maandag 24 maart 2014

Niet dat het wat uitmaakt en ander allochtonennieuws



“Niet dat het wat uitmaakt, maar het zijn toch meestal allochtonen die er niet voor willen betalen.” De man aan de andere kant van de lijn merkt dat het stil wordt. Dat ik stil word. Dat ik niets beaam. Dat ik naar adem hap en net iets wil zeggen. De meneer aan de andere kant van de lijn is namelijk een onbekende. En hij weet niets van mij.

Hij veronderstelt dat ik met mijn Friese naam wel niet een allochtoon zal zijn. (Wij Friezen voelen ons overigens vaak meer allochtoon dan autochtoon, maar dat terzijde) Veel mensen weten overigens ook niet eens wat een allochtoon is, want zelfs onze Koning Alexander is een allochtoon. Dat weet ik dan wel weer.

Maar die beste man aan de andere kant weet dat niet alleen niet. Hij weet ook niets van mijn andere omstandigheden. Dat ik een relatie heb met een allochtoon bijvoorbeeld. En dat ik het helemaal niet prettig vind om dat soort uitspraken te horen. Het is ook best bijzonder dat hij het aandurft: de hele PVV is net volledig uiteen gevallen over de Marokkanenuitspraak en dan denk je dat er wel even wat beter over wordt nagedacht.

Afgezien van mijn persoonlijke leven, vind ik de uitspraak ook nogal weinig onderbouwd. Ik heb de hele dag autochtonen aan de lijn die volstrekt niet van plan zijn om voor een advertentie te betalen. Ze hebben altijd wel een reden waarom hun stukje gratis in de krant moet. Daarin doen ze beslist niet onder voor hun medelanders met een andere achtergrond. Hij gaat overigens nog even door en fulmineert dat ze aan de telefoon altijd zo lastig zijn. Ook zonder aanzien des persoons.

Blijkbaar zijn alle allochtonen niet van plan te betalen en zijn het zeikerds aan de telefoon. Ik neem een hap adem en vertel hem dan dat ik in een liefdevolle relatie gewikkeld ben met iemand uit een ander land. Zou hij hier wonen, dan zou hij een allochtoon zijn. Maar hij heeft meer goedheid in zijn pink dan de meeste mensen hier in hun hele lijf.

En dan vertel ik dat ik juist deze week ben benaderd door een stel autochtone Nederlanders die me voor alles en nog wat uitmaakten. Nee, niet per telefoon. Per e-mail. Want daar zijn we tegenwoordig goed in. We vertellen iemand niet meer persoonlijk dat er iets mis is, we doen het per mail. Of we vertellen het aan iemand anders en die mag de klus opknappen en die stuurt ons dan een mail. Met woorden die er niet om liegen. Oerhollandse blanke kerels die niet het lef hebben om je in je gezicht te zeggen dat ze willen dat je iets doet. En als je dan zelf de telefoon pakt om te vragen naar uitleg, wordt alles opeens heel veel milder uitgelegd. Dat zeg ik allemaal tegen die man. Die aan de andere kant van de lijn zit. Denk ik. Want opeens is het stil. Heel erg stil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten