dinsdag 28 december 2010

Ik ben een happy single

Afgelopen weekend was het kerst, dat zal niemand ontgaan zijn. Overal kwamen mensen samen om met elkaar de kerstdis te nuttigen. Zonder ouders en mijn beste vriendin is dat moeilijker. Dus vul ik kerst in op mijn eigen manier. Met de kleintjes van mijn broer naar de film en daarna nog een drankje doen. Heel gezellig.
Toch krijg ik altijd het idee dat ik een soort holbewoner ben, omdat ik geen vent heb. Mensen vinden het zielig. Verdrietig is het verlies van mijn dierbaren. Maar dat was er ook geweest als ik wel een relatie had gehad. En om eerlijk te zijn had ik op het moment dat mijn ouders stierven ook een relatie. Niet met iemand waarmee ik in één huis woonde, maar wel een relatie. Het verdriet was er niet minder om en op een gegeven moment heb ik de verbinding verbroken. Om redenen die alleen hem en mij wat aangaan. Twee jaar later kwam een andere man in mijn leven, maar daarmee liep het moeilijk. Ik heb er lang in geloofd, maar het werkte niet.
Dus nu ben ik weer single. Een heel happy single om eerlijk te zijn. Elke avond als ik de sleutel in het slot van mijn eigen deur steek, ben ik blij. Dat ik in mijn eigen huisje stap. Met mijn eigen spullen, met eigen keuken, mijn eigen boeken. Ik kook wat ik lekker vind, kijk naar een tv-programma dat ik graag wil zien. Ga naar bed als ik dat wil en hoef met niemand rekening te houden. Ik ben een overtuigd single geworden, blij met mijn staat. Op zaterdagochtend wandel ik wel eens blij met mijn eigen status door de supermarkt en zie daar allerlei zeer verveelde stellen die elkaar liever de kop in lijken te slaan dan dat ze het leuk hebben. Of ze hebben elkaar niets meer te zeggen. Natuurlijk is dat niet bij iedereen het geval en ben ik heel blij als ik leuke stellen zie die het heel goed met elkaar hebben. Ik gun het ze. Maar ik gun mezelf deze fijne vrijheid die me in staat stelt alle dingen te doen die ik graag wil. Drankje drinken, flirten met wie ik maar wil, alleen op vakantie gaan, contact onderhouden met wie ik maar wil, geen jaloers mannen op de achtergrond. Ik vind het heerlijk dat singlebestaan van me. Dus medelijden is niet nodig, ik zou in veel gevallen niet willen ruilen. Ik weet ook nog wel dat ik vanaf jonge leeftijd graag op mezelf was. Mijn kamertje was me heilig. Daar kon ik doen en laten wat ik wilde. Mijn boeken lezen, schrijven, mijn planten verzorgen. Echt een veilige haven. Dus blijkbaar heeft het er altijd ingezeten, dat single zijn.

zaterdag 18 december 2010

Levensgevaarlijk vuurwerk?

Overheid, politie en justitie en de media spreken altijd over levensgevaarlijk vuurwerk, stellen de vuurwerkliefhebbers. Toch bestrijden ze dit, omdat het de overheid vooral om economisch belang zou gaan. Over de miljoenen die aan buitenlands vuurwerk worden besteed, wordt in Nederland namelijk geen belasting betaald. Politie en Justitie hebben volgens de branche een ander belang: Angst voor illegaal vuurwerk kweken, waardoor mensen eerder geneigd zijn hun buurman aan te geven wanneer ze vermoeden dat deze illegaal vuurwerk bezit. En de media wil op hun beurt weer lezers / kijkers trekken met hun reportages en proberen zo'n sensationeel mogelijk beeld te schetsen. Leuke berichten over prachtige vuurwerkshows vallen daar niet onder.

Nitraatrotjes
Nitraatrotjes zijn de nieuwste producten waar politie en OM zich tegen verzetten. De naam doet vermoeden dat er nitraat in de klappers zit, maar dit blijkt helemaal niet het geval te zijn. De klappers geven een enorme knal en zijn daarom voor een bepaalde groep erg interessant.

De nitraatklapper bestaat eigenlijk niet
Hoewel het vuurwerk dat enorme klappers geeft onder de naam nitraatklapper illegaal op de markt wordt gebracht stelt de website Vuurwerk dat dit een onzinnig woord is. Nitraat of NO3 is een anorganische salpeter zout zoals kaliumnitraat, bariumnitraat of strontiumnitraat en alleen het cellulosenitraat wordt gebruikt in de vuurwerkbranche, maar niet het nitraat zelf. NO2, een nitro-groep wordt wel gebruikt in de pyrotechniek.

Is het nitraatrotje erg gevaarlijk?
Hoewel het woord dus niet klopt is het nitraatrotje of de nitraatklapper volgens politie en justitie erg gevaarlijk. Maar klopt dat wel? Volgens de vuurwerkbranche danken de nitraten of klappers hun naam aan één van de eerste nitraatklappers, namelijk de Thundercracker van BEX Vuurwerk in Bocholt. Deze firma is anno 2010 niet meer in bedrijf. In de jaren 1998 tot 2001 waarin deze klappers op de markt kwamen was er nauwelijks regelgeving in België op het gebied van vuurwerk. Voor de Nederlandse vuurwerkliefhebber waren al die Belgische producten bovendien gewoon vrij verkrijgbaar. Een van de promotie-uitspraken van deze firma was dat de harde klap van deze Thundercrackers te danken was aan Ammoniumnitraat (NH4NO3) wat in het sas verwerkt was. Dit bleek grote onzin, want Ammoniumnitraat is hoogst vocht-aantrekkend en dus niet geschikt voor de verwerking in vuurwerk. De naam is echter wel blijven hangen aan vuurwerk dat nogal wat geluid maakt.

Strenge regels vuurwerk ook in België, maar Belgisch vuurwerk knalt wel harder
Sinds 2001 is de regelgeving in Belgie zodanig veranderd dat ook daar strenge regels zijn wat vuurwerk betreft. Knallers mogen ondermeer niet meer dan 2 gram kruit bevatten. Nitraten zoals de Thundercracker van BEX (die 4 gram bevatten) zijn dus ook niet meer in Belgie te koop. Verder moet elk stuk vuurwerk (met uitzondering van strijkers) voorzien zijn van een groen veiligheidslont, viscolont genaamd, dat voldoende vertraging garandeerd. Belgisch knalvuurwerk knalt inderdaad wat harder als het Nederlandse knalvuurwerk, maar is door de verscherpte regelgeving zeker net zo veilig als Nederlands vuurwerk. Bij normaal gebruik (volgens de Nederlandse handleiding, die verplicht aanwezig is) kan er in principe weinig mis gaan.

Goede nitraatklappers
Een aantal "nitraatklappers" van de veilige soort zijn:
- Thumping Thunder: 1,6 gram
- Banger: 1,5 gram
- Bombero's: 2 gram
- The Mammoth: 1,5 gram
- Ugly Joe: 1,9 gram (waarvan een klein gedeel wordt gebruikt voor een fluit voorafgaand aan de knal)

Het gevaarlijke vuurwerk is vaak illegaal en komt vaak uit Polen, Italië en Spanje
Maar niet alle knallers die in Nederland met Oud en Nieuw worden afgestoken zijn afkomstig uit Belgie. De laatste jaren komen steeds meer knallers uit landen als:
-Polen
-Italie
-Spanje.

In andere landen heel andere regels op het gebied van vuurwerk
In dit soort landen zijn de regels voor vuurwerk heel anders dan in Nederland of in België. Bovendien worden deze knallers vaak naar Nederland gehaald en verkocht via handelaren in het Illegale circuit. Deze knallers gaan vaak een stuk harder dan hun Belgische soortgenoten. Zelf was ik een keer op vakantie in Italië toen ik 's nachts wakker werd omdat ik dacht dat het oorlog was. De ramen sprongen bijna uit hun sponningen en de knallen waren echt oorverdovend. Bleek dat er gewoon een feestje werd gevierd met vuurwerk!

Vuurwerksoorten uit andere landen die veel meer kruid bevatten dan in Nederland is toegestaan
Uit andere landen komen dus nitraatklappers met veel meer impact. Een aantal van deze soorten op een rij:
Atomico's: Spanje, 12,6 gram (waarvan een groot deel wordt gebruikt voor een fluit voorafgaand aan de knal)
Fenix nitraten: Polen, 4 gram (waarvan een klein gedeelte wordt gebruikt voor een groene vlam voorafgaand aan de knal)
Red Devil: Denemarken, 12 gram (waarvan een groot deel wordt gebruikt voor een fontein voorafgaand aan de knal)
Krachmen FPX3: Polen, 2,5 gram (waarvan een klein gedeelte wordt gebruikt voor een groene vlam voorafgaand aan de knal

Extreme vuurwerkklappers met heel veel kruid die voor risico's kunnen zorgen
Verder zijn er nog een aantal extreme klappers, die in de media onder nitraten worden genoemd, maar er volgens de vuurwerk-liefhebbers, niet bijhoren:
Cobra 6: Italie, 48 gram
Explods: Italie, 50 gram
Gigant Maroon: Tsjechie, 120 gram
Deze soorten zijn niet (goed-)gekeurd door Nederlandse, Belgische of Duitse instanties, bevatten niet altijd een groen veiligheidslont en een Nederlandse handleiding is vaak afwezig. Juist met dit zware vuurwerk kan het bij verkeerd gebruik flink misgaan. Het zijn ook vaak de klappers waarmee vandalisme wordt gepleegd. Dit vandalisme is echter vuurwerkliefhebbers een doorn in het oog. In de media wordt tot grote spijt van de branche helaas geen onderscheid tussen bijvoorbeeld Belgische en illegaal verkrijgbare knallers. Er wordt volgens de liefhebbers over geschreven of iedereen zo maar even in Belgie de zwaarste klappers kan gaan halen en alsof iedere vuurwerkliefhebber graag bushokjes, brievenbussen en ander straatmeubilair opblaast. Een echte vuurwerkliefhebber sloopt juist niets omdat zo zijn/haar hobby in een kwaad daglicht komt te staan.

Het verschil tussen Nederlands en Belgisch knal-vuurwerk: de lading is anders
Het verschil tussen Nederland en Belgisch knal-vuurwerk zit in de lading. In Nederland mag knalvuurwerk uitsluitend buskruit (oftewel zwart kruit) bevatten, waar in Belgie flash- ofwel zilverkruit toegestaan is. Buskruit is een langzaam brandend mengsel, waardoor de gassen niet zo heet worden en er niet veel druk opgebouwd wordt en de huls van een rotje simpelweg met een knal(letje) openscheurt. De Belgische varianten knallen vaak wat harder dan de Nederlandse knallers. Flashkruit brandt namelijk veel feller dan buskruit, waardoor er veel meer druk wordt opgebouwd. Hierdoor klapt de huls uit elkaar. Ongeacht wat de Nederlandse overheid en aanverwante organisaties het publiek wil laten geloven, wordt vuurwerk in Belgie en Duitsland (waarbij de laatste de regels net zo streng, zo niet strenger zijn als in Nederland) weldegelijk getest en gekeurd. Ieder artikel dat wordt verkocht heeft dus ook een keuringsnummer.

Strenge controles politie op nitraatrotjes en nitraatbommen en andere illegaal vuurwerk
De politie controleert net als andere jaren ook in 2010 weer op illegaal vuurwerk waaronder nitraatproducten vallen. Ze doet dat in opdracht van het openbaar ministerie. Er wordt vooral gecontroleerd op netwerken die het vuurwerk verspreiden en minder op individuen die illegaal vuurwerk in hun bezit hebben. Wie gepakt wordt met illegaal vuurwerk, moet dat niet alleen inleveren, maar kan ook rekenen op een fikse bekeuring.

Goed omgaan met vuurwerk
Persoonlijk letsel door het gebruik van vuurwerk is vaak te wijten aan wat mensen zelf met dat vuurwerk doen. Iemand die een knaller in zijn hand houdt tot het lontje is opgebrand, kan er vergif op innemen dat dit dan fout gaat. Daarom staat ook op elke verpakking van een goedgekeurde vuurwerkknaller "Niet in de hand houden". Ook het stunten met vuurwerk of het zelf prutsen aan bestaand vuurwerk of met kruit is vragen om moeilijkheden. Maar daar is de branche niet verantwoordelijk voor, dat zijn de mensen zelf. Het grootste deel van de mensen dat gewond raakt door vuurwerk heeft de voorwaarden niet goed in acht genomen, is gaan knoeien of is door iemand anders gewond geraakt.

Schulden, ik heb ze niet

Ik heb geen cent schuld. Nooit gehad ook. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de houding van onze ouders. Wij leerden dat je pas iets koopt als je daar geld voor hebt. Nu zijn er tijden geweest dat ik wel eens pimpelpaars stond op mijn betaalrekening, maar dan wist ik dat er weer geld aan zat te komen. Het afgelopen jaar zijn mijn inkomsten drastisch gedaald en moest ik de tering naar de nering zetten. Ik ben gek op heerlijk uit eten gaan, luxe welness-arrangementen, boeken en tijdschriften, kleding, maar ook op wat luxer voedsel. Dat kon opeens niet meer. Ik heb alles opgezegd wat mogelijk was en uit eten ga ik nog maar zelden. Is dat jammer? Ja dat is best jammer, want al die zaken brachten me ook momenten van geluk. Maar dat is ook wat het is: momenten van geluk en niet meer dan dat. Ik heb al mijn uitgaven op papier gezet, alles wat goedkoper kon goedkoper gemaakt en toen merkte ik pas wat dat oplevert. Want ik sta nu nooit meer paars, zelfs niet meer rood. Alles is volledig in balans en als ik eens uit eten wil kan dat. Of dat volgend jaar ook zo is, weet ik niet. Ik voorzie dan weer minder werk en dus minder inkomsten. Daarom spaar ik nu vast voor volgend jaar. Ik heb een potje gemaakt waaruit ik kan putten als dat moet. Maar ik kan natuurlijk ook gewoon aan de slag als uitzendkracht ergens. Want als er brood op de plank moet, is niets te raar om aan te pakken is mijn motto. Dan ga ik desnoods op een callcenter zitten om mensen lastig te vallen tijdens het avondeten en me uit te laten schelden voor dat bellen.

Geen cent te makken
Toch zie ik om me heen wel veel mensen die geen cent te makken hebben. Ik zie ook dat ze allemaal in dure auto’s rijden of zich bedienen van telefoons waarvoor je de hoofdprijs betaalt. Als je geen Iphone hebt doe je blijkbaar niet meer mee. En je auto moet minstens van een bekend merk zijn en heel kek zijn. Ik heb nog een kleine Nokia met een abonnement van ik geloof 13 euro per maand. Ik zit er vaak een paar euro boven, maar niet veel. Toen ik merkte dat dit wel het geval was heb ik Vodafone eens even gebeld. Bleek dat ze elke seconde dat ik belde over de minuut in rekening brachten als minuut. Heb ik mooi direct kortemetten mee gemaakt. Maar ik heb dus geen luxe telefoon. Ik kan niet e-mailen met mijn toestel, ook geen foto’s maken of ontvangen. Ik kan er eigenlijks niets anders mee dan bellen en een sms-bericht mee versturen. Maar het mooie van dit toestel is wel dat het me goud waard is. Want het is van Antje geweest, mijn vorig jaar overleden vriendin. Dus heb ik haar altijd een beetje bij me. En dat is me meer waard dan al die dure elektronica.

Een mooie Skoda om in te rijden
Ook mijn auto is niet eentje waarvan je nieuwe verkering direct wild wordt. Een Skoda. Maar hij rijdt goed, hoeft niet veel benzine om me ver te brengen en is toch steviger dan de kleine gebakje autootjes die ik altijd heb gereden. En ook daar weer een emotionele binding, want ik heb hem nog met mijn vader uitgezocht. Elke keer als ik instap herinner ik me nog dat we samen een proefritje gingen maken. Hij was toen al ziek, maar wilde dat nog voor me doen. Is dat ouderliefde of niet? Mijn Skodaatje gaat dus nog lang niet weg als het aan mij ligt. Ik houd sowieso niet van het wegdoen van spullen. Mijn tv is er nog eentje van het soort met een bak erachter. Oud dus. Ook nog van mijn ouders gekregen zelfs. Maar hij doet het nog. En alles wat het doet, gooi ik gewoon niet weg. Dat vind ik nergens voor nodig, maar ook onnodig. We leven toch al in een enorme consumptiemaatschappij waarin alles groter en mooier moet. Ik doe daar zo weinig mogelijk aan mee.

Ik ga zo boodschappen doen. Ik kan uitkiezen wat ik wil, want mijn rekening staat lekker vol. Toch pas ik op. Volgend jaar wil ik ook nog wel graag eten namelijk.

woensdag 15 december 2010

Een ei met stront

Een onderzoek naar de gezondheid van mensen rondom een boerderij met 11000 varkens is niet nodig oordeelde de raad maandagavond. Als die risico’s er zijn dan wordt er wel ingegrepen zo stelden de politici. Met andere woorden: als het schaap verdronken is, dempt men de put. Aan alle andere argumenten werd voorbij gegaan. Waarom dat onderzoek gaande is bijvoorbeeld. Want er wordt niet zomaar een duur onderzoek gedaan landelijk. Dan zijn er tekenen dat er iets fout zou kunnen zijn. Q-koorts is al die tijd ook enorm onderschat geweest, terwijl nu blijkt dat de effecten gigantisch zijn. Zo is voor zwangere vrouwen die besmet worden met de Q-koorts de kans heel groot dat ze een miskraam krijgen. Maar de ziekte doet veel meer. Maar goed de raad heeft in al haar wijsheid besloten maar net te doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Wat me echter verbaasde was de manier waarop deze discussie werd gevoerd tussen voor- en tegenstanders. Er was zelfs een fractievoorzitter die het allemaal zo bagatelliseerde door te zegen dat een ei van een kip dat even lekker was ingewreven met stront op de markt veel meer opbracht. Daarmee wilde hij blijkbaar aangeven dat het onzin was als je serieus met je voedsel omgaat en met de omstandigheden waarin dat voedsel (lees deze dieren) opgroeit. Een farce zo vond ik door zoiets zo aan te duiden. Want een kip die lekker door de weilanden mag rondrennen op zoek naar granen en maïs en dan in het hok een ei legt is heel iets anders dan een kip die wordt geboren en die zijn kont niet kan draaien in een hokje waar hij net kan liggen. Dat dier heeft geen leven, zo baud wil ik wel stellen. Een biologische kip die altijd heeft rondgerend ziet er ook in de pan ook heel anders uit. Dat is een atletische kip met veel rood vlees dat lang in de pan moet liggen om gaar te worden. En niet dat vieze weke witte vlees dat is ingespoten met water notabene. En waar geen smaak aan zit. Ja we willen allemaal meer, zo is het credo. Maar ik heb liever wat minder maar dan goed en lekker. En met een leven voor het dier dat dierwaardig is. Vroeger snuffelden varkens nog lekker in de modder rond en deden ze hun ding. Nu produceren we maar en produceren we maar, alsof er geen einde aan kan komen. En moeten we allemaal vegetariër worden, wat een ander raadslid opperde. Nee dat hoeft niet, maar 1 dag in de week geen vlees eten scheelt al flink als het daar om gaat. Bovendien doen we ook net alsof al die welvaart ons zoveel goeds heeft gebracht. Hart- en vaatziekten en diabetes ja dat krijgen we er van. Dus een ei insmeren met stront, van mij mag het. Maar als het dan maar wel van een kip is die altijd heerlijk heeft rondgedoold door de landerijen.

donderdag 9 december 2010

Lekker dan: bellen met KPN fors duurder

Veel Telecombedrijven voeren in 2011 veranderingen door in hun tarieven. Bellen van een vaste telefoon naar een andere vaste telefoon wordt bij KPN daardoor fiks duurder. Vodafone hanteert andere prijzen voor het internetten in het buitenland en ook T-Mobile heeft mogelijk plannen. De kosten voor bellen en internetten worden er daardoor niet duidelijker op. Wel wordt bellen en internetten duurder.

KPN: bellen met de huistelefoon naar een andere huistelefoon gaat van 4 naar 9 cent per minuut
In 2011 wijzigt KPN de prijzen voor InternetPlusBellen en BelVrij. Dit zijn abonnementen voor het bellen met een vaste telefoon. Voor beide abonnementen moeten mensen nu fors meer gaan betalen als ze naar een andere vaste telefoon bellen. Nu wordt nog 4 cent in rekening gebracht, dit wordt in 2011 per minuut 9 cent. Bovendien moet ook per gesprek nog een starttarief betaald worden van 10 cent per gesprek. Het bellen naar mobiele nummers wordt goedkoper. Dit tarief gaat van 16,5 cent ook naar 9 cent. Ook worden vanaf februari de kosten voor het bellen naar de voicemail in rekening gebracht. In 2010 is dat nog gratis. De nieuwe tarieven voor InternetPlusBellen gaan in op 15 januari 2011. Het BelVrij abonnement wordt later in 2011 aangepast.

Bellen naar het buitenland met KPN fors duurder
Ook het bellen naar het buitenland wordt met de KPN fors duurder. De tarieven worden verhoogd van:
Noordwest Europa was 6 cent, wordt 9 cent
Noord-Amerika was 6 cent, wordt 9 cent
Midden-Europa was 12 cent, wordt 19 cent
Zuid-Europa was 12 cent, wordt 19 cent
Australie was 12 cent, wordt 19 cent
Nieuw Zeeland was 12 cent, wordt 19cent
Oost-Europa was 25 cent, wordt 53 cent
Israel was 25 cent, wordt 53 cent
Turkije was 25 cent, wordt 53 cent
Verre Oosten was 25 cent, wordt 53 cent
Nederlandse Antillen was 40 cent, wordt 83 cent
Brazilie was 40 cent, wordt 83 cent
Noord-Afrika was 40 cent, wordt 83 cent
Zuid-Afrika was 40 cent, wordt 83 cent
Rest van de wereld was 70 cent, wordt 1,20 euro

Vodafone: goedkoper mobiel internetten in 16 Europese landen
Vodafone introduceert vanaf december 2010 een lager tarief voor mobiel internetten in 16 landen in Europa. Dit is echter wel alleen het geval als de persoon in kwestie van tevoren een eenmalige bijdrage betaalt.

Zes grote aanbieders presenteren 248 verschillende abonnementen
Er zijn zes grote aanbieders in Nederland van Telecomproducten. Dit zijn:
Ben
Hi
KPN
Telford
T-Mobile
Vodafone

Maar liefst 3525 soorten abonnementen
Deze 6 bedrijven verkopen maar liefst 248 abonnementen aan de consument. Maar die vallen ook weer uiteen in verschillende bundels, waardoor de gebruikers van telefoon en internet maar liefst de keuze heeft uit 3525 verschillende mogelijkheden. Al die abonnementen hebben hun eigen voorwaarden en die zijn niet altijd even duidelijk. Ook worden ze vaak niet meegestuurd bij een contract. Voor de consument is het dan ook niet erg duidelijk om te weten welke vorm het goedkoopst of het best is. Ook een rondgang langs alle websites van de telefoonaanbieders biedt weinig duidelijkheid.

Opzeggen mag bij wijzigingen
Bij wijzigingen in de tarieven mag de consument zijn abonnement overigens gewoon opzeggen. Dat is dus ook het geval bij de aanstaande wijziging. Het loont om te kijken naar een abonnnement waar bellen van en naar een vaste telefoon wel gewoon goedkoop blijft. KPN gaat ook een aanbod neerleggen bij al die mensen die al een abonnement hebben. Zo kunnen zij hun hogere kosten afkopen met u raadt het al weer een nieuwe vorm waar voor betaald moet worden.

maandag 6 december 2010

Een varkensstal als kolenmijn

Van 1900 tot 1974 werd er in Nederland hard gewerkt in de kolenmijnen. De kompels werkten zich onder de grond letterlijk kapot om de kolen naar boven te halen die moesten zorgen voor warmte en energie. In die beginjaren was nog niet duidelijk dat het delven van die grondstof niet alleen maar positieve effecten had. Pas jaren later toen veel van de mannen longproblemen kregen en velen van hen een pijnlijke dood stierven bleek hoe naar het stof was dat in hun longen was gaan zitten en alle longblaasjes langzaam had doen afsterven.
In 2010 zijn er ongetwijfeld ook allerlei ontwikkelingen gaande waarvan we de gevolgen nog niet kennen. Soms is dat ook niet te voorzien. Soms is het wel te voorzien, maar wordt dit willens en wetens genegeerd. Soms is er een keuze, om eerst af te wachten wat de gevaren zouden kunnen zijn. Dat is ook het geval met een uitbreidingsplan van een enorme varkensstal bij Echtenerbrug. Niemand weet wat een varkensstal met 11000 varkens aan kwalijke stoffen uitstoot. Maar dat is het nu juist, de overheid wil wel dat daar onderzoek naar wordt gedaan. Omdat er op andere gebieden al te veel fouten zijn gemaakt en er inmiddels bijvoorbeeld veel te veel mensen zijn gestorven aan Q-koorts of aan een chronische vorm lijden die zorgt voor een heel zwakke gezondheid. Of dit onderzoek inderdaad uitwijst dat een varkensstal met heel veel dieren schadelijk is, is de vraag. Het zou evengoed kunnen uitwijzen dat er niets aan de hand is en dat mensen en andere dieren geen gevaar lopen. Maar het lijkt erop dat de raad van Lemsterland daar niet op wenst te wachten. Mogelijke gevaren worden aan de kant geschoven als ware het niets, terwijl uit zo’n onderzoek natuurlijk net zo goed zou kunnen komen dat het uiterst schadelijk is om zoveel dieren te concentreren zonder dat ze ooit een stukje daglicht voelen of dat daglicht kwalijke stoffen kan afvoeren. De stal moet er komen, onder credo’s als dat er vlees moet blijven voor de gewone man tot dat bio-industrie een goede zaak is. Ik misgun niemand zijn stukje vlees, maar weet niet of dat nu een argument is om een onderzoek niet door te laten gaan. De gewone man wordt namelijk net zo goed (zo niet erger) altijd de dupe van zaken waartegen de rijke man zich vaak nog wel kan beschermen. En het ophokken van duizenden dieren in een beperkte ruimte voor dat vlees, ja daar kan ik echt weinig goeds in zien. Maar daar mag iedereen het zijne van denken. Toch is de vraag of het afwachten van zo’n onderzoek niet gewoon zou moeten. Want stel je voor dat dit fijnstof op den duur voor mensen toch enorme gevolgen heeft? Sla je je als politicus dan achteraf niet gigantisch voor je kop dat je dat risico hebt durven nemen?

zondag 5 december 2010

Jarig

Ik ben net een minuut jarig. En daar zit je dan. Weer een jaar erbij, weer een jaar dichter bij het einde. Beetje zwartgallig, ik weet het. Komt waarschijnlijk ook omdat de drie mensen die altijd bij die verjaardag waren er niet meer zijn. Mijn vader en mijn moeder en Antje mijn hartsvriendin. Vooral die laatste speelde op mijn verjaardag altijd een grote rol. Gewoon omdat ze er altijd was, omdat het met haar altijd gezellig was en de wijn altijd rijkelijk vloeide. Maar ook omdat ze er in ondersteunende zin altijd was, een leven lang.
Mijn ouders overleden respectievelijk in september en oktober van hetzelfde jaar. Nog geen 2 maanden later was ik jarig. Wat zag ik tegen die dag op! Ik lag nog in bed toen de telefoon ging. Eerst wilde ik niet opnemen, maar toen zag ik dat het Antje was. Of ik de deur wel even open wilde doen. Stond ze daar met een heel ontbijt, slingers en zelfs een flesje champagne. Ze redde mijn dag, maakte hem toch waardevol. Inmiddels wordt het mijn tweede verjaardag zonder haar. Het is niet voor te stellen dat ze er al langer dan een jaar niet meer is en toch is het zo. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan haar denk, het nog niet kan bevatten dat die vreselijke rotziekte haar sloopte en ze de kans niet heeft gehad op een veel langer leven. Haar missen, mijn ouders missen is cruciaal op dit soort dagen. Mag niet, ik weet het, want ik zou het leven juist moeten omarmen. Maar dat was eenvoudiger met hen er bij.

woensdag 24 november 2010

Mijn broertje is ziek

Vanochtend eindelijk eens een keer uitgeslapen. Al wekenlang achter elkaar krijg ik per nacht tussen de 5 en 6 uur slaap en dat is gewoon te weinig. Vandaag werd ik gewoon niet wakker. Dat is niet helemaal waar, ik werd wakker vanuit een nachtmerrie. Mijn broertje (hij is net 39 geworden maar ik ben en blijf toch altijd z'n grote zus) was weer klein. We waren ergens op een plateau met daarom heen water en hij wilde maar niet luisteren. Opeens deed hij een stap, gleed uit en verdween onder water. Gelukkig kon ik hem redden. Aan een arm trok ik hem eruit. Hijgend en puffend stond ik met een nat kind op mijn arm. Die er vervolgens weer uitsprong en het water weer inging om nog wat kledingstukken te redden. Ik ging weer op zoek naar hem, maar kon hem in het snelstromende water nergens vinden. Ik werd wakker van mijn eigen geschreeuw en heb zeker een half uur zitten bijkomen.
De angst om mijn broertje is waarschijnlijk niet uit de lucht komen vallen. Hij is ziek. Vorige week nog dacht de dokter dat het bronchitis was en kreeg hij flink wat antibiotica mee naar huis. Mijn grote sterke broer met zijn imposante verschijning lag anderhalve of twee week in bed. Piepend en kreunend. Hij had niets in te brengen. Ook zijn verjaardag werd niet gevierd, want hij sliep alleen maar. De bronchitis bleek toch iets ernstiger te zijn: astma.

Gisteren was ik even bij hem met een fruitmandje, want wij geloven in de kracht van vitamines. Hij was bleek en kortademig. Zat voor het eerst weer even een paar uurtjes op de bank. Maar had wel plannen om weer aan het werk te gaan. Wat ik onverstandig vond, want ik ben geen dokter, maar zie wel wanneer iemand te weinig adem heeft. Waarschijnlijk heb ik al die zaken in mijn droom vannacht verwerkt. Het heeft waarschijnlijk ook te maken met mijn grote angst om hem te verliezen. Mijn enige eerstelijns familielid ook nog eens kwijtraken, ik zou er gek van worden. Want het is wel mijn kleine grote broer. De verrassing die kwam toen ik 8 jaar was en waarmee ik vanaf dat moment zoooo blij ben.

dinsdag 23 november 2010

Vergaderen en vergaderen

Deze blog is van maandag, maar is op dinsdag geplaatst.

Het is nu maandagmiddag. Vanavond vergadert de gemeenteraad van Lemsterland weer. Er wacht een ellenlange agenda omdat heel veel punten van de vorige keer zijn overgeheveld naar deze bijeenkomst. En ik ben geen helderziende, maar ik voorzie een hele lange avond. Een verschrikkelijk lange avond. En ik vraag me af of die nieuwe vergaderstructuur wel werkt. Hij is in het leven geroepen om sneller klaar te zijn en om minder vaak bijeen te komen. Wat op zich een goed streven is, want er werd tot dan 3 keer in de maand vergaderd. Het punt is alleen dat die afzonderlijke commissievergaderingen vaak al tot 11 uur duurden. En nu zijn op één enkele avond maar liefst 2 commissievergaderingen en een raadsvergadering samengevoegd. In totaal nam dat voorheen altijd met elkaar zo’n 10 uur in beslag. Per maand dus. Nu hebben we eens in de drie weken een avond van half 8 tot 11 uur. Dat is dus maar 3,5 uur. En het werkt niet, mijns inziens. Soms moet het eerste gedeelte al afgelopen zijn als er nog maar enkele punten zijn behandeld. Dan wordt doorgeschoven of het raadsgedeelte begint veel later. Ergens gaat er dus iets mis in deze nieuwe structuur. Is het de voorzitter die niet snel genoeg afhamert? Zijn het de raadsleden die weigeren om korter te spreken? Om eerlijk te zijn is het een combinatie van factoren als je het mij vraagt. Het levert in ieder geval een ietwat gehaaste sfeer op die de besluitvorming nu niet bepaald in een rustige omgeving laat plaatsvinden. Moet het dan weer anders? Als er niet dingen veranderen dan zou het volgens mij weer anders moeten worden, want we hebben nu nog maar een paar vergaderingen gehad en de punten stapelen zich nu al op. Om heel eerlijk te zijn ben ik bang dat we die punten er vanavond weer niet doorkrijgen en de helft dus weer doorschuift. Waarmee op het einde (welk einde?) dus een agenda ontstaat waarvoor je wel een hele dag kunt gaan zitten. En dat was dus net niet de bedoeling. Vergaderen op hoofdpunten is een kunst dat snap ik wel. Maar een partij zou ook uitgebreid haar zegje mogen doen over zaken die er toch echt toe doen. Wat niet hoeft is dat iedere partij zegt het met de vorige spreker eens te zijn of zich aan te sluiten bij een andere partij. En als je het ermee eens bent, kun je het woord ook laten passeren. Dat kost namelijk alleen minuten die geen enkel nut hebben. Maar misschien zit ik er naast en wordt het vanavond een vergadering die heel kort duurt. Je weet het ten slotte maar nooit. Maar ik durf mijn bezittingen er niet op te verwedden.

De dag na de raadsvergadering
Het is nu dinsdag en mijn vrees is bewaarheid. Het opinierende gedeelte van de raadsvergadering (zeg maar wat vroeger de commissies heetten) liep uit tot half 10. (Terwijl dit om 9 uur klaar had moeten zijn). Ik geloof dat we tot punt 6 zijn gekomen en dat er 12 op de agenda stonden. De rest is dus doorgeschoven naar jawel, de volgende vergadering. En als we mazzel hebben schuift daarvan ook weer een heel deel door. De vergadering zelf verliep met veel afhameren van de voorzitter en een gehaaste toon. Hielp het? Niet echt. De vergadering was om 12 uur afgelopen, terwijl het streven was om uiterlijk om 11 uur te sluiten. Bovendien zaten er mensen op de publieke tribune die voor een bepaald punt kwamen en weer naar huis konden zonder dat het punt was behandeld. Bij sommigen zet dat erg kwaad bloed!! De nieuwe vergaderstructuur van Lemsterland heeft dus nog niet echt het effect dat beoogd was. En het zijn erg lange avonden op die manier.

zondag 21 november 2010

Wat valt er nog onder de basiszorgverzekering 2011?

De basisverzekering voor ziektekosten verandert in 2011 behoorlijk. Het eigen risico wordt hoger, de fysiotherapie verdwijnt tot de 12e behandeling uit het pakket en de tandarts wordt ook niet meer vergoed door de basisverzekering in 2011. Ook de pil verdwijnt uit de basisverzekering ziektekosten. De veranderingen van de zorgverzekeringen op een rij.

De basisverzekering voor ziektekosten wat voorheen het ziekenfonds heette wordt opgesteld door de overheid. Verzekeraars hebben daar dus geen invloed op. Alle verzekeraars verhogen hun premie in 2011. Ook de aanvullende verzekeringen gaan vaak omhoog. Voor een deel van de mensen is zo’n aanvullende verzekering wel nodig, omdat ze zaken nodig hebben die in de basisverzekering niet meer worden vergoed. Iemand die ouder is dan 18 jaar die bijvoorbeeld bij tijd en wijle fysiotherapie nodig heeft, moet de eerste 12 behandelingen zelf betalen. In 2010 kreeg iedereen die een basisverzekering had nog 9 keer een behandeling.

De veranderingen in de basisverzekering ziektekosten 2011
Verplicht eigen risico
Het verplichte eigen risico wordt 170 euro. Dit was 165 euro.
Overigens kan iemand ook kiezen voor een hoger eigen risico. Dit kan boven die 170 euro zijn:
100 euro
200 euro
300 euro
400 euro
500 euro
Bij een hoger eigen risico betaalt iemand minder premie voor de basisverzekering.

Fysiotherapie en oefentherapie
Mensen van 18 jaar en ouder krijgen alleen nog 9 behandelingen bekkenfysiotherapie als zij incontinent zijn. De eerste 12 andere behandelingen voor fysiotherapie en oefentherapie voor mensen van 18 jaar en ouder verdwijnen uit het basispakket ziektekosten. Daarvoor moet dus een aanvullende verzekering worden afgesloten of die kosten moeten mensen zelf betalen. Vanaf de 13e behandeling worden de kosten wel vergoed. In 2010 kregen mensen nog de 9 behandelingen betaald.

Geneesmiddelen in basispakket zorgverzekering 2011
Mensen van 21 jaar of ouder krijgen geen voorbehoedsmiddelen meer vergoed uit de basisverzekering. Veel verzekeraars nemen dit daarom op in hun aanvullende verzekering, maar vaak maar tot een maximum.

Hulpmiddelen in basispakket zorgverzekering 2011
Mensen vanaf 21 jaar krijgen geen eenvoudige hulpmiddelen meer vergoed zoals een drie- en vierpootloophulpmiddel, een looprek, een rollator en krukken. Voor andere hulpmiddelen zijn de wettelijke eigen bijdragen en de maximale vergoeding gewijzigd.
Tevens is een aantal hulpmiddelen anders ingedeeld.

Tandheelkunde tot 18 jaar in basispakket zorg
Op het gebied van tandheelkunde verandert ook flink wat. Tot 2010 konden jongeren tot 22 jaar volledig terecht bij hun verzekering voor mondzorg. In 2011 is die groep nog maar beperkt tot 18 jaar. Iedereen tot en met 17 jaar krijgt vanuit de Basisverzekering de halfjaarlijkse controle, verdovingen en vullingen vergoed, maar geen orthodontie. Juist die orthodontie is erg duur en heeft een kind een beugel dan is het wellicht aan te raden een aanvullende verzekering af te sluiten.

Tandheelkunde vanaf 18 jaar in basispakket zorgverzekering 2011
Vanaf 18 jaar is alleen nog maar specialistische tandheelkunde en de prothese opgenomen in het basispakket. Gewone controles, vullingen, tandsteen verwijderen en andere zaken zitten dus niet meer in het basispakket 2011. Iemand die daar veel gebruik van maakt kan overwegen een aanvullende tandverzekering af te sluiten. Die zijn per verzekering verschillend. De kosten voor consulten, vullingen, verdovingen enzovoort betaalt iemand met een basisverzekering ziektekosten dus vanaf 18 jaar zelf. Ook ouderen die een beugel hebben of moeten kunnen geen aanspraak maken op deze voorziening vanuit de basisverzekering.

Verpleging in basispakket zorgverzekering 2011
Verpleging is in de nieuwe basisverzekering 2011 ook zo geregeld dat deze zorg kan worden gegeven door een verpleegkundige in dienst van een thuiszorginstelling.

Kilometervergoeding in basispakket zorgverzekering 2011
In de basisverzekering 2011 is de kilometervergoeding voor ziekenvervoer voor mensen die gewoon kunnen zitten veranderd. De kilometervergoeding bij mensen die gebruik maken van een particuliere auto is 0,27 euro per kilometer. Dit was 0,25 euro per kilometer. De eigen bijdrage voor deze wijze van vervoer is wel verhoogd naar 92 euro per jaar. Dit was 91 euro per jaar.

Eigen bijdrage kraamzorg in basispakket zorgverzekering
Ook de eigen bijdrage voor kraamzorg is veranderd. Daarvoor moet per uur 3,90 euro worden betaald als de kraamhulp thuis komt. Als moeder en kind in het ziekenhuis of een instelling liggen zonder dat dit medisch noodzakelijk is, moet per dag 15,50 per dag voor moeder en kind worden betaald aan eigen bijdrage. Is het een dure instelling waar moeder en kind verblijven en wordt er per dag meer dan 111,50 voor betaald, dan wordt het meerdere ook nog eens doorberekend.

vrijdag 19 november 2010

Ik weet niet meer hoe mijn ouders rookten

Vannacht werd ik wakker uit een boze droom. Wat het was weet ik niet meer, maar het was zo'n moment waarop je even helemaal uit het lood bent geslagen. Waarop je vervolgens aan het malen slaat. De droom had iets met roken te maken. En opeens kon ik me niet meer herinneren hoe mijn vader rookte. Beide rookten ze, mijn vader en mijn moeder. En ik kan het niet meer voor mijn geest halen hoe hij dat deed. Dat maakte me heel verdrietig, want dit betekent dat ze vervagen. Dat hun herinnering nu na een dikke 5 jaar na hun dood al minder wordt. Sommige dingen weet ik nog heel goed. Hoe mijn moeder rook. Die moedergeur van haar. Hoe haar handen voelden. Hoe dun het haar van mijn vader aanvoelde. Hoe zijn kaken zich spanden als hij boos was of opgewonden. Maar ik weet niet meer hoe hij rookte. Terwijl hij dat voortdurend deed. Ik weet nog wel hoe hij shagjes draaide. Dat beeld heb ik gelukkig nog wel. Maar ik krijg het maar niet meer voor me hoe hij de sigaret in zijn mond stak, er een lucifer bij hield en dan inhaleerde. En dat wil ik niet. Ik wil iedere gedachte behouden, elk beeld op mijn netvlies houden tot ik zelf ga. Maar blijkbaar is dat niet de realiteit. En dat maakt me behoorlijk verdrietig.

dinsdag 16 november 2010

Druk, druk, druk

Gisteren las ik in de krant dat het merendeel van de mensen het druk heeft. Ik vind dat ik daar ook onder val. Met verschillende opdrachtgevers is het voortdurend schuiven met opdrachten, deadlines en afspraken. Maar momenteel ligt er verder nog een boekhouding op me te wachten, moet ik nog een boekje herschrijven, een artikel over een heel bijzondere vloer voor een business to business glossy fabriceren en moet ik weer voor internet aan de slag. Ook moet ik van mezelf na het volgen van cursussen twitter, google, LinkedIn, Facebook en andere social media verplicht per dag een x-aantal berichten versturen om mezelf goed vindbaar te maken.
Maar er is meer. Een paar wassen die gedraaid moeten worden, de vaatwasser die aan moet, eten dat nog rauw is maar dat om bereiding vraagt. En ik had moeten sporten. Maar dat heb ik maar even gelaten. Geen tijd, terwijl het zo goed voor je is.
Oh ja en rekeningen betalen, bevestigingen versturen van afspraken en een beetje opruimen. Lijstjes maken helpt overigens altijd. Dit is dus al een lijstje. Vanavond maar eens kijken wat er allemaal gebeurd is.
Zou het anders zijn als je op een kokosnoteneiland woonde? Toen ik op vakantie op Bali was kwam ik daar wel eens een winkel of restaurant binnen en vond ik geen personeel. Na even wachten, kwam er dan vervolgens iemand met een slaperig hoofd vanonder een bureau of toonbank vandaan. Soms lijkt me dat wel wat.

maandag 15 november 2010

De politie transparant?

Vrijdagnacht lag ik in een bed in een vreemd land. Nou ja niet helemaal vreemd, want ik verbleef in het huis van vrienden die een kamer verderop lagen. Nadat de vliegmachine mij honkend en bonkend door grote turbulentie had gejaagd door de windkracht 10 lag ik na vele zweetoksels eindelijk totaal kapot in dat vreemde bed. ’s Ochtends om kwart voor 5 werd ik gewekt door een vreemde piep. Onwennig keek ik om me heen, vroeg me even af waar ik ook alweer was en zag toen mijn mobiele telefoon oplichten. Burgernet las ik. Weer een oproep voor een brand. Vanuit het Zwitserse Luzern was er weinig wat ik kon doen. De volgende dag vertelde ik mijn vrienden het hele verhaal van de brandstichter en zei net voor we naar bed gingen dat ik mijn mobiel die nacht maar uit zou schakelen. Ik kon vanuit daar toch niets doen. Mijn woorden waren amper koud of daar ging het apparaat alweer. Bliep, bliep zei het scherm en weer een oproep om uit te kijken naar iemand die in de Luitje Mulderstraat nu bezig was brand te stichten. En dat hij een fakkel in zijn hand had. Eindelijk eens een duidelijke omschrijving, dacht ik want de voorgaande gaven alleen aan dat er brand was. Naar wie je dan uit moest kijken? Geen idee. Je buurman die ook aan het zoeken was, kon je daar ook voor aanzien. Maar met een fakkel in je hand ben je wel heel herkenbaar. Dus ik bleef nog even op. Samen met mijn vrienden wachtten we af. En ja, niet veel later weer een melding. Er was een aanhouding verricht. Dat was het sein dat wij ons bed ook op konden zoeken.
Na weer een turbulente terugvlucht op de zondagavond kon ik het toch niet laten om op de politiesite te zoeken naar de aanhouding. Niets, nakkes, nada. Geen woord te vinden. Zal er maandag wel op staan dacht ik toen nog. Maar ook weer niets. Politie gebeld. Die wilde geen bericht naar buiten brengen omdat het zo’n grote impact heeft op de burgers. Ik wees de man erop dat honderden mensen met mij wel zo’n bericht hadden gekregen en dat het dus niet meer geheim te noemen was. De man was echter onvermurwbaar. Geen informatie. En dat begrijp ik dus niet. Als er iemand is opgepakt mag dat best genoemd worden, ook als het niet “de” pyromaan is. Zeker als je de halve omgeving al hebt ingeseind. Maar ja, ik zal het wel niet begrijpen.

donderdag 11 november 2010

Reizen, wat houd ik daar toch van

Er woedt vandaag en morgen misschien ook nog een hevige storm. Voor veel mensen erg onplezierig zo’n windkracht 9 tot 10, maar het toeval wil dat ik morgen het vliegtuig in moet. En al eerder zat ik in een enorme storm in een vliegtuig en dat was nu niet bepaald een fijne ervaring.

Reizen in de storm - vanuit Thailand in een noodsituatie terechtkomen
Meer lezen: http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/28277-boeddhisme-en-een-wasbeurt-aan-de-klongs-van-thailand.html.

De zenuwen gieren dus nu al een beetje door mijn keel, maar het plezier van het reizen overheerst toch geloof ik.

Waarom is reizen zo leuk? Voor mij is het denk ik even weg zijn van de gebaande paden. Andere mensen ontmoeten, andere culturen. Niets dat meer is wat het in het dagelijkse leven wel is. Toevallige ontmoetingen, het gevoel dat ik leef. Er is niets meer dat mij het gevoel geeft dat ik leef dan reizen. Gisteren liep ik langs een restaurant in Zwolle waar de inrichting heel erg deed denken aan verschillende restaurants in Maleisië. Ik krijg er kriebels van in mijn buik. Te vergelijken met verliefheidskriebels. Zo groot is mijn passie voor reizen en zo intens kan ik genieten van andere werelden en andere mensen. Na een reis ben ik dan ook altijd hevig ontdaan. Moet ik helemaal weer acclimatiseren en zou ik het liefste terug gaan.

Schiphol tijdens de storm
Ik heb de eerste kriebels altijd al op Schiphol. Wat een dynamiek hangt daar, wat een energie. Heerlijk. Ik kan wel uren ronddolen op die luchthaven. Wat eten, drinken, met mensen praten, om me heen kijken naar wat al die mensen daar doen. Want ook dat is interessant: wat doen al die mensen daar en waar gaan ze heen. Mensen uit alle windstreken die naar allerlei andere windstreken afreizen. Voor werk, relaties, familie, vakantie, bezoek aan vrienden of zomaar een weekendje weg. Nu nog even deze blog posten en dan lekker de tas inpakken. Een grote koffer hoef ik niet mee, want het wordt maar een weekendje. Maar toch altijd weer even nadenken over wat er mee moet. En nu maar hopen op een wind die het morgen wat rustiger aan gaat doen. Duim maar voor me.

woensdag 10 november 2010

Nieuwe sociale media: Twitter en LinkedIn

Sociale media. Het is een modewoord, maar sociale media doen er tegenwoordig toe. In mijn werk zijn sociale media bovendien het middel om geld te verdienen. Want door ze goed in te zetten is bekendheid te genereren en plaatst Google je op een hogere ranking.

Wie niet twittert doet tegenwoordig niet meer mee. Ook LinkedIn is van belang. Maar de meesten van ons doen een dotje op dat gebied en denken het dan wel goed te doen. Ik dacht dat niet en kreeg vandaag samen met 3 anderen een uitgebreide cursus over hoe om te gaan met social media. Er ging een wereld voor me open. Jezelf hoger in de Google ranking krijgen is een kwestie van systematisch te werk gaan, maar ook van op de juiste plaatsen aangeven wat je doet. Door steeds tweets op Twitter te zetten bijvoorbeeld. Maar ook door je profiel goed in te vullen. De kwestie is wel dat je moet kiezen voor een strategie. Jezelf als product inzetten en je eigen naam daarin gebruiken of juist dat wat je doen als product inzetten. In het eerste geval ben jij het die er toe doet, in het tweede geval zijn het in mijn geval de artikelen. En dat weet ik nog niet. Wat ik wel weet is dat ik droom van een leven in vrijheid. Ik wil veel publiceren en doe dat ook met een ijzeren discipline. Omdat het geven van informatie aan mensen van belang is en hen slimmer maakt. Maar ook omdat ik gek op schrijven ben. Over wat ik nu precies wil promoten ben ik nog niet uit. Die strategie ga ik bepalen. Maar nu eerst even nog twitteren. Want dat is zeker 5 keer per dag nodig om meer bekendheid te krijgen.

dinsdag 6 juli 2010

Oogst

Op mijn tuin groeien de aardbeien, de bomen hangen vol pruimen, appels, peren, de struiken zitten tjokvol druiven, bramen, rode bessen en frambozen. Alleen mijn vijg doet het wat minder. Maar vanavond toen ik alles weer even kwam inspecteren (kleine tomaatjes, de pepertjes in bloei en de kiwi eveneens) kwam hij toch parmantig met z'n kopje omhoog. Mooi hoe de natuur zijn gang weer gaat na zo'n verschrikkelijk koude en niets ontziende winter. Aan sommige zaken merk ik het wel. Sommige groenten doen het echt niet. Anderen schieten nu met dit warme weer omhoog. Geldt overigens ook voor het onkruid, maar dat mag de pret niet drukken. Morgen even lekker schoffelen. En daarna jam maken. Want ook de takken van de kruisbessen hangen zwaar door onder hun gewicht van de oogst.
Zondag zijn we ook van dat domme voetbal af (sorry liefhebbers), maar hier op de buurt word ik werkelijk gek van de mensen met hun vuvuzela's, megafoons en gegil en geschreeuw. Iedereen is voortdurend dronken zo lijkt het en houdt nergens rekening mee. Nee dan die mooie vruchten op de tuin. Die praten tenminste niet.

dinsdag 29 juni 2010

Mooie benen


Ik heb ze. Mooie benen. Het is misschien arrogant om dat van jezelf te zeggen, maar die poten onder mijn lijf mogen er zijn. Dat dacht ik gisteravond toen ik naar mijn heilige onderdanen zat te kijken tijdens een urendurende raadsvergadering. Ze zijn bruin geworden van een weekje Terschelling, ze staken niet in enige bekleding en ze staken rank en slank naar buiten. Piepten onder een leuk jurkje vandaan. De hoge hakken hielpen, zeker, maar toch. Ik keek wat verliefderig naar mijn eigen benen en dacht:"God wat heb ik mooie benen. Bedankt daarvoor wie daar ook voor gezorgd heeft. " En ik keek naar de benen van anderen en vond dat die van mij in dat hele gebouw toch de mooisten waren. En vandaag dacht ik dat weer. Toen ik op de bank lag en mijn lange onderdanen had uitgestrekt op het uiteinde van de leuning. Ik hoop dat ze houd. Net als Tina Turner, op je 70e nog hooggehakt laten zien wat je hebt. Heerlijk lijkt me dat.

maandag 22 februari 2010

Trouwdag van mijn ouders











Vandaag is de trouwdag van mijn ouders. Ze of eigenlijk we hadden vandaag gevierd dat ze 48 jaar geleden in de echt werden verbonden. Er ging nooit een jaar voorbij dat we daar geen aandacht aan schonken. Meestal zorgden zij voor eten, want dat was een centraal thema bij ons thuis. Als je maar voldoende eten had, dan was alles goed. Dus werd er geslacht, verbouwd, ingevroren, geweckt en ga zo maar door. En er was die doos met snoep in de kast, waar we altijd even een greep uit deden. Waar ik soms wel tien grepen uit deed, als er drop in zat.
Helaas valt er niet veel meer te vieren, dan de herinnering die we aan ze hebben. Vorige week heb ik nog even een bloemetje bij ze neer gezet, maar vandaag was ik zo laat thuis van een lange dag werken dat het al donker was op de begraafplaats. Dus morgen maar even. Ik denk niet dat ze dat erg vinden, ik heb de hele dag toch wel aan ze gedacht.
Ik merk ook een verschuiving in het omgaan met de dood. In het begin wilde ik niet anders dan bij ze zijn en kwam ik er wekelijks, of eigenlijk zelfs dagelijks. Dat is nu al lang niet meer het geval. Ik zeg ze nog wel altijd gedag als ik ga reizen en als ik terug ben. Even aanschuiven zit er immers niet meer in. Ik geloof dat ik die momenten ook nog steeds het ergst vind. Dat er niemand meer is die op je wacht, waarvoor je het allerbelangrijkste bent. Daar tegenover staat dat hun lijden voorbij is en dat is me ook een lieve duit waard.
In het begin deden broerlief, zijn gezin en ik ook vaak nog wel iets in gezamenlijkheid op deze bijzondere dagen, maar dat is helaas ook voorbij. Dan namen we een emmer met drankjes mee naar het graf, namen zelf een bubbeltje en goten op het graf berenburg en jenever uit. Zodat zij ook mee konden toosten. Waarschijnlijk een raar gezicht voor omstanders, maar het gaf ons het gevoel dat ze er toch echt bij waren en ze hun slokje toch ook nog kregen. Misschien moet ik dat toch maar weer eens voorstellen op een mooie zonovergoten dag als het zoooo ingetogen is op hun laatste rustplaats.

zondag 17 januari 2010

Depressie, niets om je voor te schamen


Depressie. Honderdduizenden lijden eraan in Nederland, maar weinig durven er voor uit te komen. Laatst had ik een aanvaring met iemand omdat ik op haar Hyves had geschreven dat ik helemaal naar was van de slaappillen die ik had genomen. Mijn beste vriendin was net overleden en ik had moeite met slapen en nam daarvoor middelen om die spiraal te doorbreken. Maar ik mocht dat niet schrijven. Taboe. Dat houd je voor jezelf. Ik houd het al lang niet meer voor mezelf dat ik een grote aanleg voor depressies heb. Ik slik al denk ik wel 20 jaar antidepressiva en ze hebben mijn leven gered. Na 3 overweldigende depressies waarbij de dood nog de enige uitkomst leek, heb ik deze middelen gekregen. Na een nare inwerkperiode van een week of zes waarin je je lichamelijk beroerder voelt dan ooit is daar dan opeens het licht. Alles lijkt weer enigszins normaal, je kunt weer functioneren, de wereld voelt een stuk minder eenzaam. Ze hebben kortom mijn leven gered.


Maar er wordt nog steeds vreemd op gereageerd als ik zeg dat ik antidepressiva slik. Van “Dat heb jij toch helemaal niet nodig?” tot dat dit helemaal niet bij mij past. Altijd vrolijk, fruitig en fris. Redelijk geslaagd in het leven en altijd bezig met van alles en nog wat. Mensen hebben snel een oordeel klaar over dat soort zaken blijkbaar, vinden het denk ik een brevet van onvermogen. Geluk zou niet mogen afhangen van middelen of zo. Om die reden ben ik in het begin wel een aantal keren gestopt. Ik dacht dat ik het zelf wel zou kunnen, maar na een bepaalde periode kreeg ik toch weer klachten. Eerst heel langzaam een gevoel van onbehagen. Daarna wat dieper wegzinken in die put. Vaak vervolgens paniekaanvallen met hyperventilatie. Fijn is dat allerminst. Dus dan toch maar weer beginnen. Vaak weer met een ander middel, weer die beginklachten van ongelofelijk misselijk zijn, diarree hebben, een enorm droge mond, verschrikkelijk slaperig zijn. Dus heb ik nu een onderhoudsdosis en heb ik me voorgenomen daar ook niet meer van af te stappen.

Overigens zijn antidepressiva geen wondermiddelen die er voor zorgen dat je helemaal geen negatieve gevoelens meer hebt. Integendeel. Ik huil nog net zoveel als daarvoor, kan me nog steeds heel naar voelen over dingen. Alleen is dat in proportie. Ik ga er niet meer aan kapot, zit geen maanden achter de geraniums terwijl ik de deur niet uit durf of zo teneergeslagen ben dat niets me meer interesseert. Ook zijn antidepressiva geen gelukspillen. Ik heb wel eens het idee dat mensen denken dat je na het slikken van zo’n pilletje opeens als een happy de peppie figuur overgelukkig door je dagen springt. Niets is minder waar. De stofjes die wij depressievelingen in onze hersenen missen, maar die normale mensen wel hebben, worden er door aangemaakt. En het zorgt dus voor een “normaal”gevoel. ” Verslavend zijn de pillen dan ook niet. Het enige wat je merkt als je er eens eentje of twee vergeet is een heel raar gevoel in je hoofd. Een soort duizeligheid die onprettig is, maar geen ongeluksgevoel. Daarom moeten antidepressiva ook afgebouwd worden en niet omdat ze iemand in de zevende hemel brengen. Bovendien zijn de middelen ook geen vrijbrief om alle risico’s maar weer te nemen die een depressie in de hand werken. Goed op jezelf passen blijft nog steeds het devies. Daarom heb ik altijd voldoende slaap nodig en moet ik er voor waken dat ik dat ook krijg. En lukt dat een tijdje niet dan moet ik ook daarbij hulp van buiten hebben, want anders zit ik zoweer in die spiraal naar beneden. Slaapgebrek brengt een proces naar beneden op gang dat bijna niet te stuiten is. Maar ook verder voorzichtig zijn met wie je omgaat, hoeveel problemen je op je nek neemt en wat je doet om die toch tere balans in je hersenen in evenwicht te laten zijn, is belangrijk.

Ik neem zo weer even mijn minimale dosis. Die ligt gewoon naast de fruitschaal en mijn favoriete reistijdschriften. Voor iedereen zichtbaar en niets geheims aan.

woensdag 6 januari 2010

Anders ben je zo alleen

“Meintje”, zei mijn neefje Nils vanavond aan de telefoon, “ik moet nog wat zeggen.” Hij en ik hebben een bijzondere band en als ik met mijn broer bel moet hij me ook altijd even spreken. Nou vertel zei ik, nadat hij in geuren en kleuren had beschreven hoe hij “bijna”een hersenschudding had opgelopen toen hij met de slee naar beneden reed van een berg sneeuw op het strand. “Nou, eh,” zei hij. Het was even stil. “Zeg maar hoor”zei ik. “Je kunt mij alles zeggen, dat weet je toch wel?” Weer even een uh en toen:”Wij wilden vragen of je ook meegaat als wij naar Noorwegen gaan verhuizen. Anders ben je hier zo helemaal alleen.”
Och god, wat zeg je dan tegen zo’n lieverd? Hij en zijn zusje van 7 hadden dit samen besproken en vonden eigenlijk niet dat ik zo achter kon blijven. “Ja want we kunnen wel skypen en zo, maar ja dan kunnen we niet meer knuffelen,”zei hij erachter aan. En toen somde hij de voordelen op van het skypen. Hij zou me de vissen laten zien die hij ging vangen. Als ze dood of levend waren. En als hij uit school kwam zou hij me voor de camera vertellen hoe het nu met hem ging. En kon ik echt niet mee, dan moest ik maar vooral vaak komen. “Ja dan moet je echt gewoon maanden komen logeren bij ons,” voegde hij eraan toe.

Ik legde uit dat het wel wat moeilijk voor me was om naar Noorwegen te verhuizen, omdat mijn werk nu eenmaal bestaat uit het Nederlands. En dat spreken de Noren niet zo goed, zei ik. “Ha, nee,”begreep hij. “Maar Meintje, wanneer kan ik nu dan weer even bij jou logeren? Kunnen we in het weekendje niet even theedrinken en dan afspreken?”
“Natuurlijk lieverd, “zei ik tegen hem en op het einde van het gesprek was er natuurlijk weer dat moment dat we moesten ophangen maar het niet konden. “Ik doe het nu hoor”. Ja doe dan. “Nee nu, jij”. En hij liet het gepaard gaan met twintig keer zeggen “tot in het weekend als we gaan afspreken wanneer ik kom logeren he?”.

Even daarvoor had mijn broer me gebeld. Ik had een behoorlijke fout op mijn werk begaan, een feit niet gecheckt en daarvoor en plein public het boetekleed aangetrokken. Wat normaal is. Hij wilde me een hart onder de riem steken en meldde me dat ik me er ook weer niet al te veel van aan moest trekken. En dat hij de ingezonden brief die iemand over dit voorval had geschreven toch wel heel baud vond. Waar hij gelijk in had. Er werden weer dingen bijgehaald die met het feit zelf niets te maken hadden. Ik werd volledig afgebrand. Zo gaat het vaak als mensen fouten maken. Niet het feit zelf wordt bekritiseerd, maar er wordt van alles bijgehaald. Wat maakt dat mijn respect voor dergelijke lieden er niet groter op wordt. Ik heb ook altijd geleerd dat je het hebt over wat fout is en niet over allerlei andere dingen die daar niets mee te maken hebben. Maar goed boosheid is iets wat veel mensen aanzet tot hatelijkheden die ik niet altijd begrijp. Bovendien had ik mijn excuses al aangeboden en had ik direct toegegeven dat ik fout zat.

Maar het is wel verdomde prettig dat je dan familie hebt die je dan een hart onder de riem steekt. Gewoon omdat ze van je houden.

maandag 4 januari 2010

Een groot moment van geluk







Het afgelopen jaar was een slecht jaar. Een in en in slecht jaar. Mijn beste vriendin stierf. Ze had een naar ziekbed, had ongelofelijk veel pijn, maar ze was een kanjer. Zoals ze altijd al een kanjer is geweest. Ik mocht getuige zijn van haar ziekte en haar sterven en dat is een voorrecht. Maar ook vreselijk. Want als buitenstaander kijk je ernaar en je kunt niets doen. Ja wat praktische zaken. Eten koken, boodschapjes halen. Aan haar bed zitten en haar troosten. Met haar doornemen hoe ze het wil als ze er niet meer is. Haar afleggen zodat er geen vreemde handen aan haar lijf meer hoeven. Dat is allemaal gebeurd. En nu is ze er niet meer. Ze laat een gigantische leegte achter die bijna niet gevuld kan worden. Maar ik hoop dat ze het goed heeft daar waar ze nu ergens zweeft. Ver weg is ze wel. Ik kan haar niet voelen, terwijl ik mijn ouders wel altijd kon en kan voelen. Maar dat was ook wat ze wilde. Nadat we haar hadden afgelegd is ze direct gekist en toen naar de aula gereden. Haar ouders en haar broer hebben afscheid genomen en toen is op haar wens de kist gesloten. Om haar geest de ruimte te geven uit haar lichaam te verdwijnen. Zodat wij haar hier niet zouden houden met ons verdriet en onze pijn. Volgens mij is dat gelukt.

De leegte vullen is dus niet gemakkelijk, maar je doet wat. Afgelopen november besloot ik toch op vakantie te gaan. Met allerlei gelijkgestemden, maar vreemden. Onwennig op Schiphol. Ik te laat, want ik kwam in een gigantische file terecht. Wel op tijd voor het vliegtuig, maar bijna te laat voor de gezamenlijke incheck. Toch was er direct de klik met sommigen. Op vakantie kon ik soms mijn draai niet vinden. Bleef wel eens een dag achter op mijn kamer, omdat ik een berichtje van het thuisfront had gehad. Haar as was gearriveerd, ze is weer thuis, dat soort zaken. Mijn nieuwe vakantievrienden waren overigens alleraardigst. Als ik een dag op mijn kamer had gehangen kwamen ze me zoeken. En ik mocht het er altijd over hebben.

En toen kwam er die wonderschone dag. Naast ons op het strand het rugbyteam van Zuid-Afrika. Erg mooie mannen, maar ook erg bronstige mannen. Het maakte ons wat giechelig, want ze waren allemaal 20 of nog jonger. Door die sfeer of gewoon omdat we het zelf zo leuk hadden maakten we opeens een fotoshoot in het water. Een aantal gewone meiden en onze heerlijke beer van de groep. Hij als man met de Harem, wij gedwee aan zijn voeten. Niet met het gespierde lichaam van de rugby boys, maar zovele malen mooier van binnen. Het werd lachen, gieren, brullen. Helemaal toen er opeens in dat tropische Maleisië een regenbui losbarstte die zijn weerga weer niet kende. We gingen voor de zon, maar kwamen in de moesson terecht. Maar de hulp was nabij, want het café aan het strand was bereikbaar. En de cocktails overheerlijk in zo’n bui. Daar stonden we dan. Drijfnat, met een fijne cocktail in de hand, de jongens van de bar swingend op de leukste muziek. En Cees, onze Cees kreeg ons zover dat we ons nog een keer heel erg nat lieten regenen. In onze jurkjes, badpakken en bikini’s stonden we daar midden in dat hemelgeweld. Daar was even dat enorme pure geluk dat ik lang ontbeerd had. En een uitbundigheid die ik gemist had.

De avond duurde overigens tot in de kleine uurtjes. Onze eetafspraak vergaten we en onze badkleren zijn niet meer uit geweest. Nou ja toen we weer in bed rolden uren, uren en uren later. Maar toen hadden we eerst de rugbyboys nog een blauwtje laten lopen. Er gaat ten slotte niets boven onze eigen kerels.