maandag 28 oktober 2013

Onbereikbaar

Ik ben onbereikbaar. Niet in de figuurlijke zin van het woord, maar in de letterlijke. Na een paar dagen weg, deed mijn tv namelijk opeens raar. Wel geluid, geen beeld. Het eerste wat een weldenkend mens dan doet is de stekkers controleren. Die zaten allemaal muurvast. Toen checken op het internet of er een storing was. Die was er volgens de KPN niet. Overigens las ik later dat hij er wel was, maar dat terzijde.

Het was op dat moment al laat in de avond en ik had de fut niet meer om de helpdesk te bellen. Vond het ook een beetje raar om dat om 11 uur in de nacht te doen. Dus deed ik wat ik altijd als advies krijg, namelijk alles uitschakelen en daarna weer aandoen. Ik zag groene lichtjes verdwijnen en plaatsmaken voor rode. En dat waarschuwingslicht zei me al genoeg: inderdaad daarna deed niets het meer. Maar dan ook helemaal niets.

Niet alleen gaf mijn tv geen teken van leven meer, ik kon ook niet meer bellen en ook niet meer internetten. En daar zit je dan met je goede gedrag op de bank. Al die middelen die zo vanzelfsprekend zijn vallen allemaal weg. Je kunt niet meer werken, je kunt niet meer tv kijken en je kunt ook niemand op de hoogte stellen van het feit dat je dat allemaal niet meer kunt. Dus moest ik toen toch echt gaan bellen. Met mijn mobiel op de luidspreker (ja die had ik dan nog wel en die was van een andere provider) zat ik hoopvol te wachten op het magische woord dat me zou verlossen van al die onbereikbaarheid. Maar dat woord kwam niet: het kastje was namelijk kapot zei de niet zo aardige meneer aan de andere kant van de lijn. Ik moest een nieuw kastje halen. Maar dat gaat niet op zondag.

Ze zouden het opsturen. Ik vroeg of ik het niet gewoon kon ophalen bij een winkel. Nee, nee, mevrouwtje zei de andere kant streng. Daar konden ze niet aan beginnen bij die winkels, want daar moesten abonnementen worden afgesloten. Ik zei dat ik in ieder geval het internet direct nodig had. Maar hij was niet te vermurwen. Ik moest maar wachten tot het kastje kwam, geen pardon. Dus hing ik een avond op de bank niet wetende wat te doen. Hoe deed ik dat dan vroeger, bedacht ik me. Een boek lezen werd de uitkomst. En vroeg naar bed gaan. Maar vandaag ben ik toch gewoon naar zo’n winkel gegaan. Om te vragen of ze niet alsje, alsje, alsjeblieft zo’n kastje voor me hadden. En natuurlijk hadden ze dat. Ik mag hem weer inleveren als ik de nieuwe heb. Dus het kan wel, naar mannetje van de helpdesk. Nu ben ik alleen benieuwd of ik alles weer aan de praat krijg. Want het is me niks, zo afgesloten te zijn.

Mijn internet en de telefoon doen het inmiddels weer. De tv geeft alleen sneeuw te zien. Waarschijnlijk is echt alles gecrasht, want die zou het nu ook weer moeten doen. Dus nu krijg ik ook nog een nieuw apparaat voor mijn tv. En die komt, ja je raadt het al weer een dag later.

vrijdag 18 oktober 2013

Tegendraadse postzegels

Elke maand opnieuw moet ik rekeningen schrijven aan mijn opdrachtgevers. Zoals veel van mijn collega’s is dat niet bepaald mijn hobby. Uren uit de agenda trekken, kijken welke artikelen je hebt geschreven, titels erbij, kijken wat de tarieven zijn. Kilometers verzamelen en optellen en daar het juiste bedrag bij berekenen. En dat soort werk. Heb ik me er eindelijk toe gezet me aan die taak te kwijten dan is er altijd wel iets weg. De calculator bijvoorbeeld. Meester Hoekstra heeft ons als geen ander geleerd om uit het hoofd te rekenen, maar dat is al wel heel lang weer weggezakt. Dus zonder die Japanner wordt het niet veel.

Dan moeten er rekeningnummers bij gezocht worden. En de juiste data ingevuld. En moet het briefpapier in de printer. En juist op zo’n moment is natuurlijk net de inkt in dat ding weer op en moet ik eerst naar Expert om een nieuwe aan te schaffen. Als al die perikelen achter de rug zijn, kan het werkelijke rekeningen schrijven beginnen. Dat ik dan zo lang mogelijk uitstel en altijd onderbreek door sloten thee. Ik ben dan ook altijd blij dat het weer klaar is. En dat ik er mee naar de brievenbus kan. Maar dat duurde deze maand wel heel lang. Want ik had hele vreemde en tegendraadse postzegels.

Postzegels zeg maar die een soort eigen leven leidden. Er stonden dieren op. Zeehondjes als ik me niet vergis. Heel goed dus. Je kon er ook nog dingen mee winnen en korting krijgen door iets te scannen. Nu ben ik al lang blij dat ik mijn telefoon inmiddels een beetje snap dus daar doe ik allemaal niet aan. Maar die postzegels dus. Ik likte eraan om de lijm te activeren, maar vond de zegel al vreemd smaken. Hij was ook dikker dan een normaal exemplaar. Er gebeurde dus niets. Daarom besloot ik maar eens even mijn bril erbij te pakken (want zonder dat ding zie ik inmiddels geen steek meer als de letters te klein worden). Er stond een complete handleiding bij voor het gebruik van de postzegels. Waar is de tijd dat je er gewoon even aan likte, hem opplakte en klaar was Kees dacht ik nog, maar goed.

Ik moest de zegel een beetje opvouwen en dan zou het wonder vanzelf geschieden: hij zou loskomen en dan zou ik hem op kunnen plakken. Nou, ik heb gevouwen en gevouwen, ik heb de zegel bijna doormidden getrokken, maar loskomen deed hij voor geen meter. Aangezien ik geen postkantoor ben en dit mijn enige postzegels waren, moest het toch lukken vond ik zelf. Na nog tien keer vouwen, nagels ertussen zetten en geïrriteerd raken heb ik maar iets anders bedacht: Ik heb ze gewoon opgeplakt met plakband. En de volgende keer: dan weer gewoon van die zegels die van een rolletje komen of die je met wat spuug op mag plakken. .

zondag 6 oktober 2013

Stress

Een nieuwe werkomgeving is altijd moeilijk. Uitzoeken hoe het allemaal werkt op je nieuwe plek, geen contacten hebben die je in de loop der jaren hebt opgebouwd. Andere bestuurders, andere spelers, een andere mentaliteit. Met een overdracht die ook niet bepaald jofel was, toog ik na eerst maar eens veel gesprekken te hebben gevoerd toch aan het werk.

Het eerste wat ik zag was dat ik uit het computersysteem werd gegooid. Lastig, want een journalist zonder werkende computer is als een bakker zonder oven. Na bellen met de servicedesk bleek dat er een storing was. Daar waar het systeem net een upgrading had ondergaan en dus beter zou moeten functioneren, deed het juist het tegenovergestelde. Na elk bericht dat je op de website zette, gooide hij je er net zo snel weer uit. En die website is de basis van onze kranten, want zo link je door.

Na verloop van tijd hoorden we dat de berichten overigens wel gewoon werden geplaatst. Dus dan maar na elk bericht opnieuw terug naar het hoofdmenu en tien keer zo lang doen over het plaatsen van een bericht. Maar stressen was het wel. Een dag later wilde ik de berichten die ik al op de site had gezet dan maar veranderen in krantenstukken. Dat kan ik thuis doen dus dat ik handig. Maar helaas, wederom een melding dat ook dit niet werkte. Maar dit werkte dan ook echt HELEMAAL niet. Dus niet met wat vertraging op de lijn of dat je er tien keer langer over doet, nee gewoon helemaal niet. Weer bellen met de servicedesk.

OH, nee dat nummer dat we op de redacties kunnen bellen geldt thuis niet. Is namelijk een verkort nummer. Dus eerst collega’s zien te pakken te krijgen die lekker in de zon zaten en helemaal geen belang hadden bij telefoontjes. Toen ik toch het nummer had achterhaald, eindelijk gebeld. Doorgeschakeld, want ook die servicedesk heeft in het weekend een beperkte bezetting. De man die uiteindelijk opnam was alleraardigst. Maar kon me alleen maar vertellen dat ik vanuit huis beslist NIET kon werken. Dus moest ik op wat wel eens de laatste zonnige dag van het jaar was weer naar een kantoor rijden en daar de hele tijd binnen zitten. Dat ik zoveel stress niet meer wilde bedacht ik me. Dat dit niet goed voor de mens is. En zeker niet voor een mens dat al ziek is geweest. Dus ging ik toch nog even naar vrienden. Waar ik andere vrienden ontmoette. En we samen kwamen.

En toen moest het er toch van komen. Werken op kantoor. Deed de sleutel het wel die ik twee jaar geleden heb gekregen? Ja, die werkte. Deed het systeem het? Ook dat. En na een paar uur werken waren mijn schouders hard als steen. Ondanks dat ik dat eigenlijk niet meer wilde. Maar er stonden wel twee pagina’s in de steigers.