zondag 28 augustus 2016

Van de bloemen en de bijen

De Fryske Marren heeft de bijen hoog in het vaandel staan. Er moeten allerlei predicaten voor behaald worden en de gemeente klopt zich daarmee op de borst om aan te geven hoe goed ze het doet. Er zijn zelfs  officiële ‘bijendorpen’ om te benadrukken dat De Fryske Marren die lieflijke diertjes,  die goed voor mens en milieu zijn koestert en beschermt. 


Diezelfde gemeente kapt echter op dit moment zo’n beetje alles waar bijen in leven. Een rondgang door Lemmer leert je dat op veel plekjes waar nog heel veel mooie natuur stond, nu een soort dode woestijn is achtergebleven.  Hele plantsoenen zijn met de grond gelijk gemaakt. Prachtige vlinderstruiken, waar niet alleen vlinders maar ook bijen op afkomen door de versnipperaar gehaald. De mooiste plekken waar natuur zijn gang kon gaan, afgeslacht. Een mooier woord heb ik er niet voor, alle leven gewoon compleet doodgemaakt. In een tijd dat diezelfde natuur nog volop in bloei staat. 

Rebelse werknemers bij de gemeente?

Bij navraag laat de gemeente weten dat het inderdaad allemaal wat sneller is gekapt dan aanvankelijk de bedoeling was. Hoezo denk ik dan? Heeft een leger met rebelse werknemers opeens zelf bedacht dat ze dan maar alles gaan kappen wat er aan natuur was? Hebben ze de order van hun superieuren naast zich neergelegd en zijn ze gewoon hun gang gegaan? En hebben ze daarbij ook de buurten die zelf al hadden aangegeven de natuur te willen gaan onderhouden dan gewoon van hun lijst geschrapt? Burgers snappen best dat er bij bezuinigingen beslissingen worden genomen die wat minder populair zijn.  En weerstand tegen veranderingen zal er ook altijd zijn. Maar dit heeft met beide niets te maken. Het is gewoon een totale vernietiging van natuur en leefomgeving. En dat maakt me boos. En mij niet alleen, gezien dit artikel: Reactie bewoners Castor

maandag 22 augustus 2016

De Zuiderzeebuurt

De Zuiderzeebuurt, ik had er nog nooit van gehoord. Wel de Zuiderzeestraat. Al snel kun je daar natuurlijk een buurt van maken, maar ik heb nog steeds geen idee wat die Zuiderzeebuurt precies behelst. Horen wij daar als Parkstraat ook bij? Of zijn wij dan weer de Parkstraatbuurt? In ieder geval onduidelijkheid all over als het gaat om de plannen van Lyaemer Wonen die blijkbaar iets wil veranderen in die buurt.

Communiceren over de buurt

Ik weet wel dat wij een aantal jaren geleden een brief kregen waarin stond dat ze met ons wilden communiceren. Over hoe het stond met de huizen en de buurt. Een brief hebben wij nooit gekregen, dus kunnen uiten hoe het hier staat hebben we ook nooit kunnen doen. Wat wel duidelijk is, is dat er plannen zijn. En naar mijn mening zijn die plannen nodig. Er staan huizen die naar mijn mening wel een opknappertje kunnen gebruiken of waarvoor wel andere exemplaren in de plaats mogen komen.

Betaalbare huizen

De vraag is dan echter wel of die woningen dan ook nog betaalbaar zijn. En wat er gebeurt met de druk op de huizenmarkt. Want laten we wel wezen: de druk op de huurhuizenmarkt is gigantisch. De woningcorporatie beweert wel steeds dat mensen na 2,5 jaar op de wachtlijst aan de beurt zijn voor een nieuwe woning, er zijn mij te veel mensen die na jaren nog steeds geen ander huis hebben. Bovendien is alles inmiddels zo in hokjes ingedeeld dat de kans op een woning daarmee ook niet groter wordt.

Druk op de huurwoningmarkt

De ene keer moet je een traplift nodig hebben, de andere keer moet je 55 plus zijn of juist heel jong. Bij de mooie huizen kun je het helemaal wel schudden, want dan moet je over een gigantisch loon beschikken. Lyaemer heeft veel daarvan niet zelf bedacht en heeft te maken met landelijke regelgeving. Maar als ik zie dat er amper huurwoningen zijn, maar er wel een heel arsenaal verkocht wordt, vind ik dat toch wat twijfelachtig. En die Zuiderzeebuurt: volgens mij duurt dat nog wel even.


zondag 14 augustus 2016

Kleine Jantje

Ik had het jullie beloofd, het verhaal van beppe. Eigenlijk is het verhaal van kleine Jantje. Kleine Jantje waarvan wij alle neven en nichten weten. Want als pake ziek was ijlde hij over haar. Zag hij in ons (of was k het alleen?) haar terug en dacht hij dat ze weer leefde. Praatte hij tegen mij over dingen die ik niet begreep. Tot de koorts was uitgewerkt en hij tot de onthutsende conclusie kwam dat ze helemaal niet meer leefde. 

De foto van kleine Jantje

Aan de wand hing haar foto in het kleine kamertje. Een klein blond meisje dat nooit ouder mocht worden. Het verhaal werd opeens weer levend voor me toen ik bij een bijzondere dag voor een jongetje van zes was dat met de brandweer mee mocht. Leukemie. Heel veel nare behandelingen gehad, maar nog alle kansen van de wereld. Kleine Jantje had ook leukemie. Voor haar alleen de ene bloedtransfusie na de andere, want in die tijd konden ze eigenlijk niets anders. En toen ook dat niet meer hielp stierf kleine Jantje.

De gordijnen dicht na overlijden dochter

 Pake en beppe zijn er eigenlijk nooit helemaal overheen gekomen. Beppe vertelde altijd dat ze zeker een jaar de gordijnen dicht had gehouden. Ze kon de aanblik van spelende kinderen niet verdragen, want haar dochtertje was daar niet meer bij. Ze vertelde ook dat ze wel meewilde de kist in, dat dit verdriet te groot was om te dragen. En ze mat zichzelf een masker aan om alles maar niet te voelen. Daardoor leek ze voor de buitenwereld soms hard. Tot je haar soms huilend in de keuken aantrof. Met een hele grote sigaret in de handen, want ze kon geen sigaretten draaien. Brandvlekken in het tafelkleed, afgedekte tranen op haar schort. Toen ze daarna nog een kind moest verliezen, kwamen denk ik alle verliezen samen. En ze had  al zoveel geleden. Haar moeder toen ze nog heel jong was, een broertje of zusje dat later  was verdronken. Kleine Jantje keek al die tijd vanuit haar lijstje toe zo leek het. Tegenwoordig zitten ze beide in een lijstje. Mijn beppe en mijn eerste tantje Jantje die nooit een volwassen tante werd. 

maandag 8 augustus 2016

Klein stukje

Kun je er deze week een klein stukje van maken schreef mijn collega. Ik heb maar weinig ruimte dus daar moet het in passen. Een klein stukje dus. Maar daar ben ik eigenlijk nooit zo goed in. Ik ben altijd breedsprakig in mijn overpeinzingen. Dus eigenlijk is dat een schier onmogelijke opdracht. Bovendien, wat is klein?

Leukemie 

Ik had een verhaal in mijn gedachten nadat ik een klein jochie had geïnterviewd met leukemie. Klein dapper ventje dat met de brandweer mee mocht. Fantastisch om te zien hoe het ventje vol plezier een brand mocht blussen. Uit zijn neus een slangetje voor de sondevoeding. De ogen wat glazig, de loop van een oude man. En toch nog maar zes jaar oud.

Kind dat wordt behandeld voor kanker

Hoe doet hij dat vroeg ik me af en vroeg het zijn beppe. Die zei dat hij het gewoon deed en dat kinderen minder beseffen wat er aan de hand is dan volwassenen. Wat me wel wat logisch voorkwam, maar toch ook weer niet. Want ook een klein kind weet wanneer er weer een naald in hem gestoken moet worden en het weet ook dat het daarna weer heel ziek wordt. Enfin, dat was in ieder geval de ingang tot het verhaal. De rest van het verhaal, dat over mijn eigen beppe gaat, moet wachten tot volgende week. Omdat het klein moest en ik alleen voor groot ga. Zeker als het om mijn beppe gaat.

maandag 1 augustus 2016

Dus toch: een overbodige supermarkt

Jarenlang werd er over gesteggeld: de supermarkt aan het Bantegaplein. Geen plan bleek goed, steeds waren er problemen. Vooral of ook met projectontwikkelaars. Ik weet niet eens of die laatste inmiddels de grond wel heeft betaald die ze zo mooi van de gemeente heeft afgenomen. Die was namelijk na jaren nog steeds niet voldaan. Moeten wij eens doen: als je je onroerendgoed belasting een maand niet betaalt, word je vriendelijk doch dringend verzocht toch wel te betalen.  

Monster van een supermarkt


Bovendien wordt die supermarkt to be een monster op een plek die er bovendien voor zorgt dat het een zootje is nu met dichtgespijkerde huizen en braakliggend terrein. Maar hij moest er komen, aldus de gemeente. Kostte wat het kost. 

Veel meer aanbod dan vraag

Wat scherts mijn verbazing toen ik deze week een stuk onder ogen kreeg van diezelfde gemeente waarin letterlijk staat dat ‘het aanwezige aanbod in de supermarktbranche in Lemmer op dit moment ruim groter is dan de vraag.’ Let op het woordje ruim. Met andere woorden: er is niet meer nodig, de pleuris breekt uit als er nog eentje bij komt. 

AH in Lemmer? 

De Lidl die wilde verhuizen naar de Polle mag dat niet. Niet goed voor het centrum aldus burgemeester en wethouders. Datzelfde B&W schrijft in datzelfde stuk dat er bovendien aan het Bantegaplein plancapaciteit beschikbaar is die voorziet in circa 1500 vierkante meter verkoopruimte. Of ze daarmee impliceert dat de Lidl dan maar naar die plek moet verhuizen? Ik meende dat daar een Albert Heijn ging komen.  Snapt u het nog? Ik in ieder geval niet. Dat B&W nu eindelijk wel toegeeft dat er veel te veel supermarkten zijn, moge een wonder heten. En dan staat dat monster er nog niet eens.