maandag 29 oktober 2018

Mistig schrijven: misschien een dagje meedraaien met de Thuiszorg?

Onze burgemeester heeft de neiging om artikelen van onze hand nogal eens te bekritiseren in zijn  weblog. Zo kopte hij deze keer ‘varen in de mist’. Ik had niet op een boot gezeten toen ik de tekst typte waar volgens hem niets van deugde. Maar de mist die kwam me wel bekend voor. Een nogal mistige tekst namelijk in wederom het kader van we doen alles zo goed.

Onderzoek sociaal domein De Fryske Marren

Opmerkelijk is dat de gemeente zelf een onderzoek heeft laten doen naar de (te) hoge kosten van het sociaal domein. Uit het lijvige en dure rapport (dat wij met z’n allen ook betalen) haalt ze zelf de positieve conclusie dat ‘de lasten in het sociaal domein van de Fryske Marren niet hoog zijn in vergelijking met andere gemeenten.’

3 miljoen niet voor sociaal domein, maar voor wegen en lantarenpalen

Wie het rapport echter doorspit, krijgt een heel ander beeld te zien. Uit het rapport blijkt namelijk dat 3 miljoen (van de 40 miljoen)  die bedoeld was voor het sociaal domein daar niet terecht is gekomen. Veel helderder kan je het niet krijgen zou je zeggen, zeker niet als je zelf opdracht hebt gegeven tot het inzichtelijk maken van die gegevens. Verder wordt met moeilijke woorden aangegeven dat dat geld (gegeven door de overheid aan de gemeente) niet kan worden gezien als een doeluitkering. Met andere woorden, je hoeft die euro’s niet te steken in het sociaal domein. Wat klopt. Maar daardoor is het antwoord op de vraag waar het geld dan wel naartoe is gegaan net zo mistig als die boot van de burgervader die maar wat ronddobbert. Want waar die 3 miljoen naartoe is gegaan, is volgens burgemeester en wethouders niet specifiek aan te geven. Wat natuurlijk ook al vreemd is: ik weet van elke cent uit mijn portemonnee waar hij naartoe gaat. En ik zou dat nog veel beter weten als het niet mijn eigen centen zouden zijn, maar die van de gemeenschap.

Centrumplan Lemmer

Wie even doorleest ziet echter dat geld via de algemene uitkering (waar die 3 miljoen dus in terecht is gekomen) onder andere is uitgegeven aan knooppunt Joure, centrumplan Lemmer en de upgrading van de N359 bij Lemmer. Straten in plaats van thuiszorg dus, wegen die nog steeds niet zijn zoals ze moeten in plaats van maatregelen bij schuldsanering.  Want, zo staat ook in het rapport – de gemeente doet het niet op alle fronten goed als het gaat om het sociaal domein. Zo heeft ze ‘sobere’ maatregelen voor basisondersteuning, inkomen en participatie en minimabeleid.

Wasmachine opsparen in de bijstand?

Dat blijkt wel: wie in de bijstand zit en zijn wasmachine na 30 jaar ziet stranden, krijgt bijvoorbeeld te horen dat hij of zij van die 800 euro toch gemakkelijk een nieuwe kan opsparen. Pardon? De burgemeester laat verder nog weten dat wie zorg nodig had, zorg kreeg. Dat daardoor het tekort is ontstaan. En daarmee slaat hij de plank volgens mij volledig mis. Misschien moet hij eens achter zijn computer vandaan komen en een dagje meedraaien met de Thuiszorg. Zien hoe deze mensen voor een schijtloon in 5 minuten iemand de steunkousen aan moet racen, terminale patiënten of eenzamen achter moeten laten die eigenlijk verlegen zitten om een praatje maar daar geen tijd voor is, thuiszorgwerkers met een 0-uren contract geen poot hebben om op te staan, maar wel in 2 uur een heel huis schoon maken moeten maken van iemand van in de 80 waarvoor ze eerst 3 uur hadden. Of om met eigen ogen te zien dat iemand van 80 of al om 7 uur in de ochtend op moet staan om gebaad te worden of moet wachten tot veel later op de dag en dus daarom de hele ochtend in de pyjama rondloopt of daarom maar in bed blijft liggen. Want dat, dat is de dagelijkse realiteit van het sociale domein.

Rijksoverheid geeft te weinig geld voor het sociaal domein

Al die feiten zijn overigens niet alleen de schuld van de gemeente daar heeft hij wel gelijk in: de rijksoverheid heeft veel minder geld gegeven aan de gemeente voor dezelfde taken en zou een vreselijke schop onder haar kont moeten krijgen. Maar als je 3 miljoen krijgt en dat niet uitgeeft aan het doel waar het eigenlijk voor bedoeld is, dan is het niet vreemd als je een vet tekort hebt. En daarover zou de gemeente zelf gewoon eerlijk moeten zijn. Misschien is zo’n dagje mee op stap in allerlei gebieden van het sociaal domein her en der dan ook echt nog zo’n raar idee nog niet. 


zaterdag 20 oktober 2018

Zomaar vier namen

Zomaar vier namen. Hans, Harry, Eibert en Chris. Zomaar schrijf ik, maar er was niets zomaar aan. Het lot dat deze mannen trof, kwam veel te vroeg, veel te naar, veel te oneerlijk en soms ook nog eens heel onverwacht.


Nee, ik kende ze niet alle vier. Sommigen van in de wandelgangen. De ander omdat hij de broer is van mijn arts. En omdat zijn vader en moeder een stuk volkstuin naast me hadden. We spraken er wel eens over: dat hij ziek was. Maar ook dat het best goed ging. Maar dat ze ook wel wisten dat dit ding, dit verschrikkelijk nare ding in zijn hoofd, eigenlijk niet te verslaan was.

Zeilmakerij

Met Eibert werkte ik op de zeilmakerij. Wel 35 jaar geleden, maar hij bleef me altijd bij. Grote stoere man die nooit al veel woorden vuil maakten aan alles, maar de mooiste sprayhoods en andere zeilboot zaken maakte. Gewoon zo’n man waar je op kunt bouwen, zo’n beer die je altijd tegenkwam op zijn fietsje.

Gewoon deel van

Hans, van zijn eigen zeilmakerij waar hij voor leefde. Maar ook omdat hij gewoon iemand was die bij Lemmer hoorde. Niet opvallend, maar gewoon deel van. Maar die ook bij zijn vrouw hoorde. Bij zijn kinderen hoorde.

Chris kende ik niet; maar zijn foto zei genoeg. Dat, zijn geboortedatum en het rijtje geliefden.

Leed en lijden

Vier jonge mensen in de bloei van hun leven. Die van alles hebben moeten doorstaan, die geliefden achterlaten. Hebben moeten achterlaten. Wiens geliefden, vrienden, familie nu verdriet hebben. Die misschien ook vrede hebben met het feit dat er in sommige gevallen nu geen leed meer is, maar die ongetwijfeld zelf lijden.  Ik hield de krant vast met hun namen in het zwart gedrukt en zag ernaast letters staan die zinnen vormden over dingen waar we wel invloed op kunnen hebben. We hebben het nog steeds niet begrepen dacht ik. Dat het eigenlijk alleen maar daar om draait. En dat ik, ondanks dat het mijn werk is, er deze keer eigenlijk geen woorden aan kan geven.

maandag 15 oktober 2018

First Dates

Als manlief het bed is ingedoken al vroeg in de avond, wordt bij mij de theepot volgeschonken, nestel ik me op de bank met een kleedje en kijk ik in opperste gelukzaligheid naar First Dates. Daarin mensen die elkaar nog nooit eerder hebben gezien, graag een relatie willen en onder een diner uitvinden of het er in zit.

Geluksmoment van de dag

Stoorzenders wil ik dan niet, het is mijn geluksmoment van de dag. Soms schreeuw ik tegen de vrouw dat zij stom is dat ze zo’n goede vent laat lopen. Soms zie ik wat sociaal onbeholpen mensen, die totaal niet weten hoe ze met het andere geslacht om moeten gaan. Pijnlijke stiltes, waarop ik dan altijd reageer met:’ toe dan, zeg dan wat.’ Maar die zo lief  zijn dat je ze direct wilt adopteren en wilt schrijven dat het echt wel goed komt. En soms zie ik klootzakken die ze uit het programma zouden moeten bannen.  Het programma duurt altijd te kort, geeft me net genoeg vitamine positiviteit om het tot de volgende dag uit te houden en  zet alles in een ander licht.

Jaren met dezelfde man

Het licht van je eigen dates zeg maar. Of eigenlijk je niet-dates. Als je al een aantal jaren met dezelfde man bent, zitten dates er niet meer in. Je bent niet meer zenuwachtig om elkaar te ontmoeten, de haren op je benen groeien soms toch net iets te lang door en hij gooit steevast zijn sokken naar me waaraan ik moet snuffelen om aan te geven of ze nog een dag kunnen. En ja dat is niet echt romantisch of dateachtig.

Samen naar de supermarkt

Volgens hem is het moment dat ik in de ochtend naar de wc ben geweest en hij nietsvermoedend de plee instapt dat ook niet bepaald. Ook vindt hij het samen naar de supermarkt gaan om de dagelijkse boodschappen te halen enigszins een crime. Hij vraagt dan verveeld of ik nog eens opschiet, terwijl ik elk vak en elke aanbieding nog een keer van dichtbij wil bekijken.

Geen roze wolk meer

Zo gaan die dingen als je al langer bij elkaar bent en de roze wolk is overgegaan in gewoon een normale, maar wel comfortabele wolk. Daarbij komt dat we beide een ander beeld bij romantisch hebben. De bossen bloemen, de mooie kaarten of de weekendjes weg, het is niet zo zijn ding. Soms komt hij thuis met een flesje sap dat hij half leeggedronken heeft. Cadeautje zegt hij dan en vindt dat heel romantisch. En als ik een verjaardagskaart krijg, staat daar geen tekst in. Op de voorkant staat toch gefeliciteerd zegt hij dan. Wat waar is.

Grappig en goedlachs

Grappig is hij wel. En goedlachs. En hij kookt, zet thee voor me, stofzuigt, ruimte heel goed op, doet de was, maakt de auto schoon, masseert mijn nek en danst regelmatig voor me.

Lieve jongen ben ik zegt hij steevast als hij met een kopje thee aan komt zetten terwijl ik zit te werken. Ja, hoor zeg ik dan. Waarna ik aan zijn sokken ruik. Die heel vaak niet meer een dag aan kunnen. Terwijl hij vindt van wel.

maandag 8 oktober 2018

Een hartstochtelijk afscheid: maar dan met de hele familie



Op zaterdag voelde ik me gestrest. Zoals ik me eigenlijk altijd wel gehaast voel. Of het nu weekend is of door het week, het maakt tegenwoordig niet veel meer uit. Social media, telefoons, nieuws en werk. Alles gaat in een heel rap tempo door. We stonden net op het punt om naar het zoveelste interview te gaan toen de deurbel ging. Mijn tante. Dat ze ons gemist had. Wat je hart doet smelten. Maar ondertussen dacht ik wel aan dat interview.
Van manlief heb ik inmiddels wel geleerd dat je je tante niet voor de deur laat. Nu niet, nooit niet. En ook niet voor een interview, tenzij de mensen op je zitten te wachten. Dus dronken we thee, kletsen we bij, vroegen of ze brood wilde en toen kwam toch dat moment. Ik moest echt gaan.
Misschien wil je tante wel mee, zei lief.

De hele familie mee

Ik moest denken aan die eerste keer dat hij me naar het vliegveld bracht in zijn moederland. We waren zo bedroefd dat ik weg moest, we waren zo verliefd en wilden elkaar niet loslaten en toch was er geen andere keuze. Ik verwachtte een hartverscheurend afscheid waarbij we hartstochtelijk afscheid zouden nemen en hij vervolgens als een soort Remy een schim werd terwijl ik heel hard huilend naar die schim keek die achter dat simpele koord zou staan in die veel te hete hal.


Niks geen intiem afscheid

Dat liep anders: in plaats van alleen hij, stond de halve familie en zijn vriendenploeg achter dat koord. Niets geen privacy, iedereen die wilde, mocht mee om me uit te zwaaien. Door had ik dat eerst niet: ik dacht in mijn naïviteit eerst nog dat we al die mensen ergens zouden afzetten. Maar toen het vliegveld wel heel dichtbij kwam, besefte ik me wel dat er geen privé romantisch en dramatisch tafereel voor ons in het verschiet lag. Het werd een afscheid dat ik niet bepaald in gedachten had, maar waarvan ik inmiddels de schoonheid wel ben gaan inzien.
Dus tante mee – ja waarom denk ik daar zelf niet aan…. Tante stond aan de kant terwijl duikers in vies water allerlei zaken ophaalden. Liefje maakte de foto’s, ik interviewde. En daarna streken we neer op een zonnig terras. En daar plantte ze een kus op het hoofd van lief, aten we een gebakje, dronken een drankje, nam lief een dessert als lunch. Gewoon omdat het kon. En winkelden we nog wat en gingen we vervolgens naar weer een ander terras. Een middag met een gouden randje, die ik niet graag had willen missen.

Wethouders

Zulke middagen gun ik ook de twee wethouders die hebben aangegeven er mee te stoppen. Ze zijn op, de rek is er uit. Te zwaar, te veel, te veel druk, een gezondheid die hapert. Naar dacht ik toen ik het las. Niet dat ze stoppen, maar dat ze zolang zijn doorgegaan dat ze er last van krijgen. Dat er zoveel op hun schouders rust in deze roerige en stressvolle tijden dat het ze opbreekt. Dat we ons zo over de kop werken dat ons lijf gaat protesteren. Daarom wens ik hen heel veel van de middagen die we zaterdag met mijn tante hebben gehad. En desnoods met een panna cotta als lunch. Gewoon omdat het kan.

maandag 1 oktober 2018

Dichtbij Mick

Dichterbij Mick dan toen was ik nooit. De Mick, de one and only. The Rolling Stone van het eerste uur. Daar zat hij, gewoon een eitje te tikken in het plaatselijke Haje restaurant. En naast ons. Nog geen 3 meter van me verwijderd.  Eerst was hij me niet eens opgevallen: we zaten namelijk iets heel ernstigs te bespreken.

Engels praten

Maar toen hoorde ik opeens heel erg Engels praten. En ik heb daar iets mee: met dat Britse. De mannen rond de tafel waren een beetje hippieachtig. Ze tikten hun eitje, haalden wat worstjes, dronken hun thee en koffie. Smeerden een broodje. Een verlaat ontbijt zeg maar. Wij spraken over hele serieuze zaken met iemand en konden eigenlijk geen afleiding gebruiken. Maar op de één of andere manier werden mijn oren en ogen er toch naartoe getrokken.

Zal ik hem wat vragen?

En toen opeens herkende ik hem: van de foto die ik eerder in de krant had geplaatst. Hij trad op: in Balk en in Heerenveen. En wie dat wilde kon ook een meet and greet met hem hebben. Dat leek me leuk, maar ik was verhinderd. Big time. Jammer dacht ik. Maar ook: hoe zou dat zijn? Om zo dicht bij Mick te zijn? Maar ook hoe zou dat voor hem zijn? Zal ik het hem vragen dacht ik nog. Uit hoofde van de krant, want hij had tenslotte net opgetreden in Balk. maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik het gewoon niet durfde. Hij zat daar te ontbijten, wij zaten daar moeilijk te praten en ik wilde hem ook niet lastig vallen.

In de schaduw van Mick Jagger

En toch bleef er die vraag. Hoe het is. Om altijd maar in de schaduw te leven van je grote broer, terwijl je je sporen zelf in de muziek meer dan hebt verdiend. Toch als ik mensen vraag of ze de broer van Mick Jagger, Chris Jagger, ook kennen, schudden de meesten van nee. Hebben ze nog nooit van een broer gehoord, terwijl hij ook samen met Mick de nodige producties heeft gedaan. Maar misschien vindt deze broer van het wel helemaal prima om minder in de schijnwerpers te staan. Hoeft het voor hem allemaal niet, die gekte. Drinkt hij regelmatig met zijn broertje een kopje English tea, of een pint, tokkelt hij wat terwijl zijn broer staat te zingen en is dat prima. Maar toch: dat alles wilde ik hem vragen. Maar ik deed het niet.

Jan Scheffer

Maar er is nog wel een kans om iets te weten te komen. Onze eigen virtuoos op de gitaar kent hem namelijk wel. Onze eigen Jan Scheffer (tevens mijn oud buurjongen) , onze eigen Mick Jagger zeg maar stond gewoon met de man op het podium zag ik op social media. Speelde waarschijnlijk de gaten in het plafond met hem. Innig spelend. Armen om elkaar heen op het einde. Ach, en wie maalt dan nog om de echte Mick?