maandag 29 oktober 2012

Een nieuwe liefde en een wc zonder deur

Een nieuwe liefde hebben is het leukste wat er is. Niet dat ik die heb, want ze staan denk ik momenteel voor mij niet in de rij om iets mee te beginnen. Maar gelukkig bloeit de liefde om me heen wel op hier en daar en dat is altijd mooi om van mee te genieten. Toch is het ook een onzekere tijd.

Een vriendin vertelde me dat ze met haar nieuwe verkering na talloze dates dan eindelijk een weekend weg met hem ging. Dat is al spannend, want hoe gaat zoiets? Vind je elkaar dan nog leuker of niet meer zo leuk? Houd je het al die dagen met elkaar uit? Heb je elkaar nog wel wat te vertellen als je ochtendadem niet meer zo fris is, terwijl die normaal gesproken door duizend keer tandenpoetsen voor een afspraak als een tandpastafabriek is? Als je al 40 jaar met elkaar getrouwd bent, vraag je je zulke dingen niet meer af, maar met nieuwe verkeringen is dat toch heus altijd afwachten.

Aangekomen op de plaats van bestemming bleek het hotel waarin ze gingen verblijven mooi was, maar een groot minpunt had: de deur van de badkamer ontbrak. Dat betekent dus dat je met al je minder mooie openbaringen naar buiten moet, daar waar je die altijd hebt kunnen verbergen. Plas- en poepgeluiden, om maar niet te spreken van de bijbehorende luchtjes die daarbij horen konden niet meer worden verdoezeld. Snel nog even de benen scheren zonder dat de ander dat ziet of je make-up weer onberispelijk maken ook niet.

Een weekend het toilet of de douche niet gebruiken is ook geen optie, dus het was erop of eronder. Zelf heb ik ook wel eens zo’n weekend meegemaakt, maar had ik na die dagen een buik als 3 anderen. Bij mij was het dus eronder en dat is niet fijn. Maar ik had dan ook een vriendje die me altijd verzekerde dat vrouwen op het toilet naar rozen behoorden te ruiken. Hoe we dat moesten doen weet ik nog steeds niet. Flessen parfum drinken misschien? Of hele rozen opeten en dan maar hopen dat ze er aan de andere kant heerlijk riekend weer uitkomen? Het gaf in ieder geval een behoorlijke druk waar ik dus enorme constipatie aan overhield.
In het geval van mijn vriendin was het overigens niet het geval: zij en haar nieuwe verkering lieten komen wat de natuur dicteerde en daarmee was de liefde ook direct bestendigd. Ze wisten wat ze aan elkaar hadden: op elk gebied en in elke omstandigheid. En als de liefde dan nog groot genoeg is, is het volgens mij ook echte liefde. Voor mij hoeft het trouwens nog steeds niet: zo’n wc zonder deur. De deuren kunnen mij niet dik genoeg zijn.

maandag 15 oktober 2012

Wat een verstand!

Dit weekend zag ik een man van enorme hoogte met een parachute naar beneden komen. Hij waagde zijn leven, want het schijnt dat je van zo’n hoogte kokend bloed kunt krijgen en dat overleeft natuurlijk geen mens. Ik ben zelf nooit zo’n waaghals geweest, maar vond het stupide dat iemand zoiets waagt. Het is nergens voor nodig, het heeft geen enkele betekenis voor de mensheid en je zet je leven ermee op het spel. Het leven dat zo kostbaar is en soms zomaar voorbij kan zijn. Voor mensen wiens leven op het spel staat door een ziekte waar ze niet om gevraagd hebben is dat een heel vreemd gegeven, denk ik. Want nee, ik kan niet voor alle mensen met een levensbedreigende ziekte spreken. Maar als je het risico niet hoeft te nemen, waarom dat dan doen? Wij zieken zijn al blij als er ergens krimp is geconstateerd, als een ziekte een halt is toegeroepen, als er verbeteringen te zien zijn. Persoonlijk was ik deze week uitzinnig met het gegeven dat mijn verwijderde kanker volgens de patholoog zoveel gekrompen was en er geen 4 of 5 lymfeklieren, maar slechts 1 van hen was aangedaan en dat de kanker zich niet in fase 2 of 3, maar in fase 1 bevond dat ik geen extra chemo meer hoef. Dit middel dat voor zoveel kankerpatiĆ«nten veel hoop biedt, is voor velen van ons tevens een hel. Want waar het de slechte cellen vernietigt, vernietigt het ook de goede delen van je lijf. Alles wordt afgebroken wat er goed is: van smaakpapillen tot je reukvermogen, van maag-, en darmwand, van de binnenkant van je mond tot je nagels en je haar, van je bloed tot je aderen. Tel daarbij op een conditie waarbij ik in ieder geval de overkant van de straat amper kon halen en het moge duidelijk zijn dat sommige kuren behoorlijk zwaar zijn. Bovendien gooit het je systeem zo in de war dat je er vreselijk depressief van kunt worden. Kunt worden, want de ene kuur is de andere niet. En de ene mens is de andere mens niet. En wie ziek is, wil graag beter worden dus ga je er voor als je de kans krijgt. De man met die parachute nam voor mijn gevoel chemo terwijl hij helemaal niet ziek was. En dat is een slechte zaak en iets waar ik met mijn volle verstand niet bij kan. Ik heb het gevoel dat ik mijn leven sinds vandaag weer een beetje terug heb, ondanks het feit dat er nog flink wat bestraald moet worden en er vele hormonen moeten worden geslikt. En zo’n kerel springt met zijn volle verstand willens en wetens bijna de dood tegemoet. Ik kan er met mijn gebrekkige verstand niet bij!

maandag 8 oktober 2012

Het kantelraam van de WMO

In mijn vorige woning had ik een paar kantelramen. Ze hadden tot doel om iets meer frisse lucht binnen te laten dan een gewoon raam. Blijkbaar wil de nieuwe fusiegemeente ook meer frisse lucht. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning namelijk wordt ook gekanteld. Kantelen betekent niet langer recht hebben op iets, maar blijkt in de nieuwe situatie te draaien om eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en zelfredzaamheid. Eerst wordt er gekeken naar wat iemand zelf kan en hoe de omgeving daar bij kan helpen. Dan pas kijkt die nieuwe supergemeente of mensen ook “recht” op ondersteuning hebben. Terug naar de jaren ’50 wordt dat genoemd. Wat daar mijns inziens bij vergeten wordt, is dat we niet langer in de jaren ’50 leven. De economie ligt volledig op zijn kont en dat betekent dat heel veel mensen buiten hun schuld om zonder werk zitten. Uitkeringsregels zijn al ernstig aangescherpt, waardoor de bijstand al snel op de loer ligt. Maar nee, volgens De Friese Meren moet de bijstand een springplank zijn naar werk, voor iedereen die kan werken. Helaas zie ik in mijn eigen omgeving heel veel mensen die dolgraag willen werken, maar die constant nul op het rekest krijgen. Jongeren tussen 18 en 27 jaar zijn helemaal de dupe. Zij krijgen een opleiding en geen bijstand meer. Lastig als je op jezelf woont, jarenlang wel gewerkt hebt en dan opeens op straat staat. Voor zieken of mensen met beperkingen geldt eigenlijk hetzelfde. Voorzieningen die voorheen volgens de nieuwe gemeente gewoon werden verstrekt moeten nu gecompenseerd worden. De gemeente heeft niet langer een zorgplicht. Laat maar creperen dus? Nee, de burger is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en welzijn. Wie problemen heeft moet ze zelf maar oplossen met behulp van zijn netwerk, buren of mantelzorgers. Gaat dit niet omdat je in een categorie zit waarbij je zo’n netwerk niet hebt door leeftijd of het ontbreken van kinderen dan wordt onderzocht of vrijwilligers iets kunnen doen. Pas dan komt de Wmo nog eens om de hoek met collectieve voorzieningen en echt echt echt als allerlaatste kan een individuele voorziening worden opgevoerd. Als ik mijn eigen problemen moet oplossen, dan wil ik dat ook doen met mijn geld dat nu naar gemeente en overheid gaat. Dan wil ik geld terug dat naar projecten gaat waarvan ik de noodzaak niet inzie, die niet werken of die onzinnig zijn. Dan wil ik bovendien een maatschappij die is ingesteld op die sociale samenhang. En dat betekent dat mensen niet samen hoeven te werken omdat de lasten in dit land torenhoog zijn en er voor elke scheet betaald moet worden.