maandag 10 september 2018

Elektrische fiets

Wat deed je dan? De vrouw kijkt me aan alsof ik net iemand met 30 kilometer per uur van het fietspad geveegd heb, haar daar heb laten liggen, geen ambulance heb gebeld en ze nu levensgevaarlijk gewond is. Ik zeg dat ik niets deed, maar dat me voortdurend wordt toegefluisterd dat het belachelijk is dat ‘zo’n jonge meid’ op een elektrische fiets rijdt. Probeer eens een aantal chemobehandelingen zei ik. En daarna een operatie. En daarna nog een aantal weken achterelkaar elke dag naar het ziekenhuis voor bestralingen. Dat doet namelijk iets met een lijf.  Bovendien is jong op zichzelf al iets wat niet helemaal klopt: toegegeven ik voel me nog steeds 18, maar ik ben het natuurlijk niet meer.

In mijn hoofd 18, het lijf toch echt wat ouder

Wel in mijn hoofd, maar helaas bewijst mijn lijf wel iets anders. Of bepaalde behandelingen schade hebben aangericht aan longen en hart is vrij aannemelijk, het stond vooraf allemaal in de papieren die ik moest tekenen voordat ik behandeld werd. Ik laat het niet controleren: dat heeft toch weinig zin. Soms is niet weten beter dan wel weten. Maar in de wind fietsen, maakt van mij het grootste hijgende hert dat er bestaat. Juist dan op volle kracht fietsen opperde iemand me al eens. En lekker herhalen. Misschien is dat de optie, maar dan kan ik het de rest van de week vergeten als het om mijn energiepeil gaat. Laatst deed ik een rondje met iemand met dezelfde ziektegeschiedenis. Samen hijgden we dat het een lieve lust was. Lekker he, zei ik nog. Maar dan over de herkenning. We lachten over het feit dat ze ons altijd aanraden meer en meer te bewegen. Wat we doen: we zijn zeker een aantal keren per week flink bezig. Ze knikte, tussen haar versnelde ademhaling door, want ze had geen adem over om te praten.

Fietsen in de sportschool

In de sportschool rijd ik keurig mijn rondje naar Oosterzee. Zonder wind, maar wel zo dat ik in beweging ben. En die elektrische fiets: ik vind het een zegen. Ik kar overal nu naartoe zonder dat ik al met lood in de schoenen op de pedalen stap. Ik trap zo even naar Balk of Echtenerbrug. En daarmee ben ik dan dus ook nog milieutechnisch goed bezig, want dat ding drinkt geen druppel benzine. Maar goed overal waar ik kom wordt me verwijtend in mijn gezicht geslingerd dat het belachelijk is dat ik op zo’n fiets rijd. Toen ik op Oerol was zette ik het in zo’n klein berichtje in de Oerolkrant: of het aub wat minder kan met dat commentaar als ik elektrisch voorbij kom. De reactie was nog stuitender: wat ik had gedaan om dat op te roepen.

Fantastisch fietsen op een elektrische fiets

Inmiddels ben ik die elektrische grens voorbij. Ik zit met wapperende haren op mijn stalen ros dat me - als ik wil - met 20 kilometer per uur vooruit drijft. En ik vind het fantastisch. Iedere meter weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten