maandag 16 september 2019

Lief bijna knock out geslagen









Mijn moeder was een overbezorgde moeder. Toen ik gisteravond naar bed ging en alweer dacht dat ik lief niet hoorde ademhalen en hem dus bijna knock out sloeg om maar enig leven in hem te ontwaren, toen dacht ik daar opeens aan.  Aan al die keren dat zij net zolang naast mijn broertje zat tot hij in slaap was gevallen. Zijn kleine knuistje in haar smalle hand. Net zolang tot zijn ogen waren dichtgevallen en ze zich heel voorzichtig los kon wringen. Was zijn slaap dan nog te licht, dan werd hij wakker en begon alsnog te huilen. En dat was blijkbaar onverteerbaar voor haar, want dan ging ze opnieuw zitten, pakte weer dat kleine handje en bleef opnieuw zitten tot hij vast in slaap was. 

Gevaren van de grote stad

Maar ik moest ook denken aan al die keren dat ze me waarschuwde voor de gevaren van de grote stad waar ik woonde. Terwijl ik van kroeg naar kroeg zwierf, herhaalde zij het mantra dat mensen daar allemaal in kleden liepen en allemaal -  jawel niemand uitgezonderd - aan de drugs waren. Ik vertelde haar nooit dat ik zonder enige angst door een straat liep die niet echt als veilig te boek stond en ik gewoon tussen de kleden en drugsgebruikers door liep. Zonder zelf in een kleed te lopen en zonder zelf drugs te gebruiken voor de duidelijkheid. Ik vertelde haar later ook niet dat ik ons eigen kleine dorp soms ook enge dingen beleefde, of enge mensen tegen was gekomen.  

Ik ben mijn moeder geworden

Maar inmiddels ben ik dus mijn moeder geworden. Want ik ben weliswaar geen moeder, maar wel  een heel bezorgde echtgenote, een bezorgde tante, een bezorgde vriendin en een bezorgde collega en zelfs buurvrouw. Ik eis een app als iemand naar huis moet al is dat bijna om de hoek, ik waarschuw voor rare ontmoetingen en rare mensen, bouw controleposten in voor iedereen en check tot ik een ons weeg. En ik luister dus naar lief zijn ademhaling als hij in bed ligt. 

Buurvrouw controleren

Maar ik kan de keren ook niet meer tellen dat ik een kwartier bij de buurvrouw voor het raam ging staan, omdat ze zo raar met de mond open lag en ik de ambulance met gierende banden al bijna had besteld. En lief dan met een diepe zucht zei:´ze slaapt gewoon. Kijk dan naar haar borst. ´ Ja zo neurotisch ben ik dus.

Luchtballon

Twee weken geleden mocht lief mee in een luchtballon. Ook daar heb ik het niet op staan. Toen hij eenmaal in de mand stond, het hittekanon aan ging, zijn haren er bijkant affikten zag ik opeens ook angst op zijn gezicht. Kom er dan uit, gebaarde ik. Maar dat vond hij laf. De ballon ging er met hem vandoor. Heel snel verdween hij en zag ik hem alleen nog ver boven me in de lucht.  Ik zag een wolk, ik zag de wind harder worden, ik zag buien.  De crew stelde me voortdurend gerust: deze ballonvaarder doet dit werk al 30 jaar en weet heel goed wat hij doet. Wat ik echt wel geloofde. Toch deed ik de hele weg  schietgebedjes. Laat ze naar beneden komen. Nu. En veilig. Maar dan stond er weer een boom. Of een koe. Of een elektriciteitsmast. Of een meer. En zag ik hem al verdrinken, aangezien mensen in Afrika niet leren zwemmen. En had ik al een noodplan gemaakt en dook ik hem na. Met de zwemband die ik immers nog achter in de auto had liggen van een dagje strand. 

Na tien keer een bijna-landing en ik rijp voor valium, bonkte de mand dan eindelijk een paar keer door het weiland en kwam tot stilstand. De kussen van lief daarna waren van een overlever. Opeens leek hij me te begrijpen. Dat u het even weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten