maandag 17 februari 2020

Stilte, die zo felbegeerde stilte




Ik zocht stilte. In mezelf. In mijn omgeving. Gewoon omdat je dat soms even nodig hebt. Stilte en innerlijke rust. Ik dacht het te vinden. Eerst op een yogamat met bijpassende muziek. Klankschalen. Gitaar. Mantra´s. Ik vond vooral een overvolle kamer met dames en een enkele heer op een yogamat. Die kakelden dat het een lieve lust was. 

Omarm je onrust

Omarm je onrust zei de  - overigens geweldige -  lerares. Omarm je imperfecties. Nou daar heb ik er wel een paar van dacht ik terwijl ik me dood irriteerde aan die enorme snurkgeluiden die uit de neus van mijn onbekende buurvrouw kwamen. Waarschijnlijk een heel goede buikademhaling, maar god wat een irritante snurk was dat. En ik irriteerde me aan de mensen die devoter dan Boeddha zelf op hun matje zaten, maar waar tegelijkertijd geen lachje afkon naar ons nieuwelingen. Of aan hun grenzeloze gegaap met heel veel huuwww en haaahh. De hele tijd maar door. Alsof ze een maand in de duw hadden gewerkt. Zoiets.

Praten in de stilteruimte

Een dag later was er nog steeds onrust. De sauna dacht ik. Lekker dichtbij in Joure, altijd fijn. Lekker warm. Goed voor mijn spieren die op exploderen stonden. Goed voor mijn geest die op exploderen stond. Maar met zo´n geest moet je misschien helemaal geen verwachtingen hebben van je omgeving. Of juist wel. Je moet verwachten dat velen zich niet aan de regels houden. Aan de stilteregels met name. Terwijl op elke deur met grote koeienletters staat dat het om een stilteruimte gaat, werd er wat afgeluld. Velen deden dat op fluistertoon. Dat kan ik dan wel hebben. Ze houden in ieder geval rekening met diegenen die komen voor die beloofde stilte en er zo naar snakken. 

Onvervalste doorpraters

Maar dan de onvervalste doorpraters. Die komen binnen en schreeuwen zo mogelijk nog harder dan in een gewone kamer. In een ruimte met een laag plafond, waar al dat gewauwel toch al zo resoneert. Een moeder met een klein kindje, vertelde haar steeds dat ze zachtjes aan moest doen. Maar volwassen vrouwen konden hun mond niet houden en schreeuwden dat het een lieve lust was. Met een ´wees stil blik´ hoopte ik ze op andere gedachten te brengen. Die blik zal niet heel aardig zijn geweest. De stilte bleef overigens ook uit. Dus omarmen dan nu maar. Dat ik praten in een stiltegebied haat en dat ik imperfect ben op dat gebied. Enorm imperfect.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten