donderdag 2 augustus 2018

Hussein





Toevallig had ik het er afgelopen week over met iemand, voordat het vreselijke nieuws ons had bereikt: over de eindeloze gastvrijheid van Hussein.  Als ik bij hem langs ga roept hij me altijd even binnen voor een bakkie zei ze. Even praten, even zitten. Daar waar anderen daar nooit tijd voor hebben, maakt hij die tijd en lijkt hij er van te genieten.

Andere cultuur

Een andere cultuur zei ik nog, dat kennende van mijn eigen man. Maar naast een eigen cultuur heeft ieder natuurlijk ook zijn eigen karakter. En dat van hem was gewoon  zo enorm gastvrij. Je voelde je er thuis. Zelfs mijn ouders vonden dat. Van buitenissig eten moest in ieder geval mijn moeder nooit iets hebben, maar bij Hussein was het altijd goed. Dan zei ze gewoon dat ze het zonder al die ‘Griekse’ kruiden wilde en dat kreeg ze dat. En ze vond hem charmant.

De Markol

Veel van onze dierbare familiefoto’s zijn dan ook geschoten in de Markol (want de Specerij hebben zij niet meer meegemaakt, toen waren ze al overleden). Die kiekjes prijken overal. Met de kleinkinderen die je steeds groter ziet worden, want bijna elke belangrijke gebeurtenis werd daar gevierd met een diner. Met de gerechten die we lekker vonden.

We voelden ons gedragen

En je kunt aan onze gezichten aflezen dat we ons gedragen voelden. Dat kon ook bijna niet anders: bij Hussein voelden we ons thuis.

De Griek, die geen Griek was

In de wandelgangen bleef hij trouwens altijd de Griek. Omdat hij Griekse maaltijden serveerde of het in de beleving van velen Grieks eten was. Omdat zijn huid wat donkerder was dan die van de meeste van ons, of gewoon omdat als je eenmaal dat stempel hebt dat er niet zomaar weer afgaat.


Vriendelijk en inspirerend

Pas gisteren las ik dat zijn wiegje in Libanon heeft gestaan. Ondanks alle keren dat we bij hem gegeten en met hem gesproken hebben, heb ik dat nooit geweten. De vriendelijke woorden altijd, de begroetingen op elke plaats waar je hem ook maar tegenkwam, zijn inspirerende manier van bedrijfsvoering: al die zaken zijn me wel altijd bijgebleven. Zijn veel te vroege heengaan slaat een gat in Lemmer zei de vriendin die altijd koffie bij hem kon drinken. En zo is het: Hussein hoorde bij ons, pimpte eerst de waterkant bij de Markol op en bracht nu leven in de brouwerij aan het Dok. Maar hij bracht vooral medemenselijkheid. Medemenselijkheid die veel en veel langer had moeten duren. Met een leven dat veel en veel langer had moeten duren.

1 opmerking: