maandag 22 augustus 2011

Hoe haar gordijnen haar gemoedstoestand weergeven

Ik weet het als het niet goed met haar gaat. Dan zijn de gordijnen van haar woning hermetisch gesloten, neemt ze de telefoon niet op en reageert ze niet op de deurbel. Haar auto blijft voor haar deur staan ten teken dat ze ook niet in staat is om te werken. Pas als de gordijnen weer een beetje open gaan, weet ik dat het ook weer wat beter met haar gaat en vaak beantwoordt ze dan ook mijn telefoontjes. En als de gordijnen helemaal openstaan, weet ik dat ze weer een episode heeft overleefd. Mijn hart bloedt om te moeten zien hoe steeds opnieuw die wisselingen zich voltrekken. Het is een reactie op zaken die de revue passeren, maar het is vooral haar ziekte die haar parten speelt. Geen lichamelijke ziekte, maar een ziekte die de psyche in zijn ban heeft en manisch depressief genoemd wordt. Ze leeft van intens mooie momenten naar de zwartste gaten die er zijn in haar bestaan. Kan haar bed niet uitkomen omdat ze zo depressief is, terwijl ze weken later alles leuk en mooi vindt, maar dan in kwadraat. En de meeste mensen snappen daar niets van. Overigens snapt ze er zelf ook niets van, ze heeft er maar mee te leven en mee te dealen. Ooit zag ik een documentaire met Stephen Fry, mijn Engelse held. Komiek, schrijver, acteur en presentator en al heel lang iemand die ik bewonder. In The Secret Life of the Manic Depressive laat hij zien hoe het leven eruit ziet als iemand aan een bipolaire stoornis (manische depressiviteit) lijdt. Op een gegeven moment wil hij zelfs niet meer voor de camera’s verschijnen, omdat hij zo vreselijk depressief is en tot helemaal niets meer komt. Een paar weken later zie je hem verschrikkelijk dure dingen kopen waarvan hij er al tientallen heeft, maar die hij niet kan weerstaan omdat hij dan in een manische periode verkeert. Die voortdurende achtbaan is waar zij ook in verkeert. Ze stuitert van hoog naar laag en dan weer terug en niets kan dat keren. Mensen met de aandoening krijgen medicatie om het allemaal wat af te remmen, maar de werking van de ziekte is desastreus. En dat is wat het is: een ziekte. Ik ken de depressie als mijn broekzak omdat ik er een paar ferme van in mijn leven heb mogen ervaren, maar weet ook dat een depressie in vergelijking met manische depressiviteit beter op te lossen is. En met een depressie is het leven al ondragelijk, laat staan dat je stuitert van laag naar hoog en weer terug. Dus ben ik vandaag blij dat ik haar gordijnen weer tot helemaal bovenaan het raam zie gaan. Het betekent dat ze de slag toch weer gewonnen heeft. En daar ben ik elke keer beretrots op.

zondag 21 augustus 2011

Opluchting, grote grote opluchting

Terwijl ik het bericht wegdruk op mijn mobiele telefoon, voel ik opeens opluchting. Een enorme opluchting over het feit dat ik niet aan deze man ben blijven hangen. En met deze opluchting ook de opluchting dat ik aan veel van mijn mannen niet ben blijven hangen. Simpelweg omdat ik slechte smaak heb in mannen. Ik zoek altijd de verkeerde exemplaren uit. Te bezitterig, agressief, mishandelend of gewoon mannen die een puinhoop maken van hun leven. Natuurlijk waren er uitzonderingen, maar die zijn in de minderheid. In een enorme grote minderheid.
De aanleiding voor deze was een man die ik nu zo’n 4 jaar ken. Eigenlijk had ik het direct bij onze eerste afspraak moeten weten. Die afspraak stond en hij belde gewoon af. Niet omdat hij een gegronde reden had, maar omdat hij een “was moest doen”. Dat het toen voor mij niet direct over en uit was, bewijst wel dat ik er geen talent voor heb. Want als je net iemand hebt ontmoet, wil je daar graag bij zijn en blijf je niet thuis voor een was. Toch zagen we elkaar regelmatig. Tijdens een van onze diners noemde ik hem mijn vriendje en daar werd hij furieus over. Of ik nu werkelijk dacht dat hij mijn vriendje was. Niet mijn vriendje; we waren regelmatig samen, we sliepen samen, we spraken uren over de telefoon, we hadden voor mijn gevoel iets van een samen. Maar nee, hoe ik dat in mijn hoofd haalde. En toen kwam de dag dat hij me naar Schiphol zou brengen omdat ik op reis ging. Ik belde al in de ochtend om te vragen hoe laat hij zou komen. Hij had andere dingen te doen op dat moment en zou me terugbellen. Wat niet gebeurde. De dag vorderde en ik raakte heel langzaam in paniek. Ik belde nog een paar keer, maar kreeg steeds te horen dat hij het heel druk had. Toen een sms om 11 uur in de avond dat hij niet op tijd kon zijn, maar ’s nachts wel zou komen. Een nacht voordat ik moest vertrekken, wilde hij midden in de nacht komen. Woest was ik. Laat maar schreef ik hem, ik kom er zelf wel. Maar toen was het al 1 uur in de nacht en ik heb geen oog meer dicht gedaan. En hij liet me gaan. Alleen.
Steeds stond hij opeens weer onverwacht voor de deur om het goed te maken. Hij was stom geweest, er waren altijd andere omstandigheden. En ik liet hem steeds weer binnen, maar niet meer als geliefde. Van dat idee had ik al lang afstand gedaan. Afgelopen november een spoedtelefoon. Hij had dringend geld nodig. Of ik hem een ferm bedrag kon lenen. Het voelde al niet goed, maar ja je laat iemand ook niet in de kou staan. Dus leende ik hem dat geld. Alles moest wel even zwart op wit zei hij, maar tijdens onze afspraak werd er niets op papier gezet. En we zijn nu 9 maanden verder en ik heb nog maar een deel van mijn geld. Iedere maand moet ik opnieuw vragen om een bedrag. Dat ik in 9 maanden niet heb gekregen overigens, maar nu zou hij wat geld hebben overgemaakt. Ik ben benieuwd. Ondertussen ontvouwde hij onlangs ook nog dat hij een vrouw bezwangerd had en dat hij graag gewild had dat dit wat was geworden. Hij voegde eraan toe dat hij van haar had kunnen houden. Alsof een kind krijgen zomaar iets is en je van die vrouw dan wel gaat houden. En voorbij gaande aan het feit dat ook wij het over kinderen hadden gehad. Eraan voorbij gaande dat hij mijn laatste kans was op een kind. Nu is die kans verkeken, maar ik bedacht me net dat het leven van dat kind en mij er dan net zo uit zou zien als mijn relatie met hem: zonder enige basis, zonder dat je op hem kunt vertrouwen en zonder toekomst. Dus is er opluchting. Enorme opluchting!

maandag 15 augustus 2011

Nu even niet!

In onze stamkroeg op Terschelling heerst een ongeschreven regel: artiesten val je daar niet lastig als ze hun biertje staan te drinken. Nu loopt Terschelling niet altijd vol met artiesten, maar met Oerol waar wij altijd naartoe gaan zeker. En in onze stamkroeg hebben we altijd een aantal van die Bekende Nederlanders. Jack Spijkerman bijvoorbeeld is altijd van de partij. We knikken naar hem ter herkenning (we komen er allemaal ten slotte al 25 jaar) en bestellen dan ons biertje. En soms wilde ik wel even dat ik Jack Spijkerman was en ze mij soms even mijn ding lieten doen of gewoon even als mens met me praten. Ik verzucht wel eens aan vrienden: ”Ik ben toch zelf de krant niet?” Want om een brood te halen of mijn haar te laten doen, moet ik soms flink wat hobbels nemen. Als ik mijn nieuwe kapsel uit zit te zoeken is het niet zo leuk als ik en plein public wordt geconfronteerd met iemand die boos is over een negatief stukje over de Lemsterweek. Want ik zit daar gewoon ander haar uit te zoeken in mijn eigen tijd en ben dan even mezelf. Een mens dat ander haar wil en niet weet hoe ze dat moet hebben (aangezien ik niet het beste haar heb, maar gelukkig wel een hele goede kapper). Sta ik na een mislukte (lees afgelaste) skûtsjesilwedstrijd gewoon ook een beerenburgje te drinken in de Lemsterweek ook dan is het niet leuk om steeds maar weer te horen dat de krant niets is. Ik sta daar namelijk ook gewoon voor mijn plezier wat te drinken. En ik snap best dat die scheidslijn moeilijk te maken is. Ze is er nu toch, dus we schieten haar even aan. En misschien doe ik het zelf ook wel. Maar soms heb ik daar even geen zin in of denk ik dat mensen het wel begrijpen dat ik nu gewoon even mezelf ben. Dat er ook gewoon een persoon is met al haar pleziertjes en verdrietjes. Los van de krant, die ik moet maken in 24 uur en niet meer. Los van de krant die ik best omvangrijker wilde maken, maar die ook uit moet kunnen en wordt opgezet door een uitgever. Ik ben niet de uitgever van de krant, die woont namelijk ergens in Lutjelollem. Nooit belt iemand hem om te zeggen dat er niets in de krant staat terwijl hij in het feestgedruis staat te hossen. Soms rijd ik naar een andere plaats om mijn boodschappen te doen, omdat ik er even geen zin meer in heb. Terwijl dat haaks staat op mijn principe, want ik vind dat je in je eigen dorp je spullen moet halen om zo je dorp in leven te houden.
Voor iedereen het verkeerd begrijpt: ik hou van jullie allemaal en natuurlijk blijf ik het aanspreekpunt voor de krant. Maar laat me soms ook gewoon even mens zijn.

zondag 7 augustus 2011

Dit land is gek geworden

We zijn gek geworden in dit land. We draaien de zaken om en geven mensen die het fout doen alle rechten en mensen die willen dat foute mensen worden gepakt gaan we bekeuren. Breekt iemand bij je in en steelt hij je hele hebben of houwen, slaat iemand je tot pulp terwijl er een camera op is gericht? Dan mag je dat niet op internet zetten, want dat kan betekenen dat de bezittingen die je nog wel hebt nog eens met 25.000 euro (!) verminderd kunnen worden. Dat is namelijk de boete voor het online zetten van mensen die dingen doen die niet geoorloofd zijn. Wat zal dat boeventuig lachen trouwens. Ze weten nu helemaal dat ze overal mee wegkomen. Naast de belachelijke straffen die iemand hier al krijgt voor het nemen van een ander leven, voor het misbruiken van kleine kinderen, voor het verkrachten van (meestal) vrouwen en voor het iemand voor het leven invalide maken, mogen ze met de meest moderne apparatuur ook nog niet eens gepakt worden. Hun privacy is in het geding. Welke privacy? Als je op camerabeelden staat terwijl je de hele handel van iemand in een tas douwt, als duidelijk is dat je iemand tot bloedens toe bijna doodslaat of als op de beelden staat dat je een trekker van een pistool overhaalt, welke privacy heb je dan nog nodig?
Ik voel me niet meer thuis in een land dat zo met haar burgers omgaat en de meest belachelijke regels bedenkt. Een land ook dat op allerlei andere manieren de privacy van gewone goedmenende mensen overigens wel met handen en voeten treedt. Voor mijn nieuwste paspoort moest ik wel mijn vingerafdrukken afstaan. Mij maakt dat niet uit, want mijn vingers zullen ze nooit vinden op een pistool of op een brandkast die net is leeggehaald, maar hoe zit het dan met die privacy? En waarom kan de regering wel al mijn gegevens aan elkaar koppelen en dan precies weten hoe het zit met mijn hele financiële handel en wandel? Waarom moet ik overal gegevens over aanleveren, ook als ik dat helemaal niet wil? Waarom is dat en waarom mag iemand die een pistool op iemand richt niet gewoon in de openbaarheid worden vertoond. Een openbaarheid die overigens ook nog eens vaak heel onduidelijk is. Want zoals bewezen zijn de camerabeelden van de meeste camera’s ook nog eens verschrikkelijk onduidelijk. Onze eigen overvaller op het casino bijvoorbeeld loopt nog rustig rond, terwijl een medewerkster misschien voor de rest van haar leven met een trauma rondloopt. Belachelijk!