zondag 16 oktober 2011

Bang, doodsbang

Zondagavond. Op Twitter een bericht dat een vliegtuig van de KLM in de problemen is geraakt. Mijn oksel klotsen en mijn bloeddruk stijgt tot tophoogte. Niet omdat er een geliefde van me in dat vliegtuig zit overigens. Nee, omdat ik een angst heb. Om eerlijk te zijn heb ik wel meer angsten. Ik ben nog steeds geen held in het donker. Het liefst zou ik met een lampje aan slapen, maar dat is zo idioot als je diep in de veertig bent. Ik ben ook bang voor films met geestverschijningen. Daarna zit ik als verstijfd op de bank en denk ik in ieder gordijn dat beweegt een geest te zien. Een kwade geest natuurlijk, nooit een goede. Maar het meest bang ben ik voor vliegtuigen. En dat is geen handige combinaties als je gek bent op reizen. Ja een voetreis naar het mooie Oosterzee is ook een reis, maar ik ga het liefst naar Azië. En dat is lopend nu eenmaal heel ver. Mijn angst voor vliegen is echt heel groot, ondanks het feit dat veel mensen zeggen dat ze dat niet merken. Overigens snap ik dat laatste wel, ik drink en slik mijn angst namelijk weg. De barkeeper op Schiphol kent me al. “Dubbele zeker?”vraagt hij altijd. En dan betekent dan niet dubbele cola, maar dubbele Bacardi. Ik stap dus half beschonken het vliegtuig in. En neem dan net voordat ik door de controle bij de gate moet ook nog een angstremmer. En heb een tas vol angstremmers bij me. Ik ben dus dronken en stoned tegelijkertijd als ik die vogel instap. Maar dat is nooit van lange duur. Bij het eerste het beste rare geluid of turbulentie lijken alle middelen subiet uitgewerkt. En ondertussen zit ik als een plank zo stijf in mijn stoel bevroren. Het lijkt alsof ik denk dat het wel goed zal gaan als ik niet beweeg. Maar ik weet wel beter. Er staan inmiddels wat minder goede vluchten in mijn boekje. Met blikseminslag eindigde ik liggend in het gangpad, met veel turbulentie kwam de halve achterwand op me neer. En toen was er nog die keer waarbij naderhand de ambulancebroeders naar binnen moesten omdat mensen met hartkwalen dachten dat ze een attack hadden. Onze piloot had in een storm met windkracht 10 namelijk getracht om het vliegtuig aan de grond te zetten, maar met die harde wind wilde dat niet. De man was hardleers, bij probeerde het toch nog maar een keer. En toen nog een keer. Ondertussen zag een vliegtuig vol gebruinde mensen uit Thailand hun leven aan hun voorbij trekken. We dachten dat we er waren geweest. Vreemd was dat niet. In heel Nederland was de noodtoestand afgekondigd. Treinen reden niet, wegen waren afgesloten, niemand mocht naar buiten. En onze piloot wilde als een soort harige Harry gewoon dat vliegtuig even aan de grond zetten terwijl wij als mixervoer werden ingezet. Het lukte hem trouwens niet, we zijn uiteindelijk in het buurland aan de grond gezet. Maar er is goed nieuws; ik heb me aangemeld voor een cursus vliegangst. Ik moet daarvoor net zoveel geld neertellen als voor een reisje Thailand en ook een retourtje Euromast ondergaan. Maar wellicht zit ik volgende keer dan relaxt in dat vliegtuig. Zover is het echter nog niet en dat Twitterbericht deed me zondagavond de das om. Misschien toch maar een voetreis Oosterzee?

dinsdag 11 oktober 2011

Niet multiculti, maar gewoon menselijk

Laatst zei iemand tegen mij:” Wat ben jij eigenlijk multiculti.” Ik keek waarschijnlijk met enorme vraagtekens in mijn ogen en de persoon in kwestie legde uit dat er aan mijn huis weinig Nederlands is, omdat het vol staat met beelden, schilderijen en potten en pannen uit het buitenland, dat ik meer Thaise, Surinaamse en Indonesische gerechten op tafel zet dan de Hollandse aardappel (hoewel die helemaal niet Nederlands is overigens). Maar vooral mijn social media waren het bewijs van mijn multiculti bestaan, zo werd me te verstaan gegeven. En ja op die sites staan mensen van over de hele wereld. Turkije, Marokko, Gambia, Sri Lanka, Suriname, Indonesië, Maleisië, Zwitserland, Italië, Thailand, Libanon en ik vergeet er vast nog heel veel. Het is overigens maar een zwakke afspiegeling van mijn gewone leven met mensen uit een ander land. Want het is gevuld met hen. Toen ik eens op de pagina's van anderen ging kijken, was dat inderdaad heel anders. Daarop staan veel Nederlandse kaaskoppen, maar niet zoveel mensen van andere komaf. Ik had me daar eigenlijk nooit zo het hoofd over gebroken, maar opeens bedacht ik dat ik wel wat meer dan anderen contact heb over de grens. Ik werk niet bij vluchtelingenwerk, kom vanuit mijn werk ook niet extreem veel in aanraking met mensen uit andere culturen en toch. Waarom ben ik dan zo multiculti als je dat zo wilt noemen en anderen niet. Ik kwam uit bij mijn ouders. Die waren net zo multiculti, maar dan in een tijd waarin dat eigenlijk nog vrij nieuw was. Mijn vader werkte al op heel jonge leeftijd op een kamp waar mensen uit de Molukken woonden. Hij at er, hij bracht er spullen, repareerde er zaken en zag hoe zij een andere godsdienst beleden dan hijzelf. Het interesseerde hem en hij vroeg naar de gebruiken, schreef recepten op omdat hij hun eten zo lekker vond en legde zo een verband. Mijn moeder had een vriendin met een man uit Ambon en ook zij kwam dus al op jonge leeftijd in aanraking met mensen die andere gebruiken hadden. Multiculti vonden ze dat geloof ik niet. Gewoon leuk en boeiend en menselijk. Want daar ging het hen allemaal om, we zijn allemaal mens zij het dat de één een wat ander velletje heeft dan de ander en de één uit een land komt met weinig mogelijkheden en de ander uit een land van ongekende mogelijkheden.

Boomlange donkere mannen in de kamer
Toen ik een heel klein blond meisje was van een paar jaar oud, stond opeens de kamer vol boomlange heel donkere mannen. Ze spraken heel vreemd en ik verstond ze niet (mijn vader volgens mij ook niet), maar ze schoven lekker aan en aten het eten dat mijn moeder had gemaakt omdat eten je altijd een gevoel van thuiskomen geeft. Zelfs als je elkaar niet verstaat. De mannen uit Kameroen waren hier voor het werk en mijn ouders wilden dat ze ook gewoon ergens moesten aan kunnen schuiven. Later, toen Nederland Turkse en Marokkaanse arbeiders naar Nederland haalde en mijn vader hen leiding moest geven, was Chef zoals hij werd genoemd een beetje hun spreekbuis. Hij zorgde er voor dat ze konden bidden, dat ze aan de Ramadan mee konden doen en ook toen was iedereen weer welkom bij ons thuis. Die houding werd als het ware een beetje doorgegeven. De hoofdmeester vroeg mij om de Turkse buurmeisjes op te halen als ze niet naar school kwamen, ik dronk al heel vroeg Turkse koffie en at pannenkoeken met geraspte aardappel erdoor. En vond het reuze interessant. En dat is gebleven. Met dank aan mijn ouders. Maar dat is niet multiculti, dat is wat mij betreft gewoon interesse. Gewoon in de mensch.

Doe het zelf geneeskunde

Al een week lang piep en kraak ik als een oude wagen. Ik slaap, zet thee, drink thee, slaap weer en zet weer thee. En tussendoor neem ik vitaminepillen, hoestdranken, dragees die zowel verlichten als een ontstekingsremmer bevatten en Chinese kruidendrankjes die ik van mijn lieflijke collega heb gekregen. Praten kan ik niet, want er komt werkelijk geen enkel geluid uit die keel waar momenteel een egel in ronddwaalt. Verder hoest ik als een bootwerker die minstens 40 pakjes zware shag op een dag rookt. En mijn borst piept als een deur die nodig aan olie toe is. Zeven dagen lang al en dan verwacht je toch op een gegeven moment wel enige verbetering. Geen Nazomeren gezien, geen biggetjes kunnen knuffelen, het enige wat ik de afgelopen 7 dagen heb gezien is mijn bed. Met een nieuw en schoon dekbedovertrek dat dan wel weer. Maar dat mag dan ook wel als je er dag en nacht in ligt en soms pas ’s avonds de kracht vindt om je toch maar eens onder de douche te werpen. Na een dikke week dan toch maar eens de telefoon gepakt om te horen wat de dokter hiervan vindt. De arts heb ik overigens zelf niet gesproken, het eerste contact wordt altijd gelegd door een assistente. En deze assistente zei dat ik over twee weken maar eens terug moest bellen als ik dan nog als een dweil door het leven ging. Twee weken, dacht ik, dan ben ik al dood. Maar nee, dat had ik fout. Voor de bacterie of was het nu een virus die ik droeg is geen antibiotica. Ik vraag me alleen wel af hoe de andere kant weet of ik een bacterie of virus draag, zo door de telefoon. Dat weten ze. Maar bij dikke koorts mag ik wel weer bellen, nee moet ik zelfs weer bellen. De inderhaast gekochte thermometer geeft volgens mij aan dat ik ziek ben, maar dan naar beneden ziek. Als ik mezelf peil zit ik dik onder de 36 graden. En dat is de hele dag door zo, met een verschil van een paar tienden van graden. Maar ja dat is geen koorts.
Onze medische wereld gaat steeds meer lijken op een soort doe-het-zelf supermarkt. Ik loop ook al een jaar met een rug die voor geen meter deugt en een been dat ik er soms wel wil afhakken van de pijn. Fysiotherapeut kan niet zoveel zonder diagnose, het ziekenhuis wil alleen een MRI maken als ik totaal verlamd ergens neerstort. Verder is er een enorme wachtlijst om überhaupt maar ergens langs te mogen komen. Gelukkig kom ik er achter dat er ook klinieken zijn waar je wel terecht kunt. Dus regel ik dat zelf, maar de conclusie is niet eenduidig. En nu? Niemand weet het, zoek het lekker zelf uit. Dus ga ik van orthomanueel therapeut naar McKinsey en weer terug. Zonder echt succes. Maar er is een troost. Als ik over 2 weken nog griep heb, mag ik wel naar de dokter.
We zijn inmiddels vijf weken verder en ik piep en kraak nog steeds. Maar ik heb nu wel antibiotica en een verwijzing naar de KNO arts. Mijn eigen huisarts dacht vorige week even dat ik er in zou blijven toen ze me bijna kotsend van het hoesten aantrof in de spreekkamer. Toch iets te lang gewacht dus.

Hoe voelt dat?

Deze week werd Nederland alweer opgeschrikt door de moord op een meisje. Een veel te jong meisje dat ook alweer door een bekende was omgebracht om tot nu toe onduidelijke redenen. En dat houdt me uit de slaap. Ik moet namelijk steeds denken aan wat dat meisje de laatste momenten van haar leven heeft moeten doorstaan. Haar angst, haar verdriet, of ze doorhad dat dit het einde van haar leven ging betekenen. En welke andere ranzigheden heeft het kind verder mogelijk nog moeten ondergaan? Het heeft me in de ban zogezegd en ik moet het soms echt aan de kant schuiven omdat ik er anders teveel mee bezig ben. Eigenlijk is dat ontstaan toen de kwestie Dutroux aan het licht kwam. Dat een mens in staat is om kinderen zo te misbruiken voor eigen gewin of lust, dat heb ik nooit begrepen. Maar dat die kinderen vervolgens ook nog eens door zijn vrouw, een vrouw die zelf leven kan schenken uitgehongerd zijn en vervolgens levend begraven zijn door het duo, ik heb het nooit begrepen. Die meisjes dus, ze spoken al zo ontzettend lang door mijn hoofd en ik kan ze niet tegenhouden. Misschien moet dat ook niet en moeten we allemaal het geweten vormen van en land, een wereld waarin dat soort dingen een halt wordt toegeroepen. Moeten we veel alerter zijn op alles wat we zien en meemaken. Moeten we in ieder geval een veilige haven bieden aan kinderen uit de buurt of van familie. Punt is alleen dat ook veel van die beesten weten dat het zo werkt en juist zo bijna systematisch te werk gaan. Ze bouwen een vertrouwensband op met jongeren die zoiets nodig hebben en gaan heel geleidelijk aan steeds wat verder. Dat veel ouders dat nog steeds niet beseffen en denken dat iedere ome Jan of Piet die zich leuk voordoet dan ook wel leuk zal zijn, moet de wereld uit. Helaas, zou ik bijna zeggen. Want het is hartstikke leuk om een betrouwbare ome Jan of Piet of tante Klaske of Maaike te hebben. Het kan kinderen door moeilijke periodes scheuren, maar ze kunnen bij een leuke oom of tante ook gewoon veel plezier beleven. Dubbel dus, heel dubbel. Maar als ik een apparaatje zou hebben om in het hoofd van die mannen en vrouwen te kijken en die vuiligheid eruit zou kunnen trekken dan deed ik dat. Met liefde. Want dat meisje van deze week, maar ook Julie en Melissa en Ann en Eefje van zo lang geleden blijven maar door mijn hoofd banjeren. En dat is goed. Laat het een waarschuwing zijn.

Verhuftering

Doe es normaal man! Dat soort dingen zeg je tegen een goede vriend of vriendin als je denkt dat hij of zij even niet meer helemaal bij zijn positieven is. Even tot de orde roepen en aangeven dat diegene even een stapje terug moet doen. Maar zeg je dat ook tegen de Minister President? Misschien als ook hij doorgedraaid is en net iemand te lijf wil gaan, maar dat heb ik in de Kamer nog niet zien voorkomen. Het is - of moet ik zeggen het was hier tot voor kort nog geen Azië of Rusland waar ze elkaar daadwerkelijk te lijf gaan als ze het politiek niet met elkaar eens zijn. Dus lijkt het me dat je niet tegen een Minister President "Doe es normaal man" zegt als ware hij de eerste de beste snotjongen die je krant komt brengen, maar hem elke ochtend weer in de stromende regen in het grasveld gooit. Maar wat heeft deze verhuftering tot gevolg? In de week die erop volgde zag ik berichten voorbij komen die me echt schokten. Een wielrenner die een 16-jarige een kapotte neus slaat in het passeren. Een gek die bij een benzinepomp zomaar iemand van zijn fiets schopt. Misschien dacht diegene wel bij zichzelf: Als je zo belachelijk tegen de hoogste baas van Nederland kunt praten, dan kan ik ook wel iemand onder uit schoffelen wiens hoofd me niet aanstaat (u ziet dat ik mijn taalgebruik aanpas, ik wil niet ook vervallen in diezelfde hufterigheid. Maar diegene die dat schoffelen deed, nam vast andere benamingen in de mond). En die vent van die fiets uit Leeuwarden die zag iets van zijn vehikel verloren gaan meende ik te begrijpen en die dacht misschien wel, ach dan mag een jongetje in elkaar rammen ook best wel. En als diens neus dan lekker verbouwd is, fiets ik heerlijk verder. Alsof er niets gebeurd is. Net zoals de heer Wilders deed alsof er niets gebeurd was. En diezelfde Minister President geen woord meer vuil maakte aan wat hij een incident noemde. Was er niet ergens een spreekwoord dat zei dat je respect moest verdienen? Mag ik voorstellen om dat om te draaien en om er van te maken dat je soms respect ook moet opeisen? Dat je hele onfatsoenlijke mensen moet wijzen op het feit dat ze dat zijn, heel onfatsoenlijk. Welnu meneer Wilders, u was heel onfatsoenlijk. En u meneer Rutten, u liet over u heen lopen. En dat is niet goed voor dit land en haar inwoners. Daar worden ze hufterig van.