant schreef notabene dat het zo mooi schaatsen was dat heel Nederland moest komen. Ik vond hem de grootste idioot die er bestaat, maar op die Twitteropmerking heeft hij nooit gereageerd. Wat wil je met zo'n Friese naam. Boerin zeker.
Meisje