zaterdag 8 mei 2021

Waarom we in Lemmer zo weinig voor elkaar krijgen

 We horen er niet meer bij, in Joure kan wel alles en in Lemmer niks. We liggen aan het voeteneinde en ze vergeten ons. Het zijn van die uitspraken die iedereen in ons dorp wel kent. En omdat ik al jaren de politiek in onze gemeente volg (ook toen we nog gewoon de gemeente Lemsterland waren) kan ik mededelen: het klopt volledig. Ik heb alle hoeken van deze nieuwe gemeente gezien en ook gezien wat waar allemaal wel voor elkaar gebokst werd. En het is een feit dat er in Lemmer veel achter de helsdeuren vandaan moet komen of dat het gewoon niet gebeurt. Of dat het gemeentebestuur onwetend is, van wat zich er afspeelt.

Niet alleen de schuld van de gemeente

En toch is dat niet alleen de schuld van de gemeente. Want in dorpen die veel kleiner zijn, krijgen ze wel veel voor elkaar. En dat komt omdat ze daar een dorpsbelang of plaatselijk belang hebben. Zo’n vereniging krijgt van iedereen in het dorp signalen over wat er aan de hand is en stapt er vervolgens mee naar de gemeente. Er wordt zeker eens in het jaar vergaderd, het bestuur houdt alles goed in de gaten. En datzelfde bestuur zit met de regelmaat van de klok om tafel met het gemeentebestuur om aan te geven wat er in hun ogen niet goed gaat, wat er beter moet of wat er nodig is.

Geld dat we mis lopen

Daarbij komt nog dat er ook geldpotjes zijn waar plaatselijke belangen aanspraak op kunnen doen. Ook die geldpotjes gaan nu dus aan onze neus voorbij en dat betekent dus ook dat hele leuke initiatieven niet of minder worden ondersteund dan in andere plaatsen. In kleinere plaatsen als Balk waar ze zo’n vereniging wel hebben, wordt echt veel bereikt. Dus waarom hebben wij niet zo’n vereniging voor plaatselijk of dorpsbelang? Misschien omdat niemand het belang er van weet? Of omdat er een bestuur voor nodig is en het vaak dezelfde mensen zijn die bestuurlijke functies bekleden en die dun gezaaid zijn? Als ik kon, zou ik zo’n vereniging oprichten en zou ik ook wel bestuurslid willen worden. Omdat het gewoon heel belangrijk is om zo’n instantie te hebben die onze belangen verdedigt. Maar dan zou er sprake zijn van dubbele petten. Twee heren dienen kan nu eenmaal niet. Misschien als ik met pensioen ben, maar ja dat duurt helaas nog zeker een jaar of 10 (als het tegen die tijd niet langer is).

Is dit een oproep voor mensen die  geen weet hadden van het belang van zo’n dorpsbelang en denken: Jeetje ja dat moet er echt komen. Nou ja eigenlijk wel. En misschien roepen we dan over een jaar wel: we doen wel mee, we hebben ons lot in eigen hand genomen.


Jij was als Oerol, maar dan iedere dag van het jaar

De meeste mensen die mij kennen weten dat er 1 week in het jaar is, die voor mij heel speciaal is. Al tientallen jaren ga ik namelijk naar het Oerol festival op Terschelling. Met mijn beste vriendinnetje die ik niet zo vaak zie omdat zij in het buitenland woont, vieren wij dan de sterren van de hemel. We dansen en sjansen, kijken de mooiste voorstellingen, komen bij van katers, drinken prosecco op het festivalterrein, maken wandelingen naar strand, duinen en bos en voelen ons omringd door mensen uit een mooiere wereld. Want dat is het: een mooiere wereld waarin mensen het leven vieren, maar vooral lief zijn voor elkaar.

Zelfmedelijden
Vorig jaar ging Oerol niet door. Maar dit jaar zou het onder heel veel restricties wel doorgaan. Gisteren kwam die rottijding dat het toch niet door kan gaan. Het raakte me hard in mijn maag. Oerol betekent altijd weer opladen en daar was ik enorm aan toe. Waarom niet iedereen testen dacht ik, voor we de boot opgaan? Of voor elke voorstelling? Het is ook wat krom, omdat volgens mij nog steeds heel veel mensen wel gewoon naar Terschelling gaan. Het wordt dus sowieso druk. Maar goed ik zat dus enorm te sippen daarover en het zelfmedelijden vierde hoogtij.

Kippenvel
Tot ik naar de brievenbus stapte en daar een kaart vond. Overduidelijk een rouwbericht. De tekst die boven dat bericht stond bezorgde me kippenvel.

´Ik wil iedereen bedanken die van mij hield,` stond er.

Ik viel stil. Gelijktijdig dwarrelde er een veertje uit de kaart naar beneden. Vederlicht dacht ik. Maar dit overlijden is niet vederlicht. Dit overlijden is als een granaatinslag. Eentje die voorzien was, maar van een omvang die niet redelijk is. Nu is overlijden nooit redelijk en soms toch ook wel weer. Vaak komt er een einde aan iemands lijden. Maar dat lijden had er sowieso nooit moeten zijn. Lieve Mirjam is niet meer. Lief, liefde, was haar tweede naam. Misschien zelfs wel haar eerste. Geen wonder dat haar winkeltje in Lemmer Liefs uit Lemmer heette. Ze belichaamde dat concept. Zacht, meelevend, vol werkelijke aandacht, lief met een hoofdletter L. En altijd bezig voor anderen. Nooit vragen, nooit klagen, die zin kwam bij me op.

Het bleef over anderen gaan

Ik las alle berichten die we hadden uitgewisseld op Messenger. De eerste was eentje voor een doneeractie voor iemand die heel ziek was. Nee, niet zijzelf. Iemand anders. Toen ik door de jaren heen scrolde, kwamen er opeens verontrustende berichten. Ze was zelf ziek. Heel erg ziek. Maar als ik vroeg hoe het ging, gaf ze eigenlijk nooit antwoord. Er kwam altijd een wedervraag hoe het met mij ging. Haar verhaal was echter  schokkend. Dat zag het levenslicht toen we een artikel over haar publiceerden omdat alternatieve behandelingen in het buitenland haar extra tijd zouden geven. Verkeerde diagnose gesteld. Dus verkeerde behandeling en dan ook nog een lichaam dat veel te heftig reageerde zodat er een soort chemovergiftiging ontstond. Hoeveel pech kun je hebben? Er waren overigens mensen die grif gaven, maar ook die hele vreemde vragen stelden. Dat deed verdriet. Ze onderging de alternatieve kuren voor een deel en daardoor voelde ze zich beter. Of misschien leek dat maar zo. Vorig jaar belandde ze toch weer in het ziekenhuis. Ik maakte een pakketje met wat verwenspullen erin en bracht ze bij haar thuis. Dat ik haar niet kon ontmoeten, leek me logisch, ik wilde het pakketje alleen maar afgeven. Een paar dagen later kreeg ik een berichtje: dat ze het zo erg vond dat ze me niet had kunnen ontmoeten. Dat ze aan ons dacht. Maar ze voelde zich zo slecht!

Jij was Oerol, maar dan iedere dag
Op haar Facebookaccount zag ik steeds vaker dat ze herinneringen wilde maken. Voor het veel te jonge gezin dat ze noodgedwongen moest achterlaten. Maar ook dat ze zoveel kracht putte uit de kleine dingen: de kip die een ei had gelegd, mooie plaatjes van voetstappen in de sneeuw, van de poes, van de natuur. Maar vooral van haar man en 3 kinderen waar ze kostte wat het kost bij wilde blijven. Haar dochter liet haar gedachten er over gaan in een stuk uit het hart en liet weten dat het te bizar voor woorden was in welke nachtmerrie deze 5-eenheid terecht was gekomen. Ze was bloedeerlijk en sprak van de vreselijkste chemo's, biopten, pillen, scans en prikken. De verkeerde diagnoses, miskleunen, onmenselijke artsen die alleen voor hun studie gaan. “Alle levensverwachtingen die gegeven zijn. Je hebt ze allemaal overleefd, overtroffen!” zei ze verder. Op wilskracht dacht ik. Maar ook jouw wilskracht was niet onuitputtelijk. En het lijden waarvan wij slechts een fractie zagen, ongetwijfeld eigenlijk niet te dragen.

En nu dus die kaart. Die hele bijzondere kaart waarin jij bedankt. Maar niet jij, wij moeten jou bedanken lieve Mirjam. Om wie je bent, om wat je gaf en omdat je de wereld een heel stuk mooier maakte. Omdat jij Oerol was, maar dan iedere dag.

Dank dat jij van ons hield.