maandag 21 maart 2016

De ribbel van de dokter

Het moest weer, een controle. Die blijft spannend, dus die dag ben ik dan meestal niet te genieten. Ik was ook nog eens veel te vroeg, maar kwam gek genoeg in het bestralingscentrum allemaal bekenden tegen. Kun je het op een plaats gezellig hebben waar zoveel mensen ziek zijn? Niet echt, maar het kwam er toch in de buurt. Natuurlijk zag ik de kale hoofdjes en de mensen die heel ziek waren. Het jonge meisje tegenover me, met haar mutsje op. De wat oudere vrouw met de zuurstoffles die hijgde bij elke ademteug die ze deed. De hele magere man die met een heel geel gezicht en in een rolstoel kwam binnengereden. Maar ik had ook een leuk gesprek met de overbuurman die gewoon nog blij was dat hij er was.

Koeteren

Zijn arm was spontaan gebroken en dat is geen goed teken, maar hij had toch goede hoop. Mijn dokter fladderde ondertussen overal wat tussenin. Omdat ik veel te vroeg was, zei ze elke keer als ze een patiënt kwam halen: ‘Nog een paar dan mag jij.’ En toen mocht ik. Vanuit Amsterdam was een brief gekomen. Niet eens over mijn ziekte (ja waarschijnlijk ook wel) maar vooral over het feit dat mijn grote liefde nu in Nederland woonde. Dat vinden ze daar dus schrijvenswaardig dacht ik. En zo koeterde het gesprek wat en dat zette zich voort toen ze een lichamelijk onderzoek deed. Terwijl ze overal zocht naar bulten en die niet vond keek ik naar mijn buik die over mijn maillot puilde.

Mijn dag is weer goed

Haar lichaam verborgen in de witte jas, leek zo slank en het ontlokte me de vraag hoe ze dat toch deed. We zijn tenslotte van dezelfde leeftijd. Welnee zei ze. Jij bent veel slanker dan ik. Ze tilde haar doktersjas op en pakte een fijne ribbel vast. En ze kneep er ook nog in. ‘En ik draag ook nog corrigerend ondergoed,’zei ze toen. Mijn dag was weer goed. Om meer dan één reden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten